.16.
Het was donderdagavond. De sneeuw was opgeruimd en er lag alleen
nog een bevroren laagje in de goten. Peters keuken was zoals
gewoonlijk helder verlicht en warm. Hij had net drie losse plakjes
bladerdeeg uitgerold, waarvan er twee werden ingepakt en in de
ijskast werden gezet. Hij bestrooide het derde plakje met verse
amandelen, die hij had gemalen in de ouderwetse ijzeren molen die
aan de zijkant van de tafel was vastgemaakt, toen hij geschraap aan
de achterdeur hoorde. De cyperse kat van de buren had de gewoonte
om langs te komen om, zoals Peter zei, te kijken of er nog kliekjes
waren. Dus klopte hij zijn handen af en veegde ze af aan een
theedoek. Hij liep naar de deur, maar toen hij op het punt stond om
die te openen, herinnerde hij zich waarom er een ketting op de
voordeur zat. Bovendien realiseerde hij zich dat de kat meestal
niet langskwam als het donker was en vroor zoals nu. Hij stond even
stil aan de deur te luisteren, en toen hij een voetstap op de
ijzeren trede hoorde, riep hij: 'Wie daar ook is, ga maar naar de
voordeur.'
'Ik ben het,' zei een stem. 'Wie is daar?' riep Peter. 'Ik!' De
stem klonk nu luider. 'Maggie! Maggie Harper.'
'Maggie Harper?'
'Ja. Ja.' Hij maakte de deur open en staarde naar het dik ingepakte
meisje, stak zijn hand uit en trok haar naar binnen. Daarna gooide
hij de deur dicht, boog zich naar haar toe en vroeg: 'Wat doe je
hier in godsnaam, meisje?'
'Ik... ik...' Haar onderlip trilde en ze schudde met haar hoofd.
'Ik wilde u eerst zien en dan kunt u het tegen hen zeggen.' De
tranen stroomden over haar wangen en langs haar neus. Hij zei: 'Kom
mee, ga bij het vuur zitten. Trek eerst even je jas uit.' Terwijl
hij haar door de keuken de woonkamer in duwde, trok hij haar jas
uit, pakte vervolgens haar sjaal en haalde ten slotte de wollen
muts van haar hoofd. Maar hij wilde haar net op de bank neerzetten,
toen ze bij hem vandaan liep en zei: 'O, nee! Ze komt zo thuis. Ik
hoorde mam zeggen dat ze werkt en thuiskomt om...'
'Maar je wilt haar toch spreken?'
'Nee. I-i-i-ik niet. Ik bedoel, ik dacht dat...'
'Kom kom, huil nou maar niet meer. Droog je tranen. Wat dacht
je?'
'Dat... dat als ik het aan u zou vertellen, u het haar weer zou
kunnen vertellen. Weet u... Ze houden niet meer van me. Geen van
allen.'
'O, doe niet zo raar.'
'Nee, echt. Nee, echt, meneer Peter. Pap en mam praten niet meer
met elkaar als ik erbij ben, niet meer zoals vroeger. Ze praten
niet eens meer met me. Ze zeggen wel dingen tegen me, maar ze
praten niet meer met me. Begrijpt u wat ik bedoel?' Ja, hij begreep
inderdaad heel goed wat ze bedoelde, en hij zag duidelijk wat er
aan de hand was. Het enige wat hij kon zeggen was: 'Maar ze houden
wel van je, Maggie.'
'Niet meer. En Winnie viel gisteren tegen me uit.' Ze kreeg een
brok in haar keel en veegde met haar vochtige zakdoek over haar
gezicht. 'Ze... ze zei dat zij nu ook niet meer bij tan- te Hannah
op bezoek mochten komen en dat dat mijn schuld was, omdat ik
zo'n... zo'n grote mond had gehad. Weet u... Wat ik zei toen we
hier waren... Ik wilde alleen maar iedereen aan het lachen maken,
maar pap zei dat alleen een heilige zou geloven dat ze het niet op
die manier over tante Hannah hadden gehad. Dat zei hij die avond,
en hij heeft me geslagen. Dat had hij nog nooit gedaan, maar dit
keer wel, en mam zei dat het tijd werd ook. En toen maakten ze
ruzie en het was afschuwelijk. Afschuwelijk. En nu hebben ze het
nergens meer over als ik erbij ben; ze houden allemaal niet meer
van me, meneer Peter, allemaal niet meer, ook John niet. Hij blijft
maar zeggen dat ik stout ben geweest.' Toen ze op dit moment begon
te brullen, trok Peter haar dicht tegen zich aan en zei: 'Je
fantasie gaat nu met je op de loop.' Maar hij was er tegelijkertijd
zeker van dat ze niets van wat ze had verteld, had verzonnen. Maar
de reactie van haar ouders had een stadium bereikt waarin het het
meisje zou beschadigen. Hij keek nu op de klok en zei: 'Hoor eens
even, ik heb een idee. Ze kunnen hier elk moment zijn, maar in mijn
appartement boven is een heel prettige woonkamer.' Hij hield zijn
hoofd schuin en trok een raar gezicht.'De haard brandt en het zijn
slechts nephoutblokken maar ze zien er echt uit. Kom mee naar
boven. Dan leg ik de hele toestand aan tante Hannah uit en vertel
haar hoezeer het je spijt. Daarna mag je naar beneden komen en
meneer David zien.'
'Ik wil meneer David niet zien. Ik kan hem niet onder ogen
komen.'
'O, dat kun je wel, hoor, anders komt hij wel naar boven om te
vragen waarom je je zo aanstelt.'
'Ik-ik-ik stel me niet aan, meneer Peter.' Haar stem klonk nu
enigszins vastberaden en hij zei: 'Het spijt me, dat had ik niet
moeten zeggen. Je stelt je niet aan, dat weet ik, Maggie. Je bent
een heel slim klein meisje.' Haar stem was klagelijk toen ze zei:
'Ik zal nooit meer een klein meisje zijn.' Hij nam haar bij de arm
en leidde haar dwingend naar de bank, pakte vervolgens haar natte
kleren van de stoel en zei: 'Ik zal deze in de kledingkast hangen,
maar we gaan ondertussen wel naar boven.' Peters woonkamer was zeer
comfortabel. Er stonden twee grote leren leunstoelen, elk aan een
kant van het gloeiende elektrische haardvuur. Een gebroken wit
haardkleed lag op het rode tapijt en naast het kleed stond een
lange en lage ro-zenhouten tafel. Er stond ook nog een uitklapbare
stoel die kon worden omgebouwd tot een bed. Tegen de verste muur
stonden twee boekenkasten, beide met glazen deurtjes en ertussen
stond een schrijfbureautje met een rolluikje. In beide zijmuren zat
een raam, de een aan de voorkant van het huis en een aan de
achterkant waar een drukke weg liep. 'Vind je het hier niet
gezellig en knus? Maar je wilt vast niet in die harde leren stoelen
zitten. Wacht even!' Hij schoof de tafel aan de kant en trok de
stoffen leunstoel ernaartoe. 'Zo, ga daar maar zitten, dat zit veel
lekkerder.' Ze gehoorzaamde en ging zitten met haar handen stevig
in elkaar tussen haar knieën geklemd. Haar gezicht was nog steeds
betraand, maar ze huilde niet meer. Maar hij ging toch naar de
badkamer en kwam terug met een klein handdoekje. Nadat hij haar
gezicht ermee had geboend, zei hij: 'Kijk eens aan! Dat is beter,
hè? Nu ga ik een lekker kopje thee voor je zetten, en dan breng ik
je ook een stuk van mijn speciale biscuitgebak.'
'Dank u,'- haar onderlip trilde weer - 'maar... maar ik kan nog
niets door mijn keel krijgen, n-n-nog niet.'
'Alleen een kopje thee dan?' Hij boog zich over haar heen en ze
keek hem aan en fluisterde: 'Graag.' Hij was al bij de deur toen
hij zich omdraaide en zei: 'Ik ben misschien wel een paar minuten
weg, als je tante thuiskomt tenminste. Je wilt toch dat ik met haar
praat, hè?' Ze maakte een langzame beweging met haar hoofd. 'Goed,
er liggen wal tijdschriften en kranten op de plank in de hoek. Kijk
die maar even door en ik ben zo snel mogelijk terug.' Hij had net
een pot thee gezet toen er een sleutel in het slot van de voordeur
werd gestoken. Dit was een teken voor hem om de ketting eraf te
halen. Hij liet Hannah en David binnen en ze waren allebei vol van
het weer en de intense kou. 'O, wat is het toch heerlijk om thuis
te zijn.' Peter hielp Hannah uit haar jas toen hij zei: 'We hebben
bezoek, mevrouw.' Hierop draaide David, die zijn overjas aan het
uittrekken was, zich abrupt om. Zijn gezicht stond uitdrukkingsloos
en hij herhaalde grimmig: 'Bezoek? Waar?'
'O, niet dat soort bezoek, meneer. Het... het is uw nichtje,
mevrouw. Kleine Maggie.'
'Maggie? Alleen? Maar wat is er...?'
'Als jullie allebei bij het vuur komen zitten om te ontdooien, zal
ik vertellen waarom ze hier is en haar dan een kopje thee brengen.'
Peter had maar een paar minuten nodig om te vertellen wat Maggie
tegen hem had gezegd, maar hij voegde er nog aan toe: 'Als ik een
suggestie mag doen, mevrouw... Ik zou haar heel voorzichtig
benaderen, want volgens mij is ze erg van streek. Weet u, er is al
enige tijd verstreken sinds die middag dat ze hier thee hebben
gedronken, en het feit dat haar vader haar geslagen heeft, geeft
wel aan hoe ernstig hij haar gedrag heeft opgenomen. Ze blijft
erbij dat ze iedereen alleen maar aan het lachen wilde maken, maar
ik denk niet dat ze sinds die middag nog gelachen heeft, mevrouw.
En ze denkt dat niemand van haar houdt en door de reactie van haar
ouders heeft dit idee zich stevig in haar hoofd verankerd. Ze was
heel opmerkzaam toen ze me daarover vertelde. Volgens haar spreken
haar ouders wel tegen haar maar... maar praten ze niet meer met
haar.' Hannah was duidelijk van slag, ondersteunde haar hoofd met
haar handen en zei tegen David: 'Ik denk dat Janie op dit moment
gek wordt van bezorgdheid. Ik moet haar bellen en tegen haar zeggen
dat Maggie hier is.' David zei: 'Ik bel ze wel. Ga jij maar naar
boven om met haar te praten.' Maar Peter zei tegen hen: 'Als ik een
voorstel mag doen, meneer, zou ik niet meteen met Maggie gaan
praten. Wacht even tot ze een kopje thee heeft gedronken en zich
wat meer op haar gemak voelt. Waarom gaat u zich niet eerst een
beetje opfrissen, dan ga ik koken en kan er tijdens het eten worden
besloten wat de volgende stap moet zijn. En als u het goedvindt,
mevrouw, dan bel ik uw zus wel even om te zeggen dat haar dochter
hier is en dat alles in orde is.' Hannah en David wisselden een
blik uit; ze draaiden zich bijna tegelijk om en haastten zich naar
de slaapkamer. Peter liep de keuken weer in voor het dienblad,
bracht het naar boven en toen hij het op het bijzettafeltje dat
naast Maggie stond neerzette, zei hij: 'Ik heb met ze gesproken en
alles komt goed. Drink je thee maar op, dan komen ze straks boven.'
Hij glimlachte naar haar. 'Vertrouw mij maar, het komt allemaal
goed, ook met je vader en moeder. Let op mijn woorden.' Wat er
daarna gebeurde, was zo plotseling en onverwacht dat hij het zich
de rest van zijn leven zou herinneren... Hij dacht niet dat Carrie
een spookverschijning was, want ze stond echt in levenden lijve
voor hem, en voor het eerst ervoer hij een fysieke angst. Die leek
niet uit zijn buik omhoog te komen, zoals met de meeste angsten het
geval is, maar vreemd genoeg uit zijn voetzolen, want hij had het
gevoel dal hij elk moment kon omvallen. Het volgende moment wist
hij dat er iets met zijn hart aan de hand was, het leek wel alsof
het uit zijn borstkas bonkte. Hij uitte dit gevoel uiteindelijk
door naar adem te happen en het geluid dat uit zijn mond kwam, was
een gepijnigd 'Ooooo!' Toen hij Carries stem hoorde, klonk ze kalm.
'Je zou niet verbaasd moeten zijn me te zien, Peter. De deur was
niet op slot, alhoewel ik anders ook wel binnen was gekomen. Ik heb
een sleutel.' Ze liet de sleutel voor hem heen en weer bungelen.
Vervolgens deed hij een uitval naar de deur, maar ze sprong voor
hem en zei: 'Wat ga je doen?'
'Ik... ik...'stotterde hij,'ging net...'
'Tegen je baas zeggen dat hij bezoek heeft? Nou, Peter, dat doe ik
wel voor je.' Toen zijn hand uitschoot om de deegrol te pakken, was
haar hand daar eerder en nadat ze hem gepakt had, duwde ze hem naar
achteren. Op het moment dat hij een waarschuwing wilde schreeuwen,
smoorde ze die door hem met haar vuist op zijn mond te slaan,
waarop hij automatisch reageerde, zoals hij jaren geleden had
gedaan, door haar tegen de schenen te schoppen. Ze vloekte en het
volgende moment worstelde ze met hem, en ze had hem zo krachtig
vast dat hij geen lucht kreeg om te kunnen schreeuwen, maar hij
herinnerde zich later dat hij nog een ultieme poging had gedaan om
de deegrol te pakken te krijgen, voordat die op zijn hoofd
neerkwam. Het was alsof zijn lichaam in duizenden stukjes
uiteenviel, die allemaal probeerden om het plafond te bereiken,
voordat ze bij elkaar kwamen en hem de duisternis in trokken. Hij
was zich er niet van bewust dat hij in elkaar was gezakt en als een
zoutzak op de grond lag, of dat ze nu over hem heen gebogen stond
en zich klaarmaakte om hem nogmaals te slaan. Ze stond even stil,
ademde zwaar en keek naar de deur die naar de woonkamer leidde. Ze
zag er verontrust uit omdat niemand nog was komen kijken. Langzaam
liep ze op de deur af. Terwijl ze rondkeek in de woonkamer liet ze
haar ogen rusten op de theetrolley die bij de bank stond. Elke
verdieping was bedekt met wit linnen. Hierna keek ze naar de deur
achter in de kamer en de slaapkamerdeur, waar stemmen vandaan
kwamen. Ze droeg een zware donkere overjas. Er zaten grote
vierkanten zakken op, en ze haalde uit een van de zakken een
pistool. Terwijl ze haar linkerarm langs haar zij hield, hield ze
het pistool rustig in haar hand. Haar vinger lag op de trekker en
ze sloop zachtjes naar de slaapkamerdeur. Ze stond stil in de
deuropening. David stond voor de spiegel van de kaptafel, licht
voorovergebogen. Zijn bovenlip was opgetrokken en hij drukte op een
van zijn boventanden. Hij maakte zich er al een paar dagen zorgen
over, maar de gedachte aan de tandarts had hem somber gestemd. Hij
bewoog zijn hoofd om de andere kant van zijn gezicht te bekijken
toen hij verstijfde en hij stamelde: 'O, mijn god! O, mijn god!'
Vervolgens draaide hij zich vliegensvlug om, drukte zijn achterwerk
dicht tegen de rand van de kaptafel en schreeuwde: 'Blijf waar je
bent, Hannah! Blijf waar je bent!' Hannah verscheen in de
deuropening van de badkamer en vroeg: 'Wat zei...?' Haar stem
stokte en ze stond als aan de grond genageld toen ze de vrouw zag
met het pistool in haar hand, die zich tot David richtte en zei:
'Ik heb je toch gewaarschuwd, David, wat ik zou doen als je zou
proberen om me te gronde te richten? De jongens hebben ervoor
gezorgd dat ik de scheidingspapieren heb getekend. Als ik dat niet
deed, dreigden ze me in de steek te laten. Dat hebben ze voor jou
gedaan. Maar nu zijn ze er niet, hè? Ze denken dat ik nog steeds
zit te luisteren naar het gekakel van tante Amelia Goodall. Ze
willen dat ik bij haar ga wonen. Ze is heel rijk, tante Amelia, en
ze staat bekend als excentriek en niet gek zoals mama, Eva en ik.
Maar het had met mij niet die kant op hoeven gaan. Ik was op de
goede weg. Als jij geduldig was geweest... Maar nee, je vond het
gênant om met me gezien te worden, hè, David? Hoewel ik toen
slechts te boek stond als je hysterische vrouw en niet als een of
andere gevaarlijke gek. Ik heb je pas mijn ware aard laten zien
toen je bij me weg wilde gaan, en wat heb ik toen tegen je gezegd?
Ik vraag het je nog één keer: kun je je het nog herinneren?' David
mompelde: 'Ga de badkamer in en doe de deur op slot. Schiet op.'
Toen Hannah hem wilde gehoorzamen, stak Carrie hier een stokje
voor. 'Als je ook maar een vinger verroert, schiet ik hem neer. Ik
wil dat dit nog even duurt. Ik heb genoegdoening nodig voor alles
wat ik meegemaakt heb. Niemand had medelijden met mij. Nee, het was
altijd maar: "Arme David, die arme David is met haar getrouwd." Dus
ik waarschuw je, blonde slet. Blijf waar je bent. Ik reken zo met
jóu af. O, ja, we hebben elkaar al eerder ontmoet. Je hebt je zeker
wel vermaakt toen je langsliep en net deed of je hem niet kende?'
Met iets wat op een sprong leek, kwam David naar voren om zich op
Hannah te werpen, maar terwijl hij dat deed, schreeuwde zijn vrouw
en vuurde ze. Er volgde een stilte terwijl Hannah zich in
doodsangst aan de deurpost vastklemde. Toen zat ze op haar knieën,
nam Da-vids bloedende lichaam in haar armen en schreeuwde huilend:
'Je hebt hem neergeschoten! Je hebt hem neergeschoten,
rotwijf.'
'Ja, ik heb hem neergeschoten en dat zal ik nog een keer doen.'
Terwijl Carrie haar pistool op David richtte, die op de grond lag,
sprong Hannah op vanuit haar hurkpositie en het leek wel of ze zich
tegen een betonnen muur wierp, en het volgende moment waren de twee
vrouwen wild aan het vechten. Toen het pistool voor de tweede keer
afging, werd duidelijk dat Hannah niet geraakt was, want ze bleef
naar het gezicht van de vrouw uithalen. Maar ze staakte haar
pogingen toen ze de opgeheven hand zag met het mes. Op het moment
dat de punt van het mes haar nek raakte, schreeuwde ze de longen
uit haar lijf. Ook zij gleed op de grond en de gestoorde vrouw
greep haar bij haar losse haren om haar over de vloer te sleuren.
Vervolgens pakte ze een kleinere pluk haar en begon die met het mes
bij de haarwortels af te snijden. Omdat ze dit wat te langzaam vond
gaan, stond ze op, stapte over Hannah heen en terwijl ze David
ontweek, bestudeerde ze de spullen op de glazen plaat boven de
kaptafel. Ze zocht naar een schaar, zag die niet en dacht even na.
Toen rende ze plotseling de kamer door. Op het moment dat Maggie
een kreet hoorde, rende ze naar beneden, doodsbang, en trof meneer
Peter op de vloer aan. Ze dacht dat hij dood was. Vervolgens hoorde
ze een vrouwenstem schreeuwen vanuit een andere kamer. Ze
verstijfde van angst, totdat het geluid van een pistoolschot ervoor
zorgde dat ze onder de tafel dook. Na ongeveer een minuut hoorde ze
iemand rennen en zag vanuit haar positie onder de tafel twee benen,
die in een wollen maillot waren gestoken, met onder een
openhangende jas bloedvlekken aan de zoom van een rok. Toen ze een
van de benen meneer Peter zag schoppen en de vrouw weer naar de
keuken rende, moest Maggie haar vingers in haar mond stoppen om te
voorkomen dat ze zou gillen. Op handen en voeten kroop ze naar
Peter toe en toen ze zag dat hij zijn hoofd optilde, jammerde ze:
'O, meneer Peter. Meneer Peter, u bent niet dood. Word wakker,
meneer Peter. Word wakker.' Misschien had de schop in zijn zij
Peter uit de duisternis gewekt. Hij herkende Maggie en hij kon
uitbrengen: 'Verstop je! Verstop je!' Maar ze bleef praten en zei
smekend: 'Sta op, meneer Peter, toe! Er is een slechte vrouw in
huis. Ze is daar.' Ze gebaarde naar de deur die openstond. Haar
lichaam begaf het bijna onder het gewicht van Peters hand op haar
schouder toen hij zichzelf op zijn knieën probeerde te werken.
Maggie was zelf opgestaan en hielp daarna Peter. Nu stond hij en
leunde met zijn rug tegen de tafel. Hij had het gevoel dat zijn
hoofd in tweeën was gespleten en dat hij op het punt stond om weer
flauw te vallen. Maar hij draaide zich om, keek naar de tafel en
zag daar de deegrol liggen. Hij zag direct dat het mes en de schaar
verdwenen waren. Langzaam strekte hij zich uit om de deegrol naar
zich toe te halen. Met zijn hand op Maggies schouders voor steun,
strompelde hij naar de keukendeur, door de zitkamer naar de
slaapkamerdeur. Toen Peter het prachtige blonde haar op de grond
zag liggen en het bloed nog steeds uit Hannahs nek zag stromen,
werd hij zo woedend dat hij zich op Carrie stortte. Het
verrassingselement van de aanval en zijn gewicht zorgden ervoor dat
ze op haar zij op de grond viel, en ze worstelden samen. Hij had de
deegrol laten vallen en die rolde bijna tot aan Maggies voeten, die
zich tegen de deurpost drukte en zo hard ze kon schreeuwde: 'Laat
hem met rust!' Toen de vrouw over Peter heen reikte in een poging
het mes te pakken te krijgen dat op de grond lag, kwam Maggie in
actie. Ze greep de deegrol, klemde hem in haar handen en haalde uit
naar het gezicht van de knielende vrouw. Ze hapte naar adem en
kreunde terwijl het bloed uit haar neus gutste en ze
achteroverviel. Daarna ging haar hand langzaam naar haar gezicht en
besefte Maggie dat ze binnen een paar seconden weer op de been zou
zijn en haar ook zou vermoorden. Ze greep de deegrol nogmaals
stevig vast en liet hem deze keer aan de zijkant van haar hoofd
neerkomen. Ze kon nu tevreden toekijken hoe de vrouw op de grond
viel. 'O, god! O, god! Mam! Mam!' Maggie schreeuwde. Toen ze op
Peter neerkeek die langzaam weer overeind kwam, riep ze: 'O, meneer
Peter! Meneer Peter! Sta op! Sta op! We moeten de politie bellen en
een ambulance. Sta op! Sta op! O, mama. Waar is mijn moeder?' Peter
zat nu op zijn knieën en staarde naar de vrouw die naast hem op de
grond lag. Het leek erop dat ze echt buiten westen was, maar dat
wist je bij haar nooit. Ze was niet menselijk. Ze was een demon.
Nog steeds op zijn knieën wierp hij een blik achterom en keek naar
David, zijn rug zat onder het bloed, en daarna naar Hannah, wier
haar overal aan vast leek te plakken. Daarna keek hij weer naar de
vrouw naast hem. Ze was niet dood, dat was een ding dat zeker was.
Opeens wees hij naar het raam en zei: 'Maggie, geef me het
gordijnkoord.' Ze draaide zich om en bracht het hem snel. Hij pakte
een van de armen van de vrouw en legde die op haar rug en tegen
Maggie zei hij: 'Til haar... haar arm op.' Toen ze dat gedaan had,
zuchtte hij diep en viel weer op zijn knieën. Hij liet zijn hoofd
hangen voordat hij zei: 'Maggie?'
'Ja? Ja, meneer Peter?'
'Kun... kun je een knoop maken?' Ze moest de handen van de vrouw
vastbinden, en ja, ze kon een knoop maken. Ze was heel goed in
dubbele platte knopen. En alsof ze iets walgelijks moest
vastpakken, wikkelde ze het koord om de met bloed besmeurde polsen.
Ze vond het best lastig om een knoop te leggen omdat er een kwastje
zat aan elk uiteinde van het koord, maar het lukte haar op de een
of andere manier toch. Ze keerde zich om en keek naar Peter. Hij
had zijn benen voor zich uitgestrekt en leunde met zijn rug tegen
het voeteneinde van het bed. Hij zei weer: 'Maggie?' Met trillende
stem antwoordde ze: 'Ja, meneer Peter?'
'Doe... doe het ook.' Hij wees nu naar de andere kant van het raam
waar nog een gordijnkoord hing. 'Doe... doe ook met haar enkels.'
Ze beefde toen ze het koord van de haak haalde, maar toch bond ze
de enkels van de vrouw vast. Toen ze hiermee klaar was, keek ze
weer naar Peter. Maar hij zat niet langer rechtop; hij was naar een
kant gegleden en het feit dat hij er net als de anderen dood
uitzag, zorgde ervoor dat ze hard gilde en opnieuw jammerde: 'O,
mam! O, mam!' Maar deze keer voegde ze er ook nog aan toe: 'O,
pap!' Was haar vader maar hier. Ze keek hulpeloos naar David en
Hannah. Hij zag er vreselijk uit; hij zat onder het bloed. Maar in
haar kinderlijke ogen was haar tante Hannah er nog erger aan toe.
Ze moest de politie bellen. Ze veegde haar handen aan de voorkant
van haar jurk af; ze waren kleverig van het bloed en de haren. Ze
stond naar de telefoon te kijken; het was heel stil in huis. Er was
niemand die haar kon zeggen wat ze moest doen. Maar ze wist wat ze
moest doen, toch? Ze was in zichzelf aan het praten. Ze moest het
alarmnummer bellen. Ze pakte de hoorn op en draaide het nummer.
Toen er werd opgenomen, gaf ze het adres op en zei snel: 'Stuur de
politie, een ambulance! Zo snel mogelijk! Ze zijn allemaal dood,
behalve meneer Peter. En van haar weet ik het niet. Ik heb haar met
de deegrol geslagen. Kunt u iemand sturen?'
'Er zal meteen gereageerd worden op dit telefoontje.' De verbinding
werd verbroken. Ze draaide zich om en slaakte toen een keiharde gil
omdat ze iemand uit de slaapkamer zag kruipen, maar toen ze besefte
dat het meneer Peter was, rende ze op hem af en zei: 'Aah! U liet
me schrikken. Kunt u niet opstaan?' Hij gaf geen antwoord maar ze
keek toe terwijl hij met zijn rug tegen de zijkant van Hannahs
bureautje ging zitten. 'Doe de voordeur open. Haal... haal de
ketting eraf en zet de voordeur open,' kon hij uitbrengen. 'Goed,
meneer Peter.' Ze deed de voordeur open en de koude lucht leek haar
wakker te schudden en verdreef het duizelige gevoel dat ze had
gehad. 'Ik moet mam bellen.' De stem aan de andere kant van de lijn
zei: 'Ja? Ja? Met wie spreek ik?' Maggie wist dat het haar moeder
was en zei: 'Luister, mam! Luister, neem pap mee. Er kwam een grote
vrouw en ze heeft tante Hannah en meneer David vermoord. En het
gaat slecht met meneer Peter.'
'Maggie! Maggie!' Ze rechtte haar rug toen ze de stem van haar
vader hoorde. 'Maggie, luister goed naar me. Ben je bij tante
Hannah?'
'Ja, pap. Ik ging naar haar toe om te zeggen dat het me speet, maar
die grote vrouw kwam en schoot ze neer.' Haar stem leek haar
lichaam verlaten te hebben, want het was net alsof die van heel ver
weg kwam. Ze hoorde zichzelf zeggen: 'Ik ben slecht, pap. Ik heb de
voordeur opengedaan. En ik heb haar met een deegrol geslagen.' Het
was een heel vreemd gevoel en de hoorn gleed uit haar hand en viel
op tafel. Daarna zag ze heel veel politieagenten en een van hen
sloeg zijn arm om haar heen. Het huis was vol mensen en iedereen
praatte door elkaar. Het enige wat haar troostte was dat ze naast
meneer Peter op de grond lag en dat hij haar hand
vasthield.