16. Gedwongen bekentenissen
Elke twijfel die ik gehad mocht hebben aan de waarheid van Belinda's woorden, werd de volgende middag weggenomen toen Nicholas Koson belde.
'Kan ik vrijuit spreken?' vroeg hij in een luid gefluister dat ik overdreven dramatisch vond. Hij klonk als iemand met een zere keel.
'Pardon?'
is dit een beveiligde lijn, mevrouw Logan?' legde hij uit. Ik moest bijna hardop lachen om die sensationele stijl, maar daarvoor werden deze mensen betaald, dacht ik.
'Natuurlijk,' zei ik. 'Denkt u dat mijn telefoons worden afgetapt?'
'Nee, nee, natuurlijk niet. Ik heb een rapport opgesteld en om u overeenkomstig uw instructies zo snel mogelijk op de hoogte te stellen van de essentiële feiten, wilde ik u die vast mondeling doorgeven. In de afgelopen week was uw zuster tweemaal in Boston. Ze logeerde in de Admiral's Inn, even ten noorden van de stad, onder haar eigen naam.'
'Belinda is geen spionne,' merkte ik op. 'Ze is mijn zuster.'
'Ja, natuurlijk, maar als mensen een clandestiene relatie hebben, nemen ze meestal enkele voorzorgsmaatregelen.'
'Niet mijn zus,' mompelde ik. Dat was helaas maar al te waar, dacht ik.
'Ja, ik begrijp het. Om verder te gaan,' vervolgde hij met een nasale stem, 'ze werd kort daarna bezocht door een vooraanstaande advocaat uit Provincetown.' Hij zweeg even. 'Weet u zeker dat ik u dit over de telefoon kan zeggen?'
'Schiet alstublieft een beetje op,' snauwde ik. 'Mijn bureau ligt vol met dringende zaken die ik moet afhandelen.'
'Ja, sorry. U kent ongetwijfeld de man die ik bedoel, Nelson
Childs. Ik geloof dat hij onlangs tot rechter is benoemd. De eerste keer bleef hij ongeveer drie uur bij uw zuster en de tweede keer iets langer dan vier uur.'
Waarom bleef Nelson daar in vredesnaam zo lang? vroeg ik me af. Het kon moeilijk Belinda's conversatie zijn geweest. Waren mannen werkelijk zo gemakkelijk te amuseren? Drie of vier uur lang vrijen leek me ook niet mogelijk. Zelfs met Samuels tastende handen en natte, slobberige mond hadden we nooit langer dan tien of vijftien minuten seks. Wat kon Nelson in godsnaam drie of vier uur lang met Belinda doen?
'Hebt u enig bewijs van die ontmoetingen tussen hen?' vroeg ik.
'Ik heb een paar foto's van hem toen hij het hotel binnenging en weer naar buiten kwam.'
'U hebt een foto van hem?'
'Van enige afstand natuurlijk,' legde hij snel uit. 'Ik weet zeker dat hij me niet gezien heeft. Dit is mijn beroep, ik leef hiervan, mevrouw Logan.'
'Ik wil die foto's graag vandaag nog hebben,' zei ik snel.
'Heel goed. Ik heb wat discrete navraag gedaan, mevrouw Logan. Deze... ontmoetingen... waren niet de eerste. Ze hebben elkaar al een aantal keren eerder op deze locatie getroffen. Ik heb een paar onweerlegbare bewijzen en...'
'Oké. Niet nodig om telefonisch op details in te gaan. Maar ik wil niet dat u op mijn kantoor komt.' Ik maakte elders een afspraak met hem over twee uur. Toen we elkaar ontmoetten gaf hij me een pakket dat gedetailleerde informatie bevatte en de foto's, en ik gaf hem een cheque.
'Dank u,' zei ik. 'Ik heb uw diensten verder niet nodig.'
Hij knikte, keek me even nieuwsgierig aan en ging toen weg. Ik voelde me smerig.
Ondanks zijn beleefde en zakelijke gedrag, leek zijn beroep me even vunzig als een gluurder die van zijn verdorvenheid zijn levenswerk had gemaakt. Ik huiverde om wat ik hem had laten doen, maar toen ging ik in mijn auto zitten en keek de documenten door.
Koson was uiterst nauwkeurig wat de details betrof. Hij ging zelfs zo ver dat hij de weersomstandigheden beschreef ten tijde van de ontmoetingen. Op de een of andere manier had hij ook kopieën weten te krijgen van de kwitanties voor de kamer. Er zaten er meer dan twaalf in de envelop, over een tijdvak van vier maanden. Het benam me de adem. Wat een goede leugenaarster was Belinda geweest, en een hoeveel betere leugenaar was Nelson Childs.
Maar ik voelde me niet beter of sterker nu ik het bewijs zwart op wit had en ook de foto's. Mijn maag leek op een wasmachine met ronddraaiende inhoud. In mijn borst was een lege holte, alsof mijn hart was gekrompen en een gat had achtergelaten waarin het zware gedreun van mijn hart weergalmde. Ik ademde diep de koele lucht in en draaide het fornuis onder mijn borst uit. liet was tot daaraan toe Belinda's bekentenis aan te horen, maar het was heel wat pijnlijker om een foto te zien van Nelson die naar de ingang van de Inn liep met een verwachtingsvol, gretig gezicht. Als hij wegging lieten de foto's een tevreden, zelfverzekerde man zien, met rechtgetrokken schouders, hooggeheven hoofd en een trotse uitdrukking om zijn mond.
Ik ging terug naar mijn kantoor en werkte de rest van de dag zo hard ik kon, in een poging die beelden uit mijn hoofd te bannen. Tegen het eind van de middag kwam Samuel langs om me eraan te herinneren dat hij vandaag zijn wekelijkse kaartavond had met zijn vissersvriendjes in het Wharf Ale House.
'Tenzij je andere plannen voor ons hebt,' zei hij. Dat zei hij altijd, en ik zei altijd: 'Nee.'
'Ik ben toch veel te moe om vanavond iets te doen,' zei ik.
'Je ziet er een beetje pips uit, Olivia. Voel je je wel goed?'
'Ik ben gewoon moe, Samuel. Ik had een hoop te doen vandaag. Als je vaker hier was, zou je dat merken.'
ik wou datje me hier wat meer liet doen, Olivia. Echt waar,' zei hij op die smekende toon die ik was gaan verachten.
'We zullen zien,' zei ik.
Hij knikte weer met een sceptisch gezicht.
Zodra hij weg was leunde ik achterover in mijn stoel en dacht eraan wat ik zou doen in verband met Belinda's situatie. Het had geen zin om het uit te stellen, besloot ik. Ik stond op om de deur van mijn kantoor dicht te doen en belde Nelsons kantoor.
'Een ogenblik, mevrouw Logan,' zei zijn secretaresse, ik zal zien of hij beschikbaar is.'
O, hij is beschikbaar, dacht ik, en wachtte. Mijn hart sputterde als een buitenboordmotor.
'Olivia!' riep Nelson uit. 'Wat een verrassing. Zakelijk of privé?'
'Geen van beide,' zei ik. 'We moeten elkaar vanavond spreken, Nelson.'
'Sorry?'
ik heb aan een geschikte plek zitten denken en ik heb besloten tot mijn jacht. Daar hebben we de vereiste privacy. Kom om acht uur,' zei ik scherp. Hij zweeg heel lang voor hij antwoordde.
'Wat is er aan de hand, Olivia?'
'Dat kunnen we beter vanavond om acht uur bespreken, Nelson,' zei ik.
'Het is wel op heel korte termijn. Ik heb Louise beloofd met haar naar de film te gaan en...'
'Ik zou niet bellen en op zo korte termijn een afspraak met je maken als het niet voor ons allebei belangrijk was, Nelson.'
'Misschien kunnen we morgenavond afspreken,' opperde hij. 'Dan heb ik iets dat ik gemakkelijk af kan zeggen en...'
'The Admiral's Inn, Boston,' zei ik.
'Wat?'
'Dat hoef ik toch niet te herhalen, hè, Nelson? Ik ben om acht uur op mijn jacht,' zei ik en hing op. Mijn hart bonsde als een gong in een staande klok.
Na dat telefoontje was het me onmogelijk om nog te werken. Telkens als ik ergens mee begon, weigerden mijn ogen naar de pagina te blijven kijken en gingen mijn gedachten terug naar het telefoongesprek met Nelson. Zou hij de moed hebben om te komen? Ten slotte besloot ik ermee op te houden en iets vroeger dan gewoonlijk naar huis te gaan.
Samuel merkte aan tafel dat er iets was en bleef informeren naar mijn gezondheid. Belinda, die als een geslagen hondje aan de andere kant van de tafel zat, met neergeslagen ogen en zwijgzaam, keek me van tijd tot tijd aan als hij me ondervroeg.
ik heb je gezegd dat ik gewoon moe ben, Samuel. Laat het,' beval ik ten slotte.
'Ik probeer alleen maar een goede echtgenoot te zijn,' zei hij sarcastisch, en keek steunzoekend naar Belinda, maar in tegen- stelling tot andere keren als Samuel naar haar glimlachte, sloeg ze nu snel haar ogen neer.
Onnodig te zeggen dat hij zo gauw mogelijk wilde vertrekken naar zijn kaartspelletje en een vrolijkere omgeving. Zodra hij weg was, keek Belinda naar mij.
'Heb je... heb je al iets gedaan, Olivia?'
'Nee, maar ik sta op het punt het te doen,' zei ik.
'Wat moet ik doen?'
'Voor jou valt er niets te doen. Je hebt het allemaal al gedaan,' snauwde ik. Ze begon te snikken.
'Je verspilt je tranen, Belinda. Papa is weg.'
Ze hief haar hoofd met een ruk op en keek me woedend aan. 'Je gaat me nu echt haten, hè? Je gaat me het leven zo zuur mogelijk maken,' voorspelde ze.
'Nee, dat heb je zelf gedaan,' zei ik kalm. 'Ik zal zoveel mogelijk van jouw, van ons aller leven proberen te redden. Dat schijnt mijn rol te zijn in deze familie.'
'Je geniet ervan,' zei ze beschuldigend, met samengeknepen ogen. Ze liet er een dwaas, licht lachje op volgen. 'Dat heb je altijd gedaan. Je had schooljuffrouw of dominee moeten worden. Of beter nog, gevangenisbewaakster.'
'Ik ben wat ik moet zijn,' zei ik ferm. 'Ik heb geen tijd om ervan te genieten, geloof me. Ik verwacht geen dank, maar ik verwacht wél respect, Belinda, en vooral je erkentelijkheid.'
Ze hield haar wrokkige blik nog even vol en toen leek haar gezicht te verschrompelen. Ze rolde zich op tot een bal, sloeg haar armen om zich heen en staarde naar de grond.
'Ik spreek hem vanavond,' onthulde ik en ze keek met wijd opengesperde ogen naar me op.
'Vanavond? Waar?'
'Het doet er niet toe waar. Ik wil niet dat jij erbij bent,' zei ik.
'Hoe ben je... ik bedoel, wat wil je zeggen?'
'Ik kom bij je voor ik ga slapen,' beloofde ik, 'en dan zal ik je alles vertellen.'
Ze knikte, nu meer dankbaar dan uitdagend. Ik wist wat ze ging zeggen.'Zeg het niet, Belinda. Ik heb er genoeg van je te horen zeggen hoe het je spijt. Alsjeblieft, ga gewoon naar je kamer, kijk televisie, praat met je leeghoofdige vriendinnen, doe je haar, wees jezelf en wacht op mijn instructies.'
Ze schudde haar hoofd. De tranen sprongen in haar ogen. Zelfs zij wist nu dat excuses uiteindelijk de spreekwoordelijke strohalmen waren waaraan iedereen probeert zich vast te klemmen om niet te vallen. Het enige wat haar kon beletten nog dieper te zakken was wat ik voor haar zou doen. Die erkenning stond in haar ogen te lezen.
Ze stond op en liep de eetkamer uit met haar hoofd gebogen als een vlag op het moment van een nederlaag, maar ik had geen medelijden met haar. Zij was degene die Nelsons kind verwachtte, niet ik.
Ik bleef even bij de jongens voor ik wegging. Thelma had wonderen verricht met Jacob. Ze had hem zelfs een beetje leren lezen en optellen en aftrekken. Hij vond het prachtig om het me vol trots te demonstreren. Chester was een veel fysieker kind. Hij liep maanden eerder dan Jacob had gedaan en werd daardoor een constant probleem, omdat hij alles wilde aanraken wat hij zag en naar dingen kon grijpen. Twee keer had hij zich al zo in Samuels vishengel weten te draaien dat hij had moeten schreeuwen om hulp. Samuel vond het amusant, maar ik waarschuwde hem dat als hij die dingen nog eens liet slingeren, ik alles op de vuilnishoop zou gooien.
'Jacob is verstandiger dan jij,' zei ik. Jacob was veel serieuzer in de zorg voor zijn broertje en probeerde erop te letten dat hij geen ondeugende streken uithaalde. Ik begon me af te vragen hoe twee jongens van dezelfde ouders zo'n verschillend karakter konden hebben.
Ons jacht lag gemeerd aan de steiger achter het huis. Het was een zeiljacht van bijna twintig meter, dat uitsluitend op zeilen voer en slaapfaciliteiten had. Normaal waren alle dekstoelen opgeborgen, maar Samuel had het jacht de vorige dag gebruikt om een halve dag met potentiële klanten te gaan varen. Vanavond was het donker door de mist. Ik kon nog geen twintig meter ver zien, maar ik hoorde een misthoorn in dc verte en zag nu en dan een knipperend licht in de dichte mist. Maar het was vochtig en het zag ernaar uit dat het zou gaan regenen. Ik kwam tegen achten aan boord en wachtte, luisterend en naar het land kijkend.
Eén of twee minuten over acht zag ik Nelson uit de mist tevoorschijn komen. Hij zag eruit als een gestalte die uit de duistere onderwereld opdoemt. Hij liep met vastberaden passen. Zijn houding verried woede en ergernis terwijl hij zwaaiend met zijn armen dichterbij kwam.
'Wel,' zei hij, terwijl hij aan boord kwam en met zijn handen op zijn heupen voor me bleef staan. 'Ik ben er, zoals je bevolen hebt.' Hij droeg een licht jasje en een spijkerbroek. Ik keek hem even aan en staarde toen weer naar de mist.
'Ga zitten, Nelson. Dit zal wel even duren,' zei ik kalm.
Hij aarzelde en plofte toen neer op een dekstoel tegenover me.
'En?'
'Je bent maandenlang met mijn zus omgegaan,' begon ik. 'Tot verleden week nog,' voegde ik eraan toe.
'Heeft zij je dat verteld?'
'Nee. Ze heeft me de helft ervan nog niet verteld,' zei ik. 'En het heeft geen zin iets te ontkennen,' ging ik verder. Ik knipte een lantaarn aan en overhandigde hem die samen met het dossier dat Nicholas Koson me had gegeven. Hij vertrok zijn lippen in een scheve glimlach en schudde zijn hoofd.
'Wat kan dit zijn?'
Hij las en ik wachtte terwijl hij de pagina's omsloeg. Toen hij zijn foto's zag, floot hij zachtjes.
'Heb je ons laten volgen?' vroeg hij ongelovig.
'Dat heb ik gedaan op een vermoeden dat algauw een afschuwelijke realiteit werd,' zei ik.
'Dit is niet te geloven,' mompelde hij, terwijl hij het dossier dichtsloeg.
'Denk je eens in hoe ik me voel, Nelson. Ik geloof dat ik me meer verraden voel dan Louise zich zal voelen.' zei ik. In het licht van de lantaarn zag hij zo wit als een doek. In zijn donkere ogen lag een vreemde, gekwelde blik.
'Ben je van plan het haar te vertellen?' vroeg hij ten slotte.
'Nee,' antwoordde ik en haalde diep adem. 'Dat aspect van je leven laat ik aan jou over.'
'Olivia, ik kan niets tot mijn verdediging aanvoeren dan dat mijn leven de laatste tijd zo gecompliceerd is geworden, dat ik afleiding nodig had. Op een avond ontmoette ik Belinda toevallig in Boston en zij... nou ja, ze kan zo verleidelijk zijn. Ik had niet weer moeten bezwijken voor de verleiding, dat weet ik, maar ik had gedronken en ze is zo vrolijk en luchthartig, dat...'
'Ik wil dat echt niet allemaal horen, Nelson. Je hebt een mooi spel voor me opgevoerd, vooral die fictie dat zij je om werk had gevraagd. Ik had moeten beseffen dat Belinda te simpel is om te bedriegen en te intrigeren.'
Hij knikte en boog zich naar voren, met gevouwen handen.
ik wil je beloven, zweren op het hoofd van mijn kinderen dat vanaf deze avond...'
'Daar is het nu te laat voor,' zei ik met een diepe stem, de stem van een rechter die een zwaar vonnis uitspreekt, een stem die hij zelf zo goed kende.
'Wat bedoel je?' vroeg hij. 'Wat ga je doen?' Hij wachtte terwijl ik even zweeg. 'Je beseft toch zeker wel dat dit ons geen van allen enig goed zou doen, Olivia. Dit stadje leeft van gemene roddels. Er zijn echte haaien in dit water, Olivia,' ging hij verder. Zijn stem schoot waarschuwend uit. 'Onderschat het niet. Denk alsjeblieft aan onze families en...'
'Belinda is zwanger, Nelson, zwanger van jouw kind,' flapte ik eruit.
Zelfs in het schemerachtige licht kon ik zien dal zijn gezicht vuurrood werd. Hij leek niet in staat iets te zeggen, zich te bewegen. Eindelijk gaf hij een zachte kreet en haalde toen diep adem. Hij schudde zijn hoofd.
'Nee, dat kan niet. Ze zei dat ze aan de pil was. Ze heeft me zelfs het pakje laten zien. Ze kan niet zwanger zijn. Ze liegt.'
'Het is bevestigd door een arts, Nelson. Belinda heeft misschien een of twee of zelfs wel tien of twaalf pillen geslikt, maar ik weet zeker dat ze dagen heeft overgeslagen en het heeft verwaarloosd. Dat laat dus alle mogelijkheden open, en omdat ze in de afgelopen maanden alleen met jou samen is geweest, herhaaldelijk, zoals dit bewijst,' ging ik verder, wijzend naar hel pakket met paperassen en foto's. Ik sloeg een steeds grotere bres in zijn verzwakte, mannelijke harnas, 'bestaat er geen twijfel of jij bent de vader van Belinda's onwettige kind.'
'O, nee,' riep hij uit en bedekte zijn gezicht met zijn handen.
'Dit kan niet waar zijn.' Zijn schouders schokten. 'Wat heb ik me in mijn hoofd gehaald? Hoe kon ik zo zwak zijn.'
Ik kon me niet permitteren medelijden met hem te hebben, maar iets van een warm gevoel drong door mijn woede heen. Ik had gehoopt te genieten van zijn verwarring en zijn berouw, maar de genegenheid die ik diep in mijn hart voor hem koesterde, toonde iets van genade.
'Het heeft geen zin om stil te staan bij wat er gebeurd is. Het is gebeurd en daarmee uit,' zei ik zacht.
'Wat ga je eraan doen?' vroeg hij. Hij liet zijn handen zakken van zijn nog altijd knappe gezicht, dat nu ernstig en somber stond. 'Als ze een abortus wil, zal ik dat natuurlijk betalen, en ik zal alles doen...'
'Ze krijgt geen abortus,' zei ik. 'Het is te laat.'
'Zo ver kan het nog niet zijn, Olivia.'
ik bedoel niet fysiek of medisch te laat, Nelson.'
'Wat bedoel je dan?' vroeg hij bijna fluisterend.
'Belinda heeft al eerder zo'n fout gemaakt,' begon ik. 'We hebben altijd het puin voor haar geruimd en haar lijden gereduceerd tot een licht ongemak.'
'Ja, maar ik bedoel, dit gebruiken als een manier om haar een les te leren... ik bedoel...'
'Ik wil niet alleen haar een les leren, Nelson,' zei ik op scherpe toon. Ik keek hem lange tijd diep in de ogen.
'Wat wil je doen?' vroeg hij praktisch smekend.
'Ze krijgt de baby en de baby zal hier wonen, bij mij,' zei ik. 'Niemand zal de identiteit van de vader kennen.'
Hij haalde enigszins opgelucht adem. Toen gingen zijn gedachten barmhartig uit naar Belinda.
'Je weet natuurlijk dat dit haar ondergang zal betekenen in deze gemeenschap, Olivia.'
'Ik heb al een tijdlang geen enkele hoop meer voor haar gehad in deze gemeenschap of welke andere dan ook, Nelson. Van Belinda zal nooit iets terechtkomen,' verkondigde ik met de zekerheid van een bijbelse profeet.
'Vind je werkelijk dat jij dat allemaal voor haar moet beslissen, Olivia?'
'De beslissingen zijn al lang geleden genomen, Nelson,' antwoordde ik. ik voer ze alleen uit, probeer ertegen opgewassen te zijn.'
Hij schudde zijn hoofd.
'Tja, als je vastbesloten bent, denk ik niet dat ik er veel tegen kan doen.'
Ik lachte.
'Nee, nauwelijks.' Hij keek me scherp aan. 'Wat wil je van me? Geld?'
'Ik zal nu en dan een beroep op je doen om me in kleine dingen te helpen, altijd heel discreet natuurlijk. Zolang ik tenminste op je medewerking kan rekenen.'
'Dat klinkt bijna bedreigend, Olivia.'
'Zo is het niet bedoeld. Maar je mag mijn wilskracht nooit onderschatten.'
'Nee,' zei hij, met die charmante glimlach die weer terugkwam. 'Dat zie ik.' Hij leunde achterover. De mist werd dichter. Druppels mist maakten onze kleren vochtig. 'Weet Samuel het?'
'Nee, nog niet. Met hem handel ik het later af,' zei ik.
'Dus hij weet niet watje van plan bent met het kind te doen? Vind je niet dat hij hierin ook iets te zeggen hoort te hebben? Ik bedoel, je verlangt van hem een vader voor het kind te zijn.'
Ik voelde me verstijven als een strak gespannen veer.
'Jij zult altijd de vader zijn, Nelson. Jij en ik zullen dat altijd weten,' bracht ik hem kortaf in herinnering.
'Waarom doe je dit, Olivia? Er zit meer achter. Dat weet ik zeker. Waarom wil je mijn kind in jouw huis grootbrengen?'
'Het is ook het kind van mijn zus.'
'Ja, maar... er zit meer achter, Olivia.'
'Het had mijn kind moeten zijn.' Ik kon mijn eigen stem, mijn eigen bekentenis niet geloven. Hoe kon zo'n oprecht gevoel uit de gevangenis van mijn hart ontsnappen? Nelson knikte. Hij leek het te begrijpen.
'Doe het niet, Olivia. Het zal niet zijn watje ervan verwacht.' Hij klonk nu ook profetisch.
ik doe het,' zei ik. 'Wij doen het,' corrigeerde ik mezelf.
Hij blies de lucht tussen zijn gesloten lippen door en wendde zijn blik af. De eerste regendruppels begonnen te vallen.
'We worden straks overvallen door de regen,' zei hij.
'Laten we naar de kajuit gaan,' zei ik en stond op. Hij volgde, maar met tegenzin. Ik knipte een kleine lantaarn aan en ging op de bank zitten. Hij stond in de deuropening en leunde tegen de wand. Het begon harder te regenen.
'Het is een kleine onweersbui. Het zal niet lang duren,' zei hij.
Zijn vochtige haar viel over zijn voorhoofd. Wat zag hij er jong en knap uit en wat deed hij me sterk denken aan die avond toen hij en ik en Belinda op het strand gingen wandelen, de avond waarop hij met haar ging zwemmen, de avond waarop het allemaal begonnen was.
Hij staarde me aan.
'Olivia, je weet niet watje doet. Je kunt niet met mensen spelen als met stukken op een schaakbord. Schaakstukken zijn niet van vlees en bloed en hebben geen gevoelens en emoties.'
'Je hoort dankbaarder te zijn dat ik met mensen kan spelen, Nelson. Ik los je probleem op en red je reputatie, je carrière, je leven.'
Hij glimlachte.
'Hoe wil je dat ik je mijn dankbaarheid toon, Olivia?'
'Je vond het zo gemakkelijk Belinda je dankbaarheid te tonen,' zei ik. Zijn glimlach verdween.
'Je wilt toch niet echt dat ik... dat wij...'
De regen die op het dak van het jacht kletterde, leek ook op mijn ziel te kletteren.
'Vind je me zo weerzinwekkend?'
'Nee, natuurlijk niet, maar dit is iets anders. Het is...'
'Wat?'
'Samuel is een goede vriend van me en...'
'O, alsjeblieft,' zei ik. 'Kom me alsjeblieft niet aan met dat verhaal over mannen die een verbond met elkaar hebben gesloten en elkaar niet verraden. Wat dit betreft zijn jullie allemaal van één laken een pak.'
Hij schudde zijn hoofd.
'Het spijt me datje zo verbitterd bent.'
'O ja?' De tranen sprongen in mijn ogen. 'Wat weet jij van verbittering? Jij hebt altijd gekregen wat je hebben wilde. Je weet niet wat frustratie is, wat verlangen kan zijn, hoe eenzaam iemand kan zijn.'
Hij keek me strak aan, alsof hij me voor het eerst zag. Ik moest mijn hoofd afwenden, en toen ik dat deed, kwam hij dichterbij. Ik voelde zijn hand op mijn haar en toen op mijn schouder, maar ik draaide me niet naar hem om. Hij ging naast me zitten en ik voelde zijn lippen op mijn hals. Ik sloot mijn ogen. Hoe vaak had ik hiervan gedroomd, dacht ik. Zijn lippen bewogen naar mijn wang en zijn hand draaide mijn gezicht naar hem toe, zodat hij mijn lippen kon kussen. Toen legde hij zijn hand op mijn borst en perste zijn lippen harder op de mijne.
De geur van zijn vochtige haar, de smaak van zijn mond op de mijne, het gevoel van zijn hand op mijn middel die onder mijn jasje en mijn blouse kroop en mijn borst zocht, verhitten mijn lichaam en mijn adem. Ik kreunde en ging verliggen, zodat hij mijn benen kon optillen en zijn andere hand onder mijn rok kon laten glijden. Toen hij me aanraakte, hield ik mijn adem in en even dacht ik dat ik zou flauwvallen van opwinding.
is dit echt watje wilt, Olivia?' fluisterde hij.
'Ja,' zei ik vastberaden. 'Ja, zo had het moeten zijn.'
Hij zei niets. In plaats daarvan begon hij eerst mij en toen zichzelf uit te kleden. Het stormde nog steeds, de regen sloeg tegen de romp van het jacht en de zee deinde en veroorzaakte een fel ritme dat ik wilde grijpen en vasthouden tussen Nelson en mijzelf.
Hij vrijde met me met gesloten ogen. Ondanks het feit dat hij er echt was, me echt vasthield en op de intiemste manier waarop man en vrouw één kunnen worden met me samen was, voelde ik me minder bevredigd dan ik verwacht had. Wild, weigerend me teleurgesteld te voelen, verhaastte ik een orgasme en voelde hem in me sidderen. We hijgden als hardlopers op het strand die in eikaars armen zijn gevallen.
Het bleef regenen. We zeiden geen van beiden iets.
'Je haatte elk moment daarvan, hè?' zei ik beschuldigend.
'Ik haatte het niet, Olivia, maar wat jij verwacht is niet iets wat op bevel kan gebeuren. Je bent zo gewend om bevelen uit te delen en je zin te krijgen, datje denkt datje dezelfde techniek op alles kunt toepassen. Maar zo werkt het niet.'
Ik wendde me van hem af.
'Het spijt me,' zei hij. 'Deze omstandigheden... ze zijn niet bevorderlijk voor... het is gewoon niet...'
'Romantisch?'
'Nee, dat is het niet.'
'En Belinda ontmoeten in een of ander hotel is dat wél?' vroeg ik met een kil lachje.
'Het was een avontuurtje, een afleiding, precies zoals ik gezegd heb,' zei hij. 'Ik hou niet van Belinda. Ik hou van mijn vrouw,' eindigde hij. Het vormde een brok lood in mijn keel.
Ik ging rechtop zitten en begon me aan te kleden, en hij deed hetzelfde. Plotseling voelde ik me erg goedkoop en belachelijk. Ik vond dat erger dan dat hij niet van me hield zoals ik had gedroomd dat hij zou doen. Het was beter in mijn fantasie te leven dan in deze realiteit, dacht ik.
Het regende nog steeds.
'We zullen moeten hollen,' zei hij, aanstalten makend om te vertrekken. Ik vond een paraplu en gaf hem die. 'En jij?'
ik hoef niet zo ver,' zei ik.
'Olivia... dit is...'
'Ik wil het er vanavond niet meer over hebben. Ik zal je op de hoogte houden en je zult doen wat je moet doen als het zover is.'
Hij staarde me aan, niet kwaad, maar met oprechte nieuwsgierigheid, alsof ik een buitenaards wezen was.
'Goed. Als dat is watje werkelijk wilt,' zei hij ten slotte. 'Het spijt me.'
'Die drie woorden hoorden uit onze taal geschrapt te worden. Ze worden jammerlijk misbruikt,' merkte ik op. Hij glimlachte bijna, knikte, opende de deur en de paraplu en toen, met één blik achterom, holde hij de nacht en de regen in. Ik zag hem in het donker verdwijnen als een verschijning, een geest die ik had opgeroepen uit mijn illusies en dromen.
Een paar ogenblikken bleef ik daar staan huilen. Ik kon me niet herinneren wanneer ik ooit in mijn leven zo gehuild had. Ik had zelfs niet zoveel en zo hard gehuild toen moeder stierf. De tranen voelden als druppels stoom op mijn wangen. Ik kwam eindelijk op adem, veegde ze af en onderdrukte mijn gesnik. Ik begroef mijn zelfmedelijden voorgoed en liep de koude regen in, zonder iets ervan te voelen. Ik wist zelfs niet dat ik tot op mijn huid doorweekt was tot ik de deur van Belinda's kamer opendeed en ze een kreet slaakte toen ze me zag.
'Waar ben je geweest? Wat is er nietje gebeurd?' vroeg ze. 'Je bent kletsnat.'
'Het is over,' zei ik met de stem van iemand die volkomen gevoelloos is. 'Hij weet wat er is gebeurd en hij weet wat we gaan doen. Hij beseft ook zijn verplichtingen na je bevalling.'
'Je bedoelt dat hij niet probeerde om ons... niet de baby te laten krijgen?'
'Dat heeft hij niet te beslissen, zelfs niet te suggereren,' zei ik. 'Hij heeft geen enkel recht, behalve het recht zich schuldig te voelen.'
'Maar, Olivia... ik ben zo bang,' kreunde ze.
'Onzin. Dat duld ik niet.'
'Ik kan er niets aan doen!' jammerde ze.
Ik liep de kamer in en pakte haar bij haar schouders.
'Je zult er iets aan doen. Je zult precies doen wat ik wil dat je doet. Voor één keer zul je eens verantwoordelijk zijn voor je daden, Belinda. Hoor je me?' Ik schudde haar hard door elkaar en ze begon alleen maar te huilen. 'Hoor je me!'
'Ja,' zei ze, knikkend.
'Goed,' mompelde ik. Ik liet haar los. 'Goed. Ga slapen. Je zult de komende paar maanden een voorbeeldig leven leiden en je zult een gezond kind ter wereld brengen.'
Ik bleef op de drempel staan. Ze keek me met angst in haar ogen aan.
'Dat zul je doen,' zei ik langzaam. 'Dat zul je absoluut doen.'
Drie weken later werd er vroeg in de avond aan de deur gebeld. We hadden net gegeten. Belinda was boven en Samuel was op de steiger aan het werk op de boot. Ik was naar de studeerkamer gegaan om een paar papieren door te kijken die ik van kantoor had meegenomen, toen Effie verscheen.
'Er is iemand voor u, mevrouw Logan.'
'Wie?'
'Mevrouw Childs.'
Mijn hart zonk in mijn schoenen. Ik had Louise al een tijd niet gezien en we waren nooit erg intiem geweest. Ze was nog nooit alleen bij me op bezoek gekomen.
Louise Childs was een van die vrouwen die met het ouder worden alleen maar mooier, eleganter en statiger leken te worden. Het krijgen van kinderen had haar slanke, soepele figuur niet bedorven. Ze zag er nog steeds uit of ze zo van de cover van een tijdschrift kwam.
'Hallo, Olivia,' zei ze. 'Ik hoop dat ik je niet stoor met mijn onaangekondigde bezoek.'
'Helemaal niet,' zei ik. 'Kom binnen, Louise.'
Ze kwam binnen, keek om zich heen en ging op de leren bank zitten. Ik had vlak na de verkoop van het huis veel van papa's bezittingen meegenomen naar mijn eigen studeerkamer thuis.
'Houdt Samuel van geweren?' vroeg ze, kijkend naar de collectie in de glazen kast.
'Nee, dat zijn de antieke geweren van mijn vader.'
'O.'
Ik ging in de leren stoel tegenover haai- zitten.
'Wil je iets drinken, Louise?'
'Nee, dank je.' Ze speelde even met de sluiting van haar tas. 'Ik neem aan datje weet waarom ik kom, Olivia.'
'Nee, ik moet bekennen dat dit een volkomen verrassing is.'
'Het gaat over... Nelson en wat hij heeft gedaan,' zei ze, me strak aankijkend. Ik staarde haar met een uitdrukkingsloos gezicht aan. 'Hij heeft me alles verteld,' ging ze verder.
'O,' zei ik. Ik had het gevoel dat mijn lichaam leegliep als een ballon en ik geen lucht meer in mijn longen had om enig geluid te kunnen voortbrengen, laat staan hele zinnen. Ik beheerste me zo snel mogelijk en ging kaarsrecht, met een ijzeren rug rechtop zitten. 'Wat heeft hij je precies verteld?'
Hij had haar toch zeker niet onze seksuele activiteit op de boot opgebiecht, dacht ik.
'Hij heeft me verteld van... de baby,' zei ze, 'en over Belinda en wat jij wilt doen,' antwoordde ze. Haar ogen stonden kalm en haar stem klonk krachtig. Dat was kennelijk alles wat hij had bekend. Maar zelfs dan was ik verbaasd dat ze was gekomen. Ik had haar wilskracht onderschat, dacht ik.
'O, heeft hij dat verteld?'
'Ja. Ik kom niet om excuses voor hem te maken,' ging ze snel verder.
'Waarom ben je dan hier, Louise?' vroeg ik. Ik kon het niet helpen dat ik weer een soort verraad voelde. Het was nooit bij me opgekomen dat Nelson zo intiem met Louise zou zijn dat hij haar zelfs zijn zonden zou opbiechten, en het was zeker nooit bij me opgekomen dat ze die zou tolereren of hem vergeven.
ik kom hier omdat ik denk dat je een vergissing begaat. ïk vind datje moet overwegen een ander thuis voor het kind te vinden. Nelson en ik hebben het besproken en we zijn bereid alle kosten op ons te nemen. Er zijn veel echtparen die graag...'
'Jullie hebben het besproken? Jij? Het is mijn zus die hij zwanger heeft gemaakt, Louise.'
'Dat besefik heel goed,' zei ze snel. ik wil niemand de schuld geven, vooral Belinda niet. Ik...'
Ik lachte.
'Misschien interesseert het je te weten dat ik haar niet excuseer. Het is natuurlijk ook haar schuld, maar het kind weggeven, doen of het nooit gebeurd is, de feiten begraven... nee.' Ik schudde mijn hoofd. 'Dat zal ik niet toestaan.'
'Maar Belinda's toekomst...'
is mijn zorg en niet de jouwe,' zei ik. Ik leunde achterover, drukte mijn vingertoppen tegen elkaar en glimlachte, toen ik me iets realiseerde, ik begrijp het al. Je bent bang dat het op een dag uit zal komen en jij in pijnlijke verlegenheid wordt gebracht.'
'Nee, dat is het helemaal niet. Het is...'
'Alsjeblieft.' Ik stak mijn hand op. 'Laten we niet de ene leugen op de andere stapelen. Ik heb Nelson verzekerd dat zijn vaderschap, of misschien moet ik zeggen verwekkingsschap, nooit bekend zal worden. Daar kun je gerust op zijn,' zei ik nadrukkelijk.
'Heb je hier werkelijk goed over nagedacht, Olivia? Weet je zeker datje dit wilt?'
'Ja, Louise, dat weet ik zeker.'
Ze zag mijn vastberadenheid en bleef met trillende lippen zitten.
ik heb al mijn moed en kracht nodig gehad om hier te komen en met je te praten, Olivia. Nelson vertelde me datje vastbesloten was, maar ik denk dat hij geloofde dat je je misschien zou bedenken als je wist dat hij mij alles had opgebiecht.'
'Waarom zou hij dat geloven?'
'Dat weet ik niet.'
'Misschien weetje dan niet alles, Louise.'
Ze haalde een zakdoek uit haar tas en snoot haar neus. Toen haalde ze diep adem en stond op.
'Dit is zoiets verschrikkelijks,' klaagde ze. 'We hadden tot nu toe allemaal zo'n perfect leven.'
'Het leven is niet bedoeld om perfect te zijn,' zei ik. 'Dat is een illusie, en als je jezelf in die waan brengt, heb je alleen maar onder de teleurstellingen te lijden.'
Ze keek me vol bewondering aan en schudde haar hoofd.
'Ik benijd je om je kracht. Je bent altijd al zo sterk geweest.' Ze glimlachte. 'Ik denk datje dit alles zult kunnen regelen.'
'En dat jullie allemaal veilig zullen zijn,' zei ik.
Ze beet op haar lip, keek me even aan, draaide zich toen om en liep naar de deur.
'Louise,' zei ik, toen ze op de drempel stond. Ze bleef staan en keek achterom.
'Ja?'
'Als je sterker wilt zijn, laatje man je dan nooit zijn vuile werk laten opknappen.'
'Ik kwam hier niet voor hem. Je had gelijk, Olivia. Ik kwam hier voor mezelf. Of misschien ook voor mijn kinderen,' voegde ze eraan toe. 'Je hebt één keer iets gezegd wat ik nooit ben vergeten.'
'En dat is?'
'Familie. De familie hoort het belangrijkst te zijn van alles,' antwoordde ze. 'Als ik ooit iets kan doen, aarzel dan niet het me te vragen.'
Ik keek haar na toen ze wegging, haatte haar omdat ze sterk genoeg was om hier te komen.