11. De huwelijksreis is voorbij
Toen ik nog heel jong was, nog geen zeven, denk ik, geloofde ik dat mijn ouders hun leven lang bij elkaar waren geweest. Ik had natuurlijk foto's van hen gezien toen ze kinderen waren, en foto's van hen met hun eigen ouders, maar niets daarvan leek reëel. Ik herinner me dat ik dacht dat familiealbums en oude foto's net als kinderboeken waren, sprookjes en legenden. Hoe konden mijn ouders een leven hebben gehad vóór het leven dat ik kende? Ze waren altijd hier, onsterfelijk, bevroren in de tijd, eeuwig jong. Papa was altijd papa, sterk, ruikend naar sigaren, zijn voetstappen zwaar en luid op de trap, zijn lach galmend door het huis, mannelijk. Moeder was altijd moeder, sierlijk, zacht, glimlachend, altijd geurend naar parfum, haar kleren kleurig en haar stappen even licht als haar lach, vrouwelijk.
Pas toen ik veel ouder was begon ik me af te vragen hoe de eerste dag van moeders nieuwe leven, haar leven met papa, was geweest. Toen ze terugkwam van haar huwelijksreis, betrad ze haar eigen huis toen vol opwinding, verlangend om elk moment van haar nieuwe identiteit te beleven? Of was ze doodsbang dat ze een rampzalig verkeerde beslissing had genomen?
Papa droeg haar niet over de drempel, dat weet ik. Ze plaagde hem altijd omdat hij dat niet had gedaan. Belinda en ik kregen vaak te horen dat hij het te druk had met het geven van bevelen aan zijn bedienden en het toezicht op het uitladen van de bagage. Ik weet zeker dat zij als eerste naar binnen was gegaan en daar bleef staan en dacht, dit is mijn nieuwe wereld, in goede en in slechte tijden. Ik ben hier. Ik vroeg me af of ze een opwelling had gevoeld om zich om te draaien en weg te rennen.
Samuel bood aan me over de drempel te dragen, maar ik weigerde.
'Het is een belachelijke traditie. Het is volkomen zinloos,' zei ik, terwijl ik hem wegduwde.
'Zeg nooit dat ik het niet heb aangeboden,' verklaarde hij en deed een stap opzij, zodat ik mijn nieuwe huis kon betreden.
Feitelijk had ik toen wel wat hulp kunnen gebruiken. Zoals het weerbericht had voorspeld, hadden we goed zeilweer voor onze huwelijksreis, en we deden alle dingen die Samuel gepland had, inclusief het aanleggen in havens en het eten in voortreffelijke restaurants, maar in plaats van verfrist en energiek terug te komen, voelde ik me zwak en uitgeput. We hadden een aantal keren gevrijd, en het werd inderdaad wat prettiger, maar hij scheen er altijd meer van te genieten dan ik, en dat verontrustte me. De dag voor het eind van onze huweljksreis werd ik ongesteld. Het was de juiste tijd, maar ik was nooit zo geregeld als de meeste vrouwen. Toen ik het hem vertelde, zei hij onmiddellijk dat ik het me niet aan moest trekken. Dat deed ik niet. Ik klaagde niet. Ik voelde me zelfs opgelucht, maar ik liet hem zo bezorgd zijn als hij maar wilde.
Ik had natuurlijk een flinke vinger in de pap wat de inrichting van ons huis betrof. Samuel was het nooit oneens met een voorstel van me, zelfs niet toen ik erop stond dat we gescheiden slaapkamers zouden hebben. Hij was tevreden dat we een verbindingsdeur hadden.
'Het zal elke keer net een romantisch avontuur zijn als ik bij je kom, Olivia,' zei hij, toen we voor het eerst de plannen van de architect bestudeerden met mijn veranderingen. 'Ik klop zachtjes aan en dan kun jij vragen: Wie is daar? We zullen net doen of we elkaar in het geheim ontmoeten.'
'Ik geloof dat we allebei te oud zijn voor spelletjes en fantasieën, Samuel.'
'O, daarvoor ben je nooit te oud, Olivia. Je kunt het licht uit laten, zoals jij prettig vindt, en ik zal net doen of ik een knappe vreemdeling ben die je verlichte raam zag toen ik langskwam en jou achter dat raam naar buiten zag kijken,' zei hij met een verleidelijke glimlach.
'Belachelijk,' zei ik, maar ik voelde mijn hart sneller kloppen bij de beelden die me voor ogen kwamen, vooral als Nelson Childs er een rol in speelde. In mijn dagdroom had Samuel hem verteld over onze spelletjes en kwam hij naar mijn huis toen Samuel weg was. Hij klopte op de tussendeur en ik deed het licht uit, en wist pas dat het Nelson was en niet Samuel toen hij naast mijn bed stond. Ik voelde me blozen bij die illusie. Samuel lachte, en bracht me terug in de werkelijkheid. 'Plaag je me, Samuel?'
'Nee. Nou ja, een beetje misschien, maar dat doen liefhebbende echtgenoten, Olivia.'
'Niet in dit huis en in dit huwelijk,' verklaarde ik. Hij lachte weer, maar zag de vastberaden blik in mijn ogen en werd weer serieus.
'Oké, we zullen ons gedragen zoals jij wilt... respectabel tot in ons diepste wezen. Zelfs., als we de liefde bedrijven,' zei hij. Hij wist dat die uitdrukking me ergerde. Wat een belachelijke manier om het uit te drukken... de liefde bedrijven, alsof liefde iets was dat uit wellust geboren werd.
Ik liet een slot maken voor de tussendeur, en al werd het niet hardop gezegd, er werd stilzwijgend aangenomen dat als het slot erop zat, ik liever niet had dat hij bij me kwam. Ik had al besloten dat het er heel vaak op zou zitten.
'Je kunt er zeker van zijn dat ik de deur van mijn kant nooit op slot zal doen, Olivia,' zei hij.
'En je kunt er zeker van zijn dat ik nooit voor iets anders in je kamer zal komen, Samuel, dan om iets onder vier ogen te bespreken. Ik ben niet agressief in dat opzicht,' merkte ik op. Hij glimlachte.
'In tegenstelling tot je zus,' antwoordde hij.
'Wat weet jij van Belinda?'
'Alleen wat je vader me heeft verteld, me heeft toevertrouwd,' zei hij snel. Toen glimlachte hij weer. ik begrijp nu waarom mannen dankbaar zijn als hun vrouw zoons baren.'
'Belinda kan iedereen tot die gedachte brengen,' gaf ik toe.
Zodra we ons geïnstalleerd hadden na onze huwelijksreis, besloot ik mijn vader op te zoeken om te zien hoe het hem verging zonder mij. In zekere zin hoopte ik dat de hele huishouding was ingestort, dat mijn toezicht op het personeel en de maaltijden zo noodzakelijk was, dat niets goed functioneerde als ik er niet was. Mijn ego verlangde dat, maar wat ik aantrof brak meer mijn hart dan dat het mijn trots streelde.
Het was al halverwege de middag, maar het huis was donker, alle gordijnen waren nog dicht. Ik had mijn huissleutel nog, dus ging ik gewoon naar binnen. Er brandde geen licht in de hal of in een van de kamers. Het was er zo stil, dat ik dacht dat niemand thuis was, zelfs Carmelita niet. Ik bleef even staan luisteren, in de hoop iemands stem te horen, maar ik hoorde zelfs Belinda's onnozele gebabbel niet. Ik keek naar de donkere trap en liep toen naar papa's studeerkamer.
Eerst dacht ik dat hij er niet was. Ook deze kamer was donker, de gordijnen waren gesloten, er brandden geen lampen. Ik wilde juist weggaan en boven gaan kijken of Belinda in haar kamer was, toen ik een zacht gekreun hoorde en verder de kamer in liep. Ik zag dat papa in slaap was gevallen in de leren stoel. Hij zat onderuitgezakt, zijn armen bungelden over de leuningen, zijn hoofd rustte op zijn rechterschouder. Naast de stoel op de grond stonden een open fles bourbon en een halfvol glas.
Ik knipte de leeslamp boven het bureau aan en het licht scheen op papa. Ik zag dat hij zich in dagen niet geschoren had. Zijn witte hemd stond open aan de hals en zat onder de bloed- en whiskyvlekken. Zijn haar zag eruit of hij urenlang met zijn vingers er doorheen had gestreken. Hij bromde wat, likte langs zijn lippen en ging verzitten in de stoel.
'Papa?'
Zijn gezicht vertrok alsof het woord hem pijn deed, maar hij deed zijn ogen niet open.
'Papa?' Ik schudde aan zijn arm en zijn oogleden trilden en gingen toen wijdopen.
'Wat?' Hij ging snel rechtop zitten, maar stopte toen alsof die beweging hem pijn deed. Op dat moment zag ik de scheur in de linkermouw van zijn overhemd en het opgedroogde bloed op zijn huid. Mijn blik dwaalde af naar zijn broek en ik zag de moddervlekken en iets wat eruitzag als een scheur bij de rechterknie.
Hij ging rechtop zitten.
'Olivia? Ben je thuis? Ik bedoel, ben je terug? Wat voor dag is het vandaag?' Hij wreef stevig met zijn droge handpalmen over zijn wangen en likte langs zijn lippen.
'Wat is er met je gebeurd, papa?' voeg ik zacht. Had hij gevochten?
'Gebeurd?'
'Je kleren zijn gescheurd en je bent gewond.'
'O,' zei hij, en knipperde snel met zijn oogleden, terwijl hij probeerde zijn geheugen op te frissen. 'Ik had een ongelukje buiten achter het huis. Het is niets. Het ziet er erger uit dan het is.'
'Wat voor ongelukje?'
ik struikelde over een boomstronk. Het was donker.'
'Wat deed je buiten in het donker? Wat is hier aan de hand? Waar is Belinda?' Ik vuurde mijn vragen 7.0 snel op hem af, dat hij maar één woord hoorde.
'Belinda?' Hij streek met zijn hand over zijn haar. 'Is ze er niet?'
'Ik weet het niet. Ik kom net binnen en ik heb nog niet boven gekeken. Wat deed je buiten in het donker, papa?'
'Deed?' Hij dwong zich tot een glimlachje. Het leek of zijn gezicht in glas was veranderd en de beweging van zijn lippen zijn wangen verbrijzelde. Alle kleine adertjes werden zichtbaar. 'Ik ging... een eindje wandelen, genieten van de nachtlucht. Je moeder en ik deden dat vaak. Dan gingen we buiten zitten en staarden naar de zee en de sterren, maar het was bewolkt en ik lette niet op waar ik liep.'
'Je ziet eruit of je een flinke val hebt gemaakt, papa. Je ziet eruit of je holde en niet liep,' zei ik, met achterdochtig samengeknepen ogen.
Hij keek me strak aan.
'Wat is er echt gebeurd, papa?' vroeg ik. Leugens tussen ons waren als vissen op het droge. Ze hadden een kort, pijnlijk leven.
ik kan jou niet voor de gek houden, hè, Olivia? Dat heb ik nooit gekund,' zei hij. Zijn lippen trilden, zijn hele gezicht vertrok en leek werkelijk als een stuk porselein te zullen verbrijzelen.
'Wat is er gebeurd, papa? Wat was hier aan de hand? Heeft het iets te maken met Belinda?'
Hij schudde zijn hoofd en keek even zenuwachtig om zich heen. Zijn lippen bewogen, maar er kwam geen geluid uit zijn mond. Toen ging zijn hand omlaag en hij pakte de fles bourbon. Hij bracht hem aan zijn lippen en nam een slok. Het was of de smaak en de hitte van de bourbon in zijn keel zijn spraakvermogen terugbracht.
ik heb zijn stem gehoord,' fluisterde hij. Hij boog zich naar me toe, met opengesperde, verwilderde ogen. 'lk heb hem horen huilen, Olivia.'
'Wat?' Ik bracht mijn handen naar mijn keel en deed een stap achteruit. 'Wiens stem?'
'Sst,' zei hij, naar de deur kijkend. 'Zij weet er niets van.'
'Wie?'
'Carmelita. Maar ze kijkt me soms met zulke beschuldigende ogen aan, Olivia,' zei hij hoofdschuddend. 'Ik denk dat zij hem ook hoort, en ze wil weten wat het is. Ze heeft me gisteren verteld dat ze erover denkt bij haar zuster in New Haven te gaan wonen. Jerome heeft al opgezegd. Hij gaat aanstaande dinsdag weg. Naar Florida, zegt hij. Hij beweert dat het het klimaat is, maar ik weet dat het is omdat ze het allemaal weten,' ging papa met een knikje verder. Toen nam hij nog een slok whisky en sloot zijn ogen.
Mijn hart bonsde. Ik had het gevoel of mijn ribben tegen elkaar stootten. Ik haalde diep adem. Ik wist wat papa bedoelde, maar ik moest het hem horen zeggen.
'Wiens stem heb je daar buiten gehoord, papa? Wie huilde?'
Hij deed zijn ogen open, maar staarde naar het plafond.
'Haar kleintje, de naamloze. Ik heb hem geplant als zaad. Het heeft je moeder altijd gehinderd, Olivia. Ze stond vaak bij het raam en keek naar buiten en dacht aan hem. Ze heeft nooit een woord gezegd tegen jou of Belinda, maar soms werd ze 's nachts met een schok wakker en dan huilde ze zachtjes. Ik hoefde niet te vragen waarom. Ik hoorde hetzelfde en negeerde het.'
'Je hoorde niets, papa. Het is je verbeelding. Misschien omdat je te veel drinkt.'
'Nee,' hield hij vol.
'Oké, papa. Oké. Je moet naar boven en wat gaan slapen. Ik zal zien of Belinda thuis is. Ben je nog op kantoor geweest terwijl ik weg was?'
'Ik weet het niet. Ik geloof dat ik er een dag geweest ben. De tijd lijkt voorbij te vliegen. Is je huwelijksreis al voorbij?'
'Ja, papa.'
'Hmm. Waai- is Samuel?'
'Bij zijn vader thuis. Ik had gehoopt dat jij en Belinda vanavond bij ons zouden komen eten.'
'O, dat is een goed idee. Ik zal me wassen en wat slapen en dan ga ik naar jou en Samuel.'
'Je bent lelijk gevallen, papa.'
'Wat? O, ja, ik denk dat ik over een steen ben gestruikeld en een eindje de heuvel ben afgerold.'
'De heuvel af? Bedoel je dat je bijna tot aan de rotsen bent gevallen?'
'O... nee, het is niets.' Hij wilde overeind komen uit de stoel. Ik kon zien dat de wond in zijn been ernstiger was dan hij besefte. Hij had erg veel pijn toen hij met zijn volle gewicht op zijn been steunde.
'Misschien kan de dokter beter even naar je kijken, papa.'
'Nee,' zei hij snel. 'Het is niets. Ik ga me alleen even wassen en wat rusten.'
'Wist Belinda datje was gevallen?' vroeg ik.
'Belinda?' Hij staarde me peinzend aan. 'O, nu herinner ik het me weer. Ik geloof dat ze bij een van haar vriendinnen was. Ik geloof dat ze ergens heen gingen.'
'Wanneer?'
Hij krabde op zijn hoofd.
'Het lijkt me dat ze vlak na je huwelijk weg is gegaan.'
'En sinds die tijd is ze niet meer terug geweest?'
'Ik weet het niet zeker.'
'O, papa. Je weet datje haar beter in de gaten moet houden. Je had het beloofd.'
Ik pakte hem bij zijn rechterarm en hielp hem om de stoel heen naar de deur. Het leek of hij pijn had als hij op dat been liep.
'Weel je zeker dat je vandaag niet even naar de dokter wilt, papa?'
'Het is niets. Ik voel me best,' zei hij. 'Je hoeft me niet vast te houden, Olivia.'
'Oké, ik ga naar boven om te zien of Belinda terug is,' zei ik en liep vóór hem de kamer uil.
De deur van Belinda's slaapkamer stond open en een snelle blik op haar bed en de kamer overtuigde me ervan dat ze hier al een tijdje niet meer geweest was. Ik hoorde papa beneden praten en liep terug naar de trap. Carmelita stond naast hem aan de voet van de trap.
'Bent u dat, miss Olivia?' vroeg ze, naar me omhoog kijkend. 'Ik wist niet dat u er was.'
'Ik ben net aangekomen. Weet je waar mijn zus is?'
'Ik heb haar in dagen niet gezien,' zei Carmelita.
Papa worstelde zich de trap op, hees zich omhoog aan de leuning. Ik [iep haastig de trap af om hem te helpen, want hij wankelde, Carmelita stond vlak achter hem en legde haar hand tegen de onderkant van zijn rug om hem te steunen. Ze keek naar mij en schudde haar hoofd.
'Hoe lang is hij al zo?' vroeg ik.
'Het is begonnen op de dag na uw huwelijk. Miss Belinda was weg en hij was alleen. Middenin de nacht hoorde ik hem buiten aan de achterkant van het huis en stuurde Jerome naar hem toe. Uw vader had te veel gedronken. Jerome heeft hem twee keer naar binnen gebracht. Uw vader brabbelde en huilde, maar de derde keer kregen ze ruzie. Toen heeft Jerome ontslag genomen.'
'En jij gaat ook weg, heb ik begrepen?'
'Ja,' zei ze. ik krijg nu mijn pensioen en kan van mijn oude dag genieten. Mijn zus, wier man vorig jaar is overleden, wil graag dat ik bij haar kom wonen.'
Ik staarde haar aan en ze schudde haar hoofd.
'Het spijt me, miss Olivia, maar nu uw moeder er niet meer is... nou ja, dit is geen gelukkig, opgewekt huis meer. Ik weet zeker dat u gauw genoeg iemand anders zult vinden, maar ik zal blijven zolang ik kan.'
'Dank je. Waar is Jerome?'
'O, hij gaat naar het dorp als zijn werktijd is afgelopen, miss Olivia. Daar is hij nu. Uw vader wil trouwens toch niet dat hij in de tuin werkt. Hij wil niet dat Jerome iets aanraakt... bloemen, heesters, hij mag niet wieden en niet graven. Zoals u ziet,' ging ze verder met een knikje naar papa, 'is hij er slecht aan toe. Hij drinkt te veel. Ik ben blij dat u thuis bent.'
'Ik zal voor hem zorgen,' zei ik. Ze knikte.
'Als u me nodig hebt, ben ik beneden.'
'Dank je, Carmelita.'
'Het spijt me, miss Olivia. Uw moeder was het hart en de ziel van dit huis. Nu zij weg is...'
'Dank je, Carmelita,' zei ik kortaf. Ze had het duidelijk genoeg gemaakt. Ik hoefde het niet voortdurend te horen. Ze perste haar lippen op elkaar en verliet de kamer.
Ik klopte op de deur van de badkamer.
'Gaat het goed met je, papa?'
'Ja,' zei hij. ik neem een douche en ga wat rusten en dan kunnen jij en Samuel me alles vertellen over jullie huwelijksreis.'
'Weet je het zeker, papa?'
'Ja,' zei hij.
Ik dacht erover naar kantoor te gaan om te zien hoe slecht het daar gesteld was, vooral wat er allemaal voor werk was blijven liggen. Maar toen ik de trap af liep, ging de voordeur open. Eerst kwam haar lach binnen en toen volgde Belinda, samen met een onbekende jongeman. Hij had zijn hand om haar middel. Ze draaide zich om en ze zoenden elkaar in de hal. De handen van de man gleden langs Belinda's rug omlaag tot ze haar billen omvatten en hij haar praktisch van de grond tilde. Ze gaf een gilletje van verrukking.
'Belinda!'
Ze maakte zich los uit zijn armen en staarde naar mij. Haar hand ging onmiddellijk naar haar lippen, maar ze bleef glimlachen.
'Oeps,' zei ze en hikte.
De jongeman deed een stap achteruit. Hij droeg een geel-wit gestreept shirt en een verschoten spijkerbroek en had lang, vettig haar. Tot mijn verbazing zag ik dat hij blootsvoets was.
Belinda's lichtgroene blouse hing ver genoeg open om het grootste deel van haar behaloze boezem te onthullen.
'Hallo, Olivia. Dit is mijn zus Olivia,' verklaarde ze. 'Olivia, dit is Bryan.'
'Ryan,' verbeterde de jongeman haar.
'O, nou ja, Ryan. Ryan, dit is mijn oudste zus, Olivia. Ze is net getrouwd. Hoe was je huwelijksreis, Olivia? Was het roerig op zee?'
Ik keek haar kwaad aan. Ze wankelde, probeerde te blijven glimlachen en hield zich vast aan de deurpost om in evenwicht te blijven. Ik keek naar de jongeman.
ik denk dat u beter weg kunt gaan,' zei ik. Hij leek onmiddellijk te ontnuchteren.
'O. Natuurlijk. Ik ging juist... ik kan toch niet blijven,' legde hij uit. ik moet...'
'Het interesseert me niet waarom u denkt dat u niet kunt blijven. Ga weg alstublieft,' beval ik.
Hij knikte.
'Hé, wacht eens even,' begon Belinda. 'Ik heb Bryan vanavond te eten gevraagd.'
'Ryan,' verbeterde hij haar weer en liep achteruit. 'Het geeft niet. Ik heb geen honger. Prettig u te hebben ontmoet,' zei hij met een blik op mij, en verdween toen snel.
'Hé?' riep Belinda hem achterna. Ze draaide zich woedend naar mij om. 'Dat is niet erg aardig, Olivia. Hij heeft me een lift gegeven, helemaal uit...' Ze aarzelde. 'Ergens ver weg en het minste dat we konden doen...'
'Je bent dronken, Belinda, en je bent niet meer thuis geweest sinds ik weg ben. Waar heb je gezeten?'
'Bij vrienden,' verklaarde ze, met haar handen op haar heupen. 'Jij bent getrouwd en woont nu in je eigen huis, dus kom niet hier de baas over me spelen. En ik ben niet dronken.' Ze hikte weer en strompelde naar de trap.
'Ik moet naar kantoor,' zei ik. ik ga mijn tijd niet verspillen om jou te ontnuchteren en voor je te zorgen, terwijl jij hier had horen te zijn om voor papa te zorgen. Je bent een egoïstische, onnadenkende meid, Belinda, en op een dag zul je wakker worden en merken datje gestrand bent op een eiland van waanzin. Ik zal je niet komen redden, dat beloof ik je.' Met die woorden liep ik langs haai- heen.
Ze probeerde iets te zeggen, maar ik sloeg de deur achter me dicht voor ze een woord kon uitbrengen. Mijn geweten waarschuwde me dat ze de trap af kon vallen als ze probeerde naar haar kamer te komen, maar het kon me niet schelen. Het zou haar verdiende loon zijn. Toen ik in mijn auto stapte en naar kantoor reed, was ik zo woedend, dat ik ervan overtuigd was dat de rook uit mijn neusgaten dampte.
Wat ik op kantoor aantrof, bevestigde mijn angstigste vermoedens. Niet alleen was papa er niet geweest om de zaken te behartigen, maar hij had telefoontjes naar huis niet beantwoord en had sommige accounts verloren laten gaan.
Ik ging meteen aan het werk en bracht zoveel mogelijk orde op zaken in de paar uur die ik er was. Samuel belde. Hij was naar me op zoek.
'Ik had zo'n idee dat ik je hier zou vinden toen Carmelita me vertelde dat je een paar uur geleden het huis had verlaten. Ik dacht dat we morgen pas weer aan het werk zouden gaan, Olivia,' klaagde hij toen hij hoorde waar ik mee bezig was.
'Ik kan me die luxe niet permitteren. Mijn vader heeft de zaken volkomen verwaarloosd, Samuel. Ik kom pas veel later thuis.'
'Maar... ons diner dan? Ik heb gereserveerd op de club. We hebben daar met mensen afgesproken.'
ik heb niet veel honger. Ga maar zonder mij als je wilt,' zei ik.
'Dat is belachelijk. Het kan toch nog wel één dag wachten,' kermde hij.
'Je hoort langzamerhand wel te weten dat ik niet van uitstel hou, Samuel. Als er iets gedaan moet worden, doe ik het,' zei ik op een toon die de woorden in zijn brein moest prenten.
'Natuurlijk,' mompelde hij. 'Misschien kan ik je komen helpen,' ging hij verder, maar zonder veel enthousiasme.
'Je kunt hier niets doen. Het zou nog langer duren als ik het je eerst allemaal uit moest leggen, Samuel. Ik ben erg van streek,' zei ik, en vertelde hem iets over Belinda's gedrag tijdens onze afwezigheid.
ik begrijp het,' zei hij.
'Het is beter dat ik aan het werk ga om mijn gedachten van mijn woede af te leiden.'
'Goed. Ik ga naar de club en zal wachten tot je komt. Misschien ben je nog op tijd klaar en...'
'Wacht niet op mij met eten. Als ik kan komen, kom ik,' beloofde ik, maar ik wist dat het een loze belofte was. Samuel legde zich er snel bij neer. Hij leek op veel andere mensen die ik kende: tevreden zolang de schijn werd opgehouden, zolang ze zichzelf voor de gek konden houden en in iets geloven waarvan ze wisten dat het niet zou gebeuren of niet waar was.
Er was zoveel te doen dat ik verdiept raakte in mijn werk en niet op de tijd lette. Toen Samuel weer belde, was hij al thuis uit de club.
ik dacht al dat je daar nog zou zijn,' zei hij. ik kan het is gewoon niet geloven datje nog steeds aan het werk bent, Olivia.'
Zelfs ik was verbaasd toen ik op de klok keek.
'Ik kom meteen naar huis, Samuel,' zei ik.
iedereen op de club wilde weten waar je was. Toen ik ze vertelde datje meteen naar kantoor was gegaan, waren ze erg onder de indruk,' zei Samuel. Ik hoorde aan zijn stem, dat 'onder de indruk' niet helemaal de manier was waarop ze gereageerd hadden.
'Ik moet mijn vader even bellen om te zien hoe het met hem gaat,' zei ik. Ik besefte dat ik totaal vergeten was hem te bellen. 'Tot straks.'
Toen ik papa belde, bleef de telefoon overgaan tot Carmelita eindelijk opnam.
'O, miss Olivia? Uw vader? Ik heb hem niet meer gezien sinds we hem naar boven hebben geholpen. Hij is in slaap gevallen en is niet beneden gekomen om te eten.'
'En Belinda?'
ik heb haar in de keuken gehoord, vlak nadat u weg was. Ik ben naar haar toegegaan om haar te helpen iets te eten te maken en toen ging zij ook naar boven. Ik dacht dat ze sliep, maar een uur geleden hoorde ik iemand aan de deur en is ze weggegaan.'
'Oké, Carmelita. Bel me als je me nodig hebt,' zei ik, en gaf haar mijn telefoonnummer thuis.
Samuel zat televisie te kijken in de zitkamer toen ik terugkwam in ons nieuwe huis. Hij wilde alles weten over het werk dat ik had gedaan, maar ik zei dat ik te moe was om het te herhalen of te beschrijven.
'Laten we het erop houden, Samuel, dat ik een hele hoop werk heb verzet, maar dat er nog heel wat te doen valt.'
'Goed,' zei hij. Hij klapte in zijn handen en wreef zijn palmen tegen elkaar. 'Vanaf morgen ben ik er om je te helpen, Olivia. Ik zal de achterstand inhalen, dat beloof ik je. We gaan samen iets opbouwen.'
'We hebben hier al iets opgebouwd, Samuel. We moeten dat vasthouden,' zei ik op droge toon.
'Natuurlijk.'
Ik dronk thee en at een paar toastjes en besloot toen meteen naar bed te gaan. Samuel bleef beneden televisiekijken. In de komende dagen moest ik sollicitatiegesprekken voeren en personeel aannemen, en ook moest ik papa weer naar zijn werk zien te krijgen. Ik zou al mijn kracht nodig hebben. Ik herinner me dat ik zo uitgeput was dat ik pas toen ik mijn hoofd op het kussen legde en het licht uit was, besefte dat dit de eerste nacht was dat ik in mijn nieuwe huis sliep.
In de dagen en weken die volgden maakte ik me steeds ongeruster over papa. Hij kwam weer op kantoor, maar ik kon zien dat hij nog steeds te veel dronk. Daarom zorgde hij niet goed voor zichzelf, en soms zag hij eruit of hij had geslapen in de kleren die hij naar kantoor droeg. Ik merkte dat hij vaak moeite had zich te concentreren. Hij had een uur nodig om iets te lezen en te controleren wat hem anders niet langer dan een paar minuten zou kosten. Ik vond dat hij er ook ouder uit begon te zien. Zijn haar was grijzer; de rimpels in zijn gezicht werden dieper en zijn vroeger krachtige, rechte gestalte degenereerde, tot hij met een enigszins kromme rug liep. Het leek of zijn droefheid een loodzwaar gewicht op zijn schouders legde.
Het was zinloos om naar Belinda te informeren. Nu ik weg was uit huis en papa niet bij de tijd was, leek ze op een ballon die iemand in de wind had losgelaten. Ze was onmogelijk in bedwang te houden. Haar grillen bliezen haar in het wilde weg van de ene plaats naar de andere. Ze vermeed mij zoveel mogelijk, was zelden thuis als ik op bezoek kwam, en als ze er was, maakte ze zich altijd op om naar een of andere afspraak te gaan. Papa voelde zich volkomen overweldigd. Ik probeerde hem aan het verstand te brengen wat er gebeurde.
'Ze is nooit erg evenwichtig geweest, papa, en dat was toen ze onder jouw en mijn toezicht stond. Nu ik niet meer thuis ben, moetje meer op haar letten, belangstelling opbrengen voor wat ze doet, wie ze ziet en waar ze naartoe gaat. Geef haar niet zoveel geld. Laat haar nadenken over haar toekomst.'
ik weet het,' zei hij. 'Ik zal het doen,' beloofde hij. Maar het leek of zijn brein een magneet was die zijn kracht verloren had. Alles wat er vroeger aan was blijven plakken, viel eraf, uit zijn geheugen en zijn gedachten.
Samuel zag wat er met hem aan de hand was en het strekte hem tot eer dat hij probeerde te helpen. Hij bezocht papa bijna even vaak als ik wanneer papa niet op kantoor kwam of ik het te druk had om zelf weg te kunnen. Als hij Belinda in een bar of restaurant zag, probeerde hij haar mee naar huis te nemen of haar te beletten zoveel te drinken. Hij wist hoe ik het me aantrok als ik van anderen hoorde wat ze gedaan had, dus probeerde hij de klap te verzachten door het me zelf te vertellen.
Samuel was blij als hij weg kon uit kantoor, ondanks zijn grote woorden en beloften dat hij samen met mij onze zaak zou opbouwen. Hij begon zich algauw te beschouwen als onze public relations expert.
'We moeten sociaal met andere zakenmensen omgaan, Olivia, en jij bent niet zo dol op al dat, zoals jij het noemt, stomme gedoe. Ik zal dat wel voor mijn rekening nemen,' verzekerde hij me, en kwam vervolgens met onkostennota's die het viervoudige waren van onze vroegere onkosten. Hij rechtvaardigde het altijd door te beweren dat het van de belastingen kon worden afgetrokken, of dat het nieuwe zaken binnenbracht. Wal het zelden deed. Sommige mensen die hij entertainde hadden zelfs weinig of niets te maken met wat wij deden, en toen ik hem daarop wees, zei hij, ja, maar ze zijn gerelateerd aan mensen die belangrijk zijn voor onze zaak.
Papa keurde niet af wat Samuel deed, en soms vergezelde hij hem zelfs en scheen zich daarbij te amuseren. Het kwam tegenwoordig niet zo vaak meer voor dat hij plezier leek te hebben, dus slikte ik mijn kritiek in. Samuel scheen de beperkingen van zijn capaciteiten, interesse en concentratievermogen te beseffen en te accepteren, en probeerde geen van mijn verantwoordelijkheden over te nemen.
'Dat is meer Olivia's terrein,' zei hij. Zoals bleek, was praktisch alles wat werk inhield 'Olivia's terrein'.
Maar althans in het begin dacht ik dat iets van wat Samuel deed waardevol was. We werden algauw de lievelingen van het liefdadigheids- en sociale circuit, stonden bovenaan ieders lijst van uitnodigingen voor elk belangrijk sociaal evenement. Samuel stond erop dat ik mijn garderobe verbeterde en kostbaardere juwelen kocht, waarvan hij de meeste zelf voor me kocht, ten laste van onze rekening. Hij was ook nooit zuinig met zijn eigen garderobe.
We begonnen zelf elegante diners te geven en leerden dankzij Samuels sociabele gedrag invloedrijke mensen kennen als politici en regeringsambtenaren, van wie velen inderdaad enig gezag hadden over onze ondernemingen.
De society-gebeurtenis waar ik het meest naar uitkeek was natuurlijk het huwelijk van Nelson Childs. Het was maanden geleden sinds ik hem voor het laatst had gezien. Hij had zijn rechtenstudie achter de rug, had zijn examen voor advocaat gedaan en was opgenomen in het kantoor van zijn vader. Zijn naam stond al gegraveerd op het bord op de muur van het advocatenkantoor van zijn vader, en altijd als ik er langsreed, begon mijn hart sneller te kloppen. Soms reed ik met opzet om, alleen om langs dat bord te rijden. Later gaf ik mezelf op mijn kop en verweet mezelf dat ik me gedroeg als een verliefd schoolmeisje. Hij was mijn aanbidder niet; hij ging trouwen met iemand anders en ik was al met iemand anders getrouwd. Waar was ik in godsnaam mee bezig?
Iedereen die op Nelsons huwelijk was uitgenodigd wist hoeveel voorbereidingen eraan vooraf waren gegaan. De verwachtingen waren hooggespannen. Papa en Belinda waren natuurlijk uitgenodigd, maar Belinda zei dat ze er niet naartoe ging. Het speet me niet echt. Het was een van de weinige keren dat ik haar thuis had getroffen. Ze was in haar kamer bezig haai- koffer te pakken voor een tochtje dat ze ging maken met een paar nieuwe vrienden.
'Wie zijn die mensen?' vroeg ik.
'Gewoon een paar mensen die ik heb leren kennen. Jij zou ze niet aardig vinden,' voegde ze er snel aan toe.
'Waarom, omdat ze drinken en geen werk hebben?' Belinda zweeg en zette haar handen op haar heupen.
'Nee, omdat ze liever plezier maken dan werken.'
'Hoeven ze niet te werken? Wat zijn het voor mensen, verwende, rijke kinderen zoals jij, of dieven?'
'Ik wil met jou niet over ze praten, Olivia,' zei ze met tranen in haar ogen.
'Dus je gaat niet naar het huwelijk?' vroeg ik. Ze glimlachte naar me.
'Nee, Olivia. Je mag hem helemaal voor jezelf hebben.'
Ik voelde de hitte in mijn hals en mijn gezicht.
'Dit is niet leuk meer, Belinda. Ik was niet in het botenhuis. Dat was jij.'
'Maar je wilde dat jij het was,' zei ze.
Ik had het gevoel of de lucht om ons heen te heet was geworden om in te ademen.
'Je man weet wat je voor Nelson voelt,' ging ze verder.
'Heb jij iets stoms tegen Samuel gezegd?'
'Nee, maar hij weet het. Ik kan het zien.' Ze ging verder met pakken. 'Jullie zijn niet bepaald tortelduifjes. Jullie slapen in gescheiden slaapkamers in gescheiden bedden.'
'Dat gaat jou niets aan.'
'Nee,' zei ze lachend. 'En ik ben blij toe, maar misschien geef je Sam niet voldoende kans zichzelf te bewijzen,' ging ze verder, mijn woede tartend. 'Als je dat wél deed, zou je misschien niet zoveel dromen over Nelson Childs.'
'Hou op!'
'Het enige wat ik zeg is dat ik denk dat Samuel... een goede minnaar kan zijn. Is hij dat?'
'Ik heb genoeg van dit stomme gesprek, maar ik waarschuw je, als je iets van deze onzin tegen iemand zegt en ik hoor het...'
'Verban je me uit de familie, ik weet het,' zei ze. 'Maak je niet ongerust. Het interesseert me niet genoeg om er iets over te zeggen. Ik heb het te druk met plezier maken.'
'Op onze kosten. Wil je nooit iets van je leven maken?' vroeg
ik.
ik geloof dat ik dat al doe,' antwoordde ze. 'Ik maak er een plezierige tijd van.'
Ik liet haar alleen en ging me beklagen bij papa, die slechts zijn hoofd schudde.
'Ze komt wel tot rust, Olivia,' mompelde hij. 'Je zult het zien.'
'Je bedriegt jezelf, papa. Dat is nog erger dan anderen bedriegen.'
Hij staarde me alleen maar aan. Hij was zo mager geworden en hij zag er zo bleek en vermoeid uit tegenwoordig. Ik had het hart niet hem lastig te vallen over Belinda. Laat ze zelf haar ondergang maar 'bewerkstelligen, dacht ik, en zette het uit mijn hoofd.
In plaats daarvan wilde ik eraan denken wat ik aan zou trekken en hoe ik eruit zou zien op Nelsons huwelijk. Niets wat in mijn kast hing leek me goed genoeg. Ik moest iets bijzonders hebben. In mijn hart hoopte ik dat Nelson naar me zou kijken en denken dat hij misschien zijn kans gemist had. Hij had iemand kunnen krijgen die aantrekkelijk en intelligent was. Hij had een perfecte partner kunnen hebben, iemand die hem zou hebben geholpen alles te worden waartoe hij in staat was in plaats van met een meisje uit de society te trouwen.
Ik herinnerde me de ontwerpster die voor mama een speciale jurk had gemaakt voor Belinda's diploma-uitreiking. Ze liet me de laatste mode zien en ontwierp een jurk voor me. Toen ik zag wat haar bedoeling was, moest ik onmiddellijk denken dat Belinda zou huilen van jaloezie als ze hem zag. De jurk was van smaragdgroene chiffon met lovertjes langs beide kanten van de diep uitgesneden V-hals, en lovertjes op de manchetten. Ik had een diamanten hanger met bijpassende oorbellen om erbij te dragen, en ik ging op stap om het perfecte paar bijpassende schoenen te zoeken. Toen liet ik mijn haar en mijn nagels doen, iets wat ik nooit eerder door een schoonheidsspecialiste had laten doen.
'Je treft meer voorbereidingen voor andermans bruiloft dan je voor je eigen bruiloft hebt gedaan,' merkte Samuel spottend op. Hij glimlachte, maar ik vroeg me af wat er verborgen lag achter die lachende ogen. Heel wat waarheden werden in scherts gezegd, en wie weet wat Belinda hem had verteld?
'Ik geloof datje trots op me kunt zijn,' zei ik, terwijl ik mijn ogen afwendde.
'O, dat ben ik ook. We zullen alweer de aandacht van Nelson en Louise afleiden. Die vrouw zal je nog gaan haten, Olivia.'
'Dat denk ik niet,' zei ik. Maar heimelijk, diep in mijn hart, hoopte ik dat hij gelijk had, Niet omdat ik de aandacht stal op haar huwelijk, maar omdat ik Nelsons hart stal.