8. Bekentenis op het sterfbed

Er waren momenten waarop ik meende dat Samuel Logan het advies had gekregen dat de weg naar mijn hart was om elk vrij moment van me in beslag te nemen. Sinds onze eerste afspraak ging er geen dag voorbij dat hij niet belde en met een of ander voorstel kwam. Meestal amuseerde ik me in zijn gezelschap. Onze zeilafspraak was prettig en succesvol. Hij kon goed zeilen en zag er op zee nog meer op zijn gemak uit dan op het land.

'De zee zit me in het bloed,' zei hij. 'Het normale percentage zout in ons lichaam is in het mijne verdubbeld. Mijn vader zegt dat ik als baby het meest tevreden was als hij en mijn moeder me meenamen in een boot. Het deinen van de golven en het geluid van de branding waren het beste slaaplied. We zijn allebei kinderen van de zee, Olivia. Onze levens zijn er zo hecht mee verbonden, dat we niet ver van de kust vandaan kunnen.'

Ik luisterde naar hem als we aten, of in de auto zaten, of als we door het dorp wandelden, en ik dacht dat Samuel Logan beslist een goede verkoper was. Ik moest toegeven dat ik genoot van de aandacht, genoot van het uitgaan naar restaurants en films, van het feit dat autoportieren voor me werden opengehouden en een aantrekkelijke man me overal begeleidde tot het de mensen begon op te vallen en ze ons gingen beschouwen als een koppel. Ik wist dat moeder blij voor me was. Belinda daarentegen eiste alle eer voor zichzelf op.

'Als ik je niet had overgehaald je wat op te tutten, zou je misschien nooit zijn aandacht zijn blijven trekken, Olivia.'

'Als hij alleen maar belangstelling voor me heeft dankzij wat lippenstift en rouge, heb ik medelijden met hem,' antwoordde ik. Ze begreep het natuurlijk verkeerd.

'Dus je bent met hem naar bed geweest. Hoe was het?' vroeg ze op een avond toen ik me weer gereedmaakte om met hem te gaan eten. 'Alles wat je ervan gehoopt had?' ging ze verder met dat maffe lachje van haar.

'Natuurlijk ben ik niet met hem naar bed geweest,' snauwde ik. 'Ik spring niet in bed met de eerste de beste man die aanbelt. Of met welke man ook, zoals iemand die ik ken.'

'Heeft hij het niet geprobeerd?' ging ze onverdroten verder, met ondeugend glinsterende ogen. 'Wilde je niet dat hij het zou proberen?'

'Hou op,' zei ik, terwijl ik me weer omdraaide naar de spiegel. 'Zo'n soort gesprek kun je met je zaagselvriendinnen voeren, maar niet met mij.'

'Ik vraag me alleen af wat jullie dan doen,' zei ze schouderophalend.

Ik keerde me met een ruk weer naar haar om.

'Je vraagt je af wat we doen? We doen wat volwassen mensen doen. We gaan uit eten. We praten. We bewonderen het landschap. We gaan naar een kunstgalerie of naar het theater of de bioscoop en praten over het verhaal, de personages. We leren elkaar beter kennen om te zien of we echt bij elkaar passen, en dan, als we ons met elkaar op ons gemak voelen, ontwikkelen we ons op andere manieren,' zei ik.

Ze barstte in lachen uit.

'Wat is er zo grappig, Belinda?'

'Tegen die tijd hebben jullie allebei grijze haren en geen tanden meer,' verklaarde ze.

'Maar ik zal geen zwangerschap hoeven te verbergen en ik word niet van school gestuurd,' kaatste ik terug. Haar glimlach vloog ais een angstig vogeltje van haar gezicht en werd vervangen door een frons.

'Ik probeerde alleen maar een grapje te maken, Olivia. Je hoeft niet zo gemeen te doen.'

ik kom te laat,' zei ik. Ik wilde een eind maken aan dat idiote gesprek. Ik draaide me om.

'Goed.' Ze liep naar de la van mijn kast. 'Die heb ik vanavond nodig,' zei ze, terwijl ze haar beha terugnam.

'Waar ga je naartoe?'

'Uit, om me op andere manieren te ontwikkelen,' zei ze en liep de kamer uit.

Ik voelde dat ik rood werd van woede en dacht toen na en begon te glimlachen. Het was amusant. Voor het eerst sinds ik me kon heugen was Belinda jaloers op me. Onze ouders praatten over mijn relatie met Samuel, stelden me vragen over onze uitstapjes, terwijl zij erbij stond of zat en luisterde. Vrienden van de familie maakten opmerkingen tegen haar over mijn romantische relatie en niet over die van haar. En het belangrijkste, voorzover ik kon beoordelen, was dat Samuel, ondanks haar flirtende houding geen speciale aandacht aan haar besteedde. De jaloezie droop van Belinda's lippen en ze wist niet hoe ze moest beletten dat die de roze wolken waarop ze dreef bezoedelde. Wrok en woede waren haar enige verdedigingsmiddel. Ik dacht dat het uit pure ergernis was toen ze op een avond aan het eten verkondigde dat ze niet naar Nelson Childs' verlovingsfeest ging.

'Jij kunt met Olivia en Samuel gaan, papa,' zei ze. 'Er komt toch niemand van mijn vrienden.'

'Je zou eens moeten proberen andere vrienden te maken,' Belinda,' zei ik.

'Mijn vrienden zijn goed genoeg.'

'Goed genoeg als je eeuwig op school wilt blijven,' antwoordde ik. Er glansden tranen in haar ogen.

'Je denkt datje alles over mannen weet, alleen omdat je nu een vaste vriend hebt. Je kunt het niet laten om de baas te spelen over mijn leven. Ik ben niet zoals jij.'

'Dat is altijd al overduidelijk geweest.'

'Ik wil niet zijn zoals jij!'

'Hou onmiddellijk op met dat geruzie,' beval papa. Gelukkig was moeder nu altijd boven als we aten, en hoefde ze niet te luisteren naar Belinda's geweeklaag.

Ze stopte een stuk brood in haar mond en keek me woedend aan alsof ze wilde zeggen dat ze haar woorden zou inslikken, maar niet haar gedachten.

'Als je er niet heen wilt, dan hoefje niet, Belinda,' gaf papa toe.

Ik keek hem verbaasd aan. Hij zou zijn vriend kolonel Childs niet willen beledigen, maar bij nader inzien dacht ik dat hij besefte dat het misschien beter was als Belinda niet ging. Hij zou zich niet ongerust hoeven te maken over haar gedrag of over de dwaze dingen die ze kon zeggen. Hij was al ongerust genoeg tegenwoordig. Moeder leek voortdurend zwakker te worden en haar maagkwaal was teruggekomen. Hij en ik waren bang dat we bij de volgende controle alleen maar slecht nieuws te horen zouden krijgen. De dreiging hing boven ons huis als een storm die dreigde onze familie de zee in te jagen. Papa liep met een somber gezicht rond. Zijn ogen waren donker van ongerustheid en er liepen diepe lijnen die ik nooit eerder gezien had van zijn neus naar zijn lippen. Hij liep met een schommelende gang en met afhangende schouders. Zijn kracht leek te worden opgezogen door de donkere schaduwen bij de muren van ons huis, die zich leken te verheugen op het afgrijselijke dat voor onze deur stond. Maar eerst kwam er iets anders.

De ochtend van Nelsons verlovingsfeest belde Samuel om me te vragen of hij me meteen kon spreken.

'Kan het niet wachten tot je me komt halen om naar de Childs te gaan, Samuel?'

'Nee,' zei hij. 'Tk wil een moment met jou alleen hebben, Olivia. Alsjeblieft,' zei hij op smekende toon.

Moeder bleef elke dag langer slapen en met de verpleegster bij haar, had ik niet veel te doen. Ik stemde toe, kamde mijn haar, trok een van mijn nieuwe katoenen blouses aan en een bijpassende rok en ging naar beneden om te wachten. Papa was naar kantoor gegaan om wat dingen af te handelen. Hij beloofde me dat hij vroeg genoeg terug zou zijn om zich te kleden voor het feest. Maar hij zei dat hij alleen zou gaan in plaats van met Samuel en mij.

'Je hebt geen derde rad aan je fiets nodig,' zei hij schertsend. 'Je kunt het tegenwoordig heel goed alleen af, Olivia.' Hij probeerde er een grapje van te maken, maar ik wist dat hij niet zonder moeder wilde gaan. Ze stond erop dat hij zijn neus liet zien en haar vertegenwoordigde. Belinda, die nog steeds vastbesloten was niet mee te gaan, stond met opzet vroeger op dan gewoonlijk en ging naar Kimberly's huis, waar ze zei dat ze die dag zou blijven.

'Die snobistische party's zijn toch stomvervelend,' zei ze bij wijze van afscheid. 'Maar wens Nelson geluk van me,' voegde ze er met een glinstering in haai- ogen aan toe. 'Ik hoop dat hij gekregen heeft wat hij wilde.'

Ik. besloot haar te negeren, dus vertrok ze met dat domme lachje van haar.

Ik was alleen toen hij aanbelde. Ik liet Carmelita opendoen en hem naar de zitkamer brengen, waar ik zat te wachten.

'Zo,' zei hij, nerveus om zich heen kijkend. Hij droeg een zakenkostuum en een das. 'Is je zus niet thuis?'

'Gelukkig niet,' merkte ik op.

Hij keek zelf ook opgelucht.

'Mooi,' mompelde hij, terwijl hij op de drempel bleef staan.

'Wat is er voor belangrijks dat niet tot later op de dag kan wachten, Samuel?' vroeg ik. 'Het is maar een paar uur.'

'Dit kan geen paar minuten langer wachten,' zei hij, glimlachend als iemand die een diep geheim heeft dat hij wilde onthullen. 'Mag ik gaan zitten?'

'Ja, natuurlijk. Alsjeblieft,' zei ik, en hij ging op een stoel tegenover de bank zitten. Hij speelde even met de hoed in zijn handen en glimlachte toen weer.

'Het is een mooie dag voor Nelsons verlovingsfeest,' zei hij.

'Ja, maar ik wist al wat voor weer het was voordat je kwam, Samuel.' Hij zag dat ik mijn geduld begon te verliezen.

Eindelijk schraapte hij zijn keel, trok zijn schouders recht en begon.

'Op weg hiernaartoe bedacht ik dat jij en ik nog niet zo lang samen zijn, maar dat we beslist "quality time" hebben beleefd samen, en dus,' ging hij verder, amper ademhalend, 'gaat het er niet om hoeveel tijd mensen met elkaar hebben doorgebracht, maar wat de waarde van die tijd is. Ben je het daarmee eens ?'

'Zeker,' antwoordde ik.

'Dus je bent het met me eens dat onze tijd waardevol is geweest?' vroeg hij aangemoedigd.

'Anders zou ik geen tijd met je doorbrengen,' antwoordde ik. 'Ik ben niet iemand die haar tijd verspilt.'

'Natuurlijk niet. In feite heeft dat me ervan overtuigd dat ik niet te prematuur handel, dat ik de dingen niet overhaast.'

'Dingen? Wat voor dingen, Samuel?'

'De dingen tussen ons. Ik kwam je zeggen dat ik je gezelschap zo op prijs stel, dat ik niet wil dat het eindigt, maar belangrijker nog, ik hou niet van de interrupties.'

interrupties?' Ik schudde mijn hoofd en glimlachte verward. Wat bedoelde hij in vredesnaam?

'Avonden, ochtenden, delen van de middag... ik bedoel alle tijd tussen onze afspraken,' zei hij.

Ik keek nog steeds verward en schudde mijn hoofd.

'Wat wil je nu eigenlijk zeggen, Samuel?'

'Ik heb je al gezegd dat ik niet zo welsprekend ben. Het duurt altijd even voor ik tot de kern van de zaak kom.' Hij verstijfde. 'Wat ik wil zeggen is dat ik een vast dieet wil maken van Olivia Gordon.'

'Wat? Een vast dieet?'

Hij tastte in zijn zak en haalde er een klein doosje uit. Zijn glimlach werd breder toen hij opstond en op één knie voor me knielde.

'Ik dacht datje dit graag op de ouderwetse manier wilde doen,' begon hij en maakte het doosje open.

Er lag een verlovingsring in die kon wedijveren met de ring die Carson McGil aan Belinda had gegeven, alleen vond ik dat deze een elegantere gouden setting had.

'Ik ben zo vrij geweest deze te bestellen,' ging Samuel verder, 'in de hoop datje een verloving tussen ons serieus in overweging zult willen nemen.'

Verbluft door de glinsterende diamant en het aanzoek, bleef ik verstomd staan. Hij lag nog steeds op één knie en hield de ring voor me. Langzaam, bijna alsof ik bang was dat hij zou verdwijnen als ik hem aanraakte, pakte ik de ring uit het doosje en bekeek hem aandachtig. Hij was adembenemend.

'Ik heb geen moeder om me advies te geven, dus moest ik afgaan op de raad van een deskundige juwelier,' zei hij. 'Ik hoop datje hem mooi vindt.'

'Het is een prachtige ring,' hijgde ik. Tk was gehypnotiseerd door de magische glinstering ervan.

'Doe hem eens om,' drong hij aan.

Ik dacht er even over na en deed het toen. Hij paste precies. Ik draaide mijn hand rond om hem van verschillende kanten te bekijken. De hand die ik altijd zo mager en benig vond, leek nu op de hand van een prinses.

'Hoe wist je mijn maat?'

'Dat was een beetje een samenzwering,' bekende hij, 'tussen mij en je vader. Hij gaf me een van jouw ringen en die maat heb ik aangehouden.'

Ik liet mijn hand in mijn schoot vallen alsof de ring plotseling het gewicht van een snik lood had gekregen.

'Mijn vader weet het al?' vroeg ik teleurgesteld.

Samuel knikte.

'Ik wilde niet te vrijmoedig lijken in zijn ogen,' zei hij snel. 'En ik dacht dat als hij me een van jouw ringen zou geven... nou ja, je ziet, het heeft in zoverre succes gehad dat hij precies past.'

ik hou niet van geheimen, vooral niet als ik de enige ben die er niets van weet,' zei ik prekerig, alsof ik achter een katheder stond.

Hij schudde zijn hoofd.

'Ik geef je de verzekering dat er niets geheims aan was. Niemand anders weet ervan,' zei hij. 'Alsjeblieft,' ging hij verder, 'krijg nu geen verkeerde indruk.'

Ik speelde met de ring, trok eraan alsof ik hem af wilde doen en draaide hem toen rond mijn vinger. Hij keek, zijn ogen groot van angst en verwachting.

'Ik geloof uit de grond van mijn hart dat we een geweldig leven samen kunnen hebben, en ik hoop dat jij er net zo over denkt,' vervolgde hij, zijn blik strak op mijn vingers gericht. 'We hebben dezelfde interessen. We hebben dezelfde ambitie. Ik hoop dat ik je niet van streek heb gebracht,' zei hij, toen ik niet reageerde.

'Het is zo plotseling. Ik vind het niet prettig om verrast te worden. Ik hou ervan om voorbereid te worden.'

'Dat weet ik, maar waarom kan iets goeds niet plotseling gebeuren? Dat komt vaak genoeg voor met slechte dingen, zoals je weet. Bovendien,' ging hij verder, 'dacht ik dat vandaag, de dag waarop we naar Nelsons verlovingsfeest gaan, een prachtige dag zou zijn om onze eigen verloving aan te kondigen.'

Ik dacht erover na en glimlachte bij mezelf. Ja, inderdaad, dacht ik. Ik was nieuwsgierig naar Nelsons gezicht als hij mijn ring zag, en de gezichten van al die mensen die dachten dat ik nooit zou trouwen. Ze waren ervan overtuigd dat ik zou eindigen als een ouwe vrijster, het bedrijf van mijn vader zou leiden, terwijl mijn zus, mijn mooie zus, een rijke, knappe jongeman aan

de haak zou slaan. Zouden ze niet geschokt zijn?

'Vind je niet dat het een goede dag zou zijn om onze verloving aan te kondigen?' vroeg Samuel weer.

Ik kwam met een schok weer in de werkelijkheid terug en keek op hem neer. Hij keek naar me alsof ik op het punt stond een vonnis in een rechtbank uit te spreken. In zijn ogen las ik ongerustheid en de angst om een weigering te horen.

'Ja,' zei ik. 'Dat zal het zeker zijn.'

Hij begon te stralen. Hij kuste mijn hand en sprong overeind.

'Fantastisch! Ik ben de gelukkigste man ter wereld, gelukkiger dan Nelson Childs, omdat ik zeker weet dat wij een beter huwelijk zullen hebben.' Ik trok mijn wenkbrauwen op.

'Heus?'

'Ja, heus, heus. We vormen een perfect paar, Olivia. We hebben geen koppelaar nodig gehad om ons bij elkaar te brengen. Zodra ik je in je kamer op dat kantoor zag, waar je zo hard achter je bureau zat te werken, wist ik dat jij en ik een geweldig team zouden zijn. Op een dag is de Cape van ons. Ik zweer het je.

'Ik heb een speciaal huis voor ons op het oog, Olivia,' ging hij verder. 'Het is een groot huis van twee verdiepingen, heel oud en voornaam. Het oorspronkelijk deel ervan is rond 1780 gebouwd. Ik ben van plan het uit te laten breken en te moderniseren. We kunnen het verbouwen, het uitbreiden. Ik zal je er morgen naartoe brengen en dan kun jij beginnen plannen te maken met onze architecten. Ik wil dat het klaar is op de dag na onze huwelijksreis.'

'Het lijkt of je dit al een tijdlang gepland hebt, Samuel, langer dan we elkaar hebben gekend,' merkte ik op met samengeknepen, achterdochtige ogen.

Hij staarde me even aan en begon toen te lachen.

'Nou, ik zoek al een tijdje naar de perfecte vrouw en heb plannen gemaakt voor het huis waarin we zouden wonen. Het is gelegen op een schitterend grondstuk tussen Provincetown en North Truro, met een eigen weg naar het strand, net als jij hier hebt, en ruimte voor tuinen, en uitzicht op zee. Je zult zien dat je niets hoeft op te geven als je met me trouwt. Ik zal je er morgenochtend meteen naartoe brengen,' beloofde hij. ik kom zo vroeg als je wilt. Hoe Iaat wil je me hebben?'

Ik moest lachen.

'Laat me even op adem komen, Samuel. Je maakt me duizelig met dat gedraai en gespring en met die dramatische aankondigingen als een soort stadsomroeper.'

'Dat wil ik ook. Ik wil je duizelig maken met verrassingen en geluk,' zei hij. 'Ik moet naar huis om mijn vader het goede nieuws te vertellen, en dan kom ik over drie uur terug om samen met jou naar Nelsons verlovingsfeest te gaan. We zullen het middelpunt van de belangstelling zijn,' beloofde hij en klapte in zijn handen.

Hij wilde de kamer uit gaan, draaide zich toen om en holde terug om me snel een zoen op mijn wang te geven.

'Dank je,' zei hij. 'Dank je datje me de gelukkigste man ter wereld hebt gemaakt.'

Hij draaide zich om en liet me verbijsterd zitten. De diamant glinsterde in het licht van de lamp naast me, mijn hart bonsde wild.

Wat een fantastische verrassing zal dit zijn voor moeder, dacht ik, terwijl ik opstond. Mijn benen voelden een beetje slap toen het goed tot me begon door te dringen wat er gebeurd was. Ik was verloofd, en met een heel knappe, aantrekkelijke man. In één ruk was ik Belinda weer vóór en zou het gaan zoals het hoorde: de oudste dochter zou het eerst trouwen. Moeder zou beslist blij zijn en ze had zo hard iets nodig om haar gelukkig te maken en een glimlach te brengen op haar zwakke, magere gezicht.

Toen ik naar de trap liep hoorde ik een inwendig stemmetje dat vroeg: 'Maar hou je wel van hem, Olivia?'

Ik bleef staan.

'Hij heeft het er niet over gehad,' mompelde ik bij mezelf. 'Hij heeft het zelfs niet gevraagd. Het was alsof hij wist dat liefde iets was waarvan ik geloofde dat het tussen twee mensen groeide. Degenen die beweerden dat ze als door de bliksem getroffen werden en klokken hoorden luiden als ze elkaar zoenden, waren mensen die in een sprookje leefden, zichzelf in romantische verhalen en in films zagen. Uiteindelijk, als de werkelijkheid zijn intrede deed, waren zij het diepst teleurgesteld. De beste huwelijken waren zoals het huwelijk dat ik zou sluiten, op een verstandelijke, logische basis, die een stevige fundering vormde. De liefde zou later komen, dacht ik. Eerst moesten we elkaar leren respecteren en samen succes hebben. Dan zouden we elkaar in de ogen kijken en zeggen: 'Ja, ja, er is nog een andere hechte band, een emotionele band die nu sterk genoeg is om twee onafhankelijke mensen aaneen te smeden. Nu is het goed en terecht om te zeggen: "Ik hou van je," en dat betekenis geven.'

Ik liep de trap op naar moeders kamer. Ze sluimerde. Haar verpleegster keek naar me op.

'Ik blijf een tijdje bij haar,' zei ik.

'Heel goed.' Ze stond op. 'Ik ga beneden een kop koffie drinken,' zei ze met een blik op moeder. Ze schudde haar hoofd. Haar ogen stonden somber. 'Roep me als u me nodig hebt,' zei ze voor ze wegging.

Ik ging naast het bed zitten en keek naar moeders moeizame ademhaling, haar hijgende borst. Haar kale hoofd, geteisterd door de chemotherapie, was in een zijden sjaal gewikkeld. Ze zag zo bleek, dat het leek of ze geen bloed meer had.

Na een paar ogenblikken kreunde ze zachtjes. Haar gezicht vertrok, ze deed haar ogen open en zag me zitten.

'O, Olivia, lieverd. Zitje hier al lang?'

'Nee, een paar minuten maar, moeder. Ik kom je iets vertellen, zodat jij de eerste bent die het weet,' zei ik, ondanks het feit dat papa ingewijd was in Samuels plan, misschien zelfs voordat Samuel zelf eraan gedacht had.

'Wat, lieverd?' vroeg ze en probeerde zich naar me toe te draaien. Ik schudde haar kussen op en hielp haar overeind. Zelfs al fladderde mijn hand als een kolibri rond haar gezicht, ze zag de ring niet. Het leek of ze gedeeltelijk blind was geworden.

'Samuel Logan was hier net, moeder.'

'Heus? Hoe laat is het? Heeft je vader zich al verkleed?'

'Het is nog vroeg. Samuel kwam niet om met me naar het verlovingsfeest te gaan. Hij kwam voor zijn eigen verloving.'

'O!' Ze begon haar hoofd te schudden. 'Ik wist niet dat hij...'

'Met mij,' zei ik.

'Wat? Met jou?'

Ik hield mijn hand op om haar de ring te laten zien. Ze staarde ernaar en toen kreeg ik de glimlach waarop ik gehoopt had, de glimlach die mijn moeder zo vaak in haar leven toonde, die stralende, gelukkige, hoopvolle glimach die haar ogen weer deed schitteren als de juwelen die ze eens geweest waren. Er kwam zelfs weer kleur in haar gezicht.

'O, Olivia, wat geweldig! Wat een prachtige ring. Je bent verloofd. Wat een heerlijk nieuws!'

'Dus je zult echt beter moeten worden, moeder. We moeten ons eigen verlovingsfeest en huwelijk plannen, en ik moet een huis bouwen. Je zult me moeten helpen met de architect. Er is zoveel te doen. We hebben geen tijd voor dat malle ziektegedoe, moeder.'

Ze leunde met haar hoofd tegen het kussen en keek me met een vreemde glimlach aan.

'Waarom kijk je zo naar me, moeder?' vroeg ik. Ik voelde een donkere schaduw over mijn hart glijden.

Ze zuchtte en sloot haar ogen. Even dacht ik dat ze dood was, zo stil lag ze en zo lang bleven haar ogen gesloten.

'Moeder!'

Ze opende haai- ogen.

'Je leek nu meer op mij dan ooit, Olivia. Jij hebt nooit de hand voor je ogen genegeerd. Al die jaren, altijd als ik weigerde problemen of pijn, teleurstellingen en nederlagen te erkennen, berispte jij me. Doe niet net alsof, moeder, zei je dan. Het gaat niet weg als je het negeert. Het blijft toch. Weetje nog?'

'Ja, maar...'

'Wel, ik ben op een punt in mijn leven aanbeland, waarop ik je goede raad zal moeten opvolgen, Olivia.'

Ze keek naar de bril met roze glazen die op haar nachtkastje lag.

'Het heeft geen zin die nu op te zetten. Het zal niets veranderen. Het was comfortabel om in mijn eigen denkbeeldige wereld te leven, maar het was niet juist. Dat heb ik altijd geweten, Olivia. De waarheid is dat ik zelfzuchtig was. In dat opzicht lijkt Belinda meer op mij dan op haar vader. Gek,' zei ze met een zwak lachje, 'jij blijkt meer op hem te lijken. Dat vindt hij fijn. Ik weet het. Het maakt dat hij zich wat beter voelt over wat hij jaren en jaren geleden heeft gedaan,' zei ze. Ze focuste haar ogen niet langer, maar richtte ze op beelden in haar hoofd.

'Wat bedoel je, moeder? Wat heeft hij jaren geleden gedaan?'

Haar oogleden trilden en ze keek weer naar mij met een berustend gezicht.

'Ik ben stervende, Olivia. Dokter Covington was hier een tijdje geleden en je weet hoe meedogenloos eerlijk hij kan zijn. Zijn filosofie is rechtstreeks en eerlijk te zijn tegen zijn patiënten.'

'Moeder...'

'Nee, nee, de resultaten zijn weer binnen en ze zijn niet goed, Olivia. Het is uitgezaaid, het raast door mijn hele lijf. Ik kan het bijna door mijn botten voelen sijpelen,' zei ze met een flauw lachje.

'Papa heeft niets gezegd...'

'Doe niet net of je niet wist dat ik niet beter zou worden, Olivia. Je bent niet goed in leugentjes om bestwil, want je tolereert geen enkele valsheid of oneerlijkheid, wat het doel ervan ook is. Voor jou heiligt het doel nooit de middelen, dochterlief. Ik ben niet zo dwaas dat ik naar mijn Schepper ga met de gedachte dat hij wél oneerlijkheid zal tolereren. Dit is een dag waarvan ik heb gedroomd, een dag die ik heb gevreesd, en niet omdat het een dag is waarop ik mijn eigen dood onder ogen moet zien. Het is een dag waarop alle valse schijn de deur uit wordt geveegd, en de wind de pretenties, de fagades, de maskers verjaagt. Het enige wat overblijft is oprechtheid.'

'Moeder, alsjeblieft, doe jezelf dit niet aan. We consulteren een andere dokter. We zullen...'

Ze stak zwakjes haar hand op.

'Ik ben minder van streek dan ik had gedacht. Als je een leven leidt dat in wezen op leugens gebouwd is, denk je datje in paniek zult raken als die valse fundering in elkaar zakt, maar zal ik je eens wal vertellen, Olivia? Ik heb een gevoel van opluchting. Ik voel me... vreemd genoeg, sterker daardoor. Je had gelijk dat je de werkelijkheid onder ogen moet zien en dat dat je sterker maakt.'

ik snap helemaal niets van watje zegt, moeder. Ik ga zelf met dokter Covington praten en met je andere dokters en...'

'Dit gaat niet over hem of hen,' zei ze. 'Het gaat over jou en mij, Olivia. Eerst over jou en mij, en dan over je vader,' voegde ze eraan toe.

Ze deed haar ogen weer dicht en bleef zo lang zwijgen dat ik weer dacht dat ze niet meer in het land der levenden was. Ten slotte pakte ze mijn hand en staarde me aan.

ik wil dal je begrijpt en gelooft datje vader en ik zoveel van elkaar zijn gaan houden als twee getrouwde mensen maar kunnen. Hij loopt te bulderen, klaagt dat ik te veel uitgeef of dat ik niet goed met het personeel en met jou en Belinda omga, wat dan ook, maar als hij zijn toespraken heeft gehouden en als een menselijke windmolen met zijn armen heeft staan zwaaien, valt hij in dit bed in mijn armen en houden we elkaar vast voor we inslapen. En we troosten elkaar en doen alles wat we kunnen om ons kracht te geven voor de volgende dagen. Jij en Belinda hebben die kant van hem nooit gezien, maar die bestaat. Geloof me, Olivia, die bestaat, en die is belangrijk. Ik hou heel veel van hem.'

'Dat weet ik, moeder.'

'Heus?' Ze glimlachte. 'Je hebt altijd gedacht datje vader zijn handen vol had aan me, hè? Je hebt altijd gedacht dat hij in huis liep te razen en te tieren als een man die in de val zat. Wees eerlijk, Olivia. Heb vandaag geen medelijden met me om wat morgen gaat komen.'

'Ja,' bekende ik. 'Ik heb dat vaak gedacht, maar hij scheen zijn ontevredenheid altijd de baas te kunnen, en door te gaan.'

Ze knikte glimlachend.

'Dat is de kracht die de liefde ons geeft, Olivia. Ik hoop dat jij dat met Samuel zult beleven. Natuurlijk komt dat niet onmiddellijk. Het komt met de tijd, met respect, met het besef dat je uiteindelijk samen één bent.'

'lk weet het, moeder. Meer verwacht ik niet,' zei ik en boog mijn hoofd.

'Je verdient meer,' zei ze. 'Je bent een ideale dochter geweest, zowel voor mij als voor je vader. Hij is heel erg trots op je, Olivia,' zei ze. Ze zweeg even en ging toen verder, 'zo trots alsof je zijn eigen dochter bent.'

Met een ruk hief ik mijn hoofd op.

'Wat?' Ze heeft haar verstand verloren, dacht ik. 'Ik bén zijn eigen dochter.'

Ze schudde haai- hoofd.

'Op de dag van je geboorte hebben Winston en ik een gelofte

afgelegd. Het was meer zijn gelofte dan de mijne.'

'Wat voor gelofte?'

'Nooit de waarheid te onthullen. Hij zwoer dat hij ermee kon leven. Ik was toen niet verliefd op hem, maar ik geloof niet dat ik ooit meer van hem heb gehouden dan op dat moment.'

Ik schudde mijn hoofd.

'Wat vertel je me nu, moeder?'

'Je weet datje vader en ik bijeengebracht zijn door zijn ouders en de mijne. Onze levens werden min of meer door andere mensen gepland. Ik dacht niet dat ik met hem zou kunnen leven, laat staan van hem houden. Er was een ander, iemand die niet half zo begeerlijk was in de ogen van mijn ouders, een jongeman, een visser die voor je grootvader en je vader werkte. Nu,' zei ze, haar blik afwendend, 'lijkt hij een droom, meer niet.'

Ik dacht dat mijn hart omlaagzakte in mijn buik. Mijn borst voelde zo leeg en koud. Ik schudde mijn hoofd. De kamer begon om me heen te draaien, zodat ik mijn ogen dichtdeed en diep ademhaalde.

'Je moet me niet haten. Je moet niemand haten,' zei moeder bijna fluisterend. Ze werd erg moe.

ik begrijp niet watje zegt, moeder.'

'Je wilt het niet begrijpen, Olivia. Nu lijkje weer op mij. Toen ik verloofd was met je vader, bleef ik die jongeman ontmoeten. We waren intiem met elkaar en ik werd vlak voor mijn huwelijk zwanger. Je vader wist het. Mijn visser ging weg en Winston en ik trouwden. Mijn visser was toch niet iemand die de consequenties van zijn daden nam. Hij was een zwerver, een vrije ziel, knap en harmonieus als een zangvogel. Zijn lach was als een melodie. Ik denk nu soms dat hij niet reëel was, dat ik me hem misschien verbeeldde. Misschien was het allemaal een fantasie. Zo ken je me het best, doen alsof,' zei ze. 'Goed, dal was de oude ik, de nieuwe ik moet de leugens uitbannen en naakt tegenover de waarheid staan.

'Ik heb erover gedacht om te sterven zonder het je te vertellen. Ik heb me afgevraagd wat het voor goed kan doen. Je zou een vreselijke reactie kunnen hebben, mij haten, minder van je vader houden, je zus haten, maar ik bleef terugkomen tot het besef dat ik straks voor de grote Rechter zal staan en zonder een zuiver geweten, zonder mijn schuld te bekennen, zou ik Hem niet in de ogen kunnen kijken. Dus misschien doe ik dit om zelfzuchtige redenen, Olivia. Vergeef me, en alsjeblieft, alsjeblieft, haat me niet. Ik ben een angstige vrouw, die probeert sterk genoeg te worden voor wat komen gaat.'

Ik staarde haar alleen maar aan. Dus dat was de reden waarom mijn vader mijn zus zo gemakkelijk vergaf, waarom hij zich meer om haar toekomst bekommerde dan om de mijne, waarom hij had geprobeerd eerst haar uit te huwelijken. Dat verklaarde de afstandelijkheid, de kloof, de lichte formaliteit die ik altijd voelde tussen mijzelf en hem.

Ik was eerst geschokt, toen woedend en razend en ten slotte berustend. Wat kon ik er verder nog aan doen? Hoe kon ik kwaad zijn op mijn moeder als ze op de drempel van de dood stond? Ik voelde wel een wrok tegen Belinda, een jaloezie zoals ik me nooit had kunnen voorstellen, maar ik had er nu geen tijd voor, geen tijd om medelijden te hebben met mijzelf, geen tijd om te razen en te tieren, geen tijd voor een confrontatie met vader en moeder en ze de huid vol te schelden omdat ze met een leugen hadden geleefd en mij hadden verraden en mij gedwongen hadden met diezelfde leugen te leven.

'Winston heeft nooit minder van je gehouden, Olivia. Hij besloot je als zijn eigen dochter te beschouwen en daarin heeft hij nooit gewankeld. Ik zweer het je. Hij is er nooit één keer over begonnen of heeft het me voor de voeten geworpen. Je vader, de man die je respecteert omdat hij koel, realistisch en sterk is, heeft de illusie nooit opgegeven. Hij accepteerde de feiten en maakte die tot zijn en mijn realiteit, en daarom hou ik des te meer van hem. Alsjeblieft, hou jij ook meer van hem. Alsjeblieft,' smeekte ze. 'Zeg iets, Olivia.'

Ik schudde mijn hoofd.

'Het is zoveel om ineens te verwerken, moeder.'

'Dat weet ik, maar ik wil je vragen me een belofte te doen op mijn sterfbed, Olivia. Beloof me datje niemand ooit zult vertellen, Belinda nietje vader niet, wat ik jou heb verteld. Het is het laatste dat ik ooit van je zal vragen,' zei ze. 'Beloof je het? Alsjeblieft.'

Ik sloot mijn ogen. Het was of ik de waarheid inslikte en diep in me begroef.

'Ik beloof het,' zei ik.

'En jij liegt nooit,' bracht ze me in herinnering. Ze glimlachte en ging met al haar resterende kracht rechtop zitten en strekte haar armen naar me uit.

Ik omhelsde haar en ze sloeg haar armen om me heen, zo stevig als haar zwakke armen toestonden. Ik hield haar langer vast dan ik verwacht had, klampte me aan haar vast alsof ik op het punt stond te verdrinken. Ze gaf me een zoen op mijn wang en sloot haar ogen.

Ik legde haar langzaam terug op het kussen. Ze glimlachte weer en pakte mijn hand.

'Ik heb me wat vermoeid. Ik ga even slapen, maar maak me wakker als je vader thuiskomt. Ik wil je verloving met Samuel met hem vieren,' zei ze. Haar hand verslapte en viel op het bed als een musje dat niet meer kan vliegen.

Ik trok haar deken recht, zodat ze comfortabel lag en bleef toen naar haar kijken. Ze scheen voor mijn ogen te verschrompelen, te krimpen tot een klein meisje. Ik liet haar slapen. Haar hoofd was ongetwijfeld vol lollies en zuurstokken.

Ik besefte nauwelijks dat ik door de gang naar mijn kamer liep. Het was of ik zweefde op een donkere wolk. Plotseling stond ik voor mijn spiegel en keek naar mijn gezicht, lachte mezelf uit omdat ik me ooit verbeeld had dat ik op mijn vader leek. Leugen en bedrog waren broers die geboren waren uit dezelfde wanhopige behoefte om te overleven in een wereld vol valkuilen, waarvan we de meeste zelf creëerden met onze lusten en fantasieën. Wat een idioot ben je geweest, Olivia Gordon. De les was duidelijk. Overleven was belangrijker dan eerlijkheid.

Eerlijkheid was misschien de grootste luxe van alles, en degenen die zich dat konden permitteren, ermee konden leven waren de werkelijk gezegende mensen. Zij waren nooit bang om te spreken, om gehoord te worden.

En de rest van ons? De rest had slechts een gedempte stem.