4. Het eeuwige bruidsmeisje

Papa en ik gingen weg zonder moeder de bijzonderheden te vertellen. Papa zei alleen maar dat we Belinda gingen halen. Feitelijk kende hij zelf ook de bijzonderheden niet.

'Het enige wat mevrouw Elliot wilde zeggen,' merkte hij op toen we onderweg waren, 'is dat ik Belinda van haar terrein moest komen halen. Ze wilde er aan de telefoon niet verder over praten; ze zou wachten tot we op haar kantoor waren. Het lijkt heel erg, echt heel erg. Wat zou Belinda gedaan kunnen hebben?' vroeg hij zich hardop af.

'Belinda kennende, en wetend wat ze kort geleden heeft gedaan, is alles mogelijk,' antwoordde ik nuchter.

Papa zei niets. Zwijgend reden we verder.

'Wat ga je nu met haar doen, papa?' vroeg ik. 'Er is nog een groot deel van de zomer over en je moet plannen maken voor de herfst. Ze staat op geen enkele andere school ingeschreven.'

Hij zuchtte en schudde zijn hoofd.

'ïk weet het niet, Olivia. Wat stel jij voor?'

'Wat zou je zeggen van het Vreemdelingenlegioen?'

Hij moest bijna lachen.

'Ik denk dat we op kantoor iets moeten vinden wat ze kan doen, althans voor de rest van de zomer,' zei hij.

'Waarom wachten we niet tot we horen wat voor verschrikkelijke dingen ze op school heeft uitgehaald, papa. Als het werkelijk zo erg is ais ze doen voorkomen, dan zou je haar misschien huisarrest kunnen geven. Ik meen het,' zei ik, toen hij me aankeek. 'Geef haar geen toestemming om uit te gaan of afspraakjes te maken, naar de bioscoop of naar het strand te gaan. Ze moet het toch ééns leren. Je vertelt me altijd dat we van elke situatie iets moeten leren dat de moeite waard is, hoe ernstig die situatie ook is. Nou, doe dat dan nu ook,' zei ik.

Hij zweeg weer. Waarom kon hij het niet met me eens zijn? Waarom kon hij eindelijk niet eens iets aan Belinda doen voor ze onze familie ten val bracht?

Mijn eigen herinneringen aan de finishing school kwamen terug toen we de mooie tuin en gebouwen naderden. Toen ik daar was, had ik maar één echte vriendin gehad, Katherine Hargrove uit Boston. We studeerden samen, vertelden elkaar wat we dachten over jongens, de andere meisjes op school en beloofden elkaar dat we contact zouden houden. Maar kort nadat we van school kwamen, verloofde Katherine zich thuis met de jongen met wie haar ouders zo graag wilden dat ze zou trouwen. Ik kreeg een paar brieven en schreef terug. Ze nodigde me uit op haar huwelijk, maar ik ging er niet heen. Ik verzon een excuus dat ik het te druk had met mijn werk in de zaak van mijn vader, en ik wist dat ze zich beledigd voelde. Ze schreef geen brieven meer, zelfs geen ansichtkaart, belde nooit en reageerde niet op de ene brief die ik maanden daarna schreef.

Wat drijven vrienden toch snel uit elkaar, dacht ik. Het was bijna of we andere mensen werden als we eenmaal uit elkaar waren, en de mensen die we waren en die we kenden vreemden voor ons werden. Ik was me ervan bewust dat ik op haar huwelijk aanwezig had moeten zijn, maar het stoorde me dat zij verloofd was en ging trouwen, terwijl ik zelfs geen vriend had. Iedereen op school had voorspeld dat ik zou eindigen als een ouwe vrijster en ik wist dat veel van die meisjes daar zouden zijn, zelfvoldaan zouden glimlachen, ervan overtuigd dat hun voorspelling uit zou komen. Ik had de moed moeten hebben ze onder ogen te komen, dacht ik, zowel ter wille van Katherine als van mijzelf.

Nee, ik was niet perfect. Ik kon fouten maken, maar niets wat ik deed leek ook maar bij benadering op Belinda's fouten en zonden. Ze was zo'n probleem, dat ik praktisch over het hoofd werd gezien. Zelfs toen we nog heel jong waren, werd ik verwaarloosd, merkte ik dat papa meer aandacht aan haar besteedde, omdat moeder zoveel moeite met haar had. Hoeveel intieme vader-dochter babbeltjes had Belinda gehad? Hoe vaak had hij gedaan wat hij nu weer deed: haar te hulp komen? Ja, dacht ik bij mezelf, ik leek op het goede kind in de bijbelse vergelijking van de verloren zoon, en ik vroeg me af of plichtsgetrouw, productief en verantwoordelijk zijn niet de reden was waarom ik genegeerd werd, terwijl ik evenveel aandacht en genegenheid nodig had als Belinda.

We gingen rechtstreeks naar het administratiegebouw en het kantoor van de directeur. Toen de secretaresse ons zag, viel ze bijna flauw. Ze verbleekte bij de verwachting van een afschuwelijke, onaangename scène. Wat kon Belinda in vredesnaam hebben uitgehaald? vroeg ik me af, worstelend om iets te bedenken dat zo'n reactie zou rechtvaardigen.

'Mevrouw Elliot kan u ontvangen,' zei ze, na even in het kantoor te zijn geweest. Ze deed een stap achteruit bij de deur alsof we besmettelijk waren.

Mevrouw Elliot, een vrouw van een jaar of zestig, met blauwgrijs haar en grijze ogen, stond op van haai' houten bureaustoel. Ze was niet langer dan ongeveer één meter drienzestig, maar haar houding, haar krachtige oogopslag, haar strakke schouders en indrukwekkende boezem, die met elke diepe ademhaling op en neer ging, deden haar veel langer lijken. Ze had een uitgesproken kin en sterke, mannelijke, lichtrode lippen, die nu stevig op elkaar geperst waren om te voorkomen dat ze zou fronsen of afkeurend zou kijken.

'Gaat u zitten, meneer Gordon,' beval ze, wijzend naar een stoel. Ze keek naar mij, aarzelend of ze me al dan niet zou vragen te blijven.

'Ik wil graag dat Olivia erbij blijft,' zei mijn vader.

'Ja, dat is goed. Olivia was een van onze beste leerlingen. Ik kan begrijpen dat u op haar vertrouwt. We hadden hetzelfde voortreffelijke gedrag verwacht van uw jongste dochter. Wat dit alles nog veel teleurstellender maakt,' ging ze met half toegeknepen ogen verder.

'Wat is er gebeurd? Waarom stuurt u haar van school?' vroeg papa. Zijn lichaam was gespannen, zijn handen klemden zich zo stevig om de stoelleuningen dat de aderen rond zijn knokkels opzwollen.

'Ik zal meteen terzake komen, meneer Gordon, al is het allemaal te onaangenaam om zelfs maar aan te denken, laat staan erover te praten. Ik wil niet beweren dat alles altijd perfect is geweest op onze school. We hebben onze problemen gehad. Onze meisjes komen uit verschillende milieus en uit verschillende plaatsen. Het kan niet anders of we krijgen enkele moeilijkheden. Per slot leiden we jonge mensen op, van wie sommigen niet zo'n erg goede opvoeding hebben gehad.

'Meisjes hadden alcohol in hun kamer, kwamen 's avonds te laat thuis, overtraden het rookverbod, hielden hun kamer niet behoorlijk opgeruimd. Olivia weet er alles van uit de tijd dat zij zelf hier was,' zei ze met een knikje naar mij. Ik knikte snel terug. 'Soms blijft mannelijk bezoek wel eens te lang, maar nog nooit hebben we meegemaakt dat een jong meisje drank meenam op haar kamer, toestond dat er gerookt werd en de hele avond twee jongemannen tegelijk ontving,' ging ze verder, zonder zich de tijd te gunnen om op adem te komen.

'Wat?' vroeg papa, alsof hij niet gehoord had wat ze zei. 'Ze entertainde twee...'

'Begrijp me goed, meneer Gordon, ontving is een eufemisme voor wat er is voorgevallen.' Ze keek naar mij en toen weer naar hem. 'Beide jongemannen hadden hun kleren uitgetrokken en lagen in hetzelfde bed als uw dochter, die ook naakt was,' zei ze. Ze slikte alsof ze een lepel levertraan naar binnen had gekregen.

Papa staarde haar aan.

'Allebei?' zei hij ten slotte.

'Ik vrees van wel, meneer Gordon. Mevrouw Landford, de huismoeder, ging bij haar naar binnen toen ze sigaretten rook en het gelach hoorde. De twee jongemannen waren dronken en zouden gearresteerd zijn als we niet de reputatie van de school en zoveel mogelijk uw eigen goede naam moesten beschermen. Maar ze zijn op discrete wijze voor de politierechter gebracht en hebben een voorwaardelijke straf gekregen. Ze komen niet uit een school in de buurt, moet ik erbij vermelden. Het zijn...' Ze keek naar mij. '...jongens uit het nabijgelegen dorp. Automonteurs,' eindigde ze minachtend.

'Christus,' zei papa.

'U kunt nu begrijpen waarom we allemaal zo van streek zijn, meneer Gordon.'

Papa knikte.

'Ik wil het liefst dat dit gewoon overgaat, en de beste manier daarvoor is dat u uw dochter onmiddellijk mee naar huis neemt. Het spijt me, maar dit is niet de juiste omgeving voor haar. Ik ben bang dat we voor haar niet kunnen doen wal we voor uw dochter Olivia hebben gedaan,' ging ze verder, weer met een knikje naar mij.

'Waar is Belinda nu?' vroeg papa. Hij zag zo rood, dat ik dacht dat de kruin van zijn hoofd elk moment kon exploderen. Ik wilde medelijden met hem hebben, maar ik bleef een inwendig stemmetje horen dat steeds weer herhaalde: Zo gij zaait, zult gij oogsten.

'Ze heeft kamerarrest en heeft bevel gekregen haar koffers te pakken. We zouden het op prijs stellen als u haar met zo min mogelijk opschudding mee naar huis wilt nemen, meneer Gordon. Zoals u weet, wordt er geen restitutie verleend als een meisje van school wordt gestuurd, en onder de gegeven omstandigheden zou het de situatie alleen maar verergeren, zowel voor u als voor ons, als de zaak voor de bestuursraad werd gebracht. Ik hoop dat u het daarmee eens bent,' zei ze met opgetrokken wenkbrauwen.

'Ja, ja; zei papa. 'Olivia, kun jij haar gaan halen?' vroeg hij aan mij. 'Ik zal de auto naar het slaapgebouw rijden.'

'Ja, papa,' zei ik. Mevrouw Elliot glimlachte naar mij.

'Hoe gaat het met jou, Olivia? Ik dacht dat je naar de Boston University zou gaan,' zei ze. 'Sta je daar ingeschreven of bij een soortgelijke universiteit?'

'Ik ben niet naar college gegaan, mevrouw Elliot. Ik heb besloten papa in de zaak te helpen,' zei ik. Ze keek naar papa.

ik ben ervan overtuigd dat Olivia een grote steun voor u is, meneer Gordon.'

'Dat is ze zeker,' zei hij met een stem die zo gebroken en vermoeid klonk, dat ik hem niet herkende.

'Het is allemaal erg ongelukkig voor iedereen, meneer Gordon. U hebt uw kruis te dragen, uw eigen moeilijke weg te gaan,' zei ze. Papa knikte en keek naar mij.

Ik stond op en verliet het kantoor. De secretaresse keek naar mij en probeerde te glimlachen toen ik haastig langs haar liep en naar buiten. Ik stak de campus snel over. De klaslokalen waren allemaal donker, behalve de muzieksuite waar het schoolorkest repeteerde. De muziek werd meegedragen door de wind en leek te passen bij de omstandigheden, want het was een mars.

Een tiental meisjes zat te lezen, te praten en televisie te kijken in de lounge van het slaapgebouw. Ze keken allemaal op toen ik binnenkwam. Niemand wist wie ik was, want ik was niet bij Belinda toen ze hier kwam, maar mevrouw Landford kende me en liep haastig de gang door zodra ze me zag.

'Hallo, Olivia,' zei ze met een snel glimlachje. 'Hoe gaat het met je?'

'Niet zo goed als zou kunnen,' antwoordde ik. Ze knikte en schudde toen haar hoofd.

'Het spijt me voor je ouders,' zei ze.

'Mij ook. Waar is ze?'

'Hierheen.' Ze draaide zich om en ik volgde haar de gang door tot de op een na laatste kamer aan de linkerkant. 'Ze is klaar.' zei ze, en knikte naar de zij-ingang. 'Misschien wil je liever daar naar buiten.'

'Als dieven in de nacht,' merkte ik op. Er verscheen even een gekwelde uitdrukking in haar donkerbruine ogen en toen klopte ze op Belinda's deur.

'Wie is daar?'

'Mevrouw Landford. Je zuster is er voor je, Belinda.' zei ze. Het duurde even voor Belinda opendeed. Net iets voor haar om me te laten wachten, dacht ik. Ze droeg haar blazer van high school met alle varsity-letters, die Arnold haar had gegeven, en een lange broek. Haar haar was naar achteren geborsteld en bijeengebonden en haar koffers stonden gepakt naast het bed.

'Hoi, Olivia,' zei ze zangerig, alsof er niets was gebeurd. 'Waar is papa?'

'Hij wacht in de auto,' zei ik kwaad.

'Nemen jullie de koffers, dan neem ik de tassen,' zei mevrouw Landford.

Belinda nam opzettelijk de tijd ervoor, slenterde de kamer door. Ik zag het glimlachje om haar lippen, de blik van voldoening. Ze kreeg wat ze al die tijd al gewild had. Ik twijfelde er niet aan of ze had zich met opzet laten betrappen. Ik vermoedde zelfs dat ze het hele walgelijke incident expres op touw had gezet. Ik pakte de koffer.

'Laten we gaan,' beval ik. 'Nu.'

'Graag,' zei Belinda, terwijl ze de andere koffer pakte. 'Ik wil hier geen moment langer blijven dan nodig is,' zei ze hatelijk, alsof zij degene was die gevraagd had te vertrekken.

Mevrouw Landford volgde ons door de zijdeur. Papa zat in de auto voor zich uit te staren. Toen hij ons zag sprong hij snel eruit en maakte de achterbak open. Ik gaf hem de eerste koffer.

'Hoi, papa,' zei Belinda, en gaf hem de andere koffer. Hij zei niets. Hij pakte hem aan en daarna de tassen die mevrouw Landford droeg.

'Dag, mevrouw Landford. Het spijt me als ik u last heb bezorgd.'

'Als?' zei ik. 'A/s?'

Belinda lachte en stapte in.

'Het allerbeste, Olivia,' zei mevrouw Landford. Ze gaf me een hand en ging terug naar het slaapgebouw. Ik draaide me om naar papa, half en half verwachtend dat hij in woede zou ontsteken, maar hij schudde slechts zijn hoofd.

'Laten we gaan,' zei hij, en liep haastig om de auto heen en stapte in.

Hij zei geen woord tot we het terrein verlaten hadden en naar de hoofdweg reden.

'Zo, Belinda, ben je nu tevreden?' vroeg hij.

'Ik vond het daar afschuwelijk, papa. Dat heb ik je gezegd. Het kan me niets schelen dat ik ben weggestuurd.'

'Hoe kon je...' Hij zweeg en klemde zijn lippen op elkaar alsof hij de woorden in zijn keel wilde opsluiten.

'Hoe heb je je zoiets in je hoofd kunnen halen, Belinda?' vroeg ik. 'Kon het je dan niet schelen wat dit betekent voor de reputatie van onze familie? Hoe dan ook, dit lekt uit. De andere meisjes zullen het aan hun familie en vrienden vertellen.'

'Die zijn geen haar beter. Het is een stelletje bekrompen snobs, maar zij doen ook alles wat niet. mag. Ze worden alleen niet betrapt,' zei ze om zich te verdedigen.

'Precies. Ik wed dat ze allemaal net zo zijn als jij,' was mijn droge commentaar.

'Nou, dat zijn ze ook!'

'Dat doet er niet toe,' zei papa ten slotte, ik wil niet dat je

moeder dit weet. Als we thuiskomen zeg je alleen maar tegen haar... dat je je daar ongelukkig voelde.'

'Dat is geen leugen,' merkte Belinda op.

'Natuurlijk is het een leugen,' zei ik beschuldigend. 'Dat is niet de reden waarom je naai- huis bent gestuurd.'

'Nou, jij liegt soms ook, Olivia. Jij bent geen volmaakte engel,' jammerde ze.

'Het verschil is, Belinda, dat jij je op je gemak voelt met een leugen.' Ik draaide me om en keek achterom naar haar. 'Dat doe ik niet. Jouw hele leven is praktisch één grote leugen.'

ik wist het. Ik wist dat jullie me nu zouden haten,' kermde ze. 'Stop hier maar ergens langs de weg en zet me af. Dan zoek ik een nieuw thuis en een nieuwe familie.'

'Om te terroriseren en te vernietigen?' vroeg ik.

'Nee. Stop de auto!'

'Laten we hiermee ophouden,' zei papa. 'Het maakt alles alleen maar erger en we moeten aan je moeder denken, Olivia. Alsjeblieft.'

'O, natuurlijk,' zei ik. 'Laten we weer eens iets onder het tapijt vegen en haar ongestraft weer iets walgelijks laten doen. We doen haar niet veel goed op die manier, papa,' hield ik vol.

ik regel het wel,' zei hij. Het was een loze belofte. Maar ik liet het erbij en staarde domweg uit het raam tijdens de rit naar huis. Belinda viel in slaap achterin, met een tevreden en zelfvoldaan lachje. Ze had alweer haar zin gekregen.

Of moeder de leugen doorzag of niet, ze ging erin mee. Ze had zelfs medelijden met de arme Belinda, die de sympathie en het medeleven in zich opzoog, de situatie uitmolk en ervan profiteerde, tot ik haar zo woedend aankeek dat ze ophield en naar haar kamer ging. De volgende dag besloot papa dat het enige wat we konden doen was althans voorlopig wat werk voor haar zoeken op kantoor.

'Op die manier kunnen we tenminste het grootste deel van de dag een oogje op haar houden,' redeneerde hij. Ik kwam bij hem in zijn werkkamer zonder dat moeder erbij was.

'Wat kan ze doen, papa?'

'Laat haar het archief maar doen, Olivia.'

'Het archief?'

'Zoek werk, maak werk, houd haar bezig. Alsjeblieft,' smeekte hij. 'Haar naar een andere school sturen is gewoon verspilling van tijd en geld. Ze kan niet studeren.'

'Wat verwacht je dan van haar?' vroeg ik.

'Ik verwacht... hoop zo snel mogelijk een geschikte echtgenoot voor haar te vinden,' antwoordde hij.

Eerder dan voor mij? wilde ik vragen. Je wilt dat ze eerder dan ik trouwt en in haar eigen huis woont?

'Je bedoelt datje de verantwoordelijkheid wilt afschuiven op een of andere arme, niets vermoedende boerenkinkel?'

'Ze heeft een paar goede eigenschappen, Olivia. Ze is een aantrekkelijke jonge vrouw. Denk je niet dat ze nu wat volwassener zal worden?'

'Nee,' zei ik op besliste toon. 'Niet zolang je haar al haar misdragingen vergeeft.'

Hij staarde me aan en zuchtte.

'Alsjeblieft, maak het niet nog moeilijker dan het al is, Olivia,' smeekte hij.

Waarom gedroeg hij zich zo? Waar bleef de sterke, vastberaden man die een hele reeks zakelijke ondernemingen met zoveel gezag en zelfverzekerdheid wist te leiden? Misschien had moeder gelijk, misschien was papa net als alle andere mannen, uiteindelijk gemakkelijk te manipuleren. Misschien was mijn moeder de slimste van hen beiden.

'Je wordt belazerd, papa,' zei ik grof. 'Je bent een stommeling om in haar tranen en gekerm en knipperende wimpers te geloven.'

Hij werd bleek voordat het bloed weer naar zijn wangen steeg.

'Dat is niet waar, Olivia. Ik heb het je al eerder gezegd, wat ik vooral jou geprobeerd heb te doen begrijpen... familie, familie is het belangrijkste. We moeten haar beschermen omdat zij de zwakke schakel is. Ik had gehoopt dat je dat nu zou hebben begrepen en me oprecht zou helpen,' zei hij.

'Goed, papa,' zei ik berustend. 'Ik zal proberen haar iets te doen te geven, en voor de zoveelste keer proberen een respectabele en verantwoordelijke vrouw van haar te maken.'

'Dat lijkt er meer op. Olivia. Nu ben je een echte Gordon.' zei hij.

Maar er was heel wat meer voor nodig dan mezelf neer te leggen bij papa's logica om ook maar iets van het resultaat te bereiken dat hij verlangde. Natuurlijk stemde Belinda enthousiast toe om op kantoor aan het werk te gaan, maar elke ochtend weigerde ze bijtijds wakker te worden. Elke ochtend was ik degene die haar wakker moest maken en zorgen dat ze zich snel aankleedde. De meeste ochtenden moest papa zonder mij vertrekken en moest ik zelf met Belinda naar kantoor rijden. Ze was altijd half wakker als ze aankwam, steunend en klagend dat ze zo vroeg op moest.

'We zijn toch de eigenaars, waarom moeten we dan zo idioot vroeg op?' vroeg ze.

'Juist omdat we de eigenaars zijn, Belinda. Als wij niet voor de zaak zorgen, wie dan wel? De andere werknemers komen niet op voor ons belang. Dit is wat het betekent om verantwoordelijk en succesvol te zijn,' preekte ik, maar mijn lessen, net als die ze haar leven lang van haar docenten had gekregen, gingen het ene oor in en het andere uit.

Ze mokte en bewoog zich door het kantoor als een slaapwandelaarster, en deed uren over iets wat een ander in een paar minuten zou doen. Alles leidde haar af. Ze kon een uur lang uit het raam zitten staren. Zodra ze de kans kreeg hing ze aan de telefoon met haar vriendinnen, ondanks mijn herhaalde waarschuwingen en mijn voortdurende reprimandes. Elke keer als ik haar op haar vingers tikte, ging ze huilen en holde naar papa, die me daarop vroeg het wat kalmer aan te doen met haar. 'Kalmer aan doen?' riep ik uit. 'Zelfs het beetje werk dat ze doet moet worden overgedaan. Ze bergt verkeerd op, brengt de alfabetische volgorde in de war, haalt de mappen door elkaar, raakt documenten kwijt... ze doet het met opzet, papa. Het is hetzelfde oude spelletje. Ze wil thuis zijn en vrij rondlopen en zich amuseren en niet werken, dus doet ze het slecht, in de hoop dat we het op zullen geven.'

'Ik weet het,' zei hij. 'Heb alsjeblieft een beetje meer geduld met haar. Blijf het proberen,' drong hij aan.

En weer vroeg ik me af waarom. Wat was het in haar dat papa zo zacht, zo meegaand en zo vergevensgezind maakte? Als ik op het punt stond het te vragen, schudde hij slechts zijn hoofd en smeekte me om te blijven hopen en geloven en proberen een beter mens van haar te maken.

Papa was niet zijn voornemen vergeten om haar zo gauw mogelijk uit te huwelijken. Maar de poging die hij had gedaan om iets te bewerkstelligen tussen mij en Clayton was wél totaal vergeten. Ik werd zoals altijd weer achtergesteld en Belinda ging weer voor. Maar hij deed het niet demonstratief. Het leek een beetje op vissen. Hij wierp zijn aas uit en hoopte dat de juiste vis in de juiste lijn wilde happen.

De eerste grote poging kwam toen de Childs werden uitgenodigd op een bijzonder elegant diner bij ons thuis, veel uitgebreider dan het etentje dat bedoeld was om Clayton te strikken voor mij. Kolonel Childs was papa's advocaat en zijn zoon Nelson was in zijn laatste jaar rechten. Er zwom geen betere vis in ons water, en ik begon te denken dat er geen betere haai dan Belinda in zwom.

Vier of vijf keer per jaar gaf papa een uitgebreid diner, waarvoor hij meestal tien tot vijftien gasten uitnodigde, extra personeel huurde en een gourmet diner van zes gangen bestelde bij een cateraar. Soms was er zelfs entertainment: een pianist of violist na het diner. Belinda haatte die diners. Ze vond ze veel te formeel en te beperkend. Ze moest zich netjes gedragen, zich aan de etiquette houden en geen dwaze dingen doen of zeggen. Ze hield niet van de muziek, hield er niet van om rustig te blijven zitten en gehoorzaam te zijn. Gewoonlijk excuseerde moeder of papa haar voor de avond half voorbij was, en dan ging ze snel naar haar kamer om aan de telefoon te kletsen met haar vriendinnen.

Ik besefte dat er iets meer dan gewoonlijk aan de hand was, toen ik ontdekte dat papa alleen de kolonel en zijn gezin te eten had gevraagd. Ik kende de kolonel goed natuurlijk. Hij kwam vaak voor het een of ander op ons kantoor. Papa had tegenwoordig zoveel zakelijke ondernemingen, dat er altijd wel een of andere juridische kwestie of probleem opgelost moest worden. Tijdens een stuk of zes sociale gelegenheden had ik zijn vrouw Elizabeth leren kennen, een aantrekkelijke, statige vrouw uit een van de beste families in New England. Ze hadden maar één kind,

Nelson, die de lengte van zijn moeder had en het knappe uiterlijk van zijn vader.

Nelson Childs was een van die adonissen die op een tovertapijt door high school zweven, en succes hebben in hun studie, in sport en in het sociale leven. Hij zag er altijd keurig, beheerst en ontspannen uit. De docenten waren op hem gesteld en bewonderden hem. Hij was beleefd, gehoorzaam, maar werd nooit beschouwd als het lievelingetje van een docent. Hij genoot het respect van zijn leeftijdgenoten en werd gekozen tot klassen-vertegenwoordiger en tot aanvoerder van zijn basketball- en base-rallyteam, en won de prijs voor de beste mannelijke leerling tijdens de diploma-uitreiking.

We scheelden vijf jaar, maar het hadden er wel tien kunnen zijn. Ook al was zijn vader de advocaat van mijn vader, Nelson was zich nauwelijks van mijn bestaan bewust. Waarschijnlijk kon hij mij niet zien over de hoofden van de meisjes die zich als bruidsmeisjes om hem heen verzamelden in de hoop zijn aandacht te trekken en zijn vriendinnetje te worden, of een afspraak met hem te maken of slechts het voorwerp te zijn van zijn onmiddellijke belangstelling.

Zijn ogen waren lichtbruin en de paar keer dat ik dichtbij genoeg was om het te kunnen zien, meende ik er ook gouden vlekjes in te zien. Zijn lichtbruine haar was kortgeknipt, maar met wat gel om er vorm en stijl aan te geven. Hij had een bezielende glimlach, die zijn gezicht verhelderde met een hartverwarmende gloed. Wat mij betrof, zat Cupido op Nelsons schouders en richtte zijn pijlen voor zijn eigen schelmse amusement.

Op de een of andere manier wist Nelson de amoureuze wateren te bevaren zonder zijn goede naam te bezoedelen. Hij had nooit een vaste vriendin, maar maakte toch niet één vijandin terwijl hij van de een naar de ander fladderde. Het was of alle meisjes met wie hij uitging begrepen dat hij niet te vangen was. Hij zou nooit van één meisje zijn; hij hoorde bij allemaal.

Ik begon de gesprekken van de kolonel en papa af te luisteren zodra de naam Nelson viel. Ik wist dat hij in het laatste jaar van zijn rechtenstudie was, maar nog niemand had ontmoet die zijn romantische belangstelling had weten te trekken. De verwachting was dat Nelson af zou studeren, zijn examens voor advocaat zou doen en bij zijn vader op kantoor zou komen. Het enige wat nog gepland moest worden was zijn gezin; dan zou hij een perfect bestaan leiden, net als zijn vader.

Mijn herinneringen aan Nelson en het begrip dat ik opdeed door het luisteren naar de gesprekken over hem, deden me twijfelen aan de wijsheid en realiteit van papa's plan. Wat zou een man als Nelson Childs willen met een warhoofdige, frivole, verwaande jonge vrouw als mijn zus Belinda? Papa verspilde niet alleen zijn geld aan dit diner, hij verspilde ieders tijd. Belinda, dacht ik, zou eerst geïntimideerd zijn door een man met zoveel intelligentie als Nelson, maar zou nooit met iemand kunnen leven die zo krachtig en georganiseerd was in zijn eigen opvattingen. Waarom zag papa dat niet?

Mijn herinneringen aan Nelson Childs werden overweldigd door zijn verschijning op de avond van het diner. Voor mij, al probeerde ik dat niet te tonen, was het of een beroemdheid die ik alleen op de televisie, de film of in tijdschriften had gezien, plotseling in mijn huis binnenkwam. De tijd op de universiteit had hem gerijpt. Hij zag er nu al uit als een vermogend man, een jongeman van formaat, knap en talentvol.

Moeder was gecharmeerd van hem. Papa straalde bij het vooruitzicht en Belinda was opgewonden toen Nelson eerder aan haar werd voorgesteld dan aan mij. Toen hij zich naar mij omdraaide, glimlachte hij en zei lachend dal hij me nog kende van high school.

'Ja, ik herinner me je nog. Je was zo'n serieus klein meisje,' zei hij. Dat vond Belinda prachtig.

'Dat is ze nog steeds,' zei ze. iedereen noemt haai- Miss Cold en mij Miss Hot.'

is het heus?' Hij staarde haar even aan met een belangstelling die me jaloers maakte.

'Alleen Belinda's zaagselvriendinnen zeggen dat,' merkte ik op.

'Zaagsel?' vroeg hij aan mij.

'Zaagsel voor hersens,' mompelde ik en hij lachte.

Onze ouders gingen naar de zitkamer voor cocktails en hors d'oeuvres, terwijl het aan ons werd overgelaten Nelson in huis rond te leiden. Hij bleef staan bij papa's boeken in de bibliotheek

en merkte op dat het zo'n mooie verzameling was.

'Ik heb er nooit één van gelezen,' pochte Belinda, alsof dat een prestatie was.

Ik wachtte gespannen op Nelsons reactie, maar hij lachte slechts.

'Nou, als ze zeggen dat een beetje kennis gevaarlijk is, dan is Belinda volkomen veilig,' zei hij.

Ik lachte toen Belinda lachte, en dacht, ze snapt niet eens dat hij haar voor de gek houdt. Of deed hij dat niet? Zijn blik bleef op haar rusten toen ze lachte. Haar lach was muzikaal en ze had een manier om haar ogen te doen oplichten en haar gezicht te doen gloeien, die haar overal deed opvallen, waar we ook waren. Het leek of er zich een kaars in haar hart bevond, die werd aangestoken en helder brandend weerspiegeld werd in de ogen van elke man die met belangstelling naar haar keek.

'Waar gaat jouw belangstelling naar uit, Belinda?' vroeg hij.

'Belangstelling?'

'Hij bedoelt wat je in je vrije tijd doet, Belinda, die tegenwoordig het grootste deel van je dag uitmaakt. Belinda doet alleen wat licht archiefwerk op kantoor,' verklapte ik, in de hoop zijn interesse te beteugelen en hem snel te laten inzien dat Belinda iemand was met heel beperkte capaciteiten.

ik vind het vreselijk,' zei ze snel, en hij lachte weer. 'Zomers zijn voor plezier, niet voor werk. Niemand van onze leeftijd hoort in de zomer te werken,' verklaarde ze.

'De meeste mensen zijn niet zo fortuinlijk als wij, Belinda, en moeten werken om geld te verdienen of moeten naar school,' merkte ik op.

Ze haalde haar schouders op, alsof ik iets zo onbeduidends had gezegd dat een antwoord overbodig was.

'Nou, wij zijn fortuinlijk. Dat heb je zelf gezegd, dus waarom zou ik dan werken?' antwoordde ze. Nelson lachte weer.

'Ze is onverbeterlijk,' zei ik. Hij knikte.

'Ja.'

'Is dat erg?' vroeg Belinda. Nelson dacht even na.

'Misschien niet,' zei hij. 'Misschien is het nu en dan wel verfrissend.' Hij keek even naar mij. 'Maar ik denk niet voor jou en je ouders, Olivia.'

Nu was het mijn beurt om mijn schouders op te halen.

'Wat ze nu met haar leven doet vind ik niet langer belangrijk,' zei ik. 'Ik heb het opgegeven.'

'Dat meent ze niet. Ze zegt altijd vreselijke dingen die ze niet meent,' zei Belinda.

Nelson knikte alsof hij het begreep.

We werden aan tafel geroepen en Nelson ging galant tussen ons in lopen en gaf ons allebei een arm om ons te begeleiden naaide eetkamer. Ik bleef denken dat een man als hij slechts tijdelijk geamuseerd zou zijn door iemand als Belinda. Hij zou toch zeker een solider iemand willen, iemand als ik.

Papa had de tafel zo geschikt dat Nelson tussen Belinda en mij zat. Belinda was voortdurend aan het giechelen en fluisteren in Nelsons oor. Moeder probeerde haar nu en dan met een strenge blik tot de orde te roepen, maar papa had de fout gemaakt haar twee glazen wijn te laten drinken. Het maakte haar overmoedig.

Het gesprek aan tafel ging van politiek naar mode. Als Nelson sprak, luisterde iedereen. Hij had charisma, persoonlijkheid en welsprekendheid. Ik was het met bijna alles eens wat hij zei, en liet hem dat merken. Hij leek het te appreciëren en een tijdlang was zijn aandacht veel meer op mij gericht dan op Belinda, die, zoals ik gehoopt had, zich begon te vervelen en rusteloos werd.

Maar ze verraste me toen het diner was afgelopen en de koffie werd geserveerd.

'Ik wil geen koffie. Laten we liever een wandeling op het strand gaan maken,' stelde ze voor.

Nelson dacht even na.

'Geen slecht idee. Het is een warme avond,' zei hij. Hij keek even naar mij en ik zag dat hij zou toestemmen.

'Dat zou leuk zijn,' zei ik, met tegenzin Belinda de eer gevend voor een goed voorstel.

We excuseerden ons. Papa keek heel verheugd. Ik kon zien dat hij dacht dat zijn plan succes had. Toen we de eetkamer uit gingen, boog hij zich naar me toe om te fluisteren: 'Wat een perfect stel, hè, Olivia? De ideale manier om ons probleempje op te lossen.'

Ik staarde hem aan en antwoordde toen afgemeten en duidelijk: 'Ik dacht dat de kolonel zo'n goede vriend van je was, papa. Hoe kun je hem dit aandoen?'

De glimlach verdween van zijn gezicht alsof ik hem een klap had gegeven.

'Ze is geen slechte partij, Olivia. Ze is het mooiste meisje in Provincetown,' zei hij.

Ik voelde mijn hart inkrimpen alsof een vuist zich eromheen had gebald en zo hard kneep dat het pijn deed. De tranen bevroren onder mijn oogleden. Ik slikte en knikte.

'Ja,' zei ik. 'Dat was ik vergeten.'

Ik draaide me om en haalde Belinda en Nelson in, die op weg waren naar het pad dat omlaagliep naar het strand.

Het was een prachtige avond met zoveel sterren dat de lucht eruitzag of hij gevuld was met duizenden glazen scherfjes die glinsterden tot aan het eind van de wereld. De lucht was warm en vochtiger dan gewoonlijk.

'Kijk naar de sterren!' verklaarde Belinda. is dat niet de Grote Beer?'

'Waar?' Nelson kwam naast haar staan en ze wees terwijl ze tegen hem aan leunde. 'Nee, dat is de Kleine Beer. Daar,' zei hij, haar omdraaiend, 'is de Grote Beer.'

'Ik wist niet eens dat er ook een Kleine Beer was. Jij, Olivia?'

'Natuurlijk,' zei ik.

'Vind je het niet prachtig zoals de sterren op het water schitteren?' ging Belinda verder, zonder op mijn antwoord te letten. Ze pakte Nelsons hand en trok eraan. 'Kom, laten we onze schoenen uittrekken en over het zand hollen.'

'Wat?'

'Dat is belachelijk, Belinda. 'Hij heeft mooie schoenen aan en...'

'Nee, het is goed,' zei Nelson lachend, ik denk dat ik het wel leuk zal vinden.'

Hij ging naast haar zitten en trok zijn schoenen en sokken uil. Toen keek hij naar mij.

'Ga je niet mee, Olivia?'

'Ik weet hoe koud dat water is,' zei ik.

'Dat is het niet,' zei Belinda, overeind springend.

'Belinda was vroeger doodsbang voor de zee.' zei ik.

'O, maar nu niet meer,' riep ze. ik moet nu en dan het water in om af te koelen, weetje nog? Ik ben Miss Hot.'

Nelson lachte en ze trok weer aan zijn hand. Ik keek hen na toen ze naar de branding holden.

'Je wordt kletsnat,' schreeuwde ik, maai" het gebulder van de zee overstemde me. Met tegenzin trok ik mijn schoenen en sokken uit en liep dichter naar hen toe.

Belinda gilde en bleef spetteren en rennen met Nelson aan de hand. Zijn lach klonk over de zee. Plotseling bleef Belinda staan. We waren ruim duizend meter van het huis verwijderd en voor ons lag het donkere, verlaten strand.

'Het is zo warm en het water is niet echt koud, hè?' vroeg Belinda.

'Nee,' zei Nelson. 'Verrassend genoeg niet.' Hij keek achterom naar mij.

'Het is niet direct een warm bad,' zei ik.

'Ik ga erin,' verklaarde Belinda plotseling.

'Wat?' Nelsons gezicht blonk in het licht van de sterren, zijn glimlach was zacht en vriendelijk.

'Heb je wel eens in je blootje gezwommen?'

'Belinda!' riep ik uit. 'Dat laatje uitje hoofd!'

'O, ik bedoel niet helemaal naakt,' zei ze. 'Je kunt hier trouwens toch niet veel zien. Heb je het wel eens gedaan, Nelson?' daagde ze hem uit.

'O, ja, maar...'

'Niet kijken, tenzij je me achterna komt,' zei ze, en knoopte haar blouse los.

'Belinda, laat dat! Onmiddellijk!' beval ik. Ze trok haai" blouse uit en toen haar rok. Een ogenblik later stond ze in haar beha en slipje.

'Daar gaan we,' gilde ze en holde naar de golven. Nelson keek naar mij.

'Wat vind jij?' vroeg hij.

'Absoluut niet. Ik ga terug naar huis,' zei ik met bonzend hart.

'Het ziet er best aantrekkelijk uit,' zei hij, bij zichzelf knikkend. Toen trok hij zijn hemd uit.

Ik staarde hem verbijsterd aan toen hij zijn broek uittrok, niet

in het minst geremd door mijn aanwezigheid. Toen riep hij Belinda en holde de zee in. Ik zag ze allebei dartelen en spartelen in het water. Ze wierp zich in zijn armen en ze zonken allebei even onder water, kwamen weer boven en lachten als twee tieners. Ik was gefascineerd, jaloers en kwaad tegelijk.

'Als je er niet in komt, kun je misschien een paar handdoeken voor ons halen.' riep hij.

'Ja, Olivia, dat zou lief zijn.'

Belinda stond in het water. Haar boezem glansde in het licht van de sterren. Haar slipje was doorzichtig geworden en Nelsons short bood ook niet veel bedekking.

'Oké,' riep ik. 'Ik kom zo terug.'

Haastig liep ik door de duisternis, glibberend op het zand, Belinda zachtjes vervloekend. Toen ik bij het huis kwam, ging ik voorzichtig naar binnen en liep zonder gezien te worden naar de badkamer. Ik pakte een paar handdoeken en rende weer naar buiten, met het gevoel dat ik in een complot zat. Toen ik terugkwam waren ze allebei uit het water en zaten heel dicht naast elkaar.

'Schiet op, we bevriezen,' riep Belinda.

'Dat geloof ik graag. Jullie krijgen waarschijnlijk allebei longontsteking of zo.'

'Dat zal wel loslopen,' zei Nelson. Ik probeerde niet naar hem te kijken toen ik hem de handdoek overhandigde en Belinda er een toegooide.

'Je kunt die natte boel beter uittrekken,' zei Nelson, terwijl hij een eindje opzij ging staan. Hij sloeg de handdoek om zich heen en trok zijn onderbroek uit. Belinda, minder preuts, trok haar beha en slipje uit. Ik stond tussen haar en Nelson in en gaf haar zo gauw ik kon haar kleren.

iemand hoeft maar naar jullie te kijken om te zien datje in het water bent geweest,' zei ik, toen ze allebei aangekleed waren.

'Laten we naar mijn kamer gaan en ons haar drogen,' stelde Belinda voor.

Ze holden samen naar huis, terwijl ik volgde. Ik voelde me als het vijfde rad aan de wagen. In Belinda's kamer zag ik hoe ze allebei hun haar droogden. Belinda ging naar de badkamer en trok een droog slipje en beha aan.

'Bewaar deze hier maar voor me,' zei hij, terwijl hij haar zijn

natte onderbroek gaf. 'Tot hij droog is.'

ik kan hem beneden in de droger stoppen,' zei ik.

'Geen probleem. Het gaat best zo,' zei hij. Hij keek naar Belinda. Zijn ogen glinsterden van opwinding en plezier. 'Dat was geweldig,' zei hij. ik had nooit gedacht dat een diner met mijn ouders zo opwindend kon zijn. Dank je.'

Hij draaide zich om naar mij.

'Kom, ik denk dat we ons gezicht maar eens moeten laten zien en net doen of er niets aan de hand is. Hoe zie ik eruit?'

'Goed,' antwoordde ik met tegenzin.

ik kom zo beneden,' kirde Belinda.

Nelson en ik liepen de trap af. We konden onze ouders luid horen converseren in de zitkamer.

'Je zus is fantastisch,' zei hij.

'Jij hoeft niet met haar te leven,' antwoordde ik. Hij lachte.

'Ja, ik denk dat jullie wel wat met haar te stellen hebben, hè?'

'Dat is een understatement,' antwoordde ik.

Hij lachte weer.

Hij was intelligent genoeg om te weten wat ik bedoelde. Dat wist ik zeker. Maar deed het er iets toe?

Mannen waren blind. Soms met opzet, dacht ik.