.8.
Het was weer donderdag en ze zat op een stoel tegenover
meneer Gillyman, met grote ogen en haar mond open. Hij zei tegen
haar: 'Tweehonderd pond. Vind je dat niet redelijk?' Ze moest even
slikken voordat ze haar mond weer dichtdeed en ze knipperde met
haar ogen toen ze zei: 'Ik... Het spijt me, maar ik ben heel
verbaasd. Ik... ik had dit helemaal niet verwacht.'
'Wat had je dan wel verwacht?'
'Dat weet ik niet. Vijftig...' Meneer Gillyman keek met twinkelende
ogen naar David, die naast het bureau stond, en hij zei geamuseerd
tegen hem: 'Waarom heb je me niet even ingefluisterd dat ze daar
tevreden mee was geweest?'
'We... we hebben het er helemaal niet over gehad.'
'Je bent nooit erg goed geweest in zakendoen, hè?'
'Dat ligt eraan over wat voor zaken we het hebben.'
'Ach, hou toch op!' Gilly keek weer naar Hannah en zei: 'Goed, dan
wordt het tweehonderd, maar je krijgt het niet in één keer. Je
krijgt de helft op het moment dat je boek geaccepteerd is, dus dat
is nu, en de helft als het gepubliceerd wordt. Dit noemen we een
voorschot op de royalty's, en als we niet genoeg boeken verkopen om
de kosten te dekken, weet ik zeker dat ik wel een baantje voor je
heb in een van mijn opslagruimtes!'
'Dat zou mij ook niets verbazen.' Meneer Gillyman keek snel even
naar David en zei dwingend: 'Wat zei jij daar?'
'Nou, ik heb daar ook moeten werken, alleen kreeg ik geen
royalty's.' Hannah keek van de een naar de ander. Ze daagden elkaar
uit zoals alleen vrienden dat deden. Maar tweehonderd pond! Wat zou
Humphrey daarvan vinden? Tweehonderd pond voor haar 'kinderlijke
gedachten'. Moest ze het hem vertellen? Nee, dat zou ze niet doen.
Niet meteen tenminste, niet voordat ze nieuwe kleren voor zichzelf
had gekocht. Ze voelde zich de laatste tijd een beetje slonzig en
ze had zich er niet toe kunnen zetten om Humphrey om geld te
vragen. En wat David over haar uiterlijk had gezegd, was hard
aangekomen. Een stem in haar hoofd zei luid wat ze moest doen, maar
ze voelde ook iets van blijdschap. Alsof ze ineens een klein
duiveltje zag, dat haar een plaatje liet zien van een outfit die ze
die ochtend in een zijstraatje had gezien, toen ze op weg was naar
het metrostation. Ze was stil blijven staan om ernaar te kijken:
een prachtig mantelpak - lang, in metaalgrijs - dat was afgezet met
blauwgrijze biezen en een beeldschone zachte zijden blouse
completeerde het geheel. Het mantelpakje zag er zo elegant uit,
zo... compleet anders dan de kleding die zij zich kon veroorloven,
dat ze zichzelf ervan los moest scheuren. Maar nu was de outfit
weer in haar gedachten, en het duiveltje keek om het hoekje van het
plaatje en fluisterde: waarom niet? Je wist niet dat je tweehonderd
pond zou krijgen. Je zou zelfs al heel verbaasd zijn geweest als
hij je honderd pond had geboden. Het duiveltje en het plaatje
verdwenen door de stem van meneer Gillyman, die tegen David zei:
'Ga maar even naar boven om tegen mijn vrouw te zeggen dat ik samen
met jullie koffie kom drinken. Waarom zou jij tenslotte altijd
pauze mogen houden, terwijl ik hier beneden zit te werken?' Davids
wenkbrauwen gingen heel even omhoog, voordat hij geamuseerd zei:
'Ja, meneer.' Daarna klakte hij zijn hielen tegen elkaar, draaide
zich rechtsom en marcheerde de kamer uit. 'Uitslover.' Gilly keek
naar Hannah, en hij voegde eraan toe: 'Ik weet niet of je het
gemerkt hebt, maar dit was alleen maar een smoes om van hem af te
komen. Ik wilde je namelijk iets vragen.' Ze keek hem onderzoekend
aan en zag dat hij geen pretoogjes had, maar dat er een ernstige
uitdrukking op zijn gezicht lag. Daarom verdween langzaam haar
glimlach toen ze zachtjes vroeg: 'Wat dan?' Hij plaatste zijn
onderarmen op het bureau, terwijl hij naar haar toe leunde. 'Je
zult wel denken: waarom bemoeit hij zich niet met zijn eigen zaken?
Misschien zelfs wel: dit heeft niets met hem te maken. Maar het
heeft wel degelijks iets met mij en mijn vrouw te maken. We zijn
namelijk erg op David gesteld. We hebben onze zoon verloren, zoals
hij je misschien verteld heeft, en David heeft Rodneys plaats
ingenomen, al is hij natuurlijk al volwassen. Bovendien heeft hij
een heel naar huwelijk achter de rug, en sindsdien zijn zijn
relaties altijd maar van korte duur geweest. Meestal waren het
alleen theater- of eetafspraakjes. Maar nu heb ik van hem gehoord
dat hij heel erg op jou gesteld is geraakt. Zelfs al kennen jullie
elkaar nog maar kort. En u bent nog steeds getrouwd, mevrouw
Drayton, al hoor ik dat het geen gelukkig huwelijk is. Waar het om
gaat is het volgende: ik weet dat David deze situatie heel serieus
neemt en omdat ze uit elkaar zijn gegaan, heeft hij ook de vrijheid
om min of meer te doen waar hij zin in heeft. Wat ik je wil vragen,
en ik zou graag alleen "ja" of "nee" horen, is of deze relatie voor
jou iets triviaals is om je verveling te verdrijven, net als het
schrijven van je boek denk ik. Dus graag ja of nee als antwoord op
mijn eerste vraag.' Ze vroeg zich niet af of het haar irriteerde
dat ze op deze manier ondervraagd werd, maar ze realiseerde zich
wel dat ze er op een bepaalde manier door werd afgeschrikt. Zo erg
dat ze hem geen antwoord kon geven totdat hij botweg zei: 'Nou! Dat
moet je toch weten?'
'ja, ja, dat weet ik ook, en het antwoord is nee. Het is voor mij
zeker niet iets triviaals; verre van dat. Maar het probleem is mijn
echtgenoot. Hij heeft me geen kwaad gedaan, eigenlijk is hij altijd
op zijn eigen manier goed voor me geweest, maar afgezien daarvan is
ons huwelijk niet...' Ze slikte moeizaam en schudde langzaam haar
hoofd voordat ze hem weer aankeek.'.. . wat het zou moeten zijn.
Dat is het al heel lang niet meer, en dat komt met name omdat mijn
man zich heel verantwoordelijk voelt voor zijn oom en tante, die
beiden oud en ziekelijk zijn, en bij wie hij bijna al zijn
weekenden, eigenlijk elk weekend, doorbrengt. Ze... ze schijnen dat
van hem te verwachten. Ze zijn nooit erg gesteld geweest op mij.'
Er verscheen een licht ironische glimlach op haar gezicht toen ze
zei: 'Zijn tante heeft het niet zo op blondines. Ze vindt dat dat
frivole, gevaarlijke vrouwen zijn, die nooit met evenwichtige
mannen als haar neef zouden mogen trouwen.'
'O, lieve help!' Hij leunde achterover in zijn stoel en staarde
haar aan. 'Hoe lang moet je dit al verdragen?'
'Ach.' Ze keek even van links naar rechts alsof ze het aantal
weken, dagen en nachten dat ze het had moeten verdragen voor zich
zag en zei: 'Ruim twee jaar.'
'Ging het daarvoor wel goed?'
'Hij ging altijd al vaak bij zijn oom en tante op bezoek. In het
begin ging ik altijd met hem mee, maar net zoals zijn tante niet
van blondines houdt, hou ik niet van lange oudere vrouwen met een
smal gezicht en weinig haar.' Hij moest nu lachen en zei: 'Ik zie
haar levendig voor me.' Hij ging nu weer naar voren zitten en zei
zacht: 'Ik weet niet wat de toekomst voor jullie in petto heeft,
maar als je hem in de tussentijd gelukkig kunt maken en hij jou,
dan zullen wij daar blij om zijn. Vergeef me dat ik zo'n
bemoeizuchtige oude man ben. Maar hij betekent gewoon veel voor
ons... Goed!' Hij stond op en wapperde met zijn handen. 'Koffie!
Kom, we gaan naar boven.' Hij bood haar zijn arm aan en toen ze
haar arm erdoor haakte, leidde hij haar om het bureau heen. 'Hij
zal je waarschijnlijk vragen waar we het over gehad hebben. En als
hij dat zou horen, zou hij boos worden en tegen me zeggen dat ik me
met mijn eigen zaken moet bemoeien. Dus we hebben het over
kinderpoëzie gehad, goed?' Hij stond naast haar bij de rand van het
bureau en ze keek naar zijn lachende gezicht en zei: 'Ja,
natuurlijk. Daarom ben ik hier, om het over kinderpoëzie te
hebben.' Hij knikte haar toe en liep bijna dansend met haar door de
kamer, door de deur in de achterste muur en naar de trap, terwijl
hij ondertussen declameerde:
Ze liep glimlachend achter hem aan de trap op, en hij draaide
zich om en zei tegen haar: 'Jij dacht zeker dat je de enige was die
poëzie heeft geschreven voor kinderen? Ik heb dat geschreven toen
ik acht was. Ja ja.' Daarna liepen ze verder, hij herhaalde zijn
gedicht en danste erbij en ze probeerde met hem in de pas te lopen.
Onder- tussen vroeg ze zich net als in Alice in Wonderland af of ze
droomde, want ze stond hier te dansen met een kloon van de Gekke
Hoedenmaker. Leuk gek - lief gek - of begrijpelijk gek, sympathiek
gek, intelligent gek, maar bovenal kinderlijk gek. Ja, dat was de
beste gekte: kinderlijke gekte. De droom zou al snel van Alice in
Wonderland in Assepoester overgaan, met een prins die haar mee uit
lunchen nam, en nogmaals tegen haar zou zeggen dat ze het mooiste
was wat hem ooit was overkomen. Toen ze de kamer in kwamen dansen,
en ze lachend op de bank plofte en hij naast haar neerviel, keken
de twee mensen die bij de salontafel stonden alleen maar naar hen.
En Natasha Gillyman zei tegen David: 'Het is weer wittejassendag.
Ik denk dat jij maar even moet bellen.'
'Ja, je hebt gelijk.' David knikte naar hen en voegde eraan toe:
'En er is nu ook een vrouw besmet.' Hannah lag op haar rug op de
bank en terwijl haar lijf nog naschudde, hoorde ze naast zich een
stem zeggen: 'Ze heeft een enorm aanstekelijke lach.' Dat kon niet
de Gekke Hoedenmaker geweest zijn. Hij moest in het Witte Konijn
veranderd zijn. Toen er om haar heen gelachen werd, had ze het
gevoel dat ze in huilen zou uitbarsten en opeens werd het opvallend
stil in de kamer. Ze wist dat ze nog steeds droomde en hoopte dat
ze nooit meer wakker zou worden. Vooral nu de prins naast haar zat
en haar hoofd op zijn schouder legde. De Hartenkoningin liet haar
slokjes koffie nemen, voordat ze beiden de Gekke Hoedenmaker tot de
orde riepen. Die verdedigde zichzelf door te zeggen: 'Het is het
beste wat haar kon overkomen: ze is ontspannen.' Ze vond de Gekke
Hoedenmaker aardig; heel aardig.