1. Geschreeuw in de nacht

Eerst dacht ik dat ik droomde, want toen ik wakker werd en mijn ogen opendeed, hoorde ik alleen maar het zachte fluiten van de wind die uit zee woei. Het maanlicht dat door mijn dunne witte gordijnen naar binnen scheen wierp een zachtgele gloed op de muren. De luiken voor mijn ramen klepperden tegen de beplanking, en toen hoorde ik het geluid opnieuw, deze keer met wijdopen ogen. Ik luisterde. Mijn hart bonsde als een steeds sneller tromgeroffel voor een belangrijke aankondiging of gebeurtenis. Na een ogenblik hoorde ik het weer.

Het klonk als een krolse kat, maar we hadden geen kat. Papa had een hekel aan katten, hij vond datje er meer last dan plezier van had. De enige dieren die enig nut hadden volgens hem waren waakhonden of blindengeleidehonden, en hij had geen van beide nodig. Ons huis lag ver genoeg weg van het centrum van Provincetown en was omgeven door drie meter hoge muren, met een poort die elke avond door Jerome, onze tuinman, werd afgesloten. Papa bewaarde ook een geweer onder het bed, 'wantje kon nooit weten'. Het was een stuk goedkoper, zei hij, dan een bastaardhond te eten te geven, en dat, besloot hij, 'was het belangrijkste'.

Deze keer klonk het geluid nog harder. Ik ging zo snel rechtop zitten dat je zou denken dat ik springveren onder me had, maar ik realiseerde me dat het geschreeuw niet in mijn verbeelding of in een nachtmerrie bestond. Het geluid drong door de muur tussen mijn kamer en die van Belinda heen. Het was niet echt een gejank, evenmin een gekrijs. Het geluid had iets bekends en toch iets heel ongewoons. Het was beslist geen geluid dat Belinda zelf zou maken, maar het kwam onmiskenbaar uit haar slaapkamer.

Ik stapte uit bed, pakte mijn ochtendjas van de stoel naast mijn bed en stak mijn armen in de mouwen toen ik mijn kamer uit ging. Papa en moeder stonden al in de gang. Moeder was nog in haar nachthemd en papa in zijn pyjama. Het afschuwelijke geluid ging door.

'Verdomme, wat...' Papa liep naar Belinda's gesloten deur. Ik volgde, met moeder als derde een eindje achter mij, maar toen papa de deur opendeed en besefte dat het afgrijselijke geschreeuw van Belinda kwam, holde moeder naar voren.

'Winston, wat is er?' riep ze.

Papa knipte het licht aan en verlichtte een verbijsterend en alarmerend tafereel.

Belinda lag languit op de grond, haar nachthemd bebloed en omhooggeschoven tegen haar borsten. Tussen haar benen lag een pasgeboren baby, met de navelstreng en nageboorte er nog aan.

Belina keek verwilderd van angst. De ogen van het kind waren gesloten, het trok even met het kleine armpje en bewoog toen niet meer.

'Jezus, Maria en Jozef,' riep papa zachtjes uit. Hij stond als aan de grond genageld van verbazing.

Moeders ogen rolden omhoog en ze zakte aan papa's voeten in elkaar alsof haar ruggengraat in gelei was veranderd.

'Leonora!'

'Breng haar naar bed, papa,' zei ik. 'Ik zorg wel voor Belinda.'

Hij keek nog even achterom, alsof hij zich ervan wilde overtuigen dat het echt waar was en geen verbeelding. Toen hurkte hij op de grond, legde zijn armen onder moeder en droeg haar terug naar hun slaapkamer, alsof zij zelf een baby was.

Ik liep Belinda's kamer in en deed snel de deur achter me dicht. Onze bedienden beneden waren nu beslist ook wakker. Belinda jammerde zacht. Haar ogen rolden alsof de kamer ronddraaide. Ze had haar armen opgeheven, maar was bang het kind of zichzelf aan te raken.

'Ik kon het niet tegenhouden. Het gebeurde gewoon, Olivia,' kermde ze. Haar hele lichaam schokte. Ik ging naar haar toe en staarde naar het bloederige schouwspel.

'Je was zwanger? Al die tijd was je zwanger?' vroeg ik ongelovig.

'Ja,' zei ze hijgend.

Nu werd alles me duidelijk. Een paar keer in de afgelopen maanden hadden papa en ik een opmerking gemaakt dat Belinda dik begon te worden. Ze at als een paard en scheen niet in het minst verontrust over haar uitdijende heupen en haar opgeblazen gezicht. Het kon mij weinig schelen. Het was meer papa die er over klaagde. Zijn kostelijke kleine Barbiepop was bezig onder zijn ogen te verdwijnen en in de plaats daarvan kwam dit genotzuchtige schepsel dat ik mijn zus noemde.

O, één of twee keer zei ik iets als: 'Ben je niet bang je entourage van vriendjes kwijt te raken?'

Ze leek zich er niet om te bekommeren, ook al was het waar dat steeds minder jongens haar kwamen opzoeken of vroegen mee te gaan zeilen of op het strand te wandelen of een avond te gaan stappen. Nu ik naar haar keek terwijl ze op de grond lag te kronkelen, haar kind stil en onbeweeglijk tussen haar dijen, begreep ik waarom ze een paar keer zo hardnekkig had geweigerd zich naakt aan me te vertonen. Een snelle inspectie van haar kast zou tot de ontdekking hebben geleid van een doos met korsetten. Wat ik nu ook begreep was haar plotselinge en onkarakteristieke voorkeur voor die wijde jurken die ze altijd 'opoe-kleren' noemde als ik ze droeg.

Ik knielde naast haar neer en legde mijn hand op de kleine borst van het kind. Het was al koud en ik voelde geen hartslag en het lichaampje ging niet op en neer; het ademde niet.

'Ik geloof niet dat het leeft,' zei ik.

Ze jammerde weer.

'Alsjeblieft, Olivia, haal het weg. Ik... kan het niet aanraken,' zei ze.

Ik reageerde niet snel. Ik staarde even naar het gerimpelde kleine gezichtje, bestudeerde de gelaatstrekken, de blauwe lippen en de vingertjes, die zo klein waren dat zelfs een van mijn pinken even breed was als bijna alle vijf van die kleine vingertjes.

'Het was een jongetje,' zei ik, meer als een hardop uitgesproken gedachte dan als iets wat ze graag zou willen weten.

Belinda sloot weer haar ogen en begon te hyperventileren. Ik zag haar even lijden, nog steeds verbijsterd dat ze dit zo goed geheim had weten te houden. Wat zou papa nu van zijn dierbare kleine prinses denken? vroeg ik me af.

'Heb je enig idee, ook maar het flauwste idee, hoe verschrikkelijk dit is, Belinda? Heb je niet nagedacht over dit onvermijdelijke resultaat en wat het voor onze ouders zou betekenen? Waarom heb je het niet eerder opgebiecht, zodat papa er iets aan had kunnen doen, in plaats van iedereen te bedriegen en je conditie geheim te houden?'

'Ik was bang,' mompelde ze en begon te snuffen en te snikken. 'Ik dacht dat iedereen me zou haten.'

'O, en nu houden we allemaal van je?' zei ik. Ze sloot haar ogen en hield even haar adem in.

'Alsjeblieft, Olivia, alsjeblieft, help me,' smeekte ze.

'Hoeveel maanden was je zwanger?' vroeg ik.

'Ik weet het niet precies, maar minstens zes of zeven,' zei ze snel.

'Daarom is dat kind zo klein. Het is te vroeg geboren. Ik wist datje seks had met een paar van je vriendjes, Belinda. Ik wist het. Ik heb je gezegd dat dit zou gebeuren. Ik heb je gewaarschuwd. En kijk nu eens wat het gevolg is van je losbandige, zelfzuchtige gedrag.'

Ze snikte een verontschuldiging.

'Oké,' zei ik. 'We knipperen gewoon even met onze ogen en dan is het verdwenen.'

'Alsjeblieft, Olivia...'

'Wie is de vader?' vroeg ik. Ze gaf geen antwoord. 'Je moet het vertellen, Belinda. Wie het ook is, hij draagt minstens de helft van de verantwoordelijkheid. Papa zal het willen weten. Wie is het? Arnold Miller?'

Hij was een jongen met wie ze meer was omgegaan dan met de anderen.

'Nee,' zei ze snel. 'Arnold en ik zijn nooit zo ver gegaan.'

'Wie was het dan, Belinda? Ik ga geen raadspelletje met je spelen. Vertel op! Als je het me niet vertelt, laat ik je hier alleen, laat ik je rondwentelen in deze... puinhoop.'

'Ik weet het,'jammerde ze. 'Olivia, alsjeblieft.'

'Hoe is het mogelijk datje het niet weet, tenzij je... mijn god, Belinda, met hoeveel jongens ben je naar bed geweest? En zo dicht op elkaar datje niet zeker weet wie de vader is van dit... dit kind?'Ik wist toen niet wat me meer hinderde: dat zij zoveel minnaars had gehad of dat ik er geen enkele had gehad.

Ze schudde slechts haar hoofd.

'Ik weet het niet, Olivia. Ik weet het niet. Ik wil niemand de schuld geven. Alsjeblieft.'

'Je zult papa toch iéts moeten vertellen, Belinda,' waarschuwde ik. 'Hij zal zich niet tevredenstellen met een "Ik weet het niet.'"

Ze deed haar ogen open en staarde me aan, en even dacht ik dat ze de vader van de baby zou noemen. Was het iemand die ik kende?

'Nou?'

'Ik kan niemand de schuld geven als ik het niet zeker weet,' verklaarde ze ten slotte. 'Nee toch?'

'Ze hebben allemaal schuld. Je kunt ze beter allemaal noemen en ze stuk voor stuk erover laten piekeren,' zei ik, denkend dat het niet meer dan rechtvaardig zou zijn.

'Dat kan ik niet,' jammerde ze. Ze schudde zo hard met haar hoofd dat ik dacht dat het eraf zou vallen.

'Oké, zoals je wilt. Je zult wel zien wat er nu gaat gebeuren. Je zult het zien,' voorspelde ik.

Ik stond op en ging naar haar badkamer om een paar handdoeken te halen. Toen kwam ik terug en rolde de dode baby in één ervan. Ik legde het kind en de nageboorte en de navelstreng op bed, juist toen papa de deur opende en terugkwam in de kamer. Hij keek om zich heen, vermeed Belinda's blik. Hij staarde naar het kind voor hij vragend naar mij keek.

'Ik geloof dat hij dood is, papa,' zei ik.

Hij knikte.

'Hoogstwaarschijnlijk, ja,' zei hij, en liep naar het bed. Langzaam liet hij zijn grote hand zakken en legde zijn wijsvinger op het halsje van het kind. 'Ja,' zei hij, 'een zegen.'

Belinda begon te jammeren.

'Hou op!' snauwde ik, terwijl ik me over haar heen boog. 'Wil je dat Carmelita het hoort en naar boven gestormd komt?'

Belinda smoorde haar gesnik en draaide zich op haar zij.

'Kun je haar schoonmaken en weer in bed leggen?' vroeg papa aan mij.

'Ja, papa.'

'Heeft ze... een bloeding of zoiets? Moeten we er een dokter bij halen?'

'Ik geloof het niet.'

'Controleer het even. Ik kom zo terug,' zei hij.

'Hoe gaat het met moeder?'

'Ik heb haar wat weten te kalmeren, maar ze beeft over haar hele lichaam,' zei hij somber.

'Als ik Belinda in bad heb gestopt, ga ik even bij haar kijken,' beloofde ik.

'Goed.' Hij liep haastig de kamer uit.

'Sta op, Belinda. Ik kan je niet optillen en naar de badkamer dragen. Ik zal je bad vol laten lopen. Bedek je in ieder geval voorlopig. Je ziet er weerzinwekkend uit, zoals je jammerend en kronkelend op de grond ligt,' zei ik.

Kennend gaf ze antwoord en begon overeind te komen op haar ellebogen. Er zat bloed op haar benen, maar ze scheen niet meer te bloeden. Ze haalde diep adem en zuchtte zo diep dat ik dacht dat ze flauwviel.

'Heb je pijn?'

'Ik heb geen dokter nodig,' zei ze. 'Het gaat goed.'

'Misschien heb je geen dokter nodig, maar of het goed zal gaan met je staat nog te bezien,' zei ik.

Ik keek weer naar het dode kind. Ik kon de kleur van de paar lokjes haar niet onderscheiden, want het hoofdje was bedekt met kleverig bloed. Ik kon het onmogelijk goed genoeg bekijken om te proberen erachter te komen wie de vader was, en ik ging naar de badkamer om Belinda's bad vol te laten lopen.

Nadat ik haar in bad had geholpen, hoorde ik vader terugkomen in de kamer. Ik ging naar de deur van de badkamer en zag dat hij een kartonnen schoenendoos bij zich had. Hij keek naar me terwijl hij het dode kind oppakte, het steviger in de handdoek wikkelde, alsof het nog leefde, en in de doos legde.

'We zullen dit zelf moeten afhandelen,' zei hij, met een knikje naar de grond. 'Ik wil niet dat de bedienden iets te weten komen, Olivia.'

'Ik zal ervoor zorgen, papa.'

'Hoe gaat het met haar?'

'Oké. Ze overleeft het wel,' zei ik bits. Hij knikte weer en pakte de doos op.

'Wat ga je doen, papa?'

Hij bleef even staan.

'Ik zal het arme ding moeten begraven,' zei hij.

Even stond ik alleen maar naar hem te kijken, terwijl hij de geïmproviseerde doodkist in zijn armen klemde.

'Moeten we dit niet aan iemand melden?' vroeg ik.

'Als we dat doen, Olivia, zal deze afschuwelijke gebeurtenis over de tong gaan in elk huis en elke kroeg in Provincetown. Het zou Belinda geen goed doen, en het zou heel schadelijk zijn voor de familie. Ze heeft het blijkbaar goed voor ons verborgen weten te houden, maar ondervraag haar en overtuig je ervan dat verder niemand het weet,' ging hij verder.

'Ja, papa.'

'Vergeet het niet. En ga alsjeblieft even bij je moeder kijken zodra je klaar bent met haar.'

'Ik zal het doen, papa.'

Hij staarde me even aan en keek toen naar de doos in zijn armen.

'We moeten het zo doen, het kan niet anders,' besloot hij, meer tegen zichzelf dan tegen mij, dacht ik. Hij draaide zich om en liep haastig de slaapkamer uit, met de doos veilig in zijn armen geklemd.

Ik ging terug naar de badkamer en zorgde ervoor dat Belinda zich waste. Ik hielp haar zich af te drogen en gaf haar toen een nieuw, schoon nachthemd. Toen ik haar naar bed had gebracht ging ik naar de bijkeuken. Ik betrapte me erop dat ik op mijn tenen liep en als een dievegge in mijn eigen huis rondsloop, om Carmelita, onze huishoudster en kokkin, of Jerome niet wakker te maken. Ik haalde een emmer, een mop, dweilen en schoonmaakmiddelen. Toen ging ik terug naar Belinda's kamer en vulde de emmer met warm water.

Gelukkig had ze zich van het bed op een los kleed laten zakken en het kleed had het meeste bloed opgezogen. Ik rolde het kleed op en dweilde en wiste elk spoor van het afgrijselijke voorval uit. Belinda lag met gesloten ogen en kreunde zachtjes, snikte nu en dan. Terwijl ik werkte, ratelde ik een meedogenloze

reeks klachten en verwijten af.

'Je hebt het deze keer wél voor elkaar gekregen. Moeder is over haar toeren. Papa zag zo wit dat hij zelf wel een lijk leek. We zullen er allemaal eeuwig nachtmerries van hebben. Wat had je eigenlijk gedacht, dat het allemaal wel voorbij zou gaan zonder dat iemand het wist?'

Ik zweeg en keek naar haar wanhopige gezicht.

'Dacht je dat een zwangerschap zoiets was als mazelen of een griep? Misschien heb je jezelf voorgoed beschadigd, Belinda. Misschien zul je nu nooit op een fatsoenlijke manier een kind kunnen krijgen. Niemand zal met je willen trouwen. Wat dacht je eigenlijk?' tierde ik. Hoe had dit kunnen gebeuren? vroeg ik me af. Hoe kon iemand, zelfs Belinda, zichzelf en haar familie zoiets aandoen?

'Olivia, alsjeblieft. Hou op. Alsjeblieft,' smeekte ze en hield haar handen tegen haar oren.

'Ik zal ophouden. Ik zou moeten ophouden en jou deze troep laten schoonmaken,' mompelde ik. 'Weet nog iemand anders het dat je zwanger was? Je hebt het toch niemand van die stomme schoolvriendinnen van je verteld, hè?' ging ik verder. De meeste vriendinnen van Belinda waren domme, verwende meiden die ik de Zaagselclub noemde omdat ik vond dat hun hoofd vol zaagsel zat.

'Nee, niemand weet iets,' zwoer ze. 'Ik heb me altijd helemaal alleen aan- en uitgekleed als ik gymles had en ik heb op school nooit een douche genomen.'

'Je kunt maar beter de waarheid vertellen,' waarschuwde ik haar.

Ik ging naar de badkamer en maakte het bad schoon, zodat Carmelita geen sporen van de tragedie zou kunnen vinden.

Papa kwam terug met verwarde haren en een gekwelde en geschokte blik in zijn ogen. Hij zag het kleed en de natte dweilen en raapte alles op.

'Ik zal dit ook allemaal begraven,' mompelde hij. 'Het moet lijken of er niets gebeurd is.'

Hij keek verwilderd om zich heen.

'Je hebt alles, papa.'

'Mooi,' zei hij, en beende de kamer uit. Ik had vader nog nooit zo verdwaasd gezien. Het maakte mij nog banger dan Belinda, die het grootste deel van de tijd met gesloten ogen bleef liggen. Ik veronderstelde dat ze bang was hem nu in de ogen te kijken.

Toen papa weer weg was, ging ik kijken hoe het met moeder ging. Ze zat op de rand van haai- bed en verzamelde al haar kracht om naar Belinda te gaan. Ze was nog heel bleek en haalde moeilijk adem.

'Moeder, je moet weer gaan liggen,' zei ik, snel naar haar toe lopend.

'Hoe gaat het met Belinda?'

'Dat komt wel goed. Ik heb haar gewassen en weer naar bed gebracht.'

'En...'

'Papa heeft de rest afgehandeld.'

'Afgehandeld?'

'Het kind is doodgeboren, moeder,' zei ik. 'Het was prematuur. Papa heeft het kind meegenomen en ergens begraven. Hij zei dat hij niet wil dat iemand het weet.'

'Begraven?' Ze hijgde en schudde haar hoofd. 'God vergeve ons,' fluisterde ze.

Ik dacht dat ze voorover op de grond zou vallen, dus pakte ik haar bij haar elleboog en probeerde haar te laten liggen, maar ze schudde weer haar hoofd.

'Ik moet naar haar gaan kijken, Olivia.'

Ze wankelde toen ze opstond. Ik sloeg mijn arm om haar middel en hielp haar naar de deur. Ze leek zich sterker te voelen toen ze naar Belinda's slaapkamer liep.

Belinda begon te huilen toen ze moeder zag.

Moeder ging op het bed zitten en nam haar in haar armen en wiegde de snikkende Belinda zachtjes heen en weer.

'Arm kind,' zei ze.

'Arm kind? Ze hoort een pak ransel te krijgen,' mompelde ik, maar onwillekeurig had ik ook medelijden met haar, al wilde ik geen greintje sympathie laten blijken.

'Kom, kom, kindje. Het is goed. Alles komt goed,' zei moeder op zangerige toon.

Eindelijk onderdrukte Belinda haar gesnik en veegde haar wangen af.

'Ik weet dat ik hel je had moeten vertellen, mammie, maar ik kon het niet. Ik schaamde me te veel en ik was bang,' legde ze uit.

'Dat maakte het alleen maar nog erger, Belinda. Je kunt zoiets niet geheimhouden voor je ouders, of je zus,' zei ze met een blik op mij. Ook Belinda keek naar mij. 'We houden allemaal van je en we zouden je hebben geholpen.'

'Ik weet het, mammie. Het spijt me.'

'Hoe kon zoiets gebeuren?' fluisterde moeder hees. Ze keek nu meer naar mij dan naar Belinda.

Zolang ik me kan herinneren kwam moeder bij mij als ze iets wilde weten over Belinda. Ze verwachtte altijd dat ik op mijn jongere zus zou passen, maar het grootste deel van het jaar was ik weg geweest op finishing school, en ik wist alleen maar wat Belinda deed door de roddels en door wat ik zag tijdens de vakanties. Het was Belinda's laatste schooljaar, en ik vond dat ze te veel vrijheid had gekregen, veel meer dan ze mij ooit hadden gegeven. Als ik niet thuis was, hield moeder niet goed bij waar Belinda was en wat ze deed. Ze mocht bij vriendinnen thuis blijven slapen en tot lang na middernacht wegblijven. Papa had het altijd te druk om het te merken, dacht ik, en nu zag je wat het resultaat was.

'Ze zegt dat ze niet weet wie de vader is,' verklaarde ik. 'Blijkbaar zijn er te veel kandidaten.'

'Wat?' vroeg moeder. Haaar gezicht vertrok ongelovig. Dacht ze soms dat Belinda een soort engel was alleen omdat papa haar behandelde als zijn kleine cherubijntje? 'Te veel? Hoezo te veel, Belinda?'

'Ik weet het niet, mammie. Alsjeblieft, ik wil er niet aan denken. Alsjeblieft,' smeekte ze, en begon weer te huilen.

'We moeten hel weten,' hield ik vol. 'Papa moet het weten en erheen gaan.'

'Misschien is het beter als we het niet weten,' was moeders conclusie, toegevend aan Belinda's huilerige mimiek en gejammer. 'Wat schieten we daar nu nog mee op?'

'Mensen horen verantwoordelijk te zijn voor hun daden, moeder. Papa zal het willen weten,' ging ik vastberaden verder.

'Ik heb dorst,' kermde Belinda.

'Goed, schat. Goed. Olivia zal wat water voor je halen.'

'Ik heb wat kouders nodig, iets met ijs,' zei ze.

'Ga het dan maar halen,' snauwde ik.

'Olivia, alsjeblieft.' Moeder keek me smekend aan.

'We moeten haar nu niet vertroetelen, moeder. Ze heeft ons allemaal iets verschrikkelijks aangedaan,' zei ik. Ik voelde me misbruikt. Moeder bleef me met haar smekende blik aankijken. Ik draaide me om en liep haastig de kamer uit, de trap af.

Carmelita was eindelijk wakker geworden door het geluid van voetstappen op de trap en alle drukte boven. Ze was een lange, half Portugese, half zwarte vrouw met een heel donkere huid, die we op de Cape een Brava noemden, en ze had de afgelopen tien jaar voor ons gewerkt. Ze was midden veertig, mager, met een smal gezicht en ogen van zwart obsidiaan. Carmelita was de perfecte huishoudster en kokkin voor ons gezin, omdat ze sterk, efficiënt en discreet was. Ze scheen over niemand van ons een mening te hebben en hield zich op een afstand als ze niet werkte.

Haar gitzwarte haar hing los op haar schouders toen ze uit haar kamer kwam om me te begroeten. Ze was in haar nachthemd en ochtendjas.

'Is iemand ziek?' vroeg ze.

'Belinda,' zei ik.

'O. Kan ik iets doen?'

'Nee, dank je, Carmelita.' zei ik. 'Ik zorg wel voor haar,' zei ik vastberaden. Ze keek me even strak aan met haar zwarte ogen, knikte toen onbewogen en keerde terug naar haar verblijf aan de achterkant van het huis. Ik wist dat ze me niet geloofde, maar zelfs toen ik nog een jong meisje was, twijfelde ze nooit aan iets wat ik zei.

Toen ik in de keuken was om iets te drinken te halen voor Belinda, kwam papa door de achterdeur binnen. Hij bleef even staan met een bezweet gezicht en modderige handen voor hij weer naar mij keek.

'Je begrijpt toch waarom ik het op deze manier doe, Olivia? Het gaat erom de familie te beschermen.'

'Ik begrijp het, papa.'

'Dus je hebt niemand iets hierover verteld?'

'Dat heb ik toch gezegd,' antwoordde ik, niet zonder sarcasme, dat papa verkoos te negeren.

'Goed,' zei hij. 'Goed.'

'Maar ze wil me niet vertellen wie de vader is,' ging ik verder. 'Ze beweert dat ze het niet weet.'

Hij schudde zijn hoofd.

'Misschien is het zo maar beter. We kunnen niet iemand gaan beschuldigen en ons in een wespennest steken.'

'Wie het ook is, mag zijn verantwoordelijkheid niet ontlopen, papa.'

'Het is voorbij,' zei hij. 'Laten we alles begraven,' vervolgde hij en ging weg om zich te wassen voor hij terugging naar Belinda. En alweer, dacht ik, lukt het mijn verwende zus om ongestraft iets verschrikkelijks te doen.

Toen ik terugkwam in Belinda's kamer met haar water, zag ik dat moeder haar comfortabel had neergelegd. Ik gaf haar het koude water en ze dronk het en glimlachte naar me.

'Dank je, Olivia. Het spijt me dat ik je zo'n last bezorg.'

'Ja, dat heb je gedaan,' zei ik resoluut. Ze keek of ze weer in tranen zou uitbarsten en moeder nog ongeruster zou maken. 'Ga rusten, Belinda. Je moet niet ziek worden,' zei ik genadig. Haar gezicht kreeg onmiddellijk een dankbare uitdrukking en toen pakte ze mijn hand.

'Jij bent mijn liefste zus,' zei ze. Ik moest bijna lachen.

'Ik ben je enige zus, Belinda.'

'Dat weet ik, maar je bent zo goed voor me.'

'Ze is goed voor jou. Ze is goed voor ons allemaal,' zei moeder met een glimlach naar mij. 'We moeten nu allemaal wat uitrusten.'

'Hoe kan iemand hierna nu slapen?' mompelde ik. Als moeder het hoorde, reageerde ze er niet op.

Papa verscheen in de deuropening en keek bij ons binnen.

'En?' vroeg hij.

'Het gaat haar goed, Winston,' zei moeder.

'Dat is goed. We moeten maar net doen of dit niet gebeurd is,' adviseerde hij.

'Je kunt net zo goed pretenderen dat er geen zee is daarbuiten,' verklaarde ik.

'Je vader heeft gelijk, Olivia. Het heeft geen zin erover te praten, zelfs niet onder elkaar. We sluiten onze ogen en beelden ons

in dat het een nachtmerrie was,' opperde ze.

Het verbaasde me niet haar dat te horen zeggen. Op die manier behandelde moeder de meeste onaangename dingen in haar leven. Zelfs zoiets verschrikkelijks als dit.

Ze boog zich over Belinda heen, die naar haar glimlachte, en verliet toen de kamer. Papa keek even naar mij, toen naar de grond en toen naar Belinda.

'Laten we gewoon allemaal gaan slapen,' zei hij, en ging weg.

Ik keek naar Belinda. Ze glimlachte naar me, maar ik schudde slechts mijn hoofd.

'Ik ben zo moe, Olivia,' zei ze. 'Ik voel me ook zo zwak van binnen, maar ik wilde niemand ongerust maken. Papa zou niet willen dat ik naar een dokter zou moeten.'

'Je overleeft het wel,' zei ik. 'Ga nu maar slapen.'

Ik inspecteerde de kamer nog even en liep toen naar buiten. Op de drempel bleef ik staan en keek achterom. Ze leek zo klein, als een heel klein meisje. Even later sliep ze.

Ik lag wakker in bed en dacht niet aan Belinda of mijn ouders. Ik dacht aan dat dode kind, wiens levensvlam zo snel gedoofd was en dat zo spoedig daarna ergens op ons terrein begraven was; hij zou geen enkele herinnering hebben aan het feit dat hij in dit gezin geboren was.

Voorlopig, dacht ik, is hij degene die geluk heeft gehad.

Belinda bleef de rest van de week thuis. We zeiden tegen iedereen dat ze griep had. Ik dacht dat Carmelita wist dat er iets veel ernstigers was gebeurd. Ze bracht Belinda haar maaltijden, dus ze zag dat Belinda niet hoestte of niesde. Maar moeder verwende haar en gedroeg zich of onze leugens werkelijk de waarheid waren. Ik hoorde hoe ze haar vriendinnen aan de telefoon vertelde dat Belinda zo ziek was.

'De ene dag leek ze nog kerngezond en de volgende dag was ze zo ziek als een hond,' babbelde ze. Ze beschreef de symptomen en beweerde zelfs dat ze de dokter had gebeld om instructies te vragen.

Ik walgde ervan. Het verbaasde me vooral dat papa zich zo snel had aangepast aan de fagade waarachter hij en moeder zich verscholen. De volgende ochtend waren hij en moeder op de gebruikelijke tijd aangekleed, en zaten aan de ontbijttafel de krant te lezen alsof het echt maar een boze droom was geweest. De enige aanduiding in papa's gezicht was een snelle maar scherpe blik naar mij toen Carmelita de eetkamer binnenkwam en informeerde naar Belinda's gezondheid. Dat was toen moeder een lange, gedetailleerde verklaring gaf en haar een stroom van onschuldige leugentjes opdiste. Papa keek tevreden.

Sinds ik thuis was gekomen uit finishing school werkte ik voor hem als leerling-boekhouder. Papa besloot dat het een verspilling zou zijn me naar een of ander college te sturen, 'alleen maar om de tijd te verdrijven, tot je een fatsoenlijke en goede man vindt om mee te trouwen, Olivia. De man die met je trouwt zal het meer waarderen als je iets nuttigs doet,' voegde hij eraan toe.

ik had toch niet zo'n zin om naar college te gaan, en ik was altijd goed geweest in cijfers. Papa beweerde dat ik een goede neus voor zaken had. Hij zei dat hij dat al wist toen ik veenbessen uit ons moeras aan de man bracht. Ik richtte een kraam in op de straat die langs onze grond liep. De toeristen vonden het leuk een klein meisje zo serieus bezig te zien met geld. Wat indruk maakte op papa was dat ik hem mijn geld gaf om het te beleggen in een rentedragende spaarrekening in plaats van het uit te geven aan snoep of speelgoed.

'In ieder geval heb ik iemand in de familie die mijn zaak kan erven,' verklaarde hij. Hij had zich erbij neergelegd dat hij geen zoon zou krijgen, maar in de loop van de tijd, geloofde ik, beschouwde hij me niet langer als een inferieure vervanging. Hij gaf me te veel complimentjes op kantoor om dat te geloven.

Papa was echt een selfmade miljonair, een succesverhaal dat de American Dream illustreerde: een kleine ondernemer die goede zakelijke besluiten had genomen en langzaam maar zeker een steeds grotere zaak had opgebouwd. Er werd over hem geschreven in veel regionale tijdschriften en één keer in een krant in Boston.

Hij was begonnen met een enkele vissersboot en had toen een tweede en een derde gekocht. He duurde niet lang of hij had een hele vloot, die vis en schaaldieren verkocht aan de steeds groeiende nationale markt. Hij breidde uit en ging in Boston garnalen inblikken, bouwde een indrukwekkende financiële keten van gerelateerde bedrijven op en deed de slimme stap om een meerderheidsbelang te verwerven in een vrachtwagenonderneming, zodat hij zijn vaste lasten kon overzien. Hij gaf zelf toe dat hij bij lijd en wijle een meedogenloos zakenman was, de concurrentie de kop indrukte, de prijzen verlaagde om ze uit zijn gebied te verdrijven. Hij werd steeds invloedrijker in de politiek, veroverde regeringscontracten en bleef zijn greep op zijn markten uitbreiden.

In minder dan een haltjaar kende ik onze moedermaatschappij van binnen en van buiten, en papa stond me zelfs toe bij sommige zakelijke vergaderingen aanwezig te zijn om te luisteren en te leren. Na afloop wendde hij zich vaak tot mij om mijn mening te vragen, en een aantal keren volgde hij mijn raad op.

Belinda daarentegen wist helemaal niets van onze zaak. Zoals zij zich gedroeg en dacht, stroomde het geld ons leven binnen als regen. Als we het nodig hadden was het er, en het werd nooit droog, er was nooit een moment waarop ze de woorden hoorde: 'Dat kunnen we ons niet permitteren, Belinda.'

Ik las haar vaak de les omdat ik haar ondankbaar vond en niet erkentelijk genoeg.

Dan lachte ze lief naar me en haalde haar schouders op. Als ik haar van moord beschuldigde, zou ze hetzelfde doen. Ze protesteerde zelden en ontkende bijna nooit iets. Ik dacht dat ze geloofde dat ze immuun zou zijn voor verantwoordelijkheid en schuld, dat ze een soort heilige dispensatie had gekregen en kon doen wat haar hart haar ingaf, ongeacht de gevolgen.

Het was zelfs waar, dacht ik vol afkeer, want ze had ouders die beweerden dat het beter was om net te doen of er niets gebeurd was. Belinda had gewoon griep gehad. Ik geloofde bijna dat papa zichzelf ervan overtuigd had dat hij nooit een te vroeg geboren kind had begraven.

De dag nadat ik terugkwam van kantoor, slenterde ik aan de achterkant van ons huis, nieuwsgierig of ik het ongemerkte grafje kon vinden. Ons land daar besloeg bijna vierduizend vierkante meter tot aan het klif dat uitkeek over het rotsachtige strand eronder. Een paar veilige paden leidden omlaag naar het nabijgelegen kleine privé-strand. In onze tuin stonden esdoorns en een paar eikenbomen, en een groot deel ervan bleef onontgonnen.

Tussen de doornstruiken en wilde rozen groeiden giftige sumak-struiken, en meer dan eens was Belinda er te dicht in de buurt gekomen en had ze nog weken daarna onder de gevolgen te lijden gehad.

Een groot grasveld werd begrensd door groepjes krokussen, tulpen, gele en witte narcissen. Er stond een prieel en er was een vijver met banken eromheen, en ik vond het ontspannend om daar te zitten en naai- de zee te kijken.

Soms liep ik naar de rand van het klif en keek naar de vloed, gehypnotiseerd door de ritmische beweging van de golven, de branding en het sproeiwater dat omhoogspatte van de rotsen, en luisterde naar de zeemeeuwen die krijsten als ze omlaagdoken naar mosselen. Ik liep tot aan de rand en sloot mijn ogen. Ik voelde mijn lichaam heen en weer gaan alsof het in de verleiding kwam van het klif te vliegen en beneden op de rotsen te pletter te vallen.

Toen Belinda jonger was, joeg de zee haar angst aan. Ze hield niet van zeilen. Ze ging zelden of nooit op jacht naar drijfhout. De enige reden om naar het strand te gaan was volgens haar als er een feest werd gegeven, en dan ver genoeg bij de zee vandaan om zelfs niet te worden natgespat door de golven die kapotsloegen tegen de kust. Eén keer, toen ik negen was en zij zeven, nam ik haar met me mee naar de rand van het klif en vroeg haar om haar ogen dicht te doen. Ze was zo bang dat ze zich omdraaide en terugholde naar huis. Ik dacht daar nu over na en vroeg me af wat ik zou hebben gedaan als ze was gevallen.

Jerome was net klaar met wieden toen ik door de achterdeur naar buiten ging om het graf te zoeken. Hij knikte en liep naar de schuur. Met over elkaar geslagen armen liep ik zo achteloos mogelijk over het leistenen rotspad omlaag, terwijl ik van de ene kant naar de andere keek, of ik kon zien waar de aarde was omgewoeld. Ik liep helemaal naar de rand van het klif zonder dat ik iets zag. Waar kon papa de doos en de andere dingen hebben begraven? Het kon toch niet zo'n klein gat zijn?

Ik liep naar de esdoorns en bleef staan toen ik meende een plek onder een van de bomen te hebben gevonden die eruitzag of hij was omgespit. Ik kwam er dichterbij en toen ik knielde en de grond inspecteerde, meende ik de plaats gevonden te hebben. Ik

moest rillen en stond op, alsof ik verwachtte dat het dode kind om hulp zou roepen, zelfs met zijn verstomde stemmetje.

Jaren later ging ik er weer heen en ontdekte dat de plek was overwoekerd, maar middenin het lange gras en het onkruid, groeide een jeneverbes die heen en weer zwaaide in de wind en me herinnerde aan die afgrijselijke nacht.

Maar op dat moment was ik kwaad. Ik hield er niet van om me huiverig en somber te voelen. Ik hield er niet van om Belinda's zonden te begraven, omdat ik niet van leugens hield. Als je liegt, dacht ik, maak je jezelf kwetsbaar en zwak. Papa was een veel zwakkere man in mijn ogen na wat hij gedaan had, al wist ik zeker dat ook hij zijn nachtmerries had.

Ik vluchtte weg, haatte Belinda om wat ze ons allemaal had aangedaan.

Papa had Belinda met de gevolgen moeten confronteren, dacht ik, en haar niet de hele week boven laten vertroetelen. Ik geloofde dat hij er nooit meer over zou beginnen, maar aan het eind van die week deed hij me verbaasd staan. Hij was in zijn werkkamer en controleerde de familierekeningen toen ik langskwam en hij me riep.

'Doe de deur dicht, Olivia,' beval hij, zodra ik binnenkwam. Ik deed het en draaide me naar hem om. Hij zat stram achter zijn bureau. 'We moeten dit allemaal als voorbij beschouwen, Olivia. Ik heb gemerkt dat je de hele week naar me hebt gekeken alsof je verwachtte dat ik iets meer zou zeggen of doen.'

'Het is niet mijn bedoeling je geweten te zijn, papa,' zei ik, en hij kromp ineen alsof ik naar hem gespuwd had. 'Het spijt me. Ik vind het alleen moeilijk net te doen of er niets gebeurd is.'

'Luister, Olivia. De belangrijkste eigenschap is trouw. Elke familie is een wereld op zichzelf en elk lid van die kleine wereld moet die ten koste van alles beschermen. Alleen dan kunnen individuele vrijheid, belangen en talenten worden nagejaagd. Bouw eerst de familie op, Olivia. De enige regel voor moraliteit is dat alles goed is wat goed is voor de familie,' zei hij vastberaden. 'Het is de les die mijn vader me heeft geleerd, een les waarvan ik hoop datje die ter harte zult nemen.

'Onder elkaar kunnen we bekritiseren en betreuren, maar we moeten het van ons afzetten als de familie daardoor bedreigd wordt. Het is het credo waarnaar ik leef, Olivia. Het is de enige vlag waarvoor ik salueer en de enige zaak waarvoor ik mijn leven wil geven.'

Tk staarde hem even aan. Papa keek of hij op het punt stond in huilen uit te barsten. Zijn lippen waren zo stevig op elkaar geperst, dat zijn wangen uitpuilden.

'Veroordeel me niet omdat ik van jullie allemaal hou, zoveel hou van de naam van mijn familie en onze reputatie, Olivia. Leer ervan,' smeekte hij.

Ik haalde diep adem. Papa en ik hadden veel gesprekken gehad in het verleden, maar ik had zelden of nooit tranen in zijn ogen gezien. Ik had medelijden met hem, het speet me dat ik hem schuldgevoelens had gegeven.

'Ik begrijp het, papa,' zei ik. 'Ik begrijp het echt.'

'Dat is goed, Olivia, want ik heb mijn hoop op jou gevestigd. Als ik er niet meer ben, zul jij veel beslissingen moeten nemen voor de familie, en ik hoop dat je je deze week altijd zult herinneren en niet zult vergeten wat ik je gezegd heb, wat je leidend principe moet zijn.'

'Ik zal het doen, papa,' beloofde ik.

Hij glimlachte en stond op. Toen liep hij om het bureau heen en sloeg zijn arm om me heen.

'Ik ben trots op je, Olivia.' Hij gaf me een zoen op mijn voorhoofd. 'Erg trots,' zei hij.

Ik zag hem terugkeren naar zijn bureau. Hij zag er moe uit, als een man die te veel lasten op zijn schouders draagt. Ik bleef nog even, tot hij zijn blik weer op zijn papieren richtte. Toen liet ik hem alleen.

Zijn woorden bleven in mijn hoofd hangen nadat ik het licht die avond had uitgedraaid en mijn hoofd op het kussen legde. Samen met de herinnering aan de tranen in zijn ogen.

Je moet een hoge prijs betalen als je een leider bent, dacht ik. Een verschrikkelijke prijs.

Misschien was Belinda beter af dan een van ons, vooral dan ik.

Zie maar wat ze gedaan had, en toch, zoals de meeste avonden, omhelsde ze haar knuffeldieren, sloot haar ogen en droomde van party's, tinkelende klokjes, van linten en muziek en vriendjes, die haar op haar wenken bedienden.

Terwijl ik droomde van een stuk aarde achter het huis en van mijn vader die de doos in die aarde liet zakken, al zingend: 'Voor de familie. Het is allemaal voor de familie.'