17. Penitentie

Ik had niet gedacht dat Samuel in staat was tot de woede waarvan hij de volgende middag tegenover mij blijk gaf. Zijn ogen waren er zo vol van dat ze bloeddoorlopen leken. Zijn gebruinde huid vertoonde melkwitte vlekken en de huid op zijn slaap was zo strak, dat hij over een drum gespannen kon worden. Hij rukte de deur van mijn kantoor bijna uit de scharnieren en sloeg hem toen zo hard weer dicht dat de muren trilden. Ik wilde juist protesteren toen hij zijn arm uitstrekte en met zijn lange rechterwijsvinger naar mijn verbaasde gezicht prikte.

'Niet doen,' beval hij. 'Zeg geen woord tot ik uitgesproken ben.'

Daarna bleef hij nog een paar ogenblikken woedend voor me heen en weer lopen. Toen bleef hij staan, haalde diep adem en legde zijn handpalmen op mijn bureau terwijl hij zich naar me toe boog. Ik kon de hitte uit zijn ogen voelen stralen. Ik verwachtte half en half dat hij zijn handafdrukken in het hout zou branden.

'Je zus kwam bij me en vertelde me dat ze Nelson Childs baby verwacht en dat jij met Nelson hebt gesproken en hem hebt gezegd dat jij en ik het kind bij ons zullen houden alsof het ons eigen kind was? Is dat het, kort samengevat?'

'Nauwelijks,' zei ik, 'maar voorlopig, ja.'

'Maar voorlopig ja? Wanneer wasje eigenlijk van plan me dit alles te vertellen? Wanneer precies zou ik horen wat er in mijn eigen huis zou gebeuren? Wanneer...'

'Alsjeblieft, Samuel. Hou op!' riep ik.

Hij keek me woedend met op elkaar geknepen lippen aan. Hij schoot zoveel dolken over mijn bureau heen dat ik moeite had hem in de ogen te kijken.

'Hou op? Hou op, zegje? Ik weet dat ik niet zo'n goed zaken- man ben als je vader was. Ik weet dat jij een hoop dingen hier beter doet dan ik, maar ik weet ook dat ik nog steeds je echtgenoot ben, de vader van je kinderen. Het enige wat ik vraag, Olivia, is datje me met zó'n klein beetje respect behandelt.' Hij hield zijn wijsvinger en duim op alsof hij een korreltje zout liet zien.

Hij zweeg en wachtte op mijn antwoord.

'Je hebt gelijk,' zei ik na een ogenblik. 'Je hebt absoluut gelijk.' Hij sperde zijn ogen verbaasd open. Hij had mijn karakteristieke kracht verwacht. 'Ik had je hier eerder bij moeten betrekken. Ik was fout, maar ik was zo van streek over Belinda en wat er gebeurd was, dat ik rood zag van woede en oogkleppen op had en de zaak in eigen hand nam.'

'Dat doe je altijd,' zei hij knikkend.

'Ik ben wie ik ben. Ik ben niet volmaakt, Samuel.'

'Wel, wel.' Hij deed een stap achteruit. 'Ik moet zeggen dat het iets nieuws is dat uitjouw mond te horen, Olivia.' Hij staarde me even aan en ging toen op de stoel voor het bureau zitten. 'Wat verwacht je hiermee te bereiken? Waarom laatje Belinda de baby krijgen en wil je het kind bij ons in huis houden?'

'Het is haar kind, ons nichtje of neefje. We geven geen kinderen weg als overgeschoten vis,' zei ik.

'Maar een ongetrouwde vrouw die een kind krijgt dat verwekt is door een getrouwde man en dat wij in huis nemen en opvoeden met Jacob en Chester... het zal alles zo gecompliceerd maken, Olivia. Je hebt hier niet goed over nagedacht, niet alle aspecten ervan overwogen,' besloot hij hoofdschuddend.

'Heeft hij je hierheen gestuurd, om me dat allemaal te vertellen, met me te pleiten om het kind aan een of ander agentschap te geven, zodat hij een rein geweten heeft en zich niet ongerust hoeft te maken? Nou? Is dat zo?'

'Hij heeft me gevraagd met je te praten, ja,' gaf Samuel toe.

'Dat dacht ik al.'

'Hij is erg van streek.'

'O, alsjeblieft,' zei ik, me omdraaiend op mijn stoel. 'Hij is erg van streek. Waarom kunnen mannen alleen maar zien wat ze zelf lijden?' Ik dacht even na en keek toen naar Samuel. 'Zou jij dat hebben gedaan, Samuel, als het andersom was geweest? Zou jij naar hem zijn toegegaan en hem hebben gevraagd bij zijn vrouw voor hem te pleiten?'

'Dat is een belachelijke vraag. Ik heb geen avontuurtjes.'

'Natuurlijk niet. Daar ben jij te goed voor, Samuel, dat besef ik heel goed. Heb je me niet steeds weer verteld datje net als ik gelooft in de familie? Heb je me niet verteld dat mijn vader gelijk had om ons dat geloof bij te brengen?'

'Ja, nou ja, maar... wat wil Belinda?'

'Belinda?' Ik lachte. 'Zij wil dat alles wat onaangenaam is verdwijnt. Dat heeft ze altijd gewild. Ze lijkt in dat opzicht veel op mijn moeder, maar deze keer zal het niet opgaan.'

'Je bedoelt, dat jij het niet zult toestaan.'

'Ik bedoel dat we de last van onze verantwoordelijkheden zullen dragen. Wat zij heeft gedaan heeft invloed op ons. Je wilt toch niet dat ik het kind het huis uitzet, Samuel? Zo'n man ben je niet, en daarom ben ik met je getrouwd. Je gelooft dat ik intelligent ben; geloof dan ook dat ik jouw goede eigenschappen kan zien, Samuel.'

Hij staarde me aan en ik hield mijn ogen zo strak en zo vol oprechtheid op hem gericht, dat hij mijn woorden slikte en zich er goed bij voelde. Ik kon zien dat zijn ego werd opgeblazen als een zwemband.

'Ja, als je het zo stelt, denk ik dat het ons wel zal lukken. Het is geen kwestie van geld of zo, en zoals je zegt, het kind heeft het bloed van je familie. Vind je echt dat we dit moeten doen, Olivia?'

'Ik zou het niet anders willen, Samuel. Het spijt me dat ik niet meteen met het probleem bij je ben gekomen, maar ik moet de dingen eerst voor mezelf op een rijtje zetten. Ik had je vandaag alles willen vertellen.'

Hij knikte.

'Goed dan,' zei hij. 'Maar ik heb medelijden met Belinda,' zei hij weemoedig. 'Ze heeft er een grote puinhoop van gemaakt.'

'Met de hulp van iemand anders,' bracht ik hem in herinnering. Hij trok zijn wenkbrauwen op.

'Ja. Nou ja,' ging hij verder, terwijl hij op de leuningen van zijn stoel sloeg en opstond, 'elke familie heeft zijn geheimen.

Het onze zal niet het eerste zijn, hè?'

'Beslist niet,' zei ik.

is er iets wat ik kan doen?' vroeg hij.

'Zeg tegen Nelson Childs dat hij ophoudt met afgezanten te sturen, en zijn verantwoordelijkheid accepteert. Zeg hem dat hij half zo'n man moet zijn als jij bent, Samuel.'

Hij glimlachte.

'Ik denk niet dat hij dat graag zal horen, Olivia.' Hij liep naar de deur en bleef toen staan. 'Hoe moeten we Belinda aanpakken? Ik bedoel...'

'Laat alles maar aan mij over, Samuel. Vanaf nu tot de geboorte zijn het hoofdzakelijk vrouwenproblemen.'

'Ja. Ja, je zult wel gelijk hebben.' Hij dacht even na. 'Sorry, dat ik zo bij je kwam binnenstormen.'

'Het is goed, Samuel. Ik begrijp het en nogmaals, het spijt me dat ik er niet eerder met je over heb gesproken.'

Hij glimlachte.

'Wil je vandaag met me gaan lunchen, Olivia? Dat hebben we al een tijd niet meer gedaan.'

Ik dacht even na.

'Ja, graag, Samuel.'

Met een brede glimlach ging hij weg. Ik bleef stil in mijn kantoor zitten en luisterde naar het tik-tak van de miniatuur staande klok op de schoorsteenmantel. Was ik een monster om Samuel zo te manipuleren? De enige die nog over bleef voor Nelson was Belinda, en die had de minste kans van allemaal. Ze zou precies doen wat ik zei en hij zou niet begrijpen waarom. Hij zou niet begrijpen dat ik feitelijk meer een moeder voor haar was dan haar eigen moeder was geweest.

De volgende avond was dat precies wat hij probeerde. Hij sprak met haar aan de telefoon, smeekte haar, en bood aan voor alles te zorgen als ze maar deed wat hij wilde. Ze kwam naar de zitkamer waar ik zat te lezen en naar muziek luisterde om het me te vertellen. Ze was erg opgewonden. In haar gedachten was het probleem opgelost.

'Hij weet een plaats waar ik de baby kan krijgen en hij zal ervoor zorgen dat de baby bij een goed gezin terechtkomt. Hij heeft gelijk, hè, Olivia? Ik kan geen kind opvoeden en ik kan niet jou en Samuel daarmee opzadelen. Jullie hebben je eigen kinderen om op te voeden.'

'Hij heeft geen gelijk. We hebben dit gesprek al gehad. Ik wil er geen woord meer over horen.'

'Maar ik wil geen baby, Olivia. Ik wil niet...'

lk stond zo woedend op dat ze ineenkromp.

'Je wilt geen baby? Je wilt niet...'

'Olivia, alsjeblieft.'

'Zal ik je herinneren aan een nacht niet zo heel lang geleden, een nacht vol geschreeuw, een nacht waarin je vader in luttele seconden jaren ouder werd? Zal ik morgen een eindje met je gaan rijden en je meenemen naar de achterkant van ons oude huis? Zal ik je laten zien waar hij begraven ligt?'

'Stop!' Ze hield haar handen voor haar oren.

Ik kwam meedogenloos dichterbij.

'Heb ik je ooit verteld hoe het papa gek heeft gemaakt? Hoe hij een baby middenin de nacht hoorde huilen? Heb ik je ooit verteld dat hij zelf huilde als een baby?'

'Stop! Alsjeblieft!' smeekte ze.

'Je krijgt deze baby, Belinda, en het kind zal worden grootgebracht in dit huis. We zullen niet nog meer kinderen begraven, niet in de grond en niet in andermans gezin,' zei ik met opeengeklemde tanden. 'Praat nooit meer met hem. Begrepen? Als hij belt, hang je op of je zegt dat hij met mij moet praten. Hoor je me?'

'Ja, Olivia. Ja.'

'Ga naar boven. Je hebt je rust nodig.'

'Het is al te zien, Olivia. Ik zal iets moeten dragen om het te verbergen. Ik kan niet naar buiten en mensen ontmoeten zonder dat ze het te weten komen,' kermde ze.

'Maak je geen zorgen. Straks ga je toch niet meer naar buiten,' zei ik.

'Wat?'

'We zullen tegen de mensen zeggen datje weg bent en je blijft in huis en in de tuin tot na de bevalling, Belinda. Maak je maar niet ongerust.'

in huis blijven?' Ze keek verdwaasd om zich heen.

'Ga nou maar naar boven. Doe wat ik zeg,' beval ik.

'Maar...'

'Hoeveel vrouwen zouden bereid zijn de last van het onwettige kind van hun zus op zich te nemen, Belinda? Hoeveel? Hij of zij zal opgroeien met mijn zoons en dezelfde voorrechten genieten. Wanneer toon je me eens een beetje dankbaarheid en werkje in ieder geval genoeg mee om me te helpen jou te helpen? Wanneer?' schreeuwde ik.

'Oké, Olivia, oké,' zei ze benepen. 'Wat moet ik doen?'

'Ga gewoon naar boven,' zei ik. Ze knikte, boog haar hoofd en verliet de kamer.

De dagen werden weken en de regelingen die ik voor Belinda had getroffen werden van kracht. Om zeker te weten dat ze niet ongehoorzaam was, had ik haar telefoon afgesneden. Als haar zaagselvriendinnen belden, liet ik zeggen dat ze een paar maanden op bezoek was bij familie. Mettertijd hielden de telefoontjes op en ons leven verliep een tijdlang rustig.

Samuel deed zijn best haar in die tijd te amuseren. Hij bracht haar cadeautjes, kranten en tijdschriften, platen en bandjes om haar bezig te houden. Halverwege de negende maand bleef Belinda het grootste deel van de dag in bed en kleedde zich niet meer aan. Ze deed niets meer aan haar haar en ze at aan één stuk door, alles waar ze trek in had, en ze maakte Effie gek met haar gevraag om dit en om dat.

'Het is niet goed voor haar, mevrouw Logan,' klaagde Effie. 'Ze wordt te dik. Thelma vindt het ook.'

'Als ik een mening wil horen over een dieet, zal ik erom vragen. Geef haar voorlopig alles wat ze wil,' zei ik.

Maar ik moest bekennen dat als ik nu bij haar kwam kijken, ze me deed denken aan een van haar knuffeldieren, met haar opgeblazen gezicht, haar buik als een kleine berg onder de deken. Haar armen leken op ballons. Deze zwangerschap was een tumor die vrat aan haar schoonheid. Ze begon zich te verwaarlozen. Zonder haar adorerende vriendinnen en haar stroom vrienden, maakte ze zich ook niet meer op. Zelfs haar hygiëne begon eronder te lijden en als ik er niet op stond dat ze een bad nam, zou ze dagenlang haar gezicht en haar handen niet meer wassen. Ze kwam niet meer uit bed om te plassen, maar gebruikte een steek en liet die uren naast het bed staan tot ik of Effie langskwam om hem te legen.

Ten slotte beval ik Thelma de kinderen uit Belinda's kamer te houden.

'Ze bezorgt ze nachtmerries,' zei ik.

Thelma maakte zich ongerust over Belinda en over de manier waarop we omgingen met haar zwangerschap. Ze was niet het type om zich ergens mee te bemoeien, maar op een avond kwam ze naar mijn studeerkamer om uiting te geven aan haar bezorgdheid.

'Ik apprecieer je bezorgdheid, Thelma,' zei ik, 'maar voorlopig moet het op deze manier.'

'Waarom, mevrouw Logan?' drong ze aan.

Ik legde mijn werk opzij en ging rechtop zitten.

'Het gaatje eigenlijk niets aan, maar je bent deel van ons gezin geworden, dus zal ik het je vertellen,' zei ik, en toen beschreef ik haar de schande. Zonder een naam te noemen legde ik uit dat Belinda het kind verwachtte van een invloedrijk man en dat we probeerden zowel het kind als Belinda te beschermen. Ik vroeg haar mee te werken en het te begrijpen en het stelde haar tevreden.

'Ik heb jou nodig om vaker bij de kinderen te zijn. Ik moet nu meer tijd spenderen aan Belinda,' zei ik.

'O, natuurlijk, mevrouw Logan. Zegt u het alstublieft als ik iets doen kan,' zei ze, en ik bedankte haar.

Voor Belinda leek elke dag nu moeilijker dan de vorige. Ze wist dat de bevalling steeds dichterbij kwam.

'Wanneer komt de dokter, Olivia?' vroeg ze me op een avond. 'Hij is nog niet één keer bij me geweest om me te onderzoeken.'

'Er komt geen dokter, Belinda. Dat heb ik je verteld. Ik heb een regeling getroffen met een vroedvrouw. Dat is discreter.'

'Waarom moet het zo discreet zijn?'

'De mensen weten niet dat je zwanger bent. Laten we proberen het zo lang mogelijk zo te houden. Ik probeer alleen maar je reputatie te beschermen.'

'Mijn reputatie? Mijn reputatie?' Ze lachte en keek naar de muur, alsof daar iemand stond, alsof de kamer vol aanbidders was, zoals vroeger. 'Horen jullie dat? Ze is bezorgd voor mijn reputatie.' Ze lachte weer, elke lach klonk als een gehoest en ging verder als een onbedwingbaar gehik.

'Belinda, hou op.'

'Mijn reputatie.' Ze krijste en lachte als een waanzinnige.

Ik liep naar het bed en stond over haar heen gebogen, mijn handen tot vuisten gebald.

'Hou onmiddellijk op met die onzin!' beval ik.

Haar gelach ebde weg en ging over in een gedempt gesnik. Toen sloot ze haar ogen en zuchtte alsof ze was gestorven. Ik bleef wachten. Haar ogen gingen open en ze glimlachte naar me alsof er niets mis was.

'Zeg alsjeblieft tegen Effie dat ik wat ijs wil - aardbeienijs. Nee, buttemut crunch met chocoladesaus en wat marshmallow- saus.'

'Prima,' zei ik.

'Ik had vandaag zo'n pijn, Olivia. Heel erg,' zei ze.

'Geen wonder dat je pijn hebt als je hier als een varken in de modder ligt, maar je weet wat weeën zijn. Dat is het moment om ons bezorgd te maken.'

'Het was een wee. Het begint,' zei ze met een knikje. 'Ik moet een dokter hebben. Mijn reputatie kan me niet schelen.'

'Ik zal de vroedvrouw bellen en ze zal je morgen onderzoeken,' zei ik, en gaf Effie haar verzoek om ijs door.

De vroedvrouw was een Brava, die voornamelijk bij arme mensen kwam, maar nu en dan ook optrad voor gegoede families die iets geheim moesten houden.

Ze heette Isabella en ze zag eruit of ze bijna zeventig was, al wist ik dat ze niet veel ouder was dan vier- of vijfenvijftig. Haar lange grijze haar hing steil op haar schouders. Haar gezicht was verweerd en zelfs op haar kin had ze rimpels. Belinda slaakte een kreet toen ze haar de eerste keer zag. Later vertelde ze me dat ze dacht dat ze een heks was.

'Ze heeft me behekst!' zei ze.

'Doe niet zo belachelijk,' zei ik, maar na het onderzoek leek ze nog waanzinniger.

Isabella voorspelde dat het niet lang meer zou duren voor Belinda beviel, misschien een week. Het bleek dat ze zich vergist had, want de volgende dag al kreeg Belinda zulke hevige weeën, dat Effie me op kantoor belde om thuis te komen. Ik liet onmiddellijk Isabella roepen, maar ze was even ten noorden van Hyannis bezig de baby van een andere vrouw te halen. De hele middag lag Belinda te gillen en te kronkelen in haar bed. Effie en ik deden wat we konden om het haar zo comfortabel mogelijk te maken, maar niets scheen te helpen.

'Ze moet naar een ziekenhuis, mevrouw Logan,' zei Effie ten slotte.

'De vroedvrouw kan elk moment komen,' zei ik. Samuel die ook thuis was gekomen stond met een somber gezicht voor de deur.

'Het is verkeerd om te proberen het op deze manier te doen, Olivia. Laten we haar naar een ziekenhuis brengen.'

'Het komt heus wel goed, Samuel. Veel vrouwen hebben hun kinderen thuis gekregen. De meesten feitelijk.'

'Tegenwoordig niet meer, Olivia.'

'Ga maar kijken wat je te weten kunt komen over de vroedvrouw. Misschien is ze terug uit Hyannis, Samuel.'

Hij aarzelde, terwijl Belinda maar bleef gillen, in mijn hand kneep, me smeekte iets te doen.

'Er valt niets te doen, Belinda. De baby maakt zich gereed om te worden geboren.'

'Zo was het de vorige keer niet!' Ze pakte mijn pols vast en trok me met zoveel kracht omlaag, dat het me verbaasde. Toen fluisterde ze: 'Ik word gestraft voor wat ik heb gedaan. Die vrouw heeft me behekst. Help me!'

'Hou op,' zei ik. 'Gedraag je voor de verandering eens als een volwassene.' Ik rukte me los, maar ze klampte zich vast aan mijn jurk. Ik moest haar vingers loswrikken.

'Stel je niet aan als een idioot. Ik zal wat water voor je halen en paar koude handdoeken voor je gezicht.'

'Laat me niet alleen! Ik wil niet alleen zijn zoals de laatste keer. Ik ben bang.'

'Je steltje belachelijk aan,' zei ik en liep de kamer uit, terwijl ik de deur achter me dicht deed om haar geschreeuw van ondraaglijke pijn niet te horen.

Even bleef ik in de gang staan en probeerde te beslissen wat ik liever wilde, dat Nelsons baby gezond en wel geboren werd, of

dat Nelsons baby zou sterven zoals Belinda's eerste baby.

Ik verborg mijn gezicht in mijn handen en schudde mijn hoofd. Papa's woorden op zijn sterfbed galmden door mijn hoofd. Zorg voor Belinda, pas op Belinda.

'Belinda, Belinda, Belinda!' schreeuwde ik in de duisternis van mijn eigen geest. 'En ik dan, papa? Hoe moet het met wat ik voel, wat ik lijd?'

Ik haalde diep adem, beheerste me en ging naar beneden. Ik zag Samuel de deur uit hollen.

'Isabella is terug. Ik ga haar halen,' zei hij.

'Goed.'

Ik deed er lang over om terug te gaan naar Belinda's kamer. Het is een feit dat ik haar bijna een halfuur gillend en kronkelend van pijn alleen liet. Ik hoorde haar iets tegen de muur gooien. Ik hoorde een bons, en ik ging naar haar kamer.

Toen ik de deur opendeed, was ze bezig te bevallen. Haar ogen waren zo wijd opengesperd, dat ik dacht dat haar hoofd in tweeën zou splijten.

'Waarom liet je me alleen? Help me!'

Voor het eerst in mijn leven bleef ik als aan de grond genageld staan. Ik was niet in staat iets te doen, gehypnotiseerd, verlamd door wat ik zag. Ik kon het hoofd van het kind zien! Belinda schreeuwde en reikte als een wild dier omlaag om de foetus uit haar schoot te trekken.

Ik hoorde het geluid van voetstappen op de trap en toen ik me omdraaide zag ik Thelma haastig boven komen, op de hielen gevolgd door Effie.

'Wat gebeurt er, mevrouw Logan?'

Ik knikte alleen maar naar Belinda.

'O, hemel, het komt!' schreeuwde Thelma en holde naar het bed.

Uiteindelijk was het Thelma en niet de vroedvrouw die Belinda verloste.

Een meisje.

De ironie wilde dat, ook al was het niet mijn kind, het de dochter was die Samuel had gewenst.

Belinda had na de geboorte geen belangstelling voor haar eigen

kind. Ze deed geen enkele suggestie voor een naam. Uiteindelijk was het Samuel, die altijd al een meisje had willen hebben om naar zijn moeder, Haille, te vernoemen die Belinda's kind een naam gaf.

De avond dat Haille werd geboren, zat ik in mijn studeerkamer en belde Nelson thuis op. De huishoudster nam de telefoon aan, en hij kwam met gedempte stem aan de lijn.

'Het is een meisje,' zei ik. 'We noemen haar Haille, naar Samuels moeder.'

'Gaat het goed met de baby?'

'Voorzover we kunnen zien ja.'

'En met Belinda?'

'Niet zo goed. Met haar zal het nooit goed gaan,' merkte ik op.

'Heb je iets nodig?' vroeg hij geprikkeld en met tegenzin.

'Op het moment niet. Als je het kind wilt zien, kom dan morgenavond na tien uur langs.'

'Je maakt een fout, Olivia,' zei hij op vermoeide, verslagen toon.

ik geloof niet dat je het morele recht of het inzicht hebt om die conclusie te trekken, Nelson.'

'Oké, ik kom na tien uur.'

Hij kwam. Hij zou van nu af aan alles doen wat ik hem vroeg, dacht ik. Haille was als een zweep in mijn hand. Zolang zij bij mij thuis was, zou Nelson op mijn wenken vliegen. Het gaf me een gevoel van macht. Het was geen liefde, maar voorlopig leek het voldoende.

Ik besefte algauw dat er na de geboorte iets afschuwelijks was gebeurd in Belinda's brein. Ze werd erg teruggetrokken, bijna catatonisch. Elke keer als ze het kind die nacht zag, keek ze ernaar alsof ze verbaasd was het te zien. Het was of ze de herinnering aan haar zwangerschap en speciaal de bevalling kwijt was geraakt. Zelfs dagen later, als ze opstond van haar bed en in de kamer rondliep, leek ze iemand die bij was gekomen uit een coma. Er lag een wezenloze uitdrukking op haar gezicht, ze glimlachte en lachte om de malste dingen, en gedroeg zich of ze niet veel ouder was dan Jacob. Ze liep zelfs vaak zijn speelkamer in en amuseerde zich met zijn speelgoed, tot ik thuiskwam en eiste dat ze een douche nam en zich aankleedde. Ik liet haar door

Effie op dieet zetten, maar ze smokkelde en sloop in huis rond, knabbelend op crackers en koekjes, en stal zelfs de desserts van de kinderen.

Ze vermeed Haille en leek soms zo bang voor haar eigen kind, dat ze beefde en huilde. Het was of ze dacht dat de baby terug zou komen in haar schoot en ze opnieuw zou moeten bevallen.

Soms, als ik bezig was met haar te praten, barstte Belinda in tranen uit. Als ik haar dan vroeg waarom ze huilde, schudde ze haar hoofd en kermde: ik weet het niet. Ik kan het niet helpen.'

Gefrustreerd liep ik de kamer uit. De waarheid was dat haar gedrag me angst aan joeg, angst voor mijn onvermogen het te veranderen of er een eind aan te maken.

Nelson zag haar niet toen hij Haille de eerste keer kwam bezoeken. Belinda's deur was dicht en ze sliep. Ik deed zelf open en ging hem voor de trap op naar de kinderkamer. Samuel, die in onze slaapkamer zat te lezen, kwam naar buiten om Nelson te begroeten. Ze gaven elkaar een hand, maar zeiden niet veel. Ik bracht hem naar de kinderkamer, en hij ging langzaam naar binnen. Thelma was er niet, alleen Nelson, ikzelf en Samuel.

'Mooi is ze, hè?' zei Samuel toen Nelson in de wieg keek.

'Ja.'

'Ze wordt vast een schoonheid, hè, Olivia?' zei Samuel.

'We zullen zien,' zei ik.

'Ze ziet er gezond uit,' zei Nelson vol verbazing.

'Onwettige baby's kunnen ook gezond zijn,' merkte ik op. Zijn gezicht vertrok even.

Toen richtte hij zich op en keek naar Samuel en mij.

'Kan ik jullie dit uit je hoofd praten? Kan ik aanbieden haar in een goed gezin te plaatsen?'

'Nee,' zei ik op scherpe toon. Ik keek naar Haille. 'Ze is nu een Gordon. Misschien zal ze nooit weten wie haar echte vader is, maar ze zal altijd deze kant van haar afkomst kennen,' zei ik.

'Als Olivia zich iets in haar hoofd heeft gezet, Nelson, is ze daar niet van af te brengen,' zei Samuel glimlachend.

Nelson keek even naar mij.

ik weet het,' zei hij. Hij keek weer naar de baby. 'Wil je nu geld?'

'Als ik iets van jou wil, hoor je het wel,' zei ik.

Hij draaide zich snel van me af.

'Wat zou je zeggen van een borrel, Nelson?' bood Samuel aan. Hij sloeg zijn arm om Nelsons schouder.

'Oké,' zei Nelson. Hij wierp me nog even een vluchtige blik toe voor hij met Samuel wegging.

Ik staarde naar het slapende kind. Ze was een mooi kind. Ik wilde het Nelson niet bekennen, maar ik had verwacht dat ze lelijker zou zijn, misschien zelfs misvormd, omdat ze Belinda's kind was. Mijn emoties waren opgebrand. Een deel van me had gehoopt dat ze zo zou zijn, en toch was een ander deel van me blij dat ze een perfect klein meisje was. Ze zou de mensen vlak onder Nelsons ogen begoochelen en hij zou mij met droefheid in zijn hart aankijken. Het leek nog steeds een prachtige wraak.

In de maanden die volgden kreeg Belinda eindelijk weer een beetje belangstelling voor zichzelf, en ze deed haar haar en maakte zich op, maar nu overdreef ze haar make-up en zag ze er dwaas, zelfs clownesk uit. Het deed er niet toe wat ik zei. Ze keek me glimlachend aan, was het met me eens, en bleef rustig doorgaan. Ik kreeg er schoon genoeg van en sprak er met Samuel over om haar een tijdje weg te sturen.

'Misschien wordt ze na een vakantie weer normaal, al heb ik nooit goedgekeurd wat zij normaal noemde,' zei ik.

Samuel was het met me eens en we dachten na over een reis voor haar, misschien een bezoek aan een paar familieleden in Charleston. Ze was daar jaren geleden eens geweest.

Mijn werk begon me weer volledig op te eisen. Onze zaken namen een geweldige vlucht, en ik had steeds minder tijd om thuis door te brengen en me zorgen te maken over Belinda. Toen belde Effie op een middag om me te vertellen dat Belinda het huis had verlaten.

'Is iemand haar komen halen?'

'Nee, mevrouw Logan.'

'Heeft ze gezegd waar ze heen ging?' Ik gaf mezelf een standje dat ik haar autosleutels niet had weggestopt.

'Ja,' antwoordde ze met enige aarzeling.

'Nou?'

'Ze zei dat ze naar huis ging, mevrouw Logan.'

'Naar huis? Heb je haar weg zien rijden?' vroeg ik snel.

'Ze is niet met de auto, mevrouw Logan. Ze is gaan lopen.'

'Lopen? Goed. Bedankt, Effie,' zei ik en ging naar Samuel om het hem te vertellen.

Toen we haar nog geen uur later vonden, liep ze op de snelweg. De auto's zoefden voorbij, soms gevaarlijk dichtbij, maar ze scheen het niet te merken of zich er iets van aan te trekken. Samuel stopte naast haar en ik stapte snel uit.

'Belinda, waar ga je naartoe? Wat doe je?'

'O, hoi, Olivia. Ik was...' Ze keek om zich heen of ze zich nu pas realiseerde waar ze was. ik ging ergens heen.' Ze lachte. 'Ik ben vergeten waar precies heen. Dat is mal, ik weet het, maar het is zulk mooi weer dat ik gewoon niet binnen kon blijven.'

'Stap in de auto, Belinda,' beval ik en opende het portier. 'Kom, stap in. '

'Gaan we allemaal iets doen?' vroeg ze en stapte in.

'Ja,' zei ik. 'We gaan allemaal gek worden.'

Ze vond dat erg grappig. We brachten haar naar huis en ik zorgde ervoor dat ze naar haar kamer ging.

'Ze is niet in een conditie om nu met vakantie te gaan, Olivia,' zei Samuel. 'Laten we gewoon doen wat we kunnen om haar weer gezond te krijgen.'

'Ik heb er nu echt geen tijd voor, Samuel,' zei ik. 'Ze moet er zelf uit komen. Onmiddellijk.'

Hij schudde zijn hoofd alsof ik onzin praatte. Maar na het eten die avond ging ik naar Belinda's kamer. Ze zat aan haar toilettafel en borstelde gedachteloos haar haar en glimlachte dromerig naar haar spiegelbeeld, alsof ze weer een veel jonger, smaller gezicht zag.

'Belinda, ik wil met je praten en ik wil dat je me aankijkt en luistert,' zei ik. Ze draaide zich langzaam om.

'Ik luister altijd naar je, Olivia.'

'Ja, maar hoor je me ook?'

Ze giechelde.

'Als ik luister, moet ik je toch wel horen?'

'Je moet jezelf in de hand nemen. Ik wil dat je ophoudt met je te gedragen als een... een krankzinnige. Ik wil datje behoorlijk eet, je behoorlijk kleedt, je behoorlijk opmaakt en eens na gaat denken over wat je met de rest van je leven wilt doen. We kunnen je niet langer iedereen tot last laten zijn. Begrijp je dat?'

'Ja,' zei ze.

'Goed.'

Ze draaide zich af van de spiegel en bleef haar haar borstelen.

'Eigenlijk ben ik erg van streek. Niemand heeft me vandaag gebeld, Olivia.'

'Je telefoon was afgesneden, weetje nog, Belinda?'

'O, ja? Kun je hem dan weer aansluiten? Ik verwacht een paar telefoontjes.'

Ik staarde haar aan en ze borstelde haar haar en begon toen veel te veel lippenstift op haar mond te smeren.

'Dit is belachelijk,' zei ik. 'Ik ga er nu meteen een eind aan maken.'

Ik liep haar kamer uit en ging naar mijn slaapkamer om Nelson te bellen.

'Ik wil datje iets voor me doet,' zei ik, toen hij aan de telefoon kwam.

'Wat?'

'Kom morgenochtend om elf uur op mijn kantoor.'

'Ik heb ook afspraken, Olivia. Ik kan cliënten niet zomaar in de steek laten,' zei hij op smekende toon.

'Goed,' zei ik milder. 'Wanneer kun je dan?'

'Tussen twee en drie ben ik vrij.'

'Goed,' zei ik.

Ik hing op en dacht even na. Ik verbrak mijn belofte aan papa niet, ik kwam hem na, was mijn conclusie. Ik had een zuiver geweten. Toen ik de kamer uit ging, bleef ik bij de kinderkamer staan. Thelma had Haille in haar armen en wiegde haar in slaap.

'Ze is een mooi kind, mevrouw Logan,' zei ze.

'Ik weet het.'

'Met Belinda komt het wel in orde,' ging ze verder. 'Daar ben ik van overtuigd. Als ze eenmaal beseft wat een prachtig dochtertje ze heeft, zal ze zich weer goed voelen.'

'We zullen zien,' zei ik. Ik ging naar beneden om Samuel te vertellen wat ik vond dat er gedaan moest worden. Hij was ontsteld en probeerde het me uit mijn hoofd te praten, maar ik wist van geen wijken.

De volgende dag kwam Nelson om half drie op mijn kantoor. Samuel was nog niet terug van een zakenlunch, dus Nelson en ik waren alleen. Hij kwam binnen, deed de deur achter zich dicht en ging op de bank tegenover mijn bureau zitten.

'Zal het eeuwig zo blijven, Olivia? Jij roept me en ik kom?' vroeg hij. Zijn ogen keken me aan als twee glazen bollen met kaarsen erachter.

ik belde je omdat ik je hulp nodig heb, Nelson,' zei ik, en de uitdrukking van walging verdween van zijn gezicht en maakte plaats voor een diepe bezorgdheid.

'O, ik begrijp het. Wat is er?'

'Het is Belinda,' zei ik. 'Ze wordt niet beter. We hebben allebei haar traumatische belevenis onderschat,' ging ik verder. Ik stond op uit mijn stoel, liep om mijn bureau heen en leunde ertegen. Zijn blik volgde me.

'Ik begrijp het niet,' zei hij.

'Herinner je je nog dat ik je vertelde dat ze emotionele problemen had na de bevalling?'

'Ja, maar ik weet dat dat niet ongewoon is...'

'Ik heb geen preek nodig over postnatale depressies. Dit is een ernstige geestesziekte, Nelson. Ze is... een zware last geworden, afgezien van al het andere.'

'Ik heb je gewaarschuwd, Olivia. Ik heb je gezegd dat het verkeerd was de baby te houden...'

'Ik heb het niet over de baby, Nelson. Ik heb het over mijn werk, mijn bedrijf, mijn sociale verplichtingen. De baby is niet het probleem. Belinda is het probleem.'

'Wil je dat ik je een goede dokter aanbeveel?'

'Ik wil dat je meer doet,' zei ik. 'Je bent nu rechter. Ik wil dat je een bevel tekent om haar te laten opnemen. Ze hoort in een instituut.'

'Wat? Dat meen je toch niet? Wil je haar in een inrichting laten opnemen?'

'Ze moet serieus behandeld worden. Dat moest ze altijd al. Dit is de laatste druppel. Mijn ouders wilden het zichzelf nooit bekennen, maar Belinda is altijd al onstabiel geweest. Nu is ze

praktisch krankzinnig.'

'Maar je hebt geen goede diagnose laten stellen, Olivia,' protesteerde hij.

'Ik verwacht geen enkele andere conclusie, Nelson. Ik wil dat je me hierbij helpt, alles soepel laat verlopen. Er is een kliniek in de buurt. Ze zal het daar goed hebben, alleen is er een kilometers lange wachtlijst. Ik wil dat je je politieke invloed gebruikt om haar daar volgende week te laten opnemen.'

'Volgende week!'

'Doe wat er gedaan moet worden en bel me over het resultaat.'

'Dat doe ik niet,' zei hij uitdagend.

Ik glimlachte.

'O, nee? Je wilt je aan je verantwoordelijkheid onttrekken?'

'Ik onttrek me aan niets, maar...'

'Je weet waarom ze zo is, wie haai' dit heeft aangedaan. Je hebt niet alleen mijn zuster zwanger gemaakt en een onwettig kind verwekt; je hebt een vreselijk mentaal probleem veroorzaakt. Ik hoor er gewoon de brui aan te geven en het iedereen maar te laten weten. Ik heb er genoeg van voor ieders fouten en zwakten op te draaien.'

Ik ging terug naar mijn bureaustoel en bleef met neergeslagen ogen zitten.

'Olivia, weetje dit heel zeker?' vroeg hij zacht.

'Het is op het ogenblik het beste voor haar en voor ons,' zei ze. 'Het is niet gemakkelijk om te doen wat juist is, Nelson, maar ik ben toch altijd in staat geweest het te doen.'

'Altijd?'

'Ja,' zei ik, hem recht in de ogen kijkend. 'Maak je dit voor me in orde?'

'Het kan haar nog veel ernstiger beschadigen, Olivia.'

'Je bedoelt meer dan ze al beschadigd is, Nelson?' vroeg ik nadrukkelijk. Hij probeerde mijn blik te doorstaan, maar sloeg toen zijn ogen neer en knikte.

'Goed, ik zal ervoor zorgen.'

'Het is beter voor iedereen, ook voor haar,' zei ik. 'Je zult het zien.'

Met een flauw glimlachje om zijn lippen stond hij op, terwijl hij me aanstaarde.

'Waarom lach je?'

ik dacht er net aan, hoe noemden ze je ook weer op school, Miss Cold?'

'Ja, en Belinda was Miss Hot. Wie van ons is beter af?' vroeg ik uitdagend.

'Dat is iets waar je zelf het antwoord op zult moeten vinden,' zei hij, en ging weg om te doen wat ik wilde.Epiloog

Verward bleef ik voor de deur van Belinda's kamer staan. Ze lachte en praatte geanimeerd, maar ik wist dat ze geen bezoek had en ik wist ook dat ik haar telefoon niet had laten aansluiten. Ze lachte weer. Langzaam deed ik de deur open. Ze zat aan haar tafel, de hoorn van de telefoon tussen schouder en hoofd geklemd, terwijl ze bezig was haar nagels te lakken.

'Belinda?' zei ik. Ze draaide zich naai- me om.

'O, sorry, Arnold, mijn zus komt net binnen. Ik moet ophangen. Bel me morgen. Ik wacht op je telefoontje,' zei ze zangerig, en legde de hoorn neer.

'Wat doe je?' vroeg ik met bonzend hart.

'O, ik praatte met een paar vrienden,' zei ze. 'Ik weet het, ik weet het, ik telefoneer te veel. Loop nou niet meteen naar papa. Vind je deze kleur niet mooi, Olivia?' Ze liet me haar nagels zien. Haai- rechterhand had donkerrode nagels en haar linker roze. 'Ik ga mijn teennagels ook ermee doen. Quin vindt het een giller. Waarom lakken meisjes hun teennagels? vraagt hij. Hij zegt dat bijna niemand ze te zien krijgt. Maar dat is niet waar. Ik loop vaak op blote voeten of draag sandalen of... o, hemel,' zei ze plotseling. 'Sorry.'

'Wat?'

Ze nam de telefoon weer op.

'Hallo. Ik heb nu geen tijd, Louise. Kun je me over een uur terugbellen? Dank je.' Ze hing op. 'Zo,' zei ze, en draaide zich weer om naar mij. 'Wat is er?'

'Ik hoop dat je niet vergeten bent dat je vandaag weggaat, Belinda.'

Ze knipperde snel met haar ogen en glimlachte toen.

'O, nee, ik was het niet vergeten, maar ik heb geen tijd gehad om te pakken, Olivia. Geef me nou geen standje. Het was echt niet mijn schuld. De telefoon heeft niet stilgestaan sinds ze hebben gehoord dat ik met vakantie ga. Ze zijn allemaal jaloers.'

'De auto staat voor, Belinda. Maak je geen zorgen over je koffer, die zal ik je wel sturen,' zei ik.

'O, wil je dat doen? Dank je, dank je. Ik waardeer het echt dat je zo efficiënt en betrouwbaar bent, Olivia. De meeste mensen zouden een moord doen voor een zus die voortdurend voor ze zorgt. Goed,' zei ze terwijl ze opstond en om zich heen keek. 'Dan zal ik mijn jas maar pakken. Ik heb besloten de lichtblauwe mantel aan te trekken. Die is goed voor op reis. Hij zit comfortabel en kreukt niet.' Ze liep naar de kast.

Ik keek naar haar terwijl ze haar jas aantrok en toen in de spiegel keek om wat aan haar haar te doen. Dat had ik haar zeker al duizend keer zien doen, dacht ik. Ze glimlachte, tevreden over haar uiterlijk.

'Ik denk dat we mijn chauffeur niet langer mogen laten wachten,' zei ze. 'Ik ben klaar.'

Ik liep de kamer uit en ze volgde me.

'Ik heb niet iedereen kunnen bereiken, Olivia, dus een hoop vrienden van me zullen nog bellen. Ik weet dat het vervelend is, maar wil je ze vertellen waar ik ben?'

'Ja, maak je maar niet bezorgd.'

'Gelukkig.'

Ze liep met verende tred de trap af en bleef bij de deur wachten tot ik haar ingehaald had.

'Je ziet er zo treurig uit vandaag, Olivia. Je wou dat je mee kon, hè? Waarom doe je dat niet? Je kunt toch best een tijdje ophouden met werken? We zouden samen plezier kunnen hebben, eens echte zussen zijn voor de verandering, gewoon gekke dingen doen.'

ik kom later, Belinda,' zei ik.

'Heus? Mooi zo,' antwoordde ze, en we liepen naar buiten.

De verpleegster wachtte bij de auto. Ze deed het portier open en keek verwachtingsvol naar mij.

'Alles is in orde,' zei ik. Ze knikte en draaide zich om naar Belinda.

'Hallo, Belinda,' zei ze. ik heet Clara.'

'Je hebt prachtig haar,' zei Belinda. 'Is datje eigen kleur?' Ze glimlachte naar mij.

'Ja.'

ik heb erover gedacht om een andere kleur te nemen.' Belinda stapte achterin de limousine.

Clara keek naar mij.

'Alles is geregeld, mevrouw Logan,' zei ze. 'Het zal allemaal goed gaan.'

'Dank u. Ik kom morgen langs. Als er problemen mochten zijn...'

'O, nee, vast niet,' verzekerde ze me. Toen stapte ze in.

'O, Olivia?'

Ik boog mijn hoofd en keek naar binnen naar Belinda.

'Ja?'

'Dat was ik bijna vergeten. Op mijn bureau ligt een brief die verstuurd moet worden. Ik heb naar Adam Franklin geschreven. Eindelijk. Hij blijft maar schrijven en me cadeaus sturen. Wil jij hem op de post doen?'

'Ja, Belinda.'

'Dank je.' Ze keek naar Clara. 'Als je iets gedaan wilt hebben, moetje het aan Olivia vragen.'

'Tot gauw, Belinda.'

Ze glimlachte en ik deed de deur dicht. De limousine reed weg. Ik keek de wagen na tot hij uit het zicht verdwenen was en toen ging ik naar binnen.

Thelma was bezig Haille te voeren, en Chester holde door het huis achter Jacob aan. Ze speelden treintje.

'Ik ben de wagon en Jacob is de locomotief, mammie,' riep Chester toen ze langs me kwamen.

'Voorzichtig, Jacob.'

Hij keek achterom met dat serieuze gezicht van hem. Zijn ogen zeiden me hoe onnodig het was hem erop te attenderen. Ze verdwenen in de gang.

Ik ging naai- boven, naar Belinda's kamer. Er lag geen brief op het bureau. Ik wist zeker dat ze er wel een geschreven had, maar drie of vier jaar geleden. Even stond ik naar haar spulletjes te staren. Plotseling voelde ik me erg moe. Ik was blij dat ik besloten had die dag vrij te nemen. De laatste paar dagen waren vermoeiend geweest. Ik was naar de kliniek gegaan, had onderhandeld en afspraken gemaakt en gedaan wat er gedaan moest worden.

Ik zou niets veranderen in de kamer. Ik wist zeker dat Belinda een tijdlang de kliniek in en uit zou gaan. Ik deed de deur achter me dicht en ging naar beneden. Ik besloot buiten te gaan zitten en iets te doen wat ik al een hele tijd niet meer gedaan had: relaxen.

Het was een prachtige, heldere dag. Het was net fris en koel genoeg door de lichte zeewind. In de lucht dreven lange, kringelende wolken voorbij. Een paar reigers cirkelden boven mijn hoofd en doken achter de heuvel omlaag. Aan de horizon voer een olietanker naar het noordoosten, en links zag ik een jacht dat veel op het onze leek de Cape naderen. De witte schuimkoppen glinsterden in de middagzon. Het water was donkerblauw.

Een tijdlang zat ik naar de zee te staren. Ik was zo diep in gedachten dat ik Samuel niet thuis hoorde komen. Hij kwam naar me toe en bleef aan de voet van het prieel staan.

'En?' vroeg hij.

'En wat?'

'Hoe ging het?'

'Het ging goed,' zei ik. 'Zoals ik verwacht had.'

'Heb je gebeld om te informeren hoe het met haar gaat?'

'Nee, nog niet. Ze heeft tijd nodig, en ze hebben ons niet nodig om hen lastig te vallen.'

'Wanneer ben je van plan haar te bezoeken?' vroeg hij.

'Samuel, ze is vandaag pas vertrokken. Ik vind dat we hun tijd moeten geven om haar te behandelen, vind je niet?'

'Het is alleen... ik heb medelijden met haar,' zei hij.

'Je moet je emoties beheersen als je iets wilt doen dat het beste is voor de mensen van wie je houdt,' zei ik.

Hij keek me met plotselinge belangstelling aan.

'Gek,' zei hij. 'Ik heb nooit gedacht dat jij van Belinda hield.'

'Natuurlijk hou ik van haar. Ze is toch mijn zus?'

Hij knikte en staarde ook naar de zee.

'Nelson belde. Hij wilde weten hoe het gaat.'

'Aardig van hem,' zei ik.

'Hij heeft echt veel berouw, Olivia.'

'Je breekt mijn hart,' zei ik. Samuel lachte.

'Nelson noemt jou nu de IJzeren Dame van de Cape.'

'Het interesseert me niet hoe hij me noemt,' zei ik. Samuel glimlachte. 'Echt niet.'

'Oké,' zei hij. ik ga een douche nemen en me kleden voor het eten.'

ik kom zo binnen,' zei ik.

'Die Haille... ik zweer je dat ze nu al naar me lacht als ze naar me opkijkt. Een geboren verleidster,' merkte hij op.

'Ik twijfel er niet aan,' zei ik.

Hij ging naar binnen en het begon wat harder te waaien. Ik meende de jongens te horen lachen en schreeuwen. In de dagen en jaren die komen gingen, zouden ze allemaal op dit grasveld spelen, dacht ik. Ze zouden alledrie opgroeien als één gezin.

'Ik heb gelijk. Ik weet zeker dat ik gelijk heb,' mompelde ik bij mezelf. Ik dacht dat als papa hier was, hij het met me eens zou zijn. Zelfs moeder zou het ermee eens zijn, al zou ze er niet over willen praten.

Op een dag zou Nelson beseffen wat ik allemaal voor hem gedaan had en zou hij dankbaarder zijn. Misschien zou hij zelfs wel van me gaan houden om wat ik was en geen wrok tegen me koesteren. Ik was ervan overtuigd.

Maar waarom voelde ik me dan zo triest en gedeprimeerd? Als ik gelijk had, waarom was ik dan niet voldaner?

Kon ik de toekomst maar zien, er één glimp van opvangen en absolute zekerheid hebben, zou dat niet fantastisch zijn? Maar dat was onmogelijk. Dat was of je in magie geloofde, dacht ik.

Ik herinnerde me een keer dat ik als klein meisje een zeeschelp had opgepakt en tegen mijn oor gehouden, zoals papa had gezegd dat ik moest doen, en het gebulder van de oceaan hoorde.

'Hoe kan de zee nou in een schelp zijn, papa?' vroeg ik.

'Die is niet in de schelp. De schelp is als oren die het gebulder van de zee vasthouden,' antwoordde hij. in de nacht ontsnapt het gebulder en keert terug naar de zee.'

Ik lachte.

'Dat is mal, papa.'

'Nee, Olivia, dat is waar. Het gebulder dat je hoort is het gebulder van honderd jaar geleden. Het is de stem van de zee diegevangen is. Als je heel goed luistert, hoor je misschien zelfs het gekrijs van een meeuw.'

Sceptisch luisterde ik weer en toen meende ik het te horen. Verbaasd sperde ik mijn ógen open.

'Geloof in iets magisch, Olivia. We hebben het allemaal nodig om in iets magisch te geloven.'

Hij pakte mijn hand en we liepen verder over het strand, lk hield de schelp vast en liet hem toen in het donker vallen. lk zou er mijn leven lang naar zoeken, dacht ik.