7. Een nieuw begin
Papa wachtte tot de volgende ochtend om moeder te vertellen over Belinda's mislukte huwelijksplannen. Ze reageerde heel slecht en was niet in staat beneden te komen om te ontbijten. Het was een sombere dag, de grauwe wolken hingen laag en een stevige wind woei naar de zee. Papa dacht dat we een noordoostenstorm zouden krijgen en ging met Jerome naar de steiger om te zorgen dat alles goed beveiligd en vastgemaakt was. De winter was dit jaar zo zacht geweest, dat we allemaal nogal zelfgenoegzaam waren. Het was al zo lang geleden sinds er een echte storm was geweest. Maar naarmate de dag vorderde, leken papa's voorspellingen steeds meer uit te komen.
Ik ging onmiddellijk naar boven toen papa ons vertelde dat moeder zich niet goed genoeg voelde om beneden te komen ontbijten.
'Ze heeft helemaal geen honger,' zei hij. ik zal een kop thee boven laten brengen.'
'Die neem ik wel mee,' zei ik, en ik ging naar de keuken om de thee te halen. Belinda had al plannen gemaakt om die dag bij Kimberly Hughes te blijven, en ik twijfelde er niet aan of ze zou gezelschap krijgen van haar andere zaagselvriendinnen, die niets anders te doen hadden dan te luisteren naar haar verhalen over de verbroken liefdesrelatie met Carson. Ik kon me de overdrijvingen en het theatrale gedoe van Belinda levendig voorstellen. Ze genoot ervan om het middelpunt van de aandacht te zijn. Ze ging zelfs zo op in haar plannen, dat ze nauwelijks naar moeder informeerde.
Mijn hart brak bijna toen ik zag hoe bleek en betraand moeder eruitzag. Het rood rond haar ogen was zo fel dat het leek of er iets van de roze kleur van haar bril was gedrupt. Haar lippen begonnen te trillen zodra ik bij het bed kwam. Ze stak haar slappe,
koude hand naar me uit.
'Olivia, wat is er gebeurd? Ik snapte er niets van wat Winston zei. Waarom gaat het huwelijk niet door? Alle plannen die we hebben gemaakt, de gastenlijst, de versieringen en...'
'Je moet je niet zo overstuur maken, moeder,' zei ik. 'Drink wat thee. Zorg datje wat warms in je maag krijgt.'
'Ja,' zei ze, 'maar jij moet bij me komen zitten en me alles vertellen watje weet.'
Het theekopje rammelde vervaarlijk tegen het schoteltje toen ze het van me aannam. Ze bracht het aan haai" lippen en nam een miniem slokje. Ze tuurde angstig en onderzoekend naar mijn gezicht. Ik ging naast haar op het bed zitten.
'We zouden geen van allen echt verbaasd moeten zijn over het gebeurde, moeder,' begon ik kalm. 'We hebben altijd geprobeerd Belinda tegen zichzelf te beschermen. We hebben altijd geprobeerd haar zonden en fouten te begraven.'
Moeder kromp ineen bij het woord en ik zweeg toen de onbewuste zinspeling tot me doordrong op het te vroeg geboren kind dat onder de grond achter ons huis lag.
'Als je dingen verborgen houdt, als je liegt of alles of een deel van de waarheid verzwijgt, loopje altijd het risico dat het aan de dag komt en het er dan nog erger uitziet. Dat is met Belinda gebeurd. Carson heeft een paar van haar vroegere indiscreties ontdekt en was van streek. Belinda wist niet hoe ze ermee om moest gaan. Ze vertelde hem zelfs nog meer dan hij wist. Ze had zich tijdens hun hele verloving zo maagdelijk en onschuldig voorgedaan. Het contrast tussen de illusie en de realiteit heeft hem waarschijnlijk meer dan iets anders van streek gebracht,' zei ik. Ik zweeg, staarde naar mijn handen en vroeg toen: 'Heeft papa het je verteld van de verlovingsring?'
'Wat is daarmee?'
'Tk vind het afschuwelijk om je die dingen te vertellen terwijl je zo ziek bent.'
'Dat geeft niet. Vertel het me,' smeekte ze.
'Drink je thee, moeder. Alsjeblieft.'
Ze dwong zich ertoe. Ik zag aan de manier waarop ze haar ogen sloot en haar gezicht vertrok, dat zelfs dat haar te veel was. Mijn hart begon te bonzen.
'Vandaag ga je naar de dokter,' zei ik. 'Al moet ik je er zelf naartoe brengen.'
'Goed, Olivia. Goed. Je zei iets over die verlovingsring?'
'Ze heeft hem uit het raam van de auto gegooid toen Carson van streek raakte over haar leugens.'
'Wat? Je bedoelt...' Ze schudde haar hoofd alsof ze de woorden uit haar oren wilde slingeren.
'Hij is weg. Hij kon hem niet vinden. Het is of je een bepaalde vis in de zee zoekt.'
'O, hemeltje. Wat zullen de mensen wel denken? Het was zo'n dure ring.'
'Ze komen er wel overheen,' voorspelde ik, maar ze schudde weer haar hoofd, deze keer langzaam en weloverwogen.
'Nee. Dat zal net zoiets worden als die Potter-geschiedenis.'
Moeder bedoelde het beruchte verhaal van Helen Potter, dochter van een multimiljonair, een bier- en wijndistributeur in Hyannis Port, die, toen ze verloofd was met de zoon van een rijke Bostonse aannemer, naakt in bed werd aangetroffen met haar beste vriendin. Ze beweerden dat het allemaal heel onschuldig was, maar het kwaad was geschied en de huwelijksplannen werden geannuleerd. Helen werd naar Europa gestuurd en werd uiteindelijk uit het oog verloren, na een ontelbaar aantal verhalen. Volgens sommigen had ze haar naam veranderd en was ze getrouwd met een Hongaarse baron, weer anderen beweerden dat ze een flamboyante lesbienne was geworden in Parijs en op de Linkeroever leefde. De waarheid deed er niet veel toe. Haar vriendin studeerde voor arts en ging in Californië wonen, maar de Potters werden personae non gratae in de society en kwamen er nooit bovenop. Meneer Potter kreeg ten slotte een beroerte en stierf met alleen zijn vrouw en bedienden aan zijn bed. Het was een onderwerp geworden voor roddels en schuine grapjes, maar ouders die prijs stelden op hun sociale status gebruikten de zaak Potter vaak als dreigement om hun zoons en dochters op het rechte pad te houden.
'Zo serieus is het niet, moeder. Iedereen kent Belinda, en weet dat ze impulsief en dom is.'
'Wat moet er van haar terechtkomen?'
ik weet zeker dat ze op den duur wel iemand anders zal vin- den,' zei ik, maar zonder echte overtuiging. Moeder sloot haar ogen en knikte. Toen gaf ze me de kop thee terug. 'Je moet meer drinken,' zei ik.
'Ik ben moe. Laat me rusten, Olivia.'
'Ik ga naar beneden en zal papa een afspraak voor je laten maken met de dokter. Je kunt naar hem toe gaan of hij kan hier komen.'
'Het zijn alleen maai- zenuwen,' zei ze.
'Het kunnen niet alleen maar zenuwen zijn. Het duurt al te lang en...'
'Ik heb iets verwaarloosd en daar maak ik me zenuwachtig over,' bekende ze plotseling.
Ik staarde haar met bonzend hart aan.
'Wat bedoel je, moeder?'
'Een tijdje geleden ontdekte ik een klein knobbeltje, niet groter dan een erwt.'
'Een knobbeltje? Waar?'
'Hier,' zei ze, en raakte haar linkerborst aan. ik heb het terloops tegen dokter Covington gezegd en hij raadde me aan bij hem te komen voor een onderzoek, maar ik... ik dacht dat het wel weg zou gaan.'
'Moeder!'
'Het ging niet weg. Het is een beetje groter geworden en ik maak me zo zenuwachtig als ik eraan denk. Daarom kan ik niet eten en ben ik zo moe.'
'Je gaat morgen naar de dokter,' beval ik. ik ga meteen naar beneden om het aan papa te vertellen.'
Ze bood geen tegenstand.
'Goed dan, maar maak hem niet ongerust. Misschien heeft het niets te betekenen.'
'Als je maar naar de dokter gaat,' zei ik.
'Dat zal ik doen.'
Ik stond op en liep haastig naar beneden om papa te vertellen dat moeder erin had toegestemd om naar de dokter te gaan, maar ik hield me niet aan mijn belofte. Ik vertelde hem waarom ze zo zenuwachtig was. Hij verbleekte en belde onmiddellijk dokter Covington.
'Hij zegt dat hij er bij haar op had aangedrongen bij hem te
komen. Mijn God, ze heeft er niets over gezegd. Ik had me bezorgder moeten maken over haar verslechterende toestand.'
'Zolang ze nu maar gaat, papa.'
'Wat? O, de dokter zei dat het beter was haar onmiddellijk naar het ziekenhuis te brengen, vooral omdat je zei dat de knobbel groter is geworden. Hij zal haar daar onderzoeken en een paar tests laten ondergaan.'
'Ik zal haar helpen met aankleden' zei ik, en liep haastig naar de trap, op hetzelfde moment dat Belinda beneden kwam.
'We gaan met moeder naar het ziekenhuis,' zei ik. Ze was al bijna de deur uit.
'O, waarom?'
'Ze heeft een knobbeltje op haar borst. Daarom was ze de laatste tijd zo zenuwachtig.'
'Een knobbeltje? Waarom zou ze een knobbeltje hebben? Ah, ba.'
'Soms is het niets ernstigs, maar vaak is het kanker,' zei ik.
'Kanker?' Ze dacht even na en vroeg toen: 'Wat gebeurt er nu?'
'Ze moet worden onderzocht, er moeten tests worden gedaan.'
'O. Wat moet ik doen?'
'Doe wat je vindt dat je moet doen,' antwoordde ik en ging naar boven om moeder te helpen.
Belinda ging naar het huis van haar vriendin, maar liet bericht achter bij papa dat ze daar het ziekenhuis zou bellen en zou komen als het nodig was. Maar het weer verslechterde zo snel, dat we boften dat we moeder naar het ziekenhuis konden krijgen. De regen kwam met bakken uit de hemel en de lucht was loodgrijs. Het regende nog steeds hard toen Belinda eindelijk belde. Papa zei dat ze moest blijven waar ze was. Ik verzekerde hem dat het Belinda's hart niet zou breken.
Maar het was werkelijk noodweer. De wind boog de bomen zo ver voorover dat de takken eraf braken. Het verkeer stond stil. De lucht werd steeds donkerder, tot het een zonsverduistering leek. Het bleef regenen, in stortbuien van koude, ijzige druppels, die tegen de ramen kletterden en op muren en daken dreunden. Lichten gingen aan en uit. Iedereen liep haastig rond, verontrust door de hevige storm.
Gelukkig was dokter Covington net vijf minuten eerder dan wij in het ziekenhuis gearriveerd, en hield toezicht op moeders opname.
Dokter Covington was net zestig geworden, maar had nog een dikke bos van wat moeder kameleonhaar noemde. Overdag of bij helder licht leek het amberkleurig, maai- 's avonds of bij gedempt licht leek het donkerbruin. Hij was onze huisarts geweest zolang ik me kon herinneren. Hij was een zachtmoedig mens die niet veel zei, maar flink en doortastend was als hij een diagnose stelde of een behandeling voorschreef. Ik herinner me dat ik dacht dat hij het volmaakte temperament en karakter had voor een dokter: zelfverzekerd tot op het arrogante af, maar juist daardoor voelde je je veilig, voelde je datje in goede handen was. Er was geen ruimte voor democratie als het om je gezondheid ging. Dat had ik eens tegen Belinda gezegd toen ze klaagde dat dokter Covington te kil was.
'Hij heeft microscopen in plaats van ogen en een thermometer in elke vinger,' klaagde ze. Ze was toen pas twaalf, en ik vond haar grappig. 'Hou op met lachen. Hij heeft geen bloed in zijn aderen maar hoestsiroop.'
'Je hoeft hem niet aardig te vinden, Belinda. Hij doet geen gooi naar een prijs voor populariteit. Je gaat niet naar de stembus. Je luistert en doet wat hij zegt.'
ik vind hem niet aardig,' hield ze vol.
'Dan moetje niet ziek worden.'
Dokter Covington was niet erg lang, misschien één meter zeventig, maar hij kwam me altijd voor als indrukwekkend en gezaghebbend. Hij was getrouwd en had één kind, een zoon, die ook medicijnen had gestudeerd en in een ziekenhuis in Connecticut werkte. Moeder was erg gesteld op zijn vrouw Ruth, maar die was erg gesloten en begaf zich niet in het sociale leven. Ze namen zelden een uitnodiging voor een diner aan en ontvingen zelden thuis. De meeste gasten waren collega's van hem en familie van hem en zijn vrouw.
Papa en ik wachtten in de hal van het ziekenhuis en probeerden wat afleiding te zoeken door tijdschriften te lezen en nu en dan een praatje te maken met de staf van het ziekenhuis. Eindelijk kwam dokter Covington.'Tja, Winston,' begon hij, 'het blijkt dat Leonora's probleem niet zozeer haai" maag is, maar iets waarvan je nu weet dat ze het heel lang verborgen heeft gehouden. Ik vrees de gevolgen. Zij was ook bang, geloof ik. Daardoor kreeg ze die maagklachten. Ik zal een paar proeven nemen met haai" maag, maar ik weet zeker dat we de oorzaak wel kennen. Wat het ernstigere probleem betreft,' ging hij verder, 'dat heeft ze helaas ontkend. Ze weigerde te geloven dat het iets ernstigs was. Ik hoop dat ze gelijk had. We zullen onmiddellijk een biopsie doen. Intussen zal ik haar iets geven tegen haar maagkrampen. Als dat alles is...'
'Wat denkt u?' vroeg ik rechtstreeks. Mijn hart bonsde van angst, maar papa leek niet in staat iets te zeggen.
'We kunnen beter geen overhaaste gevolgtrekkingen maken zonder de uitslag van het laboratorium, Olivia,' antwoordde dokter Covington.
'Maar de mogelijkheid bestaat dat het kwaadaardig is?' vroeg papa ten slotte.
'Natuurlijk. Daarom mag een vrouw nooit symptomen verwaarlozen,' zei dokter Covington met een blik op mij.
Papa kreunde zachtjes.
'Laten we niet van het ergste uitgaan. Laat me doen wat ik moet doen om een definitieve diagnose te kunnen stellen, Winston. Ik heb al contact opgenomen met dokter Friedman in Boston, een bevriende specialist. Hij zal overleg met me plegen zodra de resultaten binnen zijn.'
Papa knikte.
'De storm gaat niet liggen. Het lijkt nog steeds noodweer,' merkte dokter Covington op, door de voordeur naar buiten starend. 'Ze rust nu. Ik heb haar iets gegeven om te slapen. Jullie kunnen nu maar beter naar huis gaan. Kom later terug, Winston.'
'We zijn op kantoor als je ons nodig hebt,' zei papa.
'Goed idee. Zorg datje bezig blijft,' zei dokter Covington.
'Het lijkt ook in ons gezin te stormen,' mompelde papa toen dokter Covington wegliep.
'Je hebt gehoord wat hij zei, papa. Laten we niet van het ergste uitgaan.'
Hij knikte, maar niet optimistisch.
We hadden een verschrikkelijke rit naar kantoor; we zagen twee ongelukken onderweg. De storm bedaarde pas aan het eind van de middag. Het grootste deel van de dag waren papa en ik aan het werk, maar nu en dan kwam hij naar mijn kamer en zei dat hij nog niets gehoord had.
'Ik denk dat hij haar een goede rust gunt,' merkte hij op. 'We zullen er vóór het eten heengaan en daarna naar een restaurant om te eten,' besloot hij. 'Heeft Belinda al gebeld?'
'Niet sinds het eind van de ochtend,' antwoordde ik.
'Beter dat ze wat te doen heeft, dan ons voor de voeten te lopen,' zei hij.
Toen ze om vijf uur nog niet gebeld had, belde ik Kimberly's huis. De telefoon ging zo lang over, dat ik dacht dat niemand zou opnemen. Eindelijk gaf Kimberly antwoord, maar Belinda liet me nog bijna een minuut wachten voordat ik haar aan de lijn kreeg.
'Ik wilde je net bellen,' zei ze haastig. Ze klonk buiten adem.
'Wat heb je gedaan?'
'Niets,' antwoordde ze. 'Hoe gaat het met mammie? Komt ze morgen thuis?'
'Nou, nee, Belinda. Er is een biopsie uitgevoerd en ze behandelen haar maagkwaal.' Ik legde alles uit en ze zweeg.
'Papa wil dat we er alledrie vóór het eten zijn en dan gaan we ergens in de stad eten,' zei ik. 'Kun je binnen een uur hier zijn?'
'O, ja. Bruce brengt me wel.'
'Bruce? Wie is Bruce?'
'Bruce Lester, Kimberly's neef. Hij is heel aardig, maai" hij zit nog in de hoogste klas van high school.' zei ze.
Ik wilde verder niets meer vragen. Ik was bang voor de antwoorden. Drie kwartier later kwam ze en we gingen met z'n allen naar moeder. Het slaapmiddel dat de dokter had voorgeschreven om haar rustig te houden maakte haar loom en slaperig. Ze zakte geregeld weg toen we er waren. Ik zag dat Belinda zich niet op haar gemak voelde omdat moeder aan een IV lag. Ten slotte besloot papa dat we maar moesten gaan.
Toen we buiten het ziekenhuis waren, ratelde Belinda aan één stuk door over haar dag, haar vriendinnen, van wie ze de meesten een tijd niet gezien had. Papa en ik schonken er nauwelijks enige aandacht aan, maar ze scheen het niet te merken of zich er althans niets van aan te trekken.
iedereen vindt dat ik beter af ben zonder Carson. Ze zeggen allemaal dat het toch een rampzalig huwelijk zou zijn geworden. Zijn moeder zou zich met alles bemoeid hebben, over alles haar mening hebben gegeven en me het leven onmogelijk hebben gemaakt. Soms blijkt iets achteraf het beste te zijn,' zei ze.
Papa keek dwars door haar heen. Hij at nauwelijks iets.
'Precies, Belinda. Je staat bij geen enkele school ingeschreven. Je hebt geen speciale kennis. Je hebt geen andere vooruitzichten op het ogenblik. Het kon inderdaad niet beter,' zei ik sarcastisch.
Ze lachte.
'Maak je geen zorgen. Ik krijg wel andere vooruitzichten als ik die wil,' zei ze zo overtuigd dat het me ergerde.
Papa trok zijn wenkbrauwen op en schudde zijn hoofd.
'Laten we ons nu alleen maar zorgen maken over je moeder en over niets anders,' verklaarde hij ten slotte.
Het maakte een eind aan Belinda's gebabbel, waarvoor ik dankbaar was. Maar zodra we thuis waren, holde ze de trap op om te gaan telefoneren en haar gebabbel voort te zetten met iedereen die maar wilde luisteren. Ik had medelijden met papa. Hij zag er zoveel ouder en zo moe uit. Mijn leven lang had ik gedacht dat papa staal in zijn botten had. Geen man zag er sterker uit en eiste meer respect. Het was minder pijnlijk dan beangstigend hem zo zwak en verslagen te zien.
Hij schonk wat cognac in voor zichzelf en ging in zijn werkkamer uit het raam zitten staren naar de geleidelijk opklarende lucht, tot hij te moe was om zijn ogen open te houden.
De volgende ochtend ging Belinda niet met ons mee naar het ziekenhuis. Ze kon niet vroeg genoeg opstaan en papa en ik vonden allebei dat het beter zou zijn als ze niet met een zuur gezicht om ons heen hing terwijl we op dokter Covington wachtten.
'Ik heb haar maag wat weten te kalmeren,' legde de dokter uit, 'en ze heeft wat gegeten. Ze ligt nu rustig.'
'Hoe lang duurt het voor u de resultaten weet?' vroeg ik.
'Nog minstens een dag,' antwoordde hij. ik zal dokter Friedman vanmiddag bellen.'
Ik kon merken dat hij op het ergste voorbereid was. Waarom zou hij anders zo snel een specialist willen raadplegen? Ik zei niets tegen papa. We gingen op bezoek bij moeder, die onmiddellijk wilde weten waar Belinda was.
'We komen later met haar terug, moeder,' zei ik. 'Ze kon niet vroeg genoeg uit bed komen, en papa en ik hadden geen van beiden het geduld om op haar te wachten.' Ik zag de verdrietige uitdrukking op haar gezicht.
'Wat moet er van haar terechtkomen?' mompelde ze.
'Ze komt heus wel op haar pootjes terecht,' zei ik.
'Natuurlijk,' was papa het met me eens. 'Een jonge vrouw die er zo uitziet en uit een familie als de onze komt? Natuurlijk komt ze goed terecht,' bromde hij.
Moeder knikte, maar niet overtuigd. Onze blikken kruisten elkaar even en ze zag mijn ware gevoelens. Ik kon niet liegen, niet tegen moeder en zeker niet over Belinda.
Zoals ik al verwacht had, gebeurde het ergste. Het was bijna een anticlimax. Soms kun je de tragedie om je heen voelen. Hij waait binnen met de wind, een grauw beest met een kleverige huid dat zich vasthecht aan je ziel, en als een parasiet al je hoop en geluk uitje zuigt.
Tegen het eind van de volgende dag riep dokter Covington ons bij zich in zijn spreekkamer. Deze keer was Belinda meegegaan. Ze zat er stilletjes bij; haar gezicht leek plotseling dat van een vijfjarig kind, angstig en onschuldig.
ik ben bang dat de biopsie positief was, Winston,' begon dokter Covington.
'Is dat goed?' fluisterde Belinda, iets te luid.
'Het spijt me,' zei dokter Covington, haar aankijkend. 'Nee, dat is niet goed. Dokter Friedman vindt dat we moeten overgaan tot borstamputatie, gevolgd door een chemotherapie.'
'Wanneer?' vroeg ik, terwijl papa met ingehouden adem voor zich uit staarde.
'We kunnen het in Boston regelen voor aanstaande dinsdag,' antwoordde hij.
Papa knikte met hangende schouders.
'Dan doen we dat,' zei hij vastberaden, maar er lag een gekwelde, zorgelijke blik in zijn ogen.
'We zullen haar later op de dag naar Boston brengen en met de voorbereidingen beginnen.'
'Weet ze het?' vroeg ik.
'Ja,' zei dokter Covington. 'Ik geloof er niet in om een diagnose te verzwijgen voor degene die er het meest bij betrokken is.'
'Hebt u het haar verteld? Maar ze zal zo bedroefd zijn,' kreunde Belinda.
'Eerlijk gezegd heeft ze het goed opgenomen,' zei dokter Covington. 'Je moeder keek me aan en zei: "Dus u maakt het in orde. Ik knipper met mijn ogen en dan is het verdwenen.'"
Hij begon te glimlachen. De tranen sprongen in mijn ogen. Echt iets voor moeder om dat te zeggen, dacht ik.
'Die noordooster van gisteren,' zei papa met een diepe zucht, toen we de spreekkamer verlieten, 'was niets vergeleken bij de storm die ons te wachten staat.'
We volgden de ambulance die moeder naar Boston bracht. Soms dacht ik dat Belinda opgewondener was over het feit dat we in een hotel in Boston zouden logeren, in restaurants zouden eten en ze tijd zou hebben om te winkelen, dan dat ze zich bezorgd maakte over moeder. Hoe ik ook tegen haar snauwde, ze bleef praten en zich gedragen als een kind dat een uitstapje maakt. In het hotel barstte ze ten slotte in tranen uit toen ik haar een standje gaf omdat ze met de piccolo flirtte.
'Ik ben net zo bang als jij, Olivia, en net zo bezorgd. Ik probeer alleen er niet aan te denken. Jij bent niet zo bang als je eraan denkt. Jouw brein is als... als een kasteel vergeleken met het kleine huis dat het mijne is. Ik heb niet zoveel ruimte in dat van mij en ik ben niet zo sterk als jij, dus schreeuw niet tegen me!' smeekte ze. Haar gezicht was verwrongen van pijn.
Ik staaide haar even aan. Ze had gelijk, dacht ik.
'Laten we daar nu niet over praten,' smeekte papa. 'We moeten sterk en opgewekt overkomen voor je moeder.'
'Nou, zeg dan tegen haar dat ze niet zo op me kift,' kermde Belinda.
'Ik zal geen woord meer zeggen. Doe watje wilt. Maak jezelf de hele dag belachelijk voor mijn part,' zei ik. Ze was tevreden.
Ten slotte gaf papa aan een paar verlangens van haar toe en als we niet in het ziekenhuis waren, ging hij met haar winkelen of gaf haar geld om zelf naar een warenhuis te gaan. De dozen sta- pelden zich op in de hotelkamer. Toen ze niet meer wist wat ze voor zichzelf moest kopen, kocht ze zelfs dingen voor mij.
De chirurg vertelde ons dat de operatie goed was verlopen, maar dat ze de resultaten en prognose pas zouden weten na de chemotherapie. Zodra ze volledig hersteld was van de operatie, zou de therapie beginnen en dat kon gebeuren in een ziekenhuis dat dichter bij ons in de buurt lag.
De derde dag na de operatie was moeder opgewekter en levendiger dan we haar in een tijd hadden gezien.
'Zie je wel,' zei ze. 'lk wist wel dat de dokters me zouden opknappen.'
Belinda zag die welkome opleving in moeder als een kans om te praten over alles wat ze had gekocht en waar ze allemaal geweest was. Het amuseerde moeder, en ik begon me af te vragen of Belinda's houding uiteindelijk niet beter was. Ze lachten veel en ook papa vrolijkte wat op.
Hij nam een speciale verpleegster in dienst om voor moeder te zorgen toen ze naar huis werd gebracht, en een tijdlang leek het of we veilig door de storm heen waren gekomen. Papa en ik volgden weer een vast werkschema en Belinda pakte haar sociale leven weer op. Elke avond spraken we over haar toekomst. Ons optimisme ging alle grenzen te buiten, dat weet ik, want we hadden het er zelfs over haar te laten inschrijven in een van de betere universiteiten. Papa beloofde met een paar van zijn invloedrijke relaties te spreken en te zien wat hij kon doen.
Moeder begon met haar chemotherapie, die in het begin rampzalig was. Haar haren vielen snel uit en ze voelde zich meestal weer lusteloos en uitgeput. Het huis begon meer op een vleugel van een ziekenhuis te lijken, met de ronddravende verpleegster, alle attributen voor moeders verpleging, en de geregelde doktersbezoeken.
Ik merkte nauwelijks dat de eerste dagen van het voorjaar waren aangebroken, maar moeder herinnerde me eraan toen ze vroeg om naar buiten te worden gebracht om haar bloemen te zien en haar vogels te horen. De madeliefjes bloeiden en de petunia's breidden zich uit. De zonovergoten grasvelden pronkten met de krokussen. Tulpen, anjers en narcissen schoten omhoog uit de aarde. Onze bomen waren vol en groen, en de jeneverbes- sen op de heuvels zwaaiden heen en weer op het ritme van de warme bries. De zeilboten waren nu vaker te zien in de weekends. Het leek of de wereld weer tot leven was gekomen, en daarmee een reden om te hopen en vrolijker te zijn, een tijd om romantiek en relaties te doen opbloeien, een tijd om iets geweldigs te laten gebeuren.
Toch voelde ik me op een dag verrast toen een jongeman, Samuel Logan, de zoon van een man die een kleine vloot kreeften-boten en een distributiemaatschappij bezat, papa kwam opzoeken, maar het grootste deel van de tijd met mij bleef praten. Hij was een lange, goedgebouwde man, iets langer dan één meter tachtig. Hij had intens groene ogen die geaccentueerd werden door zijn donkere teint en lichtbruine haar. Ik vond hem de knapste man die ooit enige belangstelling voor me had getoond.
'Ik vind het geweldig zoals je samen met je vader werkt,' zei hij. 'Uit slechts een paar gesprekken met hem weet ik dat hij heel veel waarde hecht aan watje doet. De meeste vrouwen die ik ken zijn alleen maar etalagepoppen. Ik bedoel,' ging hij haastig verder, 'het kan geen kwaad om er goed uit te zien. Jij ziet er ook goed uit, maar het is prettig als er wat meer in de verpakking zit.'
Ik gaf geen antwoord en hij keek verward, ik bedoel niet verpakking als een soort koopwaar. Ik bedoel, een completer mens. Ik ben bang dat ik me niet zo goed weet uit te drukken,' eindigde hij, toen ik hem bleef aanstaren.
'Ik begrijp het,' zei ik ten slotte. Hij keek naar me met een flitsende glimlach, die zijn groene ogen nog meer verhelderde.
'Mooi. Dus hoe zou je het vinden om vanavond met me te gaan eten?'
'Sorry?'
'Eh... uit eten gaan. Jij kunt het restaurant kiezen.'
'Je nodigt me uit voor het eten?'
'Ja,' zei hij vastberaden, ik zou het een eer vinden als je me wilt rondleiden in Provincetown. Als je vrij bent natuurlijk. Ik wil me niet opdringen. Ik bedoel, als je erover na wilt denken...'
'Het is niet het belangrijkste besluit dat ik moet nemen,' zei ik. 'Je zult wel iets anders willen dan vis of zo, denk ik,' ging ik verder. Ik klonk meer als een hotelconciërge dan als een vrouw die zojuist voor een dineetje is uitgenodigd.
Hij glimlachte.
'Daar krijg ik nooit genoeg van, maar ik hou veel van Italiaans eten.'
'Dan weet ik precies het juiste restaurant.'
'Dat wist ik wel. Zal ik reserveren?'
'Dat doe ik wel,' zei ik. 'Kom me om zeven uur halen.'
'Zeven uur. Afgesproken.' Hij sloeg op zijn knieën en stond op. 'Ik verheug me erop. Goed, ik zal even afscheid nemen van je vader en dan ga ik ervandoor.'
Ik keek hem na. Hij struikelde bijna over zijn eigen benen in zijn haast om terug te gaan naar het kantoor van mijn vader. Hij zwaaide naar me voor hij wegging. Ik bleef zitten en schudde verbaasd mijn hoofd. Ik wist niet hoe lang ik had gewacht op iemand die er goed uitzag en een afspraak met me wilde maken. Het leek of het nooit zou gebeuren, en nu was het zo vanzelf gegaan en zo gauw, dat het me duizelde. Ik ging naar binnen om het papa te vertellen.
'Zo, dus hij heeft het je eindelijk gevraagd, hè?' zei hij.
'Hoe bedoel je?' vroeg ik achterdochtig. 'Ben je weer aan het koppelen geweest?'
'Nee, nee,' zei hij snel. 'Hij informeerde naar je en ik zei dat je misschien wel met hem zou willen gaan eten. Dat is alles. Echt waar,' antwoordde hij, en hief zijn rechterhandpalm naar me op.
'Hij wilde me uit eigen beweging mee uit vragen?'
'Ja, Olivia. Kijk niet zo naar me. Wees toch niet zo wantrouwig.'
'Gaan we fuseren met de onderneming van zijn vader, papa?' Hij rommelde in zijn papieren. 'Papa?'
'Misschien,' gaf hij toe. 'Maar dat heeft niets te maken met het feit dat Samuel Logan je heeft uitgenodigd.'
'Waarom betwijfel ik dat?'
Hij haalde zijn schouders op.
'Niet doen. Je bent een knappe jonge vrouw en het wordt tijd dat er een knappe jongeman komt opdraven, Olivia.'
Ik bleef hem strak aankijken, tot hij zijn ogen moest afwenden. Ik wilde hem geloven. Voor een tijdje, dacht ik, zou ik meer op mijn moeder en op Belinda lijken. Ik zou mijn dromen een kans geven en mezelf toestaan in een regenboog te geloven.
Toen ik die avond naar huis ging en mama vertelde dat ik een afspraak had, was ze erg blij voor me. Het bracht wat kleur in haar bleke gezicht en ze ging rechtop in bed zitten om te bedenken wat ik moest aantrekken. Zodra Belinda thuiskwam en zag dat ik me gereedmaakte voor een afspraakje, raakte zij ook opgewonden. Het leek of ze dacht dat het feit dat ik met een man uitging, alles rechtvaardigde wat zij had gedaan, omdat het me plotseling meer op haar deed lijken. Ze ging op mijn bed zitten en zag me rondrennen in de kamer, oorbellen kiezen, mijn haar doen.
'Zal ik je nagels doen, Olivia'? Dat kan ik erg goed. Ik heb die van Kimberly vandaag ook gedaan.'
'Ik lak mijn nagels nooit,' zei ik.
'Nou, dat zou je wél moeten doen. Mannen houden van kleur. Je moet een donkerdere lippenstift gebruiken.'
ik heb geen lippenstift op.'
'O,' zei ze lachend. 'Dan moet het absoluut donkerder. En je moet iets aan je wenkbrauwen doen.'
'Ik ben niet van plan iemand te worden die ik niet ben, Belinda, alleen omdat een man me heeft uitgenodigd om met hem te gaan eten.'
'Je hoeft jezelf niet te veranderen, maar je kunt jezelf wat aantrekkelijker maken,' verklaarde ze. 'Je moet concurreren met andere vrouwen.'
'Wat?' Ik draaide me naar haar om. 'Nauwelijks. Ik heb hém niet gevraagd om met me te gaan eten. Hij heeft mij gevraagd. Uit eigen beweging.'
Ze schudde haar hoofd. 'Dat doet er niet toe. Als je met een man uitgaat, moet je er beter uitzien dan de andere vrouwen die hij tegen kan komen. Wat is daar voor ergs aan? Doe in ieder geval je haar anders. Laat het niet zo slap hangen. En gebruik wat make-up. Hier,' ging ze verder, terwijl ze haar tas openmaakte, 'probeer deze tint eens. Die staat mij goed en we hebben bijna dezelfde huidskleur.'
Ik staarde er peinzend naar.
'Het bijt niet, Olivia. Als het je niet bevalt, haal je het er weer af.'
'Goed dan,' zei ik.
Ze glimlachte als een duivelse verleidster die me ertoe had gebracht de eerste stap te zetten op de weg van de zonde.
'Ik zal je haar doen,' ging ze verder, en ging naar de badkamer om mijn borstel te halen.
'Wacht even, ik heb niet gezegd...'
'Ga nou zitten en laat me mijn gang gaan, Olivia. Laat me nou eens één keer iets voor jou doen.'
Ik staarde haar aan. Ze leek heel oprecht.
'Oké,' zei ik. 'Wat maakt het voor verschil?'
'Dat zul je zien. Het maakt een hoop verschil,' beloofde ze, en begon.
Toen ik mezelf een uur later in de spiegel bekeek, met mijn uitgedunde wenkbrauwen, een beetje rouge op elke wang, lippenstift, mijn haar keurig geborsteld en gekapt, waagde ik het te denken dat ik misschien toch wel zo knap kon zijn als Belinda.
'Je hebt niets leuks om aan te trekken,' verklaarde ze. 'trek een van mijn jurken aan. Zoek een jurk uit die hier een beetje strak zit,' zei ze, wijzend op mijn ribbenkast. 'En,' fluisterde ze, 'neem mijn nieuwe opgevulde beha.'
'Die heb ik niet nodig. Mijn jurk is mooi genoeg.' Ik liet haar de jurk zien die moeder had goedgekeurd, een donkerblauwe zijdenjurk met een fijne kanten kraag. Belinda maakte een grimas.
'Niet erg sexy,' zei ze. 'Het lijkt meer een jurk voor een van mammie's theemiddagen.'
'Ik wil er niet sexy uitzien. Ik wil er netjes, fatsoenlijk uitzien.'
'Saai,' zei ze. Ze holde naar haar eigen kamer en kwam terug met een laag uitgesneden, korte, zwarte avondjurk, waarvan ze wilde dat ik die zou dragen. 'Pas hem tenminste eens,' zei ze. 'Met de beha.' Ze hield de kledingstukken voor mijn neus tot ik ze aanpakte. Ik ging naar de badkamer om me te verkleden. Het was al een tijd geleden sinds ik me voor iemand naakt had vertoond, zelfs voor Belinda. Ik wilde niet dat ze mijn borsten zou opmeten en mijn middel en heupen zou bestuderen om te zien of ze daar vet kon ontdekken. Zij had zich sneller ontwikkeld dan ik toen ik zo oud was, en er scheen geen eind te komen aan haar groei, terwijl die van mij een bepaald niveau had bereikt en toen stopte.
Toen ik uit de badkamer kwam, floot ze zachtjes.
is dat Olivia Ann Gordon? Mijn zus?'
'O, hou op,' zei ik, maar keek toch even in de spiegel. Ik zag er sexier uit dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Ik voelde iets trillen in mijn borst. Zou ik in die kleren uit durven gaan? ik weet het niet,' zei ik.
'Doe het, Olivia. je zult er geen spijt van hebben. Laat het ook maar aan mammie en papa zien.'
ik weet het niet,' zei ik weer, maar ik ging toch naar moeders slaapkamer. Papa was er ook; hij zat naast haar bed. Ze keken allebei op toen ik binnenkwam, papa met een verrast gezicht. Moeder glimlachte.
'Je ziet er prachtig uit, lieverd,' zei ze.
'Ik wist dat ik twee mooie dochters had,' zei papa. 'Een man zou blind moeten zijn om je niet te bewonderen, Olivia.'
'Is het niet overdreven, moeder?'
'Nee, ik vind dat je er uitstekend uitziet.'
'Zie je nou? Ik heb het gedaan. Ik heb haar aangekleed.'
'Dat is de reden waarom ik het niet zeker weet,' zei ik, maar moeder knikte goedkeurend. 'Oké, dan ga ik in deze jurk.'
'Waar gaan jullie heen?' vroeg papa.
Mijn mond viel open.
'O, nee! Ik ben vergeten te reserveren!' riep ik uit. Moeder lachte zowaar. Haastig ging ik de kamer uit om het restaurant te bellen. Ik hoopte dat het geen probleem zou zijn. Ik wilde naar Antonio's op de Point. Dat vond ik een heel prettig en goed restaurant. Gelukkig kon ik nog gemakkelijk reserveren voor kwart over zeven. Nu hoefde ik alleen nog maar op Samuel Logan te wachten.
Hij was bijna een kwartier te laat en bood zijn excuses aan. Hij zei dat hij de weg kwijt was geraakt op zoek naar ons huis.
'Ik had de verkeerde straat genomen en vroeg de weg aan een oudere man, die me de verkeerde richting uit stuurde,' legde hij uit. Zijn blik ging voortdurend van mijn gezicht naar Belinda, die achter me stond te wachten tot ze voorgesteld zou worden.
'Dit is mijn zus Belinda,' zei ik ten slotte. Ze sprong bijna op hem af, stak haar hand uit naar zijn gezicht, alsof ze verwachtte dat hij die zou kussen in plaats van te schudden.
'O, ja, ik zie de gelijkenis,' zei Samuel.
'Olivia is bang dat ze er te sexy uitziet in een van mijn jurken,' flapte Belinda eruit.
'Belinda!'
'Nee, ze ziet er heel goed uit,' zei Samuel glimlachend. Ze knipperde met haar wimpers en lachte koket.
'Dat heb ik haar ook gezegd. Zie je nou, Olivia,' zei Belinda, haar blik strak op Samuel gericht.
'We zijn laat,' zei ik. 'Ik wil niet dat we onze reservering mislopen.'
'Je hebt gelijk,' zei Samuel. 'Leuk je te hebben leren kennen, Belinda.'
'Wederzijds,' zei ze. Hij lachte en we gingen weg.
'Ik wist niet datje een zuster had,' zei Samuel. 'Je vader heeft nooit iets over haar gezegd.' Hij deed het portier voor me open en ik stapte in zonder antwoord te geven. 'Waar gaan we naartoe?' vroeg hij, toen hij achter het stuur zat.
'Antonio's op de Point. Het is een klein restaurant, maar ze hebben de beste keuken en je hebt er aan elke tafel een mooi uitzicht.'
'Klinkt perfect. Wat doetje zus? Werkt zij ook voor je vader?'
'Belinda doet helemaal niets,' zei ik scherp.
'Niets?'
'Ze speelt.'
'O. Leuk leven als je je dat kunt permitteren,' zei hij. 'Geen wonder dat je vader zo'n hoge pet van je op heeft.'
'Jij en mijn vader hebben blijkbaar heel wat over me gepraat,' zei ik.
Hij lachte.
'Wel, sinds we partners zijn geworden leek het me een goed idee je te leren kennen. Jij en ik zullen uiteindelijk het beheer krijgen over onze familiebedrijven. Natuurlijk is dat van jou veel groter dan dat van mij, en misschien zou je ons zelfs overnemen, maar ik kan me geen beter bedrijf voorstellen om Logan Entetprises te verzwelgen.'
'Heb je geen broer of zus?'
'Nee. Mijn moeder is gestorven toen ik nog jong was en mijn vader is nooit hertrouwd.'
'Soms wilde ik dat ik enig kind was,' mompelde ik. Hij hoorde het en lachte.
We boften dat we een tafeltje kregen bij het raam dat uitkeek op het water en op de vuurtoren. De knipperende lichten van wat een luxe schip leek, bewogen langzaam aan de horizon, en de lucht eromheen had een paarse gloed.
'Een prachtkeus voor een restaurant, Olivia. Ik zie dat ik alle belangrijke beslissingen in mijn leven aan jou kan overlaten,' zei Samuel.
'Je leven? Ik ben nauwelijks in je leven, Samuel, ik ga alleen met je eten.'
Zijn glimlach leek op de glimlach van iemand die een diep geheim kent.
'Dat is een vergissing die naar ik hoop snel gecorrigeerd zal worden,' merkte hij op. Zijn vrijpostigheid was zo verrassend, dat ik bijna hardop moest lachen. Op zijn verzoek bestelde ik voor ons beiden.
Zoals gewoonlijk was het eten verrukkelijk. Ik weet dal ik te veel wijn dronk, want ik voelde de hitte in mijn gezicht en mijn hals. Samuel nam het merendeel van het gesprek voor zijn rekening. Hij praatte over zichzelf, zijn ontwikkeling, zijn familie en zijn plannen.
ik heb wel wat gereisd, maar ik heb nog geen plaats gevonden die even mooi is als de Cape. Wat vind jij?'
ik heb niet zoveel gereisd,' zei ik, 'maar ik vind het hier prettig'
'Precies. Vanaf het eerste moment dat ik je zag wist ik dat jij en ik veel met elkaar gemeen hadden, en ik bedoel niet alleen zakelijke belangen,' zei hij.
Zelfs met te veel wijn op trok ik verbaasd mijn wenkbrauwen op. Wat hadden wij met elkaar gemeen? Ik moest nog steeds iets zinvols horen. Het leek voor hem voldoende te zijn dat hij het geloofde en het zei. Dat maakte het tot een evangelie.
Ik moest toegeven dat hij een sympathieke, knappe man was. Hij leek erg volwassen voor zijn leeftijd en erg gesetteld.
'Hou je van zeilen?' vroeg hij.
'Ja, maar ik ben er niet erg goed in. Ik ben wél een goede passagier.''Goed zo.' zei hij. 'Ik ben er wél goed in en ik ben een vreselijke passagier. Ik ben graag bezig als ik op een boot ben. Ik help zelfs onze vissers het zware werk te doen. Mijn vader vond dat de beste manier voor me om de zaak te leren kennen: het werk te doen, niet te erven. Het schijnt dat het jou net zo vergaat, je bent erbij, je doet het werk,' zei hij.
Hij stak zijn hand uit over de tafel en pakte de mijne vast.
ik zou morgen graag met je gaan zeilen. Misschien kunnen we een lunch meenemen. Het belooft een schitterende dag te worden.'
ik weet het niet,' zei ik. 'Mijn moeder is ziek en misschien hebben ze me nodig.'
'Het spijt me van je moeder. Ik hoop dat ze gauw beter wordt, maar ik hoop ook dat ze je een paar uur kunnen missen. Ik zal je morgenochtend bellen, oké?'
'Eh... oké.'
'Mooi.'
Hij hield mijn hand vast en ik liet het toe tot ik een bekende stem hoorde, de stem die maar één woord hoefde te zeggen, één enkel woordje, om mijn hart op hol te brengen.
Het was Nelson Childs die door het restaurant liep, hand in hand met een lange, elegant uitziende brunette met zachtblauwe ogen en een figuur dat gevormd leek door een beeldhouwer.
'Olivia. Wat leuk je te zien,' zei hij, en bleef staan. 'Mag ik je mijn verloofde voorstellen, Louise Branagan. Louise, dit is Olivia Gordon, een oude vriendin,' zei ik. Ik vond dat hij veel te veel nadruk legde op het woord 'oud'. Ze stak haar hand uit.
'Hoe maakt u het,' zei ze met een stralende glimlach.
'Aangenaam,' zei ik. 'Dit is Samuel Logan.'
'Ik ken Samuel,' zei Nelson snel en ze glimlachten naar elkaar als samenzweerders.
'Ja, we hebben er vroeger samen wel een paar achterover geslagen, hè?'
'Op z'n minst één te veel,' zei Samuel. 'Hallo, Louise. Leuk je weer te zien.'
Ik keek van hem naar hen; mijn verbazing stond op mijn gezicht te lezen.
ik hoop dat jullie volgende week allebei op het verlovingsfeest komen. Het schijnt dat mijn ouders zwaar hebben overdreven, zoals ze alles overdrijven,' zei Nelson. Toen werd hij serieus. 'Hoe gaat het met je moeder, Olivia?'
'Ze houdt zich zo goed mogelijk,' zei ik. Ik wachtte of hij het lef zou hebben naar Belinda te informeren, maar hij knikte somber.
'Goed, we willen niet storen. Veel plezier en ik hoop jullie gauw te zien,' zei hij.
'Tot ziens,' zei Louise, terwijl ze doorliepen naar hun tafel.
'Wat een mooi paar, hè?' zei Samuel bewonderend.
'Ik ben moe,' zei ik. ik heb een lange dag achter de rug en ik wil mijn moeder nog even opzoeken.'
'O, natuurlijk. Ik zal de rekening vragen,' zei Samuel en wenkte de ober.
Samuel was voortdurend aan het woord toen we naar huis reden. Ik luisterde maar met een halfoor, ik had nog steeds moeite om over de plotselinge ontmoeting met Nelson heen te komen. Hij zag er nog aantrekkelijker en volwassener uit dan vroeger, en het ergerde me dat Louise Branagan inderdaad volkomen bij hem leek te passen. Hoe had ik ooit kunnen concurreren met zo'n society-ster?
'Dan kom ik je om tien uur halen, als dat goed is?' zei Samuel, zodra we over de oprit reden. Het hek was voor ons open gelaten.
'Wat? O, ja.'
ik heb een heerlijke avond gehad, Olivia. Echt waar,' zei hij, toen hij stopte. 'Jij ook, hoop ik.'
'Ja, Samuel. Dank je.'
Hij boog zich naar me toe en gaf me een snelle zoen op mijn wang.
'Ik verheug me op morgen, op een hele hoop morgens.'
Weer stond ik verbaasd over zijn stoutmoedigheid. Ik kon slechts knikken. Hij stapte gauw uit en holde om de auto heen om mijn portier te openen. Hij bracht me naar de voordeur en daar legde hij zijn handen op mijn schouders en draaide me naar zich toe.
'Goeienacht.' zei hij en boog zich naar me toe om me deze keer op mijn mond te kussen. 'lk voel me als een piraat die een verborgen schat heeft ontdekt,' zei hij, en liep terug naar zijn
auto, me sprakeloos achterlatend bij de deur.
Cape Cod was beroemd om zijn klimaat, beroemd om de manier waarop een storm op één ochtend kon komen opzetten en weer verdwijnen. Geen wonder dat het Samuel Logan hier zo beviel, dacht ik. Ik ging naar binnen, blozend en overweldigd door zijn energie en vastberadenheid. Iemand had een vuurtje onder hem aangestoken, besloot ik. Ik hoopte alleen maar dat ik het was.