.14.
Mevrouw Drayton arriveerde rond een uur of drie 's middags in
een gehuurde auto en de chauffeur in uniform liep achter haar aan
het appartement in en droeg in zijn ene hand een enorme mand met
bloemen en in de andere een decoratieve fruitmand. Toen ze zich
over haar heen boog en haar op de wang kuste, kon Hannah alleen
maar uitbrengen: 'O, mevrouw Drayton. Ze zijn prachtig. Wat
ontzettend lief van u.' Peter zette een stoel dicht bij de kop van
de bank en mevrouw Drayton keerde zich naar hem om, nam hem
bedachtzaam op en zei: 'Dank je.' Hannah glimlachte en dacht bij
zichzelf: Peter wordt weggestreept als de uitverkorene omdat hij te
oud is. 'Hoe voel je je?'
'Al veel beter. Echt veel beter, dank u.'
'Je... je vriend vertelde me dat Humphrey geprobeerd heeft om je te
wurgen.'
'Ja, ik moet zeggen dat hij zijn uiterste best heeft gedaan. En het
was hem misschien wel gelukt als de taxichauffeur er niet was
geweest. Ik zal na deze ervaring altijd een zwak houden voor
taxichauffeurs.'
'Laat me eens kijken.' Mevrouw Drayton trok voorzichtig de
opstaande boord van Hannahs ochtendjas opzij en riep toen uit:
'Lieve hemel! Ik kan het niet geloven. Hij moet met zijn duimen op
je luchtpijp hebben gedrukt.'
'Ik weet niet meer zeker waar hij zijn duimen precies had, mevrouw
Drayton. Ik weet alleen nog dat het heel mistig werd in mijn hoofd
toen ik tegen de muur werd gedrukt.' Mevrouw Drayton leunde
achterover in haar stoel en schudde langzaam haar hoofd. 'Ik wil
dit niet geloven. Ik kon nog begrijpen dat hij schreeuwde en tierde
en ging dreigen toen zijn dubbelleven ontdekt werd, dat moet een
enorme schok voor hem geweest zijn, maar er is geen excuus mogelijk
voor het feit dat hij geweld heeft gebruikt tegenover jou. Wat gaan
we nu doen, liefje?'
'Tja.' Hannah wrong haar handen samen en liet ze vervolgens weer
naast elkaar boven de deken liggen. 'David heeft het uit handen
gegeven aan zijn advocaat; het aanvragen van mijn scheiding, bedoel
ik.' Mevrouw Drayton zei rustig: 'Aangezien we nu vrienden zijn,
mag ik vragen wat meneer Craventon van plan is aan zijn huwelijk te
doen?'
'Hij wil ook scheiden. Ze zijn al zo lang uit elkaar dat het in
zijn geval vrij eenvoudig zou moeten zijn.'
'Ja, dat denk ik ook en in jouw geval ook, want Humphrey heeft geen
poot om op te staan... Ah, wat heerlijk.' Mevrouw Drayton richtte
zich tot Peter die een trolley met een zilveren dienblad erop
binnenbracht met daarop een zilveren theeservies met twee sierlijke
beschilderde porseleinen kopjes, die allebei op een schoteltje met
een kanten onderzettertje stonden. Op de verdieping daaronder
stonden twee borden, een met heel dun gesneden plakjes rozijnencake
en de ander met een variëteit aan kleine cakejes. Mevrouw Drayton
maakte een opmerking over de theekopjes. 'Ik weet dat het getuigt
van slechte manieren om een opmerking te maken over het huis waar
je te gast bent, maar ik moet zeggen dat het heerlijk is, echt
fijn, om kopjes te zien die op kanten onderzettertjes staan. Dat
heb ik niet meer gezien sinds ik mijn ouderlijk huis verliet. Mijn
moeder dronk 's middags altijd om halfvier thee als er vrienden
uitgenodigd waren.' Glimlachend richtte ze zich weer tot Hannah en
zei: 'Ze droegen allemaal hoedjes, net als ik nog steeds doe. De
theesessies waren de ideale gelegenheden om roddels uit te wisselen
en wij mochten er als kind nooit bij zijn, en ik kan je wel
vertellen dat wij geen kanten onderzettertjes onder onze kopjes
kregen in de kinderkamer! We kregen niet eens kopjes, maar bekers.'
Peter glimlachte en zei: 'En dat was terecht, mevrouw. Dat was
terecht.'
'Wat bedoel je: dat was terecht? Vind je dat we terecht bekers
kregen?'
'Jazeker. Kinderen horen onbreekbare bekers te krijgen, omdat ze de
kop-en-schotels laten vallen.' Terwijl Peter wegliep, leunde
mevrouw Drayton naar Hannah toe en zei zachtjes: 'Volgens mij is
dat een heel aardige man.'
'Ja, dat is hij zeker, mevrouw Drayton. Een ontzettend aardige man.
David heeft geluk dat hij met hem bevriend is. Hij is eigenlijk
door de jaren heen meer een vaderfiguur voor hem geweest.' Mevrouw
Drayton had twee kopjes thee gedronken, een plakje rozijnencake en
een klein cakeje opgegeten. Daarna veegde ze haar mond af met een
chic servetje. Haar hele houding leek te zijn veranderd, en toen ze
een hele poos niet sprak, vroeg ze: 'Gaat het wel goed met u,
mevrouw Drayton?'
'Ja, liefje. Het gaat goed met me. Met uitzondering van die
momenten dat ik overstuur ben - en dat gebeurt doorgaans 's nachts
- kan ik zeggen dat het wel goed met me gaat. Vooral 's nachts mis
je je partner en haal je je rare dingen in je hoofd. Weet je, hij
is pas dinsdag begraven maar het lijkt wel of ik al jaren met dit
verdriet leef. Ik begrijp het niet. Slechts een week geleden leefde
hij nog en praatten we met elkaar. Hij was weliswaar ziek, maar hij
leefde, en nu heb ik het gevoel dat hij al een eeuwigheid dood is.
's Nachts vind ik... vind ik het moeilijk om zijn gezicht voor me
te halen. Dan moet ik zijn foto erbij pakken en daarnaar kijken.
Hij heeft voordat hij overleed tegen me gezegd dat we nooit
gescheiden zouden zijn, dat hij op me zou wachten en dat we ons
leven samen weer zouden oppakken. Hij wist niet waar dat zou zijn,
maar hij leek heel zeker van zijn zaak te zijn. Was ik daar ook
maar zo van overtuigd. Mijn vrienden, zowel de mensen die ik via
het werk ken als mijn persoonlijke vrienden, zeggen allemaal dat ik
me zo kranig hou, maar ze hebben er geen idee van, Hannah. Want ik
vraag je: wie weet wat er in iemand anders zijn hoofd omgaat? We
leven allemaal achter een facade, en in mijn geval denken mensen
dat die facade van staal is. Ik ben een zakenvrouw, zo sta ik
bekend, en zakenvrouwen denken niet zoals andere vrouwen. Ze hebben
niet dezelfde gevoelens want anders zouden ze de hele dag zitten
huilen. Ze hebben geen idee, Hannah, want dat is precies wat ik zou
willen doen: de hele dag huilen. Maar ik ben een zakenvrouw dus de
schertsvertoning moet doorgaan.' Hannah was niet in staat om iets
te zeggen. Ze kon alleen de hand vasthouden die naar haar was
uitgestrekt en over de lange blauwgeaderde vingers wrijven, en
terwijl ze dat deed ging mevrouw Drayton verder met praten. 'Ik
weet dat ik me vanavond in bed zal afvragen waarom ik mijn hart bij
jou heb uitgestort, mijn ware ik heb laten zien, en dat ik daar
geen antwoord op zal kunnen geven. Ik weet alleen dat jouw trouw
tegenover die verwerpelijke man me een kant van het menselijke
karakter heeft getoond waarvan ik dacht dat je die alleen tegenkwam
in romans. Weet je wat mijn man over jou heeft gezegd? Hij zei dat
je een soort eenvoud had die naïviteit oversteeg en neigde naar een
vorm van eerlijkheid die alleen geput kan worden uit wijsheid, of
die nou onbewust was of niet.' Hannah schudde haar hoofd en
glimlachte. 'Daar moet ik over nadenken, mevrouw Drayton, maar dat
woord "wijsheid", dat was veel te ruimhartig van hem. Zelfs
fantasierijk, want ik ken mezelf en ik weet dat alhoewel ik niet
dom ben, ik wel heel doorsnee ben. Ik zou heel graag willen dat ik
anders zou kunnen zijn, bijvoorbeeld zoals janie, mijn zus. Zij is
pas opgewekt. En een echte persoonlijkheid. Naast haar heb ik me
altijd maar een grijze muis gevoeld, maar toch wil ik u bedanken
dat u me hebt verteld wat meneer Drayton gezegd heeft. Ik vind het
heel jammer dat we elkaar niet eerder hebben leren kennen.'
'Ik ook, liefje. Dat is nog iets wat ik Humphrey nooit zal kunnen
vergeven. Maar goed...' Ze gaf een rukje met haar hoofd alsof ze
haar morbide gevoelens van zich af wilde schudden. 'En dan kom ik
nota bene een zieke bezoeken om haar op te vrolijken, en wat doe
ik? Ik stort mijn problemen over je uit.'
'Dat mag u zo vaak doen als nodig is, mevrouw Drayton. Dat weet u
toch wel, zo vaak als nodig is, maar,' - ze schudde met haar vinger
naar de oudere dame -'verwacht u alstublieft geen wijze oplossingen
voor uw problemen. Dan zou u beter naar een waarzegster kunnen
gaan.' Ze lachten allebei en toen mevrouw Drayton opstond, ging de
bel, waarna ze zich snel vooroverboog, Hannah op de wang kuste en
zei: 'Dat is vast ander bezoek. Tot ziens, liefje. Ik hou
contact.'
'Ja, doet u dat alstublieft.' Hannah legde haar hand op de tere
wang van de vrouw. Ze keken elkaar even aan, voordat mevrouw
Drayton haar tas pakte en zich omdraaide naar Peter, die net de
theetrolley opzij had geschoven en op weg was naar de deur. Op dat
moment werd er nogmaals aangebeld. Toen Peter de deur opendeed, zag
hij meneer Gillyman en zijn vrouw op de stoep staan, die Peter
begroette met: 'Mijn hemel, dat duurde lang!' waarop Peter
antwoordde: 'Het spijt me, meneer, maar mijn vleugels worden net
opgeladen in de werkplaats.'
'Let op je woorden, kerel!'
'Zwijg! Laten we naar binnen gaan.'
'Ach, neemt u me niet kwalijk.' Gilly's toon en manier van doen
veranderden toen hij het tegen mevrouw Drayton had. 'Goedemiddag.
Mevrouw Drayton, neem ik aan?'
'Ja, meneer Gillyman. Ik ben inderdaad mevrouw Drayton.' Ze
glimlachte vriendelijk naar hem. 'We hebben elkaar al eens ontmoet.
In Duitsland, in Frank-furt volgens mij, hè? Op een conferentie. En
dit is mijn vrouw. Natasha, dit is mevrouw Philippa Drayton.' De
twee vrouwen gaven elkaar glimlachend een hand. Gilly's stem
veranderde weer toen hij zei: 'Ik vond het heel naar om te horen
dat uw man is overleden. We kenden elkaar goed, hij en ik. We
ontmoetten elkaar ten minste één keer per jaar.'
'Ja, dat weet ik. Hij heeft het vaak over u gehad.' Ze glimlachte
en knikte om gedag te zeggen, voordat ze de deur uit liep die Peter
nog steeds openhield, en tegen hem zei ze zacht: 'Dank je voor de
heerlijke thee.' En nog zachter: 'Wil je alsjeblieft tegen meneer
Craventon zeggen dat ik ernaar uitkijk om hem te ontmoeten?' Peter
deed de deur pas dicht toen mevrouw Drayton in de huurauto was
gestapt. 'Ach, wat een prachtige bloemen! En kijk eens naar al dat
fruit!' Terwijl Natasha Hannah begroette, zei haar echtgenoot: 'Ja,
sommige mensen kunnen zich dat soort cadeaus veroorloven, maar wij
niet helaas.' Terwijl ze aan de andere kant van de bank ging
zitten, wisselde Natasha even glimlachend een blik met Hannah,
voordat ze zei: 'We praten even niet met elkaar. De man is
onmogelijk. Weet je waar hij me vanmorgen mee naartoe nam?' Hannah
schudde haar hoofd. 'De rivier.'
'Nee! Hij weet dat je niet van de rivier houdt, en hij neemt je
daar toch mee naartoe?'
'Ja, Hannah, hij weet dat ik een hekel heb aan de rivier, aan alle
rivieren, aan al het water, maar hij neemt me daar toch mee
naartoe. We reden op een gewoon zijweggetje toen hij stopte bij een
hoge muur. Bij een groene houten deur zei hij: "Stap maar uit. Ik
wil je iets laten zien. Doe je ogen dicht." Ja, dat zei hij: "Doe
je ogen dicht." Ik deed mijn ogen dicht en dacht dat hij me een
geheime tuin in zou leiden of zoiets, en na een stuk of twaalf
passen zei hij: "Moet je nou eens kijken!" Ik deed mijn ogen open
en voor me lag een felgroen grasveld dat afliep... naar beneden
liep, niet een mooi vlak croquetveld, nee, het liep af naar de
rivier. En er kwam heel rustig een stoomboot vol mensen
voorbijvaren! Weet je wat hij deed? Hij heeft me gemanipuleerd -
dat is het woord dat je in de rechtzaal zou gebruiken - en niet
zo'n beetje ook, en hij heeft me wat hij het huis noemt ingeloodst;
en het was niet meer dan een bungalow, een verwaarloosde
bungalow.'
'Je informante heeft het mis, Hannah. Er is een prachtige veranda
die langs vier kamers leidt op de eerste verdieping. De bungalow,
waar je informante het ten onrechte over heeft, is in werkelijkheid
een groot huis met vier ruime kamers, een grote keuken en een
bijgebouw voor het personeel. Het is een prachtig huis.'
'Ja,' merkte Natasha op, 'en met uitzicht op het water: kilometers
water, boten die op en neer varen, op en neer.'
'Denk je erover het te kopen?' vroeg Hannah aan Gilly, terwijl ze
probeerde om haar gezicht in de plooi te houden. 'Natuurlijk,
lieverd. Natuurlijk denk ik daarover. Goed, laat me het als volgt
uitleggen.' Zonder poespas schoof hij haar voeten een stukje opzij
en ging op de bank zitten, waarna hij door zijn vrouw werd berispt.
'Wat doe je in godsnaam?' riep ze tegen hem. 'Ze is bont en
blauw.'
'Haar voeten niet.'
'Maar goed, om je vraag zo goed mogelijk te beantwoorden, zal ik
het als volgt uitleggen. Stel dat je een prachtige outfit ziet
hangen in een etalage, zoiets als die mooie die je laatst aanhad...
O, ik kan daar maar beter mijn mond over houden. Zoals ik al zei:
stel je ziet deze outfit en, om het eenvoudig te houden, kostte die
aanvankelijk honderd pond maar omdat de winkel gaat sluiten, was
die afgeprijsd naar vijfenzeventig pond. Wat zou je doen?'
'Naar binnen gaan en vragen welke maat het was.' Terwijl zij en
Natasha allebei in lachen uitbarstten, draaide Gilly zijn hoofd weg
en zei: 'Dit is geen tijd voor grapjes. Huizen aan de rivier kosten
een vermogen.' Hierop boog Natasha zich weer naar Hannah toe en
zei: 'Het is hem namelijk voor een spotprijs aangeboden,
Hannah...'
'En je weet dat ik een koopje niet kan weerstaan! Het huis is van
Oscar Overton, een vriend van me, die naar Amerika is verhuisd. En
hij vroeg me of ik het wilde kopen voordat hij het op de markt
gooit. En zoals mijn ondankbare echtgenote weet, ben ik dol op
water en heb ik er altijd van gedroomd om aan de rivier te wonen,
jarenlang, maar om haar te plezieren heb ik me begraven tussen
bakstenen en cement in het centrum van de stad.' Natasha voegde
daar fluisterend aan toe: 'En tussen ten minste vijftigduizend
boeken.'
'Ah, daar is de thee,' zei Hannah. Terwijl Peter de trolley naar
hen toe rolde, keek Gilly ernaar en zei: 'Mijn hemel, dat ziet er
elegant uit.'Vervolgens keek hij op naar Peter en voegde eraan toe:
'Verwachtten jullie koninklijk bezoek?'
'Ja, meneer, eigenlijk wel.'
'Kijk eens aan!' Gilly keek opnieuw naar de trolley. 'Kekke
onderzettertjes onder de kopjes. Godsamme!' Daarna wierp hij weer
een blik op Peter en zei: 'Straks ga je nog sokjes om de tafelpoten
doen. Met een bloemenmotiefje.'
'Nee, dat valt wel mee, meneer. Mevrouw ziet gewoon graag dat de
thee 's middags op deze manier geserveerd wordt.' Terwijl hij met
een uitgestreken gezicht wegliep, bedekte Hannah haar gezicht met
haar hand om de blik van Gilly te vermijden, en daarna keek ze even
naar Natasha en zei: 'Ik vraag nooit om thee 's middags, niet op
deze manier tenminste. Een kopje op een dienblad vind ik normaal
gesproken prima, maar hij is zo attent, zo aardig.'
'Ja, dat is hij zeker.'
'Sommige mensen boffen maar.' Deze norse opmerking kwam van de
andere kant van de bank. 'Wie schenkt er dan nu de thee in?' Zonder
iets te zeggen, stond Natasha op, liep ze naar de trolley om dat te
regelen en meteen daarna schoof haar man op en ging op haar plaats
op de bank naast Hannah zitten, en zei rustig: 'Hoe voel je je,
Hannah?'
'Al veel beter, dank je, Gilly.'
'Gaat het goed met je rug?'
'O, ja, stukken beter.' Hij leunde dichter naar haar toe, pakte
haar hand en fluisterde: 'Als je weer op de been bent, kom ik je
ophalen en laat ik je het huis zien.' En ze fluisterde terug: 'Het
klinkt intrigerend. Ik wil het heel graag zien.'
'Hou je van de rivier?'
'Ja.' Ze keek even naar Natasha, maar die was met gebogen hoofd
druk bezig met de thee. 'David heeft me kortgeleden meegenomen op
een boottochtje over de rivier. Het is verbazingwekkend hoe anders
de stad er dan uitziet.' Gilly zei niet al te zachtjes: 'Denk je
dat je een goed woordje voor me zou kunnen doen?' Gilly keek even
naar zijn vrouw en Hannah antwoordde op dezelfde toon: 'Ik zal mijn
best doen. Ik kan je niets beloven, maar ik doe mijn best.'
'Dan heb ik in elk geval het gevoel dat er iemand aan mijn kant
staat. Die grote stijfkop op kantoor heeft alleen sympathie voor
mensen die hardnekkig vasthouden aan hun afkeer van water.' Een
paar minuten later, toen ze thee aan het drinken waren, keek Gilly
naar de twee overgebleven plakjes rozijnencake op het bord en zei:
'Als niemand die meer lust, dan eet ik ze wel op. Ik krijg dit
soort rozijnencake niet thuis.' Terwijl Natasha haar hoofd schudde,
pakte Hannah het andere bord op en zei: 'Kijk, er is nog maar één
cakeje over. Het zou zonde zijn om dat weer terug te sturen naar de
keuken.'
'Dat ben ik met je eens.' Gilly pakte het cakeje en legde het op de
rand van zijn bord. Hij boog zich toen naar voren en vroeg aan
haar: 'Hoor je dat?'
'Wat bedoel je?'
'Kun je de echo al horen van de berisping die ik straks ga krijgen
als we dit appartement eenmaal hebben verlaten?' Ze knikte naar hem
en zei: 'Ja, ik hoor het inderdaad.'
'En wat vind je ervan?'
'Ik denk dat je die verdient.' En ze namen elkaar zo nog een
kwartiertje in de maling totdat ook zij weer op het punt stonden om
op te stappen. Op dat moment stak Gilly zijn hand in zijn jaszak,
haalde er een smal doosje uit en gaf dat aan Hannah. 'Het is een
preverlo-vingscadeau.' Daarna richtte hij zich meteen tot zijn
vrouw en zei: 'Kom op, klop die kruimels van je af. Je bent altijd
een knoeier geweest met eten.' Als antwoord ademde Natasha
nadrukkelijk in en uit en zei tegen Hannah: 'Maak het maar open.'
Langzaam pakte Hannah het mooi ingepakte pakje uit en zag een
donkerblauw fluwelen doosje met een gouden embleem met handen op de
deksel. Toen ze het opendeed, bleef ze maar naar het gouden
polshorloge staren dat erin lag. Vervolgens keek ze van de een naar
de ander en vroeg: 'Waarom?'
'Dat heb ik je toch net verteld, meisie!' zei Gilly met luide stem.
'Het is een pre verlovingscadeau.'
'Maar... maar ik ben... we zijn niet, en dit is veel te...'
'Hoor eens.' Natasha boog zich over haar heen en zei zacht: 'Je
bent dan misschien nog niet verloofd, maar dat zal niet lang meer
duren. Jouw scheiding zal er snel doorheen zijn en die van David
ook als hij daar eenmaal achteraan gaat. Het enige probleem bij die
van hem is die manische vrouw van hem. Ze heeft zich ertegen verzet
dat ze uit elkaar gingen en ze zal zich ongetwijfeld ook tegen een
scheiding verzetten. Maar daar maken we ons wel druk om als dat
nodig is.'
'O, ik weet niet wat ik moet zeggen...' Hannahs stem brak en ze
klemde het kleine doosje tegen zich aan. 'Ik ben helemaal van mijn
stuk van jullie lieve gebaar.'
'Ik kan alleen maar zeggen dat het tijd werd dat je eens van je
stuk zou worden gebracht door iets leuks. Naar mijn mening is
eenzaamheid iets heel naars en die echtgenoot van je heeft je in
die positie gebracht. Hij was een bruut. Tot ziens, liefje. We
moeten echt naar huis, want die vent van jou zal zich inmiddels wel
de haren uit het hoofd rukken omdat hij terug naar jou wil. Die man
is uitzonderlijk dol op je, weet je dat?'
'Ja, Natasha, dat weet ik. Maar toch ben ik nog doller op hem.'
'Waar doen jullie zo geheimzinnig over? Kom mee, Tishy, we hebben
niet de hele dag de tijd.' Natasha wierp een blik op haar
echtgenoot, glimlachte grimmig en ging toen opzij zodat hij haar
plaats kon innemen. En toen hij op Hannah neerkeek en dat ene woord
zei: 'Nou?' antwoordde ze: 'Het is onzin om te zeggen dat ik er
geen woorden voor heb, maar dat is wel zo, Gilly. Ik ben
sprakeloos. Het is ontzettend lief van jullie.'
'Vind je hem mooi?'
'Hoe zou ik hem niet prachtig kunnen vinden?'
'Doe hem dan om.'
'O! O, ja.' Hannah haalde het horloge uit het doosje en Gilly hielp
haar hem om haar pols te doen, terwijl hij mompelde: 'Waarom maken
ze toch van die ingewikkelde sluitingen, een moet toch voldoende
zijn, in plaats van twee? Maar zo moet het goed zitten.'
'Het is prachtig. Ja, echt prachtig.'
'Zij heeft hem uitgezocht.' Gilly knikte naar zijn vrouw.'Ze heeft
voor sommige dingen een uitstekende smaak.'
'O, Natasha, ik had nooit kunnen bedenken dat ik ooit zoiets moois
zou hebben.'
'Waarom niet, met al dat geld dat je hebt geërfd?'
'O, ja,' - ze legde haar hoofd in haar nek en lachte-'ik... ik
vergeet dat steeds. Dat is nog iets wat ik niet kan bevatten.'
'Nou, ik ben van mening dat je het verdient.' Gilly knikte haar
toe. 'Wat vind jij ervan, lieverd?'
'Jazeker. Je hebt het absoluut verdiend, maar er is iets of liever
gezegd iemand die je nu liever dan al het geld ter wereld bij je
wilt hebben als ik het goed heb, dus we kunnen maar beter teruggaan
naar mijn mans rechterhand, linkerhand en geheugen.'
'Dat is weer een nieuwe.' Gilly knikte naar Natasha. 'Rechterhand,
linkerhand en geheugen. Nou vraag ik je! Ik ben benieuwd hoe je
daar nou weer bij komt.'
'Ja, lieverd. Kom mee, dan hebben we het er onderweg wel over.' Ze
bukten zich allebei om haar gedag te zeggen. Peter stond te wachten
om ze uit te laten en bij de deur volgde nog meer gekkigheid. Nadat
hij de deur achter hen dicht had gedaan, liep Peter naar de bank en
zei: 'Een fantastisch stel.'
'Ja, hè? En ik weet zeker dat hij uitkijkt naar hun geruzie,
Peter.'
'Dat denk ik ook. Hij had al helemaal bedacht wat hij zou gaan
zeggen.'
'Denk je?'
'O, ja. Toen we dit appartement aan het leeghalen waren, was het
een soort verbale bokswedstrijd tussen die twee.' Hannah ging weer
achterover zitten op de bank en zei: 'Het was een heerlijke middag.
En, Peter, moet je kijken.' Ze hield hem haar pols voor en hij
pakte haar hand, keek naar het horloge en zei na een tijdje: 'Mijn
hemel! Wat mooi. Dat is een Cartier-horloge, gezet met
diamanten.'
'Wat?'
'Ja, mevrouw. Cartier gebruikt nooit glas. En meneer Gillyman is er
de man niet naar om iemand die hij aardig vindt een goedkoop
cadeautje te geven. En afgezien van het feit dat hij u aardig vindt
om wie u bent, is hij u ook heel dankbaar omdat u meneer David
gelukkig maakt. Even tussen u en mij gezegd, mevrouw, het is de
laatste jaren heel moeilijk voor hem geweest en heel onaangenaam.
Het lijkt wel alsof we ons de hele tijd verstopten, verhuisden van
de ene plek naar de andere, en u weet wel waarom.'
'Ach, ja.' Ze knikte en glimlachte niet meer. "Van het weinige wat
ik over haar gehoord heb en van wat ik heb gezien, lijkt ze me een
vreselijke vrouw. Ze kan vast heel dominant zijn.'
'Dat kunt u wel zeggen, ja. Heel dominant. Zelfs haar twee broers -
en dat zijn geen watjes - hebben af en toe hulp nodig om haar in
toom te houden. Vaker wel dan niet eigenlijk. En weet u, sinds ze
hier is geweest, is hij onrustiger dan ooit en hij vraagt zich af
of we niet beter weer kunnen verhuizen.'
'Dat zou zonde zijn want hij heeft het hier zo gezellig gemaakt.'
Peter ging rechtop staan en keek de kamer rond. En alsof hij een
inschatting maakte, zei hij: 'Het zou haar ongeveer drie minuten
kosten om alles te vernielen: de slaapkamer, keuken en ook de
bovenverdieping. Als ze eenmaal op gang komt, is een wervelwind
niets vergeleken bij haar. Ze had al jaren geleden moeten worden
opgenomen. Dat vindt iedereen. Maar ze heeft haar broers en in een
psychiatrisch ziekenhuis zou ze niet van die goede oppassers hebben
als zij. Maar ik kan niet begrijpen, en dat heb ik nooit gekund,
waarom ze haar gedrag accepteren. Ze hebben hun moeder zonder slag
of stoot laten opnemen, en hun andere zus zat daar al lang voordat
zij er iets over te zeggen hadden.' Toen de telefoon ging,
glimlachte hij naar haar en zei: 'Daar gaan we weer.' Een paar
seconden later kwam hij terug naar de bank lopen en zei: 'Het is uw
zus. Ze lijkt nogal opgewonden. Blijkbaar heeft ze steeds het
verkeerde nummer gebeld.'
'O, ik sta wel op.'
'Nee, blijft u maar waar u bent, mevrouw. De draad is lang
genoeg.'
'Hallo! Ben jij het?' zei Janie. 'Ja, Janie. Ik ben het.'
'O, hemel, hoe gaat het met je? Ik ben me doodgeschrokken toen
David me belde. Ik heb geen seconde voor mezelf gehad met al
die kinderen... en hij vertelde me dat je vanmiddag bezoek kreeg.
Wat is er gebeurd? Kun je praten?' Hannah zuchtte. 'Nou,' zei ze.
'Dat zou kunnen als je me ertussen laat komen.' Ze vertelde
vervolgens wat er gebeurd was na de begrafenis en eindigde met haar
ontmoeting met Humphrey. 'Ik ging direct terug naar het huis om
mijn spullen op te halen, maar Humphrey kwam thuis en probeerde me
te vermoorden. Dat was hem nog gelukt ook als de taxichauffeur die
buiten stond te wachten niet had ingegrepen. Hij hoorde me
schreeuwen, kwam naar binnen rennen en het lukte hem net op tijd te
voorkomen dat Humphrey me wurgde. Daarna werd alles een beetje
mistig, en het volgende wat ik me kan herinneren, is dat ik hier in
bed lag.'
'Wacht maar tot Eddie dit hoort.'
'Janie, ik heb je al eerder gezegd dat als Eddie zelf een of andere
knokploeg gaat inschakelen ik me dan alleen maar ellendiger zou
voelen. Humphrey is al genoeg gestraft, en hij zal straks nog meer
gestraft worden omdat hij weet dat als zijn tante overlijdt, hij
geen cent zal krijgen.' Janie was even stil en zei toen: 'Ik wil je
heel graag op komen zoeken, maar ik heb dat zootje ongeregeld
hier.'
'Neem ze dan mee.'
'Allemaal?'
'Ja, allemaal, uiteraard allemaal.'
'Wanneer?'
'Welke dag jou het beste uitkomt. Ik doe het de komende paar dagen
een beetje rustig aan. Als ik probeer te lopen, kan ik mijn
schouders niet bewegen omdat ze zo'n pijn doen. Het maakt niet uit
op welke dag, als je van tevoren maar even belt.'
'Zaterdag?'
'Ja, zaterdag is prima.'
'Hoe laat zullen we dan komen?'
'Laten we zeggen: na tweeën. Kom maar thee drinken.'
'Het lijkt me heerlijk om je weer te zien, Hannah. Ik maak me
zorgen om je, weet je dat. Dat is dom van me, maar je kon vroeger
al niet voor jezelf zorgen.'
'Tot ziens, grote zus. Tot zaterdag.' Hannah ging achterover liggen
en haalde even diep adem. Ze had familie; ze had een minnaar, en
wat voor een minnaar; ze had Peter; ze had vrienden als meneer
Gillyman en Natasha; ze had een boek dat uitgegeven zou gaan
worden; en het vreemdste was nog wel dat ze een vriendin had die
mevrouw Drayton heette. Het was een bizarre wereld, maar een
prachtige wereld met zulke fijne mensen. Ze tilde haar pols op en
bewonderde haar nieuwe horloge. Peter had gezegd dat er diamanten
in gezet waren! Een diamanten horloge en vijftigduizend pond op de
bank en een leven met David dat nog voor haar lag. Ze zou de
gelukkigste vrouw ter wereld moeten zijn. En dat was ze ook; ze zou
niet langer naar dat stemmetje in haar achterhoofd luisteren dat
maar bleef zeggen dat ze nog steeds in de droom van Alice zat.
Iedereen was nu echt. De kinderen zaten op de stoelen. John met
gebogen hoofd. Claire staarde recht voor zich uit, net als Winn ie.
Alleen Mag-gie keek om zich heen. Janie zat vlak bij het uiteinde
van de bank. Ze was elegant gekleed in een blauw pakje en je zag
duidelijk dat ze die morgen naar de kapper was geweest, want de
dikke bruine golven waren keurig naar achteren gekamd en zaten
achter haar oren. Eddie zat een halve meter bij de bank vandaan en
Hannah glimlachte in zichzelf toen ze bedacht dat het duurste pak
ter wereld niets aan Eddies houding zou kunnen veranderen, noch aan
zijn stem, alhoewel hij vooralsnog niets ongepasts had gezegd. Ze
draaide zich om om weer naar haar drie nichtjes en haar neefje te
kijken. Ze wist niet hoe lang ze daar als standbeelden zouden
blijven zitten, maar ze was ervan overtuigd dat het niet al te lang
meer zou duren. Dat was te veel gevraagd, vooral voor Maggie, wat
bijna meteen daarna ook wel bleek toen David zich over de leuning
van de bank boog en zei: 'Jij ziet er vandaag heel elegant uit,
Maggie.' Toen Maggie haar benen over elkaar sloeg alsof ze zich
plotseling iets herinnerde, ze vervolgens weer naast elkaar zette
en haar hielen tegen elkaar drukte, zei David nadrukkelijk: 'Maar
ik meen het!' Haar heldere blik was op hem gericht en haar stem
klonk duidelijk en scherp:'Omdat ik er opgetut uitzie?' Hannah
realiseerde zich meteen dat Janie op het punt stond om haar dochter
een standje te geven, dus stak ze haar hand uit en klopte zachtjes
op de hand van haar zus. Vervolgens schudde ze haar hoofd, waarop
Janie diep ademhaalde en zich stilhield. 'Opgetut? Ik vind niet dat
je er opgetut uitziet.'
'U zei dat u mijn korte rokje mooi vond.'
'Ja, dat is zo, maar nu ben je op visite.'
'Wat heeft dat er nou mee te maken?' Voordat Hannah haar ogen
neersloeg, zag ze dat David hard met zijn hand over zijn kin wreef
en zei: 'Ik heb gehoord,' - hij slikte - 'dat dat soort minirokjes
alweer bijna uit de mode zijn.'
'Niet bij ons in de buurt, hoor. Peggy Stains...'
'We hoeven niet te horen wat Peggy Stains vindt, Maggie,' De stem
van haar moeder was zacht en scherp, en haar dochter antwoordde:
'Ik wilde alleen maar zeggen dat...'
'Ik weet wat je wilde zeggen, je hebt me vanmorgen al verteld wat
Peggy Stains zei. En als je dat herhaalt, dan weet je wat er
gebeurt.' Toen ze achter haar stoel gegrinnik hoorde, draaide
Mag-gie haar hoofd om en keek naar Peter. Hij boog zich over haar
heen en fluisterde: 'Opgehangen, gekielhaald en gevierendeeld?' En
ze schudde haar hoofd en zei: 'Nee, levend gevild.' In de kamer was
nu gesmoord gelach te horen, maar toen Maggie eraan toevoegde: 'En
daarvoor ben ik eerst dagen uitgehongerd.. . water en brood,'
barstte het gelach los. Peter had zijn stem weer in bedwang toen
hij de rij langs keek en vroeg: 'Wat willen jullie drinken? Jus
d'orange? Ananassap? En ik heb een idee: ik denk dat we met z'n
allen naar de keuken moeten gaan. Ik heb een heel speciale
chocoladetaart die nodig opgegeten moet worden, dus wat denken
jullie ervan?' Maggie stond als eerste op, reikte voor haar zusjes
langs en zette John op de grond. Daarna liep ze naar de keuken
alsof ze hier al jaren over de vloer kwam, met Claire en Winnie in
haar kielzog, die naast Peter liepen. David ging op de stoel van
Maggie zitten en lachte weer. Hij keek naar de bank waar Janie met
een vrij uitgestreken gezicht zat en zei: 'Dat is me er eentje,
Janie.'
'Ja, daar ben ik me meer dan bewust van. Ze wordt brutaal.'
'Jullie zijn allebei even erg,' zei Eddie. 'Ik heb je al eerder
gezegd dat het geen zin heeft om met haar in discussie te gaan, ze
wil kost wat kost het laatste woord hebben. En ze heeft je altijd
weer tuk, dat weet je.' Hannah keek van de een naar de ander. Ze
was net getuige geweest van een nieuwe kant van Eddie Harper. Ze
had verwacht dat hij zou uitvallen en tegen zijn dochter zou gaan
schreeuwen dat ze moest doen wat haar gezegd werd. Hij hoefde
meestal maar één woord te zeggen en Maggie gehoorzaamde hem.
Vreemd, maar ze leken ook erg op elkaar. Toen er hoog gelach
opklonk uit de keuken zei Janie: 'Dat is John.' Daarna vielen
andere hysterische stemmen hem bij en David sprong op uit zijn
stoel en zei: 'Ik mis hier iets, dit moet ik zien,' en hij rende
zo'n beetje naar de keuken, waarop Janie opmerkte: 'Nou, zeg!
Kerels blijven toch altijd jongens,' maar ze glimlachte erbij.
Bijna meteen daarna stond Eddie ook op. Hij liep naar Hannah toe en
zei zacht: 'Laat me je nek eens zien, meisie.'
'O.' Hannah legde haar hand in haar hals en zei: 'Er valt al niets
meer aan te zien.'
'Ik wil gewoon maar even kijken.' Ze knoopte langzaam haar nachtpon
open en hij reageerde heel vreemd op haar gekneusde huid want hij
zei: 'Dat heeft hij niet slecht gedaan. Hij heeft flinke
duimen.'
'Ach, Eddie, hou toch je mond!' Janie gaf hem een duw maar daar
trok hij zich niets van aan. Hij zei: 'Hoe is het met je
schouders?'
'Eddie,' - Hannah waarschuwde hem met haar vinger - 'ik ga je niet
mijn schouders laten zien. Daar moet je eerst een afspraak voor
maken en dat kost twee keer zoveel.'
'Ik heb genoeg gezien.' Hij keek somber toen hij weer ging zitten
en Hannah leunde over Janie heen naar hem toe en zei: 'Ach, Eddie,
toe. Vergeet het nou maar. Het is voorbij. Ga niet zelf iets
organiseren.'
'Dat zou ik nooit doen. Hoe zou ik dat kunnen? Humph is een flinke
kerel.' Hannah liet zich achterover zakken en keek smekend naar
Janie, maar die schudde haar hoofd alsof ze wilde zeggen: ik heb er
niets over te zeggen. Daarna veranderde Eddie van onderwerp door te
zeggen: 'Mooie flat is dit, deze kamer tenminste. Ik heb nog nooit
zoiets gezien. Ik zou het ontwerp wel willen gebruiken voor ons
nieuwe huis. Je weet toch dat we gaan verhuizen, hè?'
'Ja,' antwoordde Hannah lachend. 'Dat heb ik gehoord.'
'Wacht maar tot je het ziet. Het is een mooi huis met een grote
tuin.'
'En ook nog in een chique buurt,' voegde Janie eraan toe. Hannah
moest plotseling lachen en zei: 'Ik dacht dat jullie hier gekomen
waren om jullie medeleven te betuigen,' - ze perste haar lippen
even op elkaar - 'en om me te feliciteren met mijn verloving.'
'Nee!' Eddie nam nu een stoel die dichter bij die van Janie stond.
'Wanneer is dit gebeurd?'
'En hoe zit het dan met de scheiding?' vroeg Janie. 'Ik heb me
laten vertellen dat de scheiding slechts een formaliteit is:
Humphrey heeft al een vrouw en twee kinderen klaarstaan. En wat de
verloving betreft, hoe lang het duurt voordat we gaan trouwen, dat
hangt af van Davids scheiding. Die wordt wel wat lastiger. Wat ik
over zijn vrouw heb gehoord en wat ik van haar heb gezien, belooft
niet veel goeds. Ten eerste is ze fors gebouwd en zo sterk als een
paard. En ten tweede zijn er psychiatrische problemen aan haar
moeders kant die haar ook in de greep hebben. Zowel haar moeder als
haar zus zit in een gesloten inrichting.' Er kwamen wat hoge kreten
en gelach uit de keuken, daarna kwam Peter binnen met een afgeladen
theetrolley, waarna Janie net een verstikt: 'O! Kijk nou eens
even,' kon uitbrengen. 'Dat is toch niet te geloven.' Eddie zei
tegen Peter: 'Je moet weten, Peter, dat ze toen we van huis gingen
tegen me zei: "Je gaat niet overal opmerkingen over maken, hoor, en
zeggen waar je dingen voor de helft van de prijs kunt krijgen," en
wat doet zij?' Hij lachte en perste daarna even zijn lippen op
elkaar. 'Maar ze heeft gelijk. Het ziet er heerlijk uit.' Daarna
kon hij zich niet inhouden en voegde er nog aan toe: 'Net als wij
elke zondag hebben.' Hannah keek lachend naar Peter en zei: 'Dank
je, Peter.'
'En wat is dat allemaal voor lawaai in de keuken?' vroeg Ja-nie.
'O, uw dochter is een uitstekende imitator, mevrouw Harper. Ik ging
net de keuken uit toen zij voordeed hoe mensen een bord met pudding
kunnen opeten.' Eddie schudde zijn hoofd en lachte, maar Janie liet
haar hoofd zakken en sloeg haar hand voor haar ogen en mompelde:
'O, nee, dat niet! Dat niet!'
'En ik denk dat ik u moet waarschuwen, mevrouw Harper, dat u uw
dochter kwijt bent. En u, mevrouw, dat u uw toekomstige echtgenoot
kwijt bent.'
'Is dat zo?' zei Hannah. 'Maar hoe is dat mogelijk in zo'n korte
tijd?'
'Die dingen gebeuren nou eenmaal, mevrouw. Dat weet u toch
wel.'
'Ja, dat is waar.' Hannah keek hem lachend aan. 'Je hebt gelijk,
Peter. Dat is waar. Maar wat vindt de dame er zelf van?'
'Dat heeft ze nog niet gezegd, mevrouw, maar ik sta te popelen om
daar weer naar binnen te gaan en meer te horen.' Ze lachten
allemaal toen Peter zich de kamer uit haastte. Een uur later gaf
Maggie antwoord op al hun vragen en bracht iedereen daarbij nogal
in verlegenheid. Toen ze op het punt stonden om weg te gaan,
besteedde David extra aandacht aan Maggie en pakte haar hand,
schudde die en zei: 'Dank je, Maggie, voor een heerlijke middag. Ik
weet niet wat je zal worden als je groot bent, maar...' Hij werd in
de rede gevallen door Maggie, die hem aankeek en met twinkelende
ogen heel beslist zei: 'O, maar ik wel. O, ja, ik weet het al. Ik
ga gewoon met de verkeerde man aanpappen, net als tante Hannah,
totdat er iemand zoals jij langskomt, en dan pik ik hem meteen in.'
Haar vader tilde haar bijna een stukje van de grond toen hij haar
in de kraag greep en haar in de richting van de deur meesleurde,
waar Peter stond te wachten, met een blik die een mengeling van
verbazing en geamuseerdheid uitdrukte. Na deze gênante opmerking
was Janie even doodstil en staarde naar haar dochter. Maar toen
ging ze razendsnel terug naar de bank, pakte haar zusjes hand en
zei: 'Wat moet ik met haar beginnen? Het spijt me, Hannah. Ik
bedoel, ze heeft ons dat nooit... We hebben het daar nooit over
gehad waar zij bij was. Ik weet niet wat ik met haar aan moet.'
'Het is al goed. Het geeft niet.' Hannah glimlachte naar haar,
terwijl ze op hetzelfde moment dacht: dat meisje heeft een strenge
hand nodig. Maar ze stelde Janie gerust door te zeggen: 'Het leven
zou toch maar saai zijn zonder haar? Ga nu maar. Kom op. Het was
een heerlijke dag.'
'Ja, maar dat het zo moet eindigen! O, dat krijgt ze nog te horen,
hoor. Maar ik ben er ook blij om. Het werd wel eens tijd, want hij
heeft het steeds voor haar opgenomen, maar nu heeft hij haar zelf
eens in actie gezien.'
'Ga je nou nog of niet? Ze wachten op je.'
'Ze heeft alles verpest met die domme opmerking. Ze heeft je
overstuur gemaakt.'
'Doe niet zo raar. Ze heeft me helemaal niet overstuur gemaakt.
Hoor eens, ze heeft me zo overstuur gemaakt,' en Hannah stak haar
armen snel in de lucht, trok Janie naar zich toe en kuste haar
stevig. 'Geloof je me nu? Geef die maar aan Maggie omdat ze ons
zo'n leuke middag heeft bezorgd.' Janie zei niets meer. Ze keek
alleen naar Hannah en schudde even haar hoofd voordat ze wegliep.
Maar terwijl Hannah op David lag te wachten die ze ging uitzwaaien,
en tot Peter terugkwam, die op de ijzeren trap op hen stond neer te
kijken, herhaalde ze Maggies woorden in zichzelf: 'Dan pik ik hem
meteen in,' en vond ze ze opeens niet meer zo grappig.