33
De gezusters Florento waren inderdaad misdadigsters. Arto Söderstedt kon ze vrij snel in het persregister vinden. Vooral in de avondkranten was het verhaal gedurende enkele dagen rond midzomer breed uitgemeten. Langer dan dat duurde een nieuwtje meestal niet.
De gezusters waren prostituees in Atlanta, Georgia. Ze hadden deel uitgemaakt van een gigantische stal met collega’s onder een superpooier genaamd Big Ted Curtis, die zijn meiden vrij slecht behandelde; zelfs gemeten naar pooiermaatstaven. Onder lastige omstandigheden waren de gezusters erin geslaagd een internetverbinding tot stand te brengen, hadden ze zijn bankrekening weten binnen te dringen, hadden deze geplunderd en waren in rook opgegaan. Berooid had hij zelfmoord gepleegd en de hele stal prostituees was vrijgelaten.
Een paar weken geleden waren de gezusters Florento naar buiten getreden, zij het vanaf een onbekende plaats. Ze communiceerden met de pers via e-mail en vertelden hun verhaal. Maar ze waren nog steeds verdwenen.
Nu zat Söderstedt het verhaal te overdenken. Iedere seconde die hij niet aan Niklas Lindberg en Rajko Nedic besteedde, bezorgde hem een slecht geweten. Zij het steeds minder. Hij kon het niet loslaten.
Een stel, vermoedelijk geliefden, noemt elkaar Orpheus en Eurydice – de klassieke zanger en zijn geliefde, die hij met zijn muziek uit het dodenrijk omhoog had kunnen halen. Ze citeren twee misdadige zussen die ook uit het dodenrijk naar boven hebben weten te komen en die bovendien hun kwelgeest hebben laten afdalen en rijk zijn geworden, en ze delen elkaar hun betreffende positie op verschillende plaatsen in Zweden mee via de rubriek ‘Ik hou van je’ in de Via Via. Hier was iets gaande wat vermoedelijk niet helemaal binnen de marges van de wet viel.
Söderstedt zat met het omvangrijke onderzoeksmateriaal over de slachtpartij in Sickla in zijn ene hand en het magere afschrift van de Via Via in zijn andere. Het merkwaardige was niet alleen dat ze even zwaar wogen, maar ook dat ze naar elkaar toe trokken als magneten.
Twee posities. Orpheus in Arvika, Eurydice in Alingsås. Twee citaten, met aanhalingstekens en al: ‘“Geen misdrijf is erger dan bittere teleurstelling”, zeiden de gezusters Florento.’ ‘Maar de gezusters zijn in rook opgegaan.’ Toen kreeg hij een ingeving. Hij belde naar de Via Via en mocht met de webmaster spreken.
Ja, de krant had een back-up van alle advertenties van het laatste halfjaar.
Arto Söderstedt dacht even na. Toen vroeg hij of de webmaster de advertenties van de laatste maand onder de rubriek ‘Ik hou van je’ naar hem toe zou kunnen mailen. Dat kon. Het duurde nog geen uur.
Hij doorzocht het omvangrijke materiaal met de zoekfunctie van de computer. Terwijl de ene ‘Orpheus’ na de andere op het scherm verscheen, bedacht hij hoe drastisch deze zoekfunctie het politiewerk effectiever gemaakt had. Uiteindelijk zat hij met een stel gelijkvormige mededelingen voor zich. Ze zagen er altijd hetzelfde uit. Eerst de naam van de ontvanger, Orpheus of Eurydice. Vervolgens, tussen aanhalingstekens, een zinnetje met een min of meer duidelijk verband met de gezusters Florento; dan de positiebepaling uit De wegenatlas van Zweden, die inderdaad zonder uitzondering verwees naar een plaats; ten slotte de afzender, Orpheus of Eurydice. Altijd precies dezelfde vorm.
De eerste mededeling werd verstuurd op de dag voor midzomer, 25 juni. Söderstedt voelde hoe de twee stapels papieren nog dichter naar elkaar toe werden gezogen. In de nacht van 24 op 25 had de slachtpartij in Sickla plaatsgevonden.
Hij bekeek de eerste mededeling nauwkeuriger. Die kwam van Orpheus. De code van de wegenatlas zei: Orsa in Dalarna. En er was geen citaat, maar een verwijzing: ‘Expr., 24.06, p. 12 bov’. Het antwoord van Eurydice kwam nog geen twee uur later, samen met een code die naar Falkenberg aan de westkust verwees. Nu was er een citaat: ‘De gezusters waren alleen geestelijk zussen.’
‘Expr.’? En dan ‘p.12 bov’. Natuurlijk was dat een verwijzing naar de bovenkant van pagina twaalf in Expressen van de dag ervoor. Want op de dag voor midzomer verschenen er toch geen avondkranten? Misschien had Orpheus de avondkrant van de dag ervoor te pakken gekregen – en had hij daar…?
Söderstedt belde naar de bibliotheek van het hoofdbureau. Een vrouw nam op, en vijf minuten later kwam een meisje binnen met de Expressen van 24 juni. Het ging voornamelijk over de Kvarnen-moord, maar boven aan pagina 12 stond een artikel met als kop ‘De zussen die in rook opgingen’. Het was een vervolgartikel over de gezusters Florento. Een stukje verderop in het artikel stond: ‘De gezusters waren alleen geestelijk zussen.’ Nog iets verder naar beneden stond: ‘“Geen misdrijf is erger dan bittere teleurstelling”, zeiden de gezusters Florento.’ Het waren dus allemaal citaten uit dat artikel in Expressen.
En het artikel werd afgesloten met de woorden: ‘Maar de gezusters zijn in rook opgegaan.’
Hij nam de rest van de mededelingen in de rubriek ‘Ik hou van je’ door. Het waren allemaal citaten uit het artikel in Expressen.
Reconstructie, dacht Söderstedt en hij leunde achterover. Orpheus vindt het artikel over de gezusters Florento. In zijn eerste mededeling aan Eurydice verwijst hij daarnaar. Zij reageert na twee uur, wanneer ze vermoedelijk een wegens midzomer gesloten Falkenberg in gaat om Expressen van de dag ervoor te bemachtigen, en dan antwoordt ze met een citaat uit het artikel: ‘De gezusters waren alleen geestelijk zussen.’ Het stel heeft dus vooraf afgesproken elkaar Orpheus en Eurydice te noemen, degenen die uit het dodenrijk zijn opgestegen. Dan vinden ze een artikel over een paar zielsverwanten die hetzelfde hebben gedaan, en die er bovendien een enorme som geld aan hebben overgehouden. Ze identificeren zich met de zussen en sturen elke keer een citaat uit dat artikel mee. Ze verplaatsen zich door Zweden, elk aan een kant, en ze hebben op voorhand bepaald dat ze contact zullen houden via de onschuldigste, meest terzijde gelegde pagina van Via Via, de rubriek ‘Ik hou van je’. Dat veronderstelt toegang tot internet. Waar ze ook komen in Zweden, overal lijkt het stel onmiddellijk toegang te hebben tot internet. Hoe? En waarom internet? Waarom geen direct contact? Om het risico te vermijden dat ze worden opgespoord? Hmm.
De server, knikte Söderstedt. Je moet erachter kunnen komen vanwaar deze berichten naar de Via Via worden verzonden.
Opnieuw contact met de webmaster. Ja, Orpheus en Eurydice hadden dezelfde server. Een Spaanse, gratis server genaamd Virtud. Hij vond hem op het net. Na een flinke spraakverwarring en algemene weerstand accepteerde de Spaanse webmaster bij Virtud dat Arto Söderstedt een Zweedse politieman was en gaf hij hem, met grote tegenzin, de gegevens over Orpheus en Eurydice. Ze waren geregistreerd als Baruch Spinoza en Elton John. Daar had hij niet veel aan. Maar het belangrijke was dat er twee telefoonnummers waren.
Twee mobiele telefoonnummers.
Orpheus en Eurydice gingen dus het net op via hun mobiele telefoon.
Hij vroeg de nummers op bij Comviq. Beide nummers waren daar geregistreerd. Op hetzelfde adres. Een restaurant.
Restaurant Tartarus op Östermalm.
Nieuwe, steeds amechtiger contacten, nu met het octrooibureau. Wat was restaurant Tartarus voor iets?
Uiteindelijk kreeg Arto Söderstedt de naam van de eigenaar.
Restaurant Tartarus was eigendom van een man met de naam Rajko Nedic.
Arto Söderstedt voelde zich plotseling heel kalm.