27
Het was woensdagmorgen. Je zou het ook wat drastischer kunnen formuleren. Het was de laatste juniochtend van de eeuw.
Jan-Olov Hultin gaf de voorkeur aan de woensdagmorgen. Er was nauwelijks aanleiding om zijn mond open te doen. Het onderzoek liep opmerkelijk stroef. Hij voelde zich nog steeds niet in vorm.
Hultin zat bij de katheder te wachten. In de tussentijd nam hij de laatste papieren van Brynolf Svenhagens geëxalteerde technisch rechercheurs door. Meer over de wapens. Een lijst van Interpol met plaatsen waar die Russische pistolen Izh-70-300 waren aangetroffen; die was oneindig – onder andere in Bosnië, Kroatië, Servië en Montenegro.
Daarbij een lijst van plaatsen waar de machinepistolen uit Boden na de diefstal van een paar jaar geleden waren terechtgekomen. Diverse waren er inderdaad beland in rechts-extremistische kringen overal in Europa; twee waren er aangetroffen bij een fascistische groepering in Bulgarije, twee andere bij een Deense mc-bende. Het was niet ondenkbaar, zij het verre van bewezen, dat Sven Joakim Bergwall en Niklas Lindberg de inbraak in het wapendepot in Boden zelf hadden gepleegd. En dan die springstof. Nieuwe indicaties gaven aan dat de hoogst explosieve vloeistof door de Zuid-Afrikaanse veiligheidspolitie was ontwikkeld in het laatste jaar van de apartheid, blijkbaar in de hoop om het op een van de internationale massabijeenkomsten van het anc te kunnen gebruiken. Maar dat alles was nog niet bevestigd.
Hultin keek zuchtend op. Het was nog niet zover. Het A-team moest nog even wachten.
Hij had geprobeerd de zaak van bovenaf te overzien, samen te vatten en de lijnen te verbinden, maar dat was niet echt gelukt. Er ontbrak iets. Een Zweeds-Joegoslavisch narcoticakartel, een individuele Zweedse ‘politieman’, rechts-extremistische technodieven, een geavanceerde springstof uit Zuid-Afrika, dode oorlogsmisdadigers uit voormalig Joegoslavië. Het zaakje stonk, maar verder dan dat kon hij de analyse niet afronden. Maar ze konden wel speculeren. Rook dit misdrijf niet naar een vervolg? Waren ze wel een afgerond misdrijf aan het onderzoeken – of was het nog bezig? Wilden de fascistische berovers alleen die drugsdealer beroven? Was dat alles? Zou het geld, of wat het ook was, in de vermoedelijke aktetas niet gebruikt worden voor een specifiek doel? Maar nu bevond hij zich op steeds gladder ijs.
Hij ging verder met een samenvatting van de rijkspolitie over actuele misdrijven in het land. Feit was dat het bloedige voorjaar was overgegaan in een even bloedige zomer. Na de beschietingen in Malexander hadden meerdere aanslagen tegen politiemensen plaatsgevonden, recentelijk in Malmö, toen de politie na een aangifte van autodiefstal naar een verlaten auto gelokt was. Toen de politieman de auto openmaakte, explodeerde deze. De man raakte blind. Het was een rechtstreekse aanslag op de politie geweest. Dat was iets nieuws, bedacht Hultin. Waarom ging men in de aanval tegen de politie? Een nieuwe, onbegrijpelijke trend. Hij dacht even aan The World Police and Fire Games. Twaalfduizend deelnemende politiemensen uit alle delen van de wereld in een land waar men politiemensen terechtstelde en opblies…
En verder? Een Noor, met banden in de internationale dranken sigarettensmokkel, was onlangs vermoord aangetroffen in een bestelwagen ten zuiden van Stockholm. Een dievengilde teisterde momenteel de Zweedse westkust, van Ängelholm naar het noorden. Een onderzoeksjournalist die zich gespecialiseerd had in Zweeds nazisme, werd samen met zijn zoon in zijn auto in Nacka opgeblazen. Alles leek op de een of andere manier verband met elkaar te houden. Maar slechts vaag.
Hultin keek weer op. Nee. Nog niet.
Hij begon geïrriteerd te raken. De gebeurtenissen van de vorige dag bleven hangen. Mörners toespraak voor de politie-olympiërs, de daaropvolgende omhelzing; hij voelde de braakneigingen nog in zijn keel. En nu deze vergadering, die hij niet eens zelf had belegd – en dan had die vlegel nog het lef om zelf niet te komen opdagen. Alsof commissaris Jan-Olov Hultin niets beters te doen had.
Er was nog geen enkel antwoord van overheidsinstanties in voormalig Joegoslavië, behalve uit Slovenië, want dáár hadden 1A, 1B en 1C geen van allen sporen achtergelaten. Gezien de toestand in die landen zou uit Servië en Kosovo wel geen antwoord te verwachten zijn. En uit Bosnië of Macedonië vermoedelijk al evenmin, die hadden het druk genoeg met hun eigen besognes. Zijn hoop was nog steeds gevestigd op Kroatië.
Hij wilde de vergadering net afblazen, toen de hoofdpersoon kwam binnenzeilen met de lach van de overwinning van oor tot oor. Jorge Chavez liep rechtstreeks naar het whiteboard en bevestigde daar, dwars over alle andere foto’s heen, drie uitvergrotingen van zwart-witfoto’s. Er waren acht van die absurde lieveheersbeestjes nodig om ze allemaal vast te zetten.
Uiteindelijk zei Chavez wijzend: ‘Speciaal voor u, mijne dame en heren, wil ik een opmerkelijke doorbraak in het onderzoek presenteren. Drie foto’s van Tjärhovsgatan bij Björns trädgård woensdag 23 juni om 21.43 uur. Een week geleden. Een beeldserie zonder weerga voor wat betreft de schurkendichtheid.’
Hjelm en Holm keken elkaar aan.
‘De foto’s zijn dus genomen een minuut nadat de Kvarnen-moordenaar een bierpul tegen het hoofd van een arme Smålander sloeg in restaurant Kvarnen, waarvan we de ingang hier op foto 1 zien’, zei Chavez wijzend. ‘In het midden de Kvarnen-moordenaar zelf. Rechts tegen de gevel Bende 2 minus Eskil Carlstedt en Niklas Lindberg, die zich op dat moment in Kvarnen respectievelijk de gevangenis van Kumla bevonden. En helemaal links Bende 1, compleet met 1C hier in de deuropening. De chauffeur van de Mercedes.’
Het was doodstil in het Commandocentrum.
‘Foto 2’, vervolgde Chavez met dezelfde, wat irritante, triomfantelijke toonval. ‘Bende 1 is weg, de Kvarnen-moordenaar is weg. We zien Bende 2 hier echter des te beter. En hier hebben we naar alle waarschijnlijkheid, naast 2B, Sven Joakim Bergwall, onze drie onbekende berovers. De tweede dode van de slachtpartij in Sickla, Carlstedt, 2A, zit nog in Kvarnen om de confrontatie met de politie aan te gaan. Deze drie zouden dus in leven moeten zijn, eentje weliswaar gewond. Dit zijn dus drie van de vier nu gezochte Sickla-slachters. De foto is goed genoeg voor identificatie, en ik ben gisteren bezig geweest om onze drie heren te identificeren. Dat was niet eenvoudig, maar we hebben nu voldoende bewijs om de identiteit van de vier berovers vrij te geven, als we dat überhaupt zouden willen.’
Hij zweeg even en keek rond in de doodstille zaal. Hij had inderdaad ieders onverdeelde aandacht. Toen begon hij rode cirkels om de vier gezichten te tekenen, een voor een.
‘Dit is Sven Joakim Bergwall, degene die in zijn gezicht geschoten is. Dan komt deze man, een echte bajesklant genaamd Dan Andersson, oftewel Danne Bloedworst, vanwege de brandwonden die hij opliep in zijn tijd als jeugddelinquent en die een groot deel van zijn huid paars hebben gekleurd. Hoe die paarse kleur geïnterpreteerd kon worden als bloedworst is onbekend. Andersson is achtendertig jaar en veroordeeld voor in totaal, hou je vast, zesentachtig misdrijven gerekend vanaf zijn vijftiende, voornamelijk bankroven. Hij is in februari ontslagen uit Kumla en behoorde tot de zogenaamde nazistische kliek daar, hoewel het rechts-extremistische nooit zijn voornaamste bezigheid is geweest. Dan Andersson is gewoon een beroepscrimineel. Déze figuur heet Roger Sjöqvist, de enige in de groep die veroordeeld is wegens moord. Drieëndertig jaar, een bodybuilder met een militaire achtergrond. Heeft tien jaar geleden een drugsdealer vermoord, is een jaar geleden tijdens een verlof van Tidaholm ontsnapt en houdt zich sindsdien schuil. Hij figureert wat meer in rechts-extremistische kringen en is hoogstwaarschijnlijk ook betrokken geweest bij een groot aantal bankroven. Hij wordt gezocht. Ten slotte déze, de kleinste van de goedgebouwde heren, de technicus van het geheel. Agne Kullberg, de Kogel genaamd, omdat zo’n bink onmogelijk Agne kan heten. Heeft maar één keer in de gevangenis gezeten, wegens mishandeling, is zes jaar geleden vrijgelaten. Hij had een Turkse pizzabakker in Hagsätra ervanlangs gegeven; de man is blind geworden. Kullberg is zesendertig jaar en heeft in de gevangenis van Hall een opleiding gevolgd tot ingenieur, richting telecommunicatie. Hij heeft echter nooit een baan gehad als ingenieur. Komt niet direct in rechts-extremistisch verband voor, maar is lid van een lichtschuwe schietvereniging waarvan ook twee van onze onbekendere collega’s bij de politie van Norrmalm lid zijn, evenals Bergwall.’
‘Waar komen die foto’s in godsnaam vandaan?’ riep Hultin uit terwijl hij naar de uitvergrotingen staarde.
‘Kunnen we daar even mee wachten?’ vroeg Chavez en hij vervolgde: ‘We hebben namelijk foto 3 nog. Hier is ook Bende 2 verdwenen. Dat moet zijn geweest toen de portiers erin geslaagd waren de deur van Kvarnen te blokkeren. De Hammarby-fans staan nog wat te kletsen; ze weten dat het een paar minuten duurt voordat de politie arriveert, er is geen haast. De rij, die volgens de gegevens bestond uit “lastige immigranten”, bestaat zoals jullie zien niet. Alleen Hammarby-supporters. Behalve déze man, die helaas bijna helemaal verscholen staat achter de fans, en die met grote waarschijnlijkheid de zogenaamde “politieman” is.’
Ze bekeken de figuur. Hij was vrijwel niet te zien. Alleen zijn contour uiterst links. Wellicht was hij donkerharig. Wellicht droeg hij een spijkerbroek. Het duidelijkst zichtbaar was zijn rechterschoen. Een Nike Air sportschoen.
‘We moeten afwachten wat de technische recherche met die foto kan doen,’ zei Chavez, ‘ze zijn al druk bezig.’
‘Waar komen die foto’s vandaan?’ vroeg Hultin en hij mobiliseerde zijn meest ijskoude neutraliteit.
Chavez keek hem aan. Er ontstond een pauze. Die leek oneindig te zijn. Een krachtmeting. Hjelm vermoedde zelfs de contouren van een toekomstige machtsstrijd.
‘Ze zijn genomen vanaf een hooggelegen plaats in de buurt’, zei Chavez, waarmee hij eigenlijk niets zei.
‘De halve erectie van Haglund’, riep Södermalm-veteraan Söderstedt uit.
Chavez zweeg.
‘Waar komen die foto’s vandaan?’ herhaalde Hultin met onveranderde vrieskou.
Chavez brak los uit de clinch, leunde tegen het touw en blies uit.
‘Dat kan ik momenteel niet zeggen’, was het enige wat hij zei.
‘Mijn kamer’, zei Hultin.
Chavez zat even te knikken. Toen zei hij: ‘Mag ik het eerst even samenvatten?’
Hultin liet het hem eerst even samenvatten.
‘Tijden’, zei Chavez en hij begon een soort stroomschema op het whiteboard te tekenen à la Hultin. ‘Waar begint dit verhaal? Wat komt er eerst? De “politieman” bereidt een aanval voor op Rajko Nedic. Waarom? Heeft hij iets te verkopen? Is het afpersing? Is het het begin van een toekomstige samenwerking? Hoe dan ook, hij neemt contact op met Nedic, en Nedic gaat akkoord met het leveren van datgene wat later in die fameuze aktetas moet zitten. Er pleit steeds meer voor dat het geld is. Op de een of andere manier krijgt iemand uit wat later Bende 2 wordt er lucht van dat er een levering zal plaatsvinden. Rekening houdend met het feit dat Niklas Lindberg de drijvende kracht lijkt, kun je je voorstellen dat hij, of tenminste de zogenaamde “nazistische kliek’ bij Kumla, achter het bestaan van die levering komt. Dat loopt met alle waarschijnlijkheid via Rajko Nedic’ rechterhand Lordan Vukotic. Van deze bende maken Sven Joakim Bergwall en Dan Andersson deel uit. Andersson komt in februari vrij, dus hij is waarschijnlijk al buiten wanneer de informatie de “kliek” bereikt. Over zijn dan nog Bergwall, die in mei vrijkomt, en Lindberg, die op de ochtend van 24 juni vrijkomt. Mogelijk hebben ze wat opgevangen van een gesprek dat Vukotic heeft gevoerd met iemand in de bajes. Ze zien in dat het om iets groots gaat, vermoedelijk om gewoon véél géld, en wachten hun tijd af, vormen een bende bestaande uit bajesvriend Dan Andersson en Bergwalls ingenieursvriendje uit de schietclub, Agne “de Kogel” Kullberg, en een paar rechts-extremistische compagnons: de tot dan toe ongestrafte Eskil Carlstedt en de moordenaar Roger Sjöqvist. Ze komen er op een gegeven moment achter dat er een ontmoeting zal plaatsvinden bij Kvarnen. Het blijkt dat deze plaatsheeft precies op de avond voordat Niklas Lindberg wordt vrijgelaten. Lindberg vindt dat een opmerkelijke overeenkomst. Zelf rukt hij dezelfde avond bij Lordan Vukotic de schouders uit de kom, om hem informatie te ontfutselen, of gewoon voor de lol. Dat Vukotic zwijgt over de mishandeling duidt erop dat het niet alleen een kwestie is van een beetje lol maken. Lindberg slaagt er ook in om een grote hoeveelheid informatie van hem los te peuteren, vermoedelijk de provisorische ontmoetingsplaats voor het overhandigen van het geld; de precieze details worden immers tussen de “politieman” en de mannen van Nedic, Bende 1, afgesproken bij Kvarnen. De “politieman” heeft een openbare ruimte als Kvarnen gekozen omdat hij bang is voor de mannen van Rajko Nedic; hij weet blijkbaar waartoe ze in staat zijn na een aantal bloedige volkerenmoorden in het voormalige Joegoslavië. Misschien wordt er ook een soort veiligheidssysteem ontwikkeld, zodat zowel de “politieman” als Bende 1 weet dat ze levend van de ontmoetingsplaats zullen terugkeren. Misschien dat het Engelse gesprek vooral daarover gaat. Ter plaatse zijn in elk geval vijf mannen, geleid door Sven Joakim Bergwall. Eveneens aanwezig zijn Eskil Carlstedt, Dan Andersson, Roger Sjöqvist en Agne Kullberg, de laatste met het oortelefoontje in zijn oor. Hij is erin geslaagd een microscopisch afluisterapparaatje onder de tafel te plaatsen waaraan de “politieman” en Bende 1 zitten te onderhandelen. Wanneer de Hammarby-fans beginnen binnen te stromen, zijn de onderhandelingen bijna afgerond. Hoewel het rommelig begint te worden, werken ze verder aan een oplossing. Ook Bende 2 blijft zitten luisteren aan het tafeltje tegen de andere muur, hoewel ze voortdurend worden gestoord door Hammarby-aanhangers. Ze hebben blijkbaar een compromis bereikt – de volgende nacht om twee uur op het industrieterrein van Sickla – als een van de Hammarby-fans het nodig vindt om een bierpul tegen het hoofd van iemand uit Småland kapot te slaan. Zowel Bende 1 als Bende 2 ziet in dat ze zo snel mogelijk weg moeten. Maar ze slagen er ook allebei in om de situatie snel te overzien. Alle cafébezoekers worden abrupt tot getuige gebombardeerd. Geen van de bendes kan nog langer onopgemerkt blijven. Beide zien in dat hun bestaan bekend zal worden. De politie zal minutieus de stand van zaken bij Kvarnen op juist dat tijdstip doorlichten. De “politieman” zorgt ervoor dat de Joego’s vóór hem vertrekken, zodat ze niet met elkaar in verband worden gebracht; hij blijft een paar seconden te lang hangen en moet zijn politielegitimatie laten zien om eruit te komen. Bergwall, kunnen we aannemen, zorgt ervoor dat de enige met een blanco strafblad, Carlstedt, daar blijft voor de politie en van het opmerkelijke stel met de oortelefoon een stel verkoopcollega’s weet te maken die een avond de bloemetjes buiten zetten. Dat lukt. Ze besteden de nacht aan het opzetten van een plan. Carlstedt blijft in de stad en vertelt de volgende dag een fraai verhaal aan de politie. Bergwall, Andersson, Sjöqvist en Kullberg reizen af naar Kumla om Lindberg op te halen. Misschien verwachten ze niet helemaal dat hij de bunker zal opblazen als ze daar volkomen open en bloot staan, maar hij doet het vast ook om te laten zien wie de baas is. Dat haantjesgedrag is zoals bekend altijd belangrijk in de criminele wereld. Dan halen ze Carlstedt; misschien staan ze wel met hun bestelwagen voor het politiebureau te wachten tot Paul en Kerstin klaar zijn met hun verhoor. Misschien smeren de zes zich meteen naar hun schuilplaats en nemen ze het plan van die nacht door. Even voor tweeën komen ze aan in Sickla, ze plaatsen een microbom op de weg en wachten af. Om twee uur komt de Mercedes aanrijden. De “politieman” staat ergens in de buurt te wachten. Vermoedelijk hoort hij de klap. Hij ziet in dat er iets misgaat. Hij vertrekt. Lindberg, Bergwall, Carlstedt, Andersson, Sjöqvist en Kullberg begeven zich naar de ontplofte auto. Net als in de cel van Vukotic in Kumla is het een uiterst nauwkeurig aangelegde springlading. Hij komt precies onder de achterbank van de auto tot ontploffing. Er waren drie mannen bij Kvarnen, plus de “politieman”, dus vermoedelijk zijn dat ook de drie die komen. Een van hen zit op de achterbank. Het is waarschijnlijk dat dat degene met de aktetas is, en omdat daar geld in zit, is het waarschijnlijk dat die tas explosiebestendig is. Dat is ook zo. De man op de achterbank, 1A, wordt opgeblazen. De twee overlevenden worden gesommeerd de auto uit te komen en moeten elk aan een kant van de auto gaan staan, 1B aan de passagierskant, de chauffeur, 1C, aan de bestuurderskant. Ze worden gefouilleerd. Bergwall loopt om de auto heen en staat aan de andere kant. Carlstedt pakt de aktetas van de achterbank, knipt de ketting door met een betonschaar, die overigens teruggevonden is. Daarna is het warrig. Er gebeurt iets waardoor de concentratie verslapt. De op wapens gefixeerde oorlogsmisdadigers, 1B en 1C, hebben, zoals de technische recherche geconstateerd heeft, iets in de onderkant van de mouw van hun colbert waar ze hun Izh-70-300-pistolen kunnen verstoppen en waaruit ze die vliegensvlug tevoorschijn kunnen halen. Robert de Niro in Taxi Driver. Er ontstaat een vuurgevecht. Scherpschutter 1B schiet Bergwall, achterwaarts, in zijn oog. Carlstedt, die zijn wapen niet kan pakken vanwege die aktetas, kiest ervoor weg te rennen. 1C schiet hem in zijn rug. Carlstedt wordt recht in zijn hart getroffen en sterft in dezelfde seconde dat hij bescherming heeft gevonden. Vermoedelijk heeft 1C dan al een aantal schoten in zijn lijf. Hij gaat in elk geval door met schieten, maar valt vervolgens dood neer met vijf kogels in zijn lijf. 1B ligt ook op straat, met zes gaten in zijn lichaam. Misschien dood, vermoedelijk nog steeds in leven, omdat Niklas Lindberg, of eventueel Sjöqvist of Kullberg, naar hem toe loopt en achttien schoten op hem lost. Een man met Reebok-schoenen maat 40 pakt de aktetas, die onder het bloed van Carlstedt blijkt te zitten. Kullberg, de kleinste van hen, heeft schoenmaat 40. Degene die gewond is geraakt, is Dan Andersson, Danne Bloedworst, bloedgroep ab-negatief. De hoeveelheid bloed duidt op een zeer ernstige verwonding, maar hij ligt niet ergens in een ziekenhuis, dus als de groep niet verdeeld is geraakt, maar verdere plannen heeft, is Andersson er nog steeds bij. Als ze hem nog niet grofweg om zeep geholpen hebben. Misschien begint hij ze tot last te worden. De volgende Sickla-slachters verkeren dus nog in goede gezondheid: Roger “Rogge” Sjöqvist, Agne “de Kogel” Kullberg. En uiteraard Niklas Lindberg. En hoe gaat het op het andere front? Er zijn twee andere fronten: de “politieman” en Rajko Nedic. Onderneemt de “politieman” stappen? Vermoedelijk niet. Hij wacht totdat Nedic het geld heeft teruggepakt óf hij eist nieuwe, verse bankbiljetten. Het is immers niet zijn schuld dat Nedic slordig is. Nedic is niet slordig. Hij haat de gedachte slordig te zijn. Hij regelt zijn illegale zaakjes met de precisie van een uurwerk. Hij staat aan het hoofd van een omvangrijke drugsbende en geniet er tevens van dat hij in alle openheid kan opereren als hardwerkende, legitieme kroegbaas. Er kan niet zo veel misgegaan zijn in zijn leven. Vermoedelijk kookt hij nu van woede. Maar de situatie is niet langer hetzelfde, niet voor Nedic en niet voor de “politieman”. De “politieman” is in een nachtmerrie verzeild geraakt; het kan nauwelijks zijn bedoeling zijn geweest dat vijf mannen voor zijn geld zouden sterven en hij zal het evenmin kunnen waarderen dat een uitgebreid politieonderzoek zich nu op zijn transactietje gaat richten. Er kan niets meer in het geniep plaatsvinden. Nedic weet ook dat we hem op het spoor zijn. Hij weet dat wij meer weten dan de media doen vermoeden. Hij moet een oplossing verzinnen waardoor hij het geld terugkrijgt, de bandieten kan straffen én de “politieman” blij maakt. Het kan zijn dat hij de “politieman” uitschakelt. En de “politieman” moet inzien dat dat risico toegenomen is. Ik hoop dat hij een goede levensverzekering heeft. Vermoedelijk heeft hij die wel. Wat er nu zou moeten gebeuren, is dus: Bende 2 blijft uit de buurt van Rajko Nedic, Nedic jaagt als een bezetene op Bende 2, de “politieman” is nerveus, maar passief. End of story.’
De kamer van Hultin. Een vernederde bovenbouwleerling die voor de rector staat. Maar toch ook weer niet. Ook geen opstandige of carrièregeile collega. Nop. Een trotse man. Een trotse man die in zijn recht staat – wat helemaal zijn recht niet is – ten aanzien van zijn superieur.
De superieur voelde zich moe.
Jorge Chavez was Jan-Olov Hultins beste vondst. Het was zijn eigen, persoonlijke vondst. De rest van het A-team was samengesteld door middel van overleg en tips van verschillende politiedistricten, maar Chavez had hij zelf gevonden. In zijn kwaliteit van de enige nikkersmeris van Norrland, zoals Chavez zichzelf betitelde, in een nachtmerriebaan in Sundsvall. En hij was een voltreffer gebleken. De energiekste politieman die Hultin in zijn hele leven ontmoet had. En dan nu deze – hoe heette dat ook alweer? – insubordinatie. Deze directe weigering bevelen op te volgen. Een fantastische vondst, die foto’s, maar dan die onbegrijpelijke weigering om hun bron te onthullen.
Hij keek naar Chavez. Wachtte af. Wachtte nog langer. Uiteindelijk zei Chavez: ‘Het is wat gecompliceerd.’
Verder niets. Hultin wachtte verder af. Toen ging Chavez op dezelfde toon door: ‘Het is een moreel conflict. Een ethisch dilemma. De foto’s hebben ons geholpen met de identiteiten. We hebben ze niet meer nodig. Het is passé.’
‘Niet helemaal’, zei Hultin. ‘We moeten de media in met de foto van de Kvarnen-moordenaar.’
‘Maar dat kunnen we zonder bronvermelding doen.’
Toen haast smekend: ‘Op het moment dat ik het tegen jou zeg, Jan-Olov, zeg ik het ook tegen Mörner en tegen het hoofd van de rijkspolitie en tegen het hele korps.’
‘Niet noodzakelijkerwijs’, zei Jan-Olov Hultin neutraal.
‘Jawel’, zei Chavez en hij keek hem in de ogen. ‘Na de Kentucky-moordenaar heb je geen goodwill meer om Mörner iets te onthouden. Je hebt een tweede kans gekregen en bent niet van plan die te verspelen.’
Hultin ontmoette zijn blik zonder aarzelen.
‘Dáár maak je een denkfout, Jorge. Het is juist zo dat ik niets te verliezen heb. Helemaal niets.’
Chavez moest flink slikken en kwam toen tot een besluit. Hij zei: ‘Ze zijn genomen door een pedofiel in de Zuider Toren. “De halve erectie van Haglund”, zoals Arto het noemt. Die man is opgepakt door Sara Svenhagen, als je die kent.’
‘Natuurlijk’, zei Hultin. ‘Ik ken haar al vanaf dat ze een kind was. De dochter van Brynolf. Een zeer goede politieagente.’
‘Maar Sara heeft van haar chef het bevel gekregen om de zaak eigenhandig op te lossen. Ze mag onder geen enkele voorwaarde iets van haar onderzoek naar buiten brengen. Ook intern niet.’
‘Hellberg’, zei Hultin en hij voelde zich vermoeid. ‘Een wat moderner soort commissaris dan ik. Waarom?’
‘Ik heb geen idee’, zei Chavez. ‘Alles wat ik weet, is dat Ragnar Hellberg haar absolute zwijgplicht heeft opgelegd. Die heeft ze al verbroken toen ze mij die foto’s liet zien. Ze heeft ze zelf ontwikkeld. Bij haar thuis. Vanwege het vermoeden dat de pedofiel het naspel van de Kvarnen-moord had vastgelegd. Een vermoeden dat volkomen juist bleek.’
‘Bij haar thuis?’ vroeg Hultin veelbetekenend.
Chavez zweeg. Stil en trots. En trots op zijn eigen zwijgen.
‘Waarom doe je zo veel moeite voor Sara Svenhagen?’ vervolgde Hultin, hoewel hij het begon te begrijpen.
Jorge Chavez deed een stap naar voren, boog zich over het bureau en zei luid en duidelijk: ‘Omdat ik van haar hou.’