2. Het is mijn feest
De eerste paar dagen was Belinda echt ziek. Ze at slecht en wat ze at hield ze vaak niet binnen. Haar meestal roze teint verdween en kwam pas terug tegen het eind van de week, precies op tijd voor wat ze had gepland. Die zaterdag kwamen er drie jongens uit haar klas haar bezoeken. Ze hadden bloemen en bonbons bij zich. Carmelita verscheen in de deuropening van de zitkamer, waar moeder, papa en ik zaten.
'Er zijn drie jongens die Belinda willen bezoeken,' kondigde ze met weinig emotie aan.
'Drie?' vroeg papa met opgetrokken wenkbrauwen.
'Ja, meneer.'
'Jongens?'
'Ja, meneer Gordon.'
Papa keek naar mij en ik fronste mijn voorhoofd.
'Dat is aardig,' verklaarde moeder. Ze glimlachte naar mij, al bleef ik fronsend kijken.
'Laat ze binnen,' zei papa en verstijfde, zoals hij meestal deed als hij verwachtte dat een zakelijke bijeenkomst een moeizaam verloop zou hebben. Hij kon zijn schouders optrekken en zijn nek laten zakken tot hij op een roofvogel leek. Papa was een man als een kleerkast, krachtig en heel intimiderend als hij zijn borst opzette en een stalen blik in zijn ogen kreeg.
Ik kende alledrie de jongens die Carmelita binnenliet. Ze waren hier het afgelopen jaar allemaal geweest om met Belinda uit te gaan. Arnold Miller, die mijn voornaamste verdachte was geweest omdat Belinda de laatste tijd zo vaak met hem uit was gegaan. Hij was heel lang, minstens één meter negentig, had een knap gezicht met lichtbruin haar en groene ogen met bruine vlekjes. Uit wat Belinda me had verteld had ik begrepen dat ze op hem viel omdat hij een soort sportheld was op school, hun ster- basketballer en ster-baseballpitcher. De meeste meisjes wilden hem als hun vaste vriend. Belinda wilde liever benijd worden dan bemind.
Arnolds ouders hadden een houtzaagmolen en een zaak voor tuingereedschappen, een van de grootste winkels in Provincetown. Arnold was de oudste van drie kinderen, allemaal jongens. Ik vond hem een beetje verlegen, maar ik wist niet zeker of het niet een spelletje was dat hij voor me opvoerde. Belinda giechelde alleen maar toen ik maanden geleden voor het eerst naar hem informeerde.
Naast Arnold stond Quin Lothar, wiens lange, roodblonde haar op zijn schouders hing, iets wat papa haatte bij jongens. Quin was ook heel populair omdat hij zijn eigen band had op school, maar volgens mij was hij lang zo knap niet als Arnold. Quins gezicht was te groot en hij had een smal voorhoofd met wenkbrauwen die ver over zijn bruine ogen hingen. Zijn rechtermondhoek leek altijd omhooggetrokken naar zijn wang, wat hem een constante, pedante grijns gaf. Nu ik naar hem keek, dacht ik dat hij de vader moest zijn. Hij leek me in staat Belinda zwanger te maken en zich er niets van aan te trekken.
Hij was slordig gekleed in een afgedragen broek en een verschoten trui. Het kon hem blijkbaar niet schelen hoe hij eruitzag en of hij een goede indruk maakte op mijn ouders.
De derde jongen was Peter Wilkes, een kleine, gezette jongen met een rond, zachtmoedig gezicht. Zijn vader was president van de Cape Coast Savings. Belinda zei dat hij altijd geld op zak had en de anderen daarom zijn gezelschap zochten en hem Portefeuille noemden, zelfs in zijn gezicht. Belinda schepte op dat ze maar naar iets hoefde te kijken en te zeggen dat ze dat zo graag zou willen hebben, en hij kocht het voor haar.
Hij droeg een button-down wit overhemd, een keurige broek en veterschoenen, maar toch, misschien door de manier waarop de kleren om zijn corpulente lichaam hingen, zag hij er niet beter gekleed uit dan de andere twee.
Quin was hun woordvoerder.
'Goedemiddag,' zei hij. 'We komen kijken hoe het met Belinda gaat. We dachten dat we haar een beetje konden opvrolijken,' voegde hij eraan toe.
Peter plooide zijn wangen tot een glimlach en hief' de doos bonbons op.
'Als het mag, zou ik haar deze graag geven,' zei hij. 'Geïmporteerde bonbons.'
Arnold droeg de bloemen. Hij knikte slechts en hield ze omhoog als het Vrijheidsbeeld de toorts.
Papa zei niets. Hij had de gewoonte om net iets langer te zwijgen dan iemand verwachtte. Hij deed het om de mensen uit hun evenwicht te brengen, ze op de proef te stellen. De stilte duurde heel kort, maar maakte de drie jongens onrustig. Ze staarden elkaar even aan, wrongen zich in bochten en keken van mij naar mijn moeder naar de grond en toen weer naar papa.
'Ik heb ook wat aantekeningen bij me voor de lessen die ze heeft gemist,' ging Peter verder, en haalde een paar vellen papier uit zijn zak.
'Dat is heel attent,' zei moeder ten slotte.
'Zijn jullie niet bang dat jullie zelf ziek worden zo kort voor het eind van het schooljaar?' vroeg papa, terwijl hij achterdochtig zijn ogen half dichtkneep.
'Nee, meneer,' antwoordde Arnold snel.
'Zo dicht zullen we niet bij haar komen,' zei Quin, terwijl hij zijn mondhoek dieper in zijn wang duwde. Peter grijnsde.
'Dat mag ik hopen,' mompelde papa. 'Olivia,' zei hij, terwijl hij zich naar mij omdraaide. Ik wist wat dat betekende. Hij wilde dat ik ze naar Belinda's kamer bracht en erbij bleef als chaperonne.
Ik stond met duidelijke tegenzin op.
'Misschien slaapt ze,' zei ik.
'Ze weet dat we komen,' viel Quin me snel in de rede. 'We hebben haar gebeld en gezegd dat we er omstreeks deze tijd zouden zijn.'
'Dat had ze ons ook moeten vertellen,' mompelde ik, met een blik op papa. Hij knikte instemmend, maar zei verder niets. In plaats daarvan liep hij naar zijn krant en pakte toen een van zijn sigaren uit de kist op de tafel naast hem.
'Zijn dat Havana's, meneer Gordon?' vroeg Peter, toen papa er een opstak.
Papa trok zijn wenkbrauwen op.
'Wat weet jij van sigaren?'
'Niet veel, maar mijn vader rookt Havana's. Ik kan er wel een paar voor u krijgen,' ging hij verder, in een overduidelijke poging een wit voetje bij hem te halen.
'Ik kan mijn eigen sigaren kopen,' antwoordde papa streng.
'Komen jullie hier om Belinda te bezoeken of met mijn vader te kletsen?' vroeg ik hun.
Quin gaf Peter een por met zijn elleboog en gedrieën volgden ze me de kamer uit naar de trap.
'Normaal gesproken vinden mijn ouders het niet goed dat mijn zus jongensbezoek krijgt in haar kamer,' zei ik, toen ik hen voorging. Een van de jongens gniffelde, maar ik gaf hem niet de voldoening te laten merken dat ik het gehoord had.
Bij de deur van Belinda's slaapkamer bleef ik staan en draaide me om. Ze keken me alledrie ongerust aan. Wat voor macht bezat Belinda, dat ze zoveel enthousiasme en verlangens bij jongens kon wekken? vroeg ik me af. Was het alleen haar promiscuïteit, of had ze werkelijk iets bijzonders, iets wat ik nooit zou hebben? Iets watje bij je geboorte meekreeg, dat opwinding uitstraalde, een belofte die hun mannelijke hormonen prikkelde als heksen die in hun brouwsel roeren?
'Een ogenblik,' zei ik. Ze ademden verwachtingsvol in mijn hals. Als ze paarden waren, zouden ze snuiven en bijna stikken in hun hoofdstel, dacht ik. Ik klopte aan.
'Ja?' riep Belinda.
'Je hebt bezoek. Ben je gekleed?'
'Ja, Olivia. Ze kunnen binnenkomen,' zei ze, en ik maakte de deur open.
Iedereen die Belinda nu zag, zou mijn verhaal over haar bevalling beslist niet geloven. Zelfs ik moest toegeven dat ik onder de indruk was van haar stralende verschijning. Ik wist dat Carmelita na het ontbijt niet meer boven was geweest, dus het was duidelijk dat Belinda zelf haar kamer had opgeruimd en de gordijnen wijd had opengeschoven, zodat het zachte, heldere zonlicht naar binnen viel en alles er schoon en fris uitzag.
Belinda droeg een van haar dunste nachthemden, met een heel laag decolleté, dat de rijpe borsten liet zien. Met de deken omlaag geschoven, was de omtrek van haar borsten bijna volledig te zien. Haar goed geborstelde haar hing op haar schouders; de uiteinden krulden omhoog. Belinda had altijd al dikker en mooier haar gehad dan ik, maar ze besteedde er veel meer zorg aan dan ik aan mijn haar. Als zij haar zin kreeg, zouden de muren van haar kamer uit spiegels bestaan. Ze scheen er nooit genoeg van te krijgen naar haar eigen spiegelbeeld te kijken.
'Trekje deken omhoog of trekje ochtendjas aan,' beval ik. Ze bloosde en trok snel de deken voor haar borst.
'Nou, wie komt me bezoeken?' vroeg ze op de toon van een zuidelijke schoonheid.
De drie jongens kwamen verlegen binnen.
'Ze zeggen dat ze je gebeld hebben, dus ik begrijp niet waarom je vraagt wie er is, Belinda,' merkte ik op. Ze negeerde me en concentreerde zich op de jongens.
'Ik heb deze voor je meegebracht,' zei Arnold haastig en stak de bos rode rozen naar haar uit.
'O, ze zijn prachtig, hè, Olivia? Kunnen we een vaas ervoor vinden?'
'We?' vroeg ik.
Ze hield haar hoofd schuin met een kinderlijk lachje.
'Nou ja, ik denk niet dat ik met goed fatsoen zelf uit bed kan komen,' zei ze. Ze knipperde zo nadrukkelijk met haar wimpers, dat ik dacht dat ze zichzelf omhoog zou wapperen, van het bed af.
Ik bromde wat, liep naar voren en pakte de bloemen. Er stond een vaas op de kast. Ik liep naar de badkamer om hem met water te vullen.
'Ik hoop dat je bonbons mag hebben,' hoorde ik Peter Wilkes zeggen.
'Natuurlijk,' zei Belinda. 'Olivia houdt ook van bonbons,' ging ze op luide toon verder toen ik uit de badkamer kwam.
'Absoluut niet,' zei ik. Ik zette de vaas op haar nachtkastje en schikte de lange rozen erin.
Belinda giechelde en maakte de doos open. Ze pakte een bonbon eruit en hield die tussen haar lippen, sloot haar ogen en kreunde zo wellustig, dat de drie jongens hun ogen opensperden en schuifelden alsof ze pijn hadden.
'Belinda, dat is walgelijk,' zei ik. 'Als je hem wilt eten, eet dan, maar zit er niet eerst over te kwijlen.'
Ze lachte, zoog de bonbon naar binnen en bood de jongens er een aan. Ze namen allemaal een bonbon. Ik schudde heftig mijn hoofd toen ze mij de doos voorhield.
'Wil je hem alsjeblieft op mijn tafel zetten, Olivia?' vroeg ze.
Ik zuchtte diep en stak mijn ergernis niet onder stoelen of banken. Hoe was ik plotseling gedegradeerd tot haar dienstmeisje? vroeg ik me af. Maar ik deed wat ze vroeg.
'Vertel me alles, alles wat ik gemist heb, en sla niets over, al vinden jullie het nog zo onbelangrijk,' zei Belinda. Ze klapte in haar handen en liet zich achterover vallen in het grote, donzige kussen. Haar haar omlijstte haar gezicht en accentueerde haar heldere ogen.
'Arnold wierp gisteren een shutout om het baseballseizoen af te sluiten,' verklaarde Peter. 'Hij haalde de hele negen innings en miste maar drie slagen!'
'O, begin nou niet over sport. Het enige wat ik ooit van jullie hoor is scoren en missen. Dat is zo saai.'
'Saai?' vroeg Peter.
Quin lachte.
'Natuurlijk,' zei hij, 'dat sportgedoe is altijd vervelend.'
Hij boog zich over het bed heen naar Belinda. 'Ik heb een nieuwe song geschreven voor de band: Take me to the Beach.
'Je moet het ze voor me laten spelen,' zei Belinda.
'Natuurlijk. Kom naar de garage zo gauw je voldoende hersteld bent.'
'Ik zal maandag wel voldoende hersteld zijn, hè, Olivia?'
'Je lijkt me nu al hersteld,' zei ik droog.
'Quin is gisteren op roken betrapt in de jongenskleedkamer. Hij komt maandag niet op school,' onthulde Arnold met een opgewekte lach.
'Echt waar? Vertel eens,' zei Belinda. Ze boog zich opgewonden naar voren, alsof Quin iets belangrijks had gepresteerd in haar afwezigheid.
'Kikkeroog kwam binnen toen ik net had opgestoken. Hij moet me bij de deur hebben gadegeslagen, zoekend naar een kans om me erin te luizen. Hij zit me al achter mijn broek sinds die keer dat ik die gekke bril droeg en hem nadeed, weetje nog?'
'Natuurlijk weet ik dat nog. Dat was ontzettend grappig.'
Toen Belinda lachte, lachten ze allemaal.
'En dan vragen de mensen zich af waarom ik niet in het onderwijs wil,' mompelde ik. Ze draaiden zich naar me om.
'Je zei dat jij Garner ook niet aardig vond toen je nog op school was, Olivia,' zei Belinda.
'Ik zei dat hij niet erg enthousiast was over zijn werk, maai' ik heb nooit gezegd dat hij een kikker was.'
Ze lachten allemaal weer, alsof ik grappig had willen zijn.
'Jerry heeft Barbara een dure ring gegeven. Het lijkt bijna een verlovingsring; ging Peter verder. 'Hij vertelde me dat ze van plan zijn kort na de diploma-uitreiking te trouwen.'
'Dat weet ik al. Marcia Gleason vertelde het me gisteravond aan de telefoon,' zei Belinda.
'Zelfmoord Jerry noemen we hem,' zei Quin lachend.
'Je mag hem niet voor de gek houden,' kermde Belinda, alsof ze elk moment in tranen kon uitbarsten. 'Hij en Barbara houden echt van elkaar. Het is heerlijk als je iemand kunt vinden om je hele leven mee door te brengen, iemand die meer om jou geeft dan om zichzelf, iemand als mijn vader.'
De drie jongens hielden op met lachen en accepteerden haar terechtwijzing. Ze behandelt ze als marionetten, dacht ik, en bekeek ze wat aandachtiger. Wie was de vader van haar dode foetus? Peter Wilkes vast niet, tenzij Belinda hem iets kostbaars afhandig had gemaakt in ruil ervoor. Daar was ze toe in staat, dacht ik.
'Heeft nog iemand griep gekregen van de week?' informeerde ik. Een van hen kende beslist de waarheid over Belinda.
Quin en Arnold keken elkaar aan en schudden hun hoofd.
'Ik geloof het niet,' zei Arnold. 'Bobby Lester was niet op school, maar hij had zijn enkel verstuikt tijdens de wedstrijd.'
'We hebben nog maar een paar weken tot het eindexamen. Het is niet zo mooi om nu lessen te missen,' zei Peter. 'Dat herinnert me eraan. Belinda. Hier zijn mijn aantekeningen van de Engelse literatuurlessen.'
'O, dank je, Peter. Je bent zoet.'
'Nog zoeter dan de doos bonbons?' vroeg ik. Belinda lachte.
'Mijn zus kan soms zo grappig zijn,' legde ze uit. Ze pakte de aantekeningen en legde ze naast zich neer. 'Ik zal ze later bestuderen.' 'Dat zou iets ongewoons zijn,' merkte ik zachtjes op, maar luid genoeg om te worden gehoord.
'Olivia!'
'Je weet datje moet slagen voor Engels om je diploma te krijgen, Belinda.'
'Je zei dat je me zou helpen met studeren,' jammerde ze. De jongens keken van haar naar mij.
'Dat doe ik ook, als je het serieus wilt proberen.'
'Dat wil ik.'
'Ik kan deze week wel komen om met je te studeren,' bood Peter snel aan.
'Dat is ontzettend aardig van je, Peter. Zie je, iemand geeft om me,' riep ze verrukt uit. Haar ogen gingen van de een naar de ander, deed ze stuk voor stuk in een oogwenk versmelten tot een verzotte aanbidder, terwijl ze haar blik beurtelings als een benedictie op hen richtte. Ik walgde ervan.
Waar waren de echte mannen tegenwoordig? Ik kon me niet voorstellen dat papa zich zo zou hebben gedragen toen hij zo oud was als zij.
'Ik wou dat je bij de wedstrijd was geweest, Belinda. Toen ik die laatste pitch wierp...'
'Daar ga je weer. Alweer sport. Als je niet ophoudt doe ik mijn ogen dicht en val in slaap,' dreigde ze.
Als het gesprek niet over haar ging, interesseerde het haar niet.
'Ik wilde je alleen maar zeggen dat mijn gedachten bij jou waren.' Deze is voor Belinda, dacht ik.
'O.' Haar gezicht klaarde op en haar kuiltje werd dieper. 'Dat is wat anders. Je hebt gewonnen dankzij mij. Ik wil dat iedereen dat weet,' verklaarde ze. Arnold knikte als een soldaat die het bevel in ontvangst neemt om eropuit te trekken en het nieuws in de straten van Provincetown te verkondigen.
'Ze hebben mijn band gevraagd op het eindexamenfeest op het strand te spelen,' flapte Quin eruit, in een poging weer haar aandacht te trekken.
'O, geweldig!' riep Belinda uit.
'Kan ik je afhalen om mee naar het feest te gaan?' vroeg Arnold snel.
'Ik kan de Cadillac van mijn vader krijgen,' opperde Peter.
'Ik kom wel langs met mijn motor. Dan kun je zien hoe we de band opzetten,' zei Quin.
Belinda overwoog de aanbiedingen en keek naar mij.
'Wat zou jij doen, Olivia?'
'Lopen,' antwoordde ik nuchter.
Ze lachte lang en luid en klapte in haar handen.
'Lopen. Dat is een goed idee. Ja. Wie loopt met me mee?'
'Als je dat zo graag wilt,' zei Arnold, 'loop ik wel mee.'
Misschien was hij toch de vader, dacht ik. Ze had het te snel ontkend.
'Ik weet het nog niet zeker. Ik zal erover nadenken,' zei Belinda koket. Ze liet haar belofte om een aanbod te accepteren als een aas voor hun neus bengelen en ze stonden alledrie te happen als arme, stomme vissen.
Ik ging in de hoek van de kamer zitten en keek en luisterde, terwijl ze praatten over hun plannen voor het eindexamenfeest. Er hing een sfeer van opwinding om hen heen die ik zo graag had willen delen. Ik had geen enkel eindexamenfeest bijgewoond. Papa, moeder, Belinda en ik gingen gewoon eten in het Steak and Brew House. Daarna zat ik in mijn kamer en staarde uit het raam naar de duisternis, dacht aan de vreugdevuren op het strand, de muziek en het gelach waaraan ik geen deel had. Niemand had me mee uitgevraagd en ik vond het vreselijk om feesten bij te wonen als muurbloem. Het ergste was om aan de kant te staan en te hopen dat een of andere jongen me een beetje aandacht zou schenken, alsof ik een bedelares was die zocht naar een aalmoes van genegenheid. Ik zou geen jongen ooit die voldoening schenken. Als eenzaamheid de prijs was die ik moest betalen tot de juiste kwam, dan moest dat maar, dacht ik, en probeerde er niet aan te denken.
Maar het was niet gemakkelijk om te gaan slapen en me af te vragen wat voor man op mijn deur zou komen kloppen, me doz,en bonbons en bloemen zou brengen en angstig zou staan wachten op een compliment, een blije blik, een belofte uit mijn mond, zoals deze drie jongens bij Belinda.
'Het wordt al laat,' kondigde ik eindelijk aan. Ze draaiden zich allemaal naar me om, alsof ze zich nu pas realiseerden dat ik er nog was.
'Ja, ik moet naar een repetitie van de band,' zei Quin.
'Ik hoop dat je je wat beter voelt,' zei Arnold.
'Ik ook,' viel Peter hem bij.
Belinda boog zich naar voren en liet de deken weer omlaag vallen. De drie jongens sperden hun ogen open en keken strak naar haar decolleté. Ik schraapte luid mijn keel en knikte naar haar en ze trok de deken weer op.
'Ik bel je morgen,' beloofde Arnold.
Ze beloofden het allemaal en liepen de kamer uit. Ik volgde hen tot aan de deur en keek hen na toen ze de trap af liepen. Toen draaide ik me weer om naar Belinda.
'Dat was gezellig, hè?' zei ze.
'Wie was het, Belinda?'
'Pardon?'
'Je weet best wat ik bedoel. Wie was de vader?'
Ze schudde haar hoofd.
'Ik heb het je al gezegd. Ik weet het niet, Olivia. Bovendien heeft papa gezegd dat we er niet meer over moeten praten,' riep ze, en drukte haar gezicht in het kussen.
'Was het een van die jongens? Ja, hè?'
'Olivia, alsjeblieft.'
'Weet hij het, wie het ook is? Weet hij wat er in deze kamer gebeurd is?'
'Hou op, Olivia.' Ze hield haar handen voor haar oren. 'Ik wil niet naar je luisteren.'
Ik liep dichter naar haar toe.
'Heb je hem gebeld om hem te vertellen wat er aan de hand was, watje vader heeft moeten doen? Ja?'
'Nee, ik weet niet wie ik zou moeten bellen, dat heb ik toch gezegd.'
'Walgelijk, Belinda. Het is al walgelijk genoeg wat je hebt gedaan, maar het niet weten...'
Ze begon te huilen.
'Ik word weer ziek en dan kan ik niet naar school,' dreigde ze.
'Dat zou inderdaad een groot verlies zijn voor de school,' mompelde ik.
Ik liet haar snuffend achter en ging naar beneden om papa te zoeken. Hij was in zijn werkkamer bezig een paar documenten
op te bergen. Hier bewaarden we al onze persoonlijke belastingpapieren en familiedocumenten. Hij draaide zich bij de archiefkast om toen ik binnenkwam.
'Vind je het niet onbeschaamd om hier zo maar te komen, papa. Een van hen moet toch...'
'Niet doen, Olivia,' zei hij, en stak zijn hand op. 'We hebben het uit ons hoofd gezet.'
'Ik weet het, papa. Ik ben alleen... zo kwaad op haar om wat ze gedaan heeft,' zei ik.
'Ja, dat weet ik, maar je moet op haar passen, Olivia. Die les hebben we geleerd.'
Waarom papa zwakte tolereerde in Belinda en in niemand anders, inclusief mijn moeder, was een vraag die als een graat in mijn keel bleef steken.
'Ik vertrouw op jou om haar te beschermen,' zei hij. 'Naar jou luistert ze.'
'Dat heeft ze tot nu toe anders niet gedaan, papa. Dat is op een afschuwelijke manier bewezen.'
'Ik weet het, maar ik geloof dat ze zal veranderen,' hield hij vol.
Ik staarde hem even aan en hij moest zijn ogen afwenden, iets wat hij zelden deed. We hadden een onuitgesproken maar bewuste relatie, een overeenkomst, papa en ik. We wisten dat we niet tegen elkaar konden liegen.
Hij loog nu tegen me en hij wist dat ik het wist. Hij geloofde niet echt dat Belinda kon veranderen.
Waarom loog hij?
Mijn woede op Belinda werd als een ballon opgeblazen met haat, omdat ze papa dwong te liegen.
Op een dag, zwoer ik, zou ze het begrijpen en beseffen wat ze had gedaan en om vergiffenis vragen. Maar in mijn hart geloofde ik dat het dan te laat voor me zou zijn om haar die nog te schenken.
Opmerkelijk genoeg slaagde Belinda op het nippertje en met heel veel bijlessen voor haar eindexamen Engels. Ik kreeg echter duidelijk de indruk dat ze ook een beetje hulp kreeg van haar leraren, misschien dankzij papa's positie in de gemeenschap. In de week voor de diploma-uitreiking vroeg mama aan papa ons naar Boston te rijden om een mooie jurk te kopen voor Belinda. Ze wilde dat ze er extra mooi uit zou zien. Het was of moeder een manier had ontdekt om het afschuwelijke dat gebeurd was te compenseren: zich zo intens bezighouden met Belinda's festiviteiten dat ze geen tijd had om aan iets anders te denken. In één vlaag van koopwoede zou ze de donkere wolken verjagen die in de hoeken van ons huis verscholen lagen. Er zouden geen schaduwen zijn, geen herinneringen, alleen maar vrolijke, gelukkige dingen. Papa leek maar al te bereid het haar naar de zin te maken en haar te volgen naar de wereld van 'zie geen kwaad, hoor geen kwaad'.
Op het laatste moment besloot moeder zichzelf te overtreffen en een designer naar ons huis te laten komen om een origineel model voor Belinda te laten maken. Het zou ongeveer drie keer zoveel kosten als een confectiejurk, maar alweer gaf papa zich zonder enige strijd over en vergat zelfs zijn beroemde uitspraak: 'Wat is de essentie?' Deze keer was de essentie onvindbaar.
Ik moest toegeven dat Belinda er beeldig uitzag op de dag van de diploma-uitreiking. Het was ook een perfecte middag voor een plechtigheid in de open lucht. Een zachte, warme bries woei uit zee, en de lucht was turkoois met donzige wolkjes die bijna onmerkbaar langsdreven aan de horizon.
Er was besloten dat Belinda naar dezelfde finishing school zou gaan als ik, alleen zou zij al onmiddellijk beginnen met de zomercursus. Het leek papa verstandig haar zo snel mogelijk weg te laten gaan om haar te laten opleiden tot een dame. Zijn bedoelingen waren duidelijk: hij wilde dat ze begeerlijk zou zijn voor de juiste jongeman.
Mijn diploma-uitreiking had niet buiten kunnen plaatsvinden. Het was regenachtig die middag. De aula was bedompt en heel onaangenaam met tientallen huilende kleine kinderen, flitslampen die overal afgingen, trotse ouders en grootouders, die zwaaiden en staarden als bezoekers in een dierentuin. Ik had me een gekooid dier gevoeld, tussen mijn klasgenoten geperst, wachtend tot de toespraken waren afgelopen.
Belinda's diploma-uitreiking leek meer op een prachtige picknick. Serpentines en ballons versierden het terrein. De zon maakte dat iedereen vrolijk en enthousiast en gelukkig leek. De jonge kinderen konden ergens gaan spelen en liepen de volwassenen niet in de weg. De 'Pomp and Circumstance' mars klonk melodieus door de warme lucht. Iedereen stond op en de geslaagde eindexamenkandidaten, allemaal even blij en opgewonden, liepen over het middenpad om hun plaats op het podium in te nemen.
Misschien omdat het niet mijn eigen diploma-uitreiking was, leek alles veel vlotter in zijn werk te gaan. De toespraken waren niet zo lang, en voor we het goed en wel beseften werden de diploma's uitgereikt. Papa verbaasde me met zijn opwinding; hij gedroeg zich net als alle andere trotse vaders, holde over het middenpad om een foto te nemen van Belinda die haar diploma in ontvangst nam. Toen ik mijn diploma kreeg, liet hij het over aan de beroepsfotograaf en stond geen moment van zijn stoel op. Belinda accepteerde haar diploma met haar gebruikelijke zwier en maakte bijna een pirouette om stralend naar ons te lachen.
'Goddank,' mompelde moeder naast me. 'Ik heb mijn hart vastgehouden.'
Later vierden we het in de Clam and Claw, een visrestaurant bij de Point. Papa nodigde een paar zakenrelaties uit om ons gezelschap te houden en al vrij snel zag ik dat Belinda zich begon te vervelen. Ze barstte bijna van blijdschap toen ze Peter Wilkes het restaurant zag binnenkomen.
'O, fijn,' zei ze toen hij naar ons toe kwam. 'Ik ging dood van verveling.'
'Wat heeft dit te betekenen?' vroeg papa, die zijn conversatie onderbrak om naar Peter te kijken.
'Ik geloof dat ik wat aan de vroege kant ben,' zei Peter.
'Dat geeft toch niet, hè, papa?' vroeg Belinda uitbundig. Papa glimlachte verlegen naar zijn gasten.
'Eh... je bent nog niet klaar met eten, Belinda.'
'O, ik kan niets meer naar binnen krijgen, papa.'
'Waar ga je naartoe?' vroeg ik toen ze opstond.
'Naar het strandfeest, malle. Dat weet je toch? Papa heeft gezegd dat het goed was,' voegde ze eraan toe.
Ik draaide me om naar papa. Hij keek me even aan en wendde toen snel zijn blik af.
'Hm, je komt vroeg thuis, Belinda. Diploma of geen diploma...'
'O, Winston, wees toch niet zo'n bullebak,' zei Collins. Hij was een van papa's zakenrelaties. 'Een jong meisje krijgt maar één keer haar schooldiploma.'
'Goddank,' zei moeder, en iedereen aan tafel lachte, behalve
ik.
Belinda holde om de tafel heen om iedereen te omhelzen en een zoen te geven. Ze bleef zelfs staan om haar armen om mij heen te slaan.
'Dank je, grote zus,' zei ze. 'Ik vind de koffer prachtig.'
Ik had haar een dure koffer gegeven voor haar vertrek naar de finishing school. Het was een praktisch cadeau, een van de weinige nuttige geschenken die ze had gekregen.
Peter glimlachte flauwtjes naar mij en liep haastig achter Belinda aan toen ze hem meetrok.
'Dag,' riep hij.
Ik keek naar papa. Hij keek ze na, keek even naar mij en draaide zich toen om en ging met Collins praten.
Iets meer dan een uur later verlieten we het restaurant. De avond bleek al even mooi te zijn als de dag. Het was warm. Ik staarde naar de zee toen we naar huis reden en bedacht hoe fantastisch het moest zijn om nu op een strandfeest te zijn. Aan een bijna wolkeloze lucht glinsterde een overdaad aan sterren. De Grote Beer was nog nooit zo helder en scherp geweest.
Thuisgekomen ging ik meteen naar mijn kamer. Het enige wat ik wilde was slapen, slapen en vergeten, slapen en dromen dat ik iemand anders was, ergens anders. Het duurde lang voor ik in slaap viel, want ik lag te draaien en te woelen, soms met wijdopen ogen. De slaap bleef achter een gesloten deur en was niet bereid me te omhelzen.
Je moet eerst lijden, dacht ik. Je moet lijden onder je eenzaamheid.
Eindelijk viel ik toch in slaap, alleen om te worden gewekt door een zacht en toen luid geklop op mijn deur. Eerst dacht ik dat ik nog droomde. Toen ging ik rechtop zitten en hoorde het weer.
'Ja?'
Papa stak zijn hoofd om de deur.
'Ik vind het vervelend om je lastig te vallen, Olivia, maar... nou ja, je moeder is ook ongerust.'
'Ongerust? Waarom?'
'Het is al bijna drie uur en Belinda is nog niet thuis.'
'Daar heb je je vroeger nooit ongerust over gemaakt,' zei ik scherp.
Hij aarzelde.
'Nee, nou ja, maar na wat er gebeurd is...'
'We worden geacht er niet over te praten, papa,' snauwde ik. Ik voelde me niet erg welwillend.
'Alsjeblieft, Olivia.'
'Wat wil je dat ik doe, papa?'
'Kun je haar gaan zoeken?'
'Op het strand?'
'Ja,' zei hij. 'We willen niet dat ze zich nog meer moeilijkheden op de hals haalt.'
'Ik kan me niet voorstellen dat ze zoiets zou doen, papa,' zei ik. Hij bleef op de drempel staan.
'Ik maak me meer zorgen over je moeder,' zei hij.
'Oké. Ik ga haar wel zoeken.'
'Dank je, Olivia.'
Ik stond op en trok een broek en een trui aan. Op weg naar buiten pakte ik mijn lichte jack en liep haastig de gang door en de trap af, voornamelijk voortgedreven door woede. Hoe kon ze zo ongevoelig en egoïstisch zijn? Ze wist wat papa en moeder hadden doorstaan. Hoe edelmoedig en vergevensgezind ze ook waren, Belinda maakte er altijd misbruik van.
Ik stapte in mijn auto en reed naar de strandweg, waarvan ik wist dat ze die hadden genomen. Er was één oostelijk stuk strand waar de schoolkinderen altijd het liefst naartoe gingen, zelfs nog vóór mijn tijd. En toen ik de weg in sloeg zag ik dat er nog auto's geparkeerd stonden. Dit was een feest dat de hele nacht zou duren.
Ik vond een parkeerplaats en liep over het zand naar een van de vreugdevuren. Rechts van me hoorde ik lachen en flarden radiomuziek. De wind rukte aan mijn haar en spuwde zand in mijn gezicht. De zee kwam bulderend het strand op met een rij witte schuimkoppen.
Ik zag in dekens gewikkelde koppels rond het vuur, maar geen van de meisjes was Belinda. Ze keken nieuwsgierig naar me op. Sommigen hadden zelfs flessen whisky en wijn.
Ik liep door naar het volgende vuur. Mijn woede kookte over als een pan hete melk. Weer zag ik Belinda niet, maar ik herkende Marcia Gleason en Arnold Miller. Arnold schrok zich bijna een ongeluk toen hij zag dat ik naar hem toe kwam.
'Waar is mijn zus?' vroeg ik.
'Belinda?' vroeg hij stompzinnig, terwijl hij langzaam rechtop ging zitten. Ik kon zien dat Marcia topless was onder de deken.
'Nee, mijn andere tien zussen. Natuurlijk Belinda. Waar is
ze?'
'Ik weet niet zeker...'
'Iemand komt in grote problemen als ik haar niet binnen een minuut vind,' dreigde ik. 'Weten je ouders waar je bent en watje nu doet, Marcia?' vroeg ik scherp.
'Ik dacht dat ze naar huis ging,' zei Marcia benepen. 'De laatste keer dat ik haar zag maakte ze een wandeling met Quin over de helling,' ging ze verder, met een knikje naar de glooiing achter hen. Ik keek haar even woedend aan.
'Ik hoop dat ik niet hoef terug te komen,' zei ik en liep naar de glooiing. Ik hoorde dat Arnold Marcia op haar kop gaf omdat ze het verteld had.
Eerst zag ik niets toen ik de top van de helling bereikt had. Toen zag ik rechts van me iets bewegen en twee hoofden omhoogkomen uit een slaapzak. Ik kwam dichterbij. Het was niet moeilijk de beweging in de slaapzak te identificeren. Het bloed steeg naar mijn gezicht.
'Belinda!' schreeuwde ik, maar mijn stem werd meegevoerd door de wind. Ik schreeuwde weer toen ik dichterbij kwam, en eindelijk stopten ze en aarzelden. Ik riep haar nog eens.
'Olivia?' hoorde ik haai- zeggen.
'Verdomme!' schreeuwde ik, en ze schoten overeind als ratten. Quin graaide naar zijn kleren op het zand. Hij was bezig zijn broek op te hijsen toen ik naast hen kwam staan. Belinda had zich niet bewogen. 'Hoe kun je dit doen?' vroeg ik.
'We waren alleen maar...' Quin grabbelde naar zijn sneakers.
'Ik weet precies wat jullie aan het doen waren, Quin Lothar.'
'Ik moet weg. Het is al laat,' zei hij, en sprong overeind. Hij nam zelfs de tijd niet zijn schoenen aan te trekken. Een ogenblik later was hij in het donker verdwenen.
Belinda kermde zachtjes.
'Je hebt mijn feest bedorven,' zei ze tussen haar snikken door.
'Bedorven... Weetje dat moeder en papa zich geen raad weten van ongerustheid? En nu ik heb gezien wat jullie deden, hadden ze alle reden daartoe. Hoe kón je dit doen na wat er gebeurd is?' vroeg ik verbijsterd. Was er dan geen grens aan Belinda's neergang?
'We waren voorzichtig,' zei ze.
'O, dat is een hele opluchting. Spring je gewoon in ieders slaapzak op het strand, Belinda?'
'Nee, dit is het eindexamenfeest!' verklaarde ze, alsof dat een vrijbrief was om elke moraal uit het oog te verliezen.
'Trekje kleren aan en ga onmiddellijk mee naar huis,' zei ik.
'Maar iedereen blijft de hele nacht op het strand.'
'Papa heeft me gestuurd om je te gaan halen,' verklaarde ik om indruk op haar te maken. Ze verroerde zich niet. 'Belinda, ik ga niet zonder jou naar huis.'
'Dit is vreselijk,' riep ze uit. 'Je wilde me maar al te graag komen halen. Je wilt niet dat ik plezier heb, omdat jij dat nooit hebt.'
'Als dit is wat je noemt plezier hebben, dan heb je gelijk.' snauwde ik terug. 'Kleedje aan. Nu!'
Ze kwam uit de slaapzak en begon haar kleren aan te trekken. Ik kon niet naar haar kijken. Het vervulde me met te veel walging. Ik draaide me af en keek naar de zee.
Had ze gelijk? Was ik haar komen halen omdat ik jaloers was? Als ik iemand op school had ontmoet tot wie ik me aangetrokken voelde, zou ik dan ook op het strand hebben gelegen?
Iets in me ontkende het. Nee, ik zou verstandiger zijn geweest, maar op dit moment maakte het niet uit dat ik me beter voelde of superieur. Het veroorzaakte een steen van droefheid in mijn maag.
Belinda liep te pruilen toen we over het strand naar de auto gingen. De muziek volgde ons, gelijk met het gelach.
'Ik zal er niet altijd zijn om je tegen jezelf te beschermen, Belinda,' zei ik, toen we bij de auto stonden.
'Gelukkig,' kaatste ze terug.
De hele weg naar huis zat ze naast me te schuimbekken van woede. Toen we binnenkwamen liep ze de trap op en sloeg de deur van haar kamer dicht. Papa kwam de gang op.
'Alles goed met haar?' vroeg hij.
'Ja,' zei ik. Ik besloot hem de onaangename details te besparen. Hij scheen ze trouwens toch niet te willen horen.
'Dank je, Olivia,' zei hij. 'Jij bent de kracht, de ruggengraat van de familie. Dat zul je altijd zijn,' voegde hij er met een knikje aan toe. Het was of hij me tot troonopvolgster benoemde, of ik wilde of niet.
Het was wie ik zou zijn.
Ik viel in slaap en droomde over de slaapzak die we leeg op het strand hadden achtergelaten.