20. Een dodendans

Slapen deed mama weinig goed. Ze leek eerder nog dieper weg te zinken in de waanzin. Ze praatte onsamenhangend als ze wakker was en viel dan weer in slaap. Ik probeerde haar wat water te laten drinken, maar het liep uit haar mondhoeken weer weg. Haar tong leek een plug, die haar keel afsloot. Ik wist dat ze het op deze manier niet lang meer zou maken, maar ik bleef hopen dat ik haar op de een of andere manier weer bij haar verstand zou kunnen krijgen.

Ik bracht de dag door met zorgen voor Panther. Baby Celeste bleef koppig en kwaad. Endelijk, toen Panther een dutje deed en mama weer sliep, probeerde ik het Baby Celeste naar de zin te maken door met haar naar de tuin te gaan. Ze leek tevreden, maar omdat we niet lang konden blijven, verviel ze weer in haar halsstarrige zwijgen, at weinig en negeerde me. Ten slotte ging ze naar haar kamer en deed de deur dicht. Toen ik bij haar binnen keek, lag ze in haar bed te slapen.

Laat in de middag kwam Betsy alleen terug. Ze had tassen vol kleren, schoenen, cosmetica bij zich, alles wat ze tekort was gekomen en waar ze naar verlangd had. Ik moest haar helpen alles naar haar kamer te brengen. Ik moest twee keer op en neer. Ze keek niet eens naar Panther of vroeg naar hem. Ze praatte alleen maar over de prachtige kleren die ze had gekocht. Ik probeerde zo enthousiast en opgetogen mogelijk te doen, om haar te sussen. Ten slotte informeerde ze naar mama en onze advocaat, meneer Derward Lee Nokleby-Cook.

'Ik heb besloten me bij Tads band aan te sluiten,' vertelde ze. ik ga met ze rondreizen en word hun manager. Een van de eerste dingen die ik met mijn geld ga kopen is een van die bussen met een douche en wc. We schilderen de naam van de band op de zijkanten van de bus. Iedereen is er enthousiast over. Nou?'

'Ik probeer te doen wat je wilt. Maar mama slaapt nog.'

'Hoe bedoel je, slaapt nog?' riep ze met een vertrokken gezicht. 'Nonsens! Ze doet alsof, en ik waarschuw je dat ze ze daar niet mee wegkomt!'

Ze gooide haar nieuwe blouse neer en liep de kamer uit.

'Betsy!' riep ik haar na. 'Niet doen!'

Ze stormde de gang door en mama's kamer in. Mama lag natuurlijk nog op bed; haar ogen waren gesloten. Betsy liep op het bed af. Ik rende achter haar aan, maar ze was er eerder dan ik en ze begon aan mama te trekken..

'Wakker worden, Sarah. Ik trap er niet in. Ik wil mijn geld en ik wil het nu meteen. Word wakker, verdomme!' schreeuwde ze en schudde mama zo hard door elkaar dat haar hoofd heen en weer stuiterde.

Ik pakte Betsy's armen vast om haar te doen ophouden, maar ze was zo door het dolle heen, dat ze zich losrukte en weer aan mama begon te schudden. Mama opende haar ogen, maar zei niets en keek niet naar Betsy.

'Hou op met voor te wenden datje in een halve coma ligt! Doe wat ik je gevraagd heb, en nu meteen, verdomme!' gilde ze.

Mama zei niets, geen woord om zich te verdedigen of te protesteren. Haar ogen vielen weer dicht.

'Als je niet doet wat ik wil, ga ik naar beneden om water te koken en dan gooi ik het in je gezicht,' dreigde Betsy.

Mama's oogleden knipperden, maar gingen niet open. Betsy gooide haar weer met haar hoofd op het kussen, draaide zich om en keek mij vol haat aan.

'Ik ben kotsmisselijk van je. Kotsmisselijk van haar. Van dit huis. Ik zal haar niet zomaar mijn geld laten stelen!' brulde Betsy.

'Ze steelt het niet,' zei ik zo kalm mogelijk. 'Je vader heeft het zo gewild.'

'Dat heeft hij niet gewild. Zij heeft hem ertoe aangezet.' Betsy wees naar mama. 'Ze had hem gehypnotiseerd of zoiets.' Ze keek woedend naar mama. 'Maar het zal je niet meer lukken, Sarah!' schreeuwde ze.

'Ze kan er niets aan doen. Ze is ziek. Ik kan haar zelfs niet zover krijgen dat ze water drinkt.'

'O, hou toch op. Ik weet best wat ze in haar schild voert. Ze denkt dat haar geesten haar zullen redden, maar deze keer gaat die vlieger niet op. Deze keer ben jij niet de baas, Sarah. Je vertelt niemand meer wat ze moeten doen. Ik wil mijn geld!'

'Ze doet niet alsof. Je zult moeten wachten tot ze weer beter is.'

'Meen je dat, Noble Celeste? Ik moet wachten?' Betsy keek naar me met een waanzinnig lachje. 'Ik? Ik ben degene die moet wachten op mijn eigen geld?'

'Zie je dan niet in wat voor toestand ze verkeert?'

Ze richtte haar blik weer op mama. 'Ik zie een bedriegster, een gek. Dat is wat ik zie. Oké, je wilt het hard spelen, Sarah, dan spelen we het hard. Ik ga naar beneden om het water te koken.'

Ze draaide zich met een ruk om en holde langs me heen de deur uit, duwde me in het voorbijgaan opzij. Mama kreunde, maar deed haar ogen niet open.

'Alsjeblieft, mama,' zei ik. 'Laten we haar het geld geven, zodat ze voorgoed hier weg is.'

Mama's ogen gingen niet open, haar lippen bewogen niet. Ik raakte met een teder gebaar haar gezicht aan en sprak zachtjes tegen haar, maar ze reageerde niet. Ze hoort me niet, dacht ik. Het was waar ik altijd bang voor was geweest. De confrontatie met de werkelijkheid van Nobles dood had haar zo'n klap gegeven, haar zo diep doen wegzakken, dat haar eigen lichaam haar doodkist was geworden, en ze stond op het punt zelf het deksel dicht te klappen.

'O, mama,' kermde ik. Ik bukte me drukte mijn wang tegen de hare. 'Kunnen we niet gelukkig leven zoals we in werkelijkheid zijn? Kan ik niet weer je Celeste zijn? Alsjeblieft, mama.'

De tranen rolden van mijn wangen op de hare, maar ze deed haar ogen niet open. Ik voelde een gekreun in haar vibreren, een trilling die klonk als een langgerekt, hol Neeeeeee! Ik deed een stap achteruit, keek naar haar en wachtte om te zien of ze zou reageren voor ik de kamer verliet. Ik moest naar beneden. Ik moest Betsy kalmeren en een of andere oplossing bedenken tot ik hulp kon krijgen voor mama. Misschien moest ik meneer Bogart bellen, dacht ik. Hij zou weten wat we moesten doen. Of ik kon dominee Austin en zijn vrouw Tani bellen. Ze waren zo aardig, zo begripvol. Zij zouden ons helpen.

Ik zal Betsy mijn plan vertellen, dacht ik. Ze zal wel kalmeren als ze ziet dat ik probeer iets te doen.

Ik ging haar zoeken en vond haar in de keuken. Ze had een pan water opgezet en bracht die aan de kook. Ze hoorde me aankomen en draaide zich naar me om.

'Heeft de koningin besloten bakzeil te halen? Is ze uil haar bed gekomen om die advocaat te bellen?'

'Nee, Betsy. Dat heb ik je gezegd. Ze doel niet alsof. Ik heb besloten meneer Bogart te bellen of dominee Austin en hun om hulp te vragen. Zij zullen wel weten wat we moeten doen.'

'O, is dat je oplossing? Haar kruidendistributeur bellen of die suffe dominee, die waarschijnlijk hier zal komen en mooie toespraken houden dat we toch zo gelukkig zijn met elkaar? Misschien doet ze niet alsof. Misschien is ze echt gek, maar daar zal ik haar wel overheen helpen. Iedereen wacht op me. Tad regelt alles. We vertrekken morgen, zodra ik mijn geld heb. Het is de hoogste tijd.' Ze wikkelde een pannenlap om de steel van de pan en haalde het kokende water van het vuur.

'Dat kun je niet doen! Ze zal niet eens weten dat je haar bedreigt.'

'O, ze zal het weten, reken maar. Ik laat een paar druppels op haar gezicht vallen en dan krijgt ze plotseling haar verstand weer terug,' zei Betsy opgewonden. 'En ga nu uit de weg, anders gooi ik het allemaal over jou heen.' Ze hief de pan omhoog en naar achteren, gereed om het water in mijn gezicht te gooien.

'Alsjeblieft. Geef me de kans om hulp te krijgen. Dat is de beste manier.'

'Uit de weg!' schreeuwde ze.

Ik twijfelde er niet aan of ze zou geen seconde aarzelen dat kokende water naar me toe te gooien. Ik deed een stap opzij en ze liep snel de keuken uit, terwijl ik haar volgde en smeekte redelijk te zijn, me de kans te geven om te doen wat ze wilde.

Ze reageerde niet en stond niet stil voor ze halverwege de trap was. 'Als dit niet helpt, gaan we over tot jouw plan, maar ik denk dat dit wel zal lukken. Vertrouw me maar.' Toen liep ze verder en bleef staan op ongeveer drie treden van de top.

Baby Celeste was haai- kamer uitgekomen en stond woedend naar haar te kijken.

'Haal dat kind daar weg, anders brandt ze zich.'

'Celeste, ga uit de weg!' schreeuwde ik en liep haastig naar haar toe.

In plaats van Betsy uit de weg te gaan, stak Baby Celeste haar armen uit om haar te beletten langs haar heen te gaan, en liep, tot mijn schrik en verbazing, naar haar toe, haar praktisch uitdagend hoger te komen.

'Ze is net zo gek als je moeder,' zei Betsy, en hief de pan naar achteren om iets van het kokende water naar Baby Celeste te gooien.

Ik holde de paar treden op die me van Betsy scheidden en pakte haar rechterarm vast.

'Neef gilde ik en trok haar terug. Ze miste een tree, maar ik had zo hard aan haar arm gerukt, dal ze tegen de muur links van me viel. Ze sloeg hard met haar voorhoofd legen de muur, wervelde als een ballerina rond in de lucht, en kwam twee treden lager terecht. Haar benen bezweken onder haar gewicht en ze rolde halsoverkop de rest van de trap af. De pan kokend water leek een ogenblik midden in de lucht te blijven hangen en viel toen achter haar neer. Het water stroomde de pan uit en een deel ervan spatte op haar benen. Ze kwam onder aan de trap terecht, haar lichaam vreemd gedraaid, zodat haar romp naar één kant viel en haar hoofd naar de andere kant. De pan kletterde op de grond, rolde een eind weg en bleef toen liggen.

Betsy's rechterarm was bij haar elleboog volledig naar achteren gedraaid. Haar linkerarm was zo hard tegen de tree gebotst, dat ik kon zien dat de onderarm gebroken was; het bot stak door de huid heen en er vormde zich een dun straaltje bloed. Ik stond naar haar te staren, verbluft door het vreemde ballet dat ik had veroorzaakt, een ballet dat, zoals ik me onmiddellijk realiseerde, een dodendans was.

Ik bleef geschokt staan, besefte pas een volle minuut later dat Baby Celeste de trap afwas gekomen en mijn linkerhand had vastgepakt. Ook zij staarde naar Betsy.

'O, lieve god,' zei ik. 'Ik geloof dat ze dood is.'

Toen drong het tot me door dat Baby Celeste naast me stond, en ik keek naar haar. Ze stond doodstil, geïntrigeerd door het tafereel voor ons. Ik tilde haar op in mijn armen en liep langzaam omlaag naar Betsy's roerloze lichaam. Haar ogen waren nog wijdopen, maar hadden al het glazige uiterlijk van twee knikkers, die geen enkele informatie meer doorseinden naar haar hersens. Ze waren nu als twee gedoofde kaarsen die zelfs niet meer smeulden. De duisternis had zijn intrede gedaan en elke gedachte, elke herinnering verstikt. Ze was nu nog slechts vervuld van stilte.

'Wat moeten we doen?' kermde ik.

Baby Celeste staarde naar Betsy's lichaam en draaide zich toen met knipperende oogleden naar me om.

'Leg haar in de tuin,' zei ze.

De schok van haar suggestie trof me als een bliksemschicht, maar in plaats van me te verhitten, zakte het bloed naar mijn voeten en voelde mijn hart als een ijsblok. Nog steeds met Baby Celeste in mijn armen, draaide ik me om en liep weer de trap op. Mama zal het me vertellen, dacht ik. Ze moet nu wakker worden. Ze moet me helpen.

Ik liep zo snel ik kon naar haar slaapkamer en naar haar bed en zette Baby Celeste op de grond. Ze bleef naast me naar mama staan kijken. Ik nam mama's hand in mijn beide handen, ging op mijn knieën liggen en boog mijn hoofd als iemand die bad.

'Mama, er is iets verschrikkelijks gebeurd. Ik probeerde Betsy te beletten kokend water te gooien naar Baby Celeste en dan naar boven te gaan en het over jou heen te gieten, en toen viel ze van de trap. Ik weet zeker dat ze haar nek heeft gebroken. Ik weet zeker dat ze dood is, mama. Ze is dood. Wat moet ik doen? Alsjeblieft, mama, word wakker en help me, help ons. Alsjeblieft.'

Ik wachtte, maar ze bewoog zich niet en ze zei geen woord. Toch bleef ik haar smeken. Ik weet niet hoe lang ik op mijn knieën lag, maar het werd al donker buiten en mijn knieën begonnen pijn te doen. Baby Celeste was verdwenen toen ik opkeek en ik kon Panther horen huilen. Zijn stemmetje klonk hees, dus wist ik dat hij al een poos gehuild had en ik het niet gehoord had.

Ik vermande me en keek naar mama. Ze had haar hoofd iets naar rechts gedraaid. In paniek voelde ik haar pols. Haar hartslag was heel zwak, maar ze leefde nog. Ze liep af, als een oud stuk op- windspeelgoed, dacht ik.

Ik zal iets te eten voor haar maken. Een van haar vele soorten müsli met honing. Als ik iets bij haar naar binnen kan krijgen, zal ze beter worden. Ja, dat is alles wat ik hoef te doen, zorgen dat ze iets eet.

En ik moet ook voor Panther en Baby Celeste zorgen, dacht ik.

en haastte me naar beneden. Alles op zijn tijd, prentte ik me in. Als ik alles gedaan heb wat er te doen is, ga ik in de zitkamer zitten in grootvader Jordans stoel en blijf wachten tot ze me vertellen wal ik moet doen. Dat is het. Zij zullen het me vertellen. Alles komt in orde. Ik had daar eerder aan moeten denken. Dom van me. Ze zullen niets kwaads met ons laten gebeuren.

Ik ging meteen naar Panther en gaf hem eerst een schone luier. Toen suste ik hem en kalmeerde hem en droeg hem naar beneden om hem te eten te geven. Hij keek enigszins nieuwsgierig naar Betsy's lichaam, maar zonder enige emotie. Hij riep haar niet en strekte zijn armpjes niet naar haar uit, sloeg alleen zijn kleine armpjes steviger om mijn hals.

'Stil maar,' zei ik. 'Alles komt in orde. Alles zal goed gaan met ons.'

Baby Celeste zat in de keuken op een cracker te knabbelen.

'Honger,' zei ze kwaad.

'Ik weet het, Celeste. Ik ga meteen het eten voor ons klaarmaken. Houd jij Panther zoet, terwijl ik bezig ben.' Ik zette hem in zijn hoge kinderstoel. Ik gaf hem een van de crackers die Baby Celeste had gevonden, en ze ging braaf naast hem zitten en praatte met hem terwijl ik het eten klaarmaakte.

Alles komt op zijn pootjes terecht, dacht ik. Ik gaf beide kinderen te eten en bracht toen de kom met müsli en een kop kruidenthee naar boven naar mama. Ze had zich niet verroerd, had haar houding geen centimeter veranderd. Ik schikte de kussens en liet haar rechtop zitten, maar haar hoofd viel naar voren. Ik legde mijn vinger onder haar kin en tilde voorzichtig haar hoofd op.

'Mama, probeer alsjeblieft wat te eten. Ik heb iets dat erg goed voor je is.' Ik schepte een lepeltje pap in haar mond, maar haar kaken bewogen niet. De müsli bleef op haar tong liggen.

Misschien kan ik het met water naar binnen spoelen, dacht ik, en schonk water in een glas. Ik hield haar hoofd wat achterover en goot het naar binnen. Ze kokhalsde en spuwde het uit, samen met de müsli, maar haar ogen gingen niet open.

'Wat moet ik doen?' vroeg ik aan haar stille, onbeweeglijke gezicht.

Ik liep achteruit en keek naar haar, toen liep ik langzaam de kamer uit, met gebogen hoofd en hangende schouders, diep verslagen. Mijn gedachten gingen als pingpongballetjes heen en weer, stukjes van het ene idee, stukjes van het andere, maar niets nuttigs, geen twee complete zinnen. Ik was zelf totaal in de war toen ik onder aan de trap was en om Betsy's dode lichaam heenliep.

Ik zette Panther in zijn box. Baby Celeste ging ernaast zitten en sloeg een van haar boeken open en ik ging in grootvader Jordans stoel zitten en wachtte met gesloten ogen. Ik weet dal ik in slaap moet zijn gevallen, want toen ik mijn ogen weer opendeed, lag Panther in zijn box te slapen en Baby Celeste op de bank. Het was donkeren stil in huis.

Op dat moment kwam er een idee bij me op, zo levendig en dui-delijk, dat ik wist dat het van onze spirituele familie moest zijn ge-komen. Ik moest even lachen. O, natuurlijk, dacht ik, dat had ik eerder moeten bedenken. Ik stond op en keek uit het raam, en ja, daar stonden ze allemaal, pratend en starend naar het huis. Papa was er ook bij, maar er ontbrak iemand, iemand die ik er ook bij moest halen.

Ik keek even naar de kinderen; het ging prima met ze. Toen liep ik haastig de trap op, zonder Betsy dit keer zelfs maar te zien, regelrecht naar mama's kamer, trok de la van de kast open en haalde de sleutel van de deur eruit. Mama zat nog rechtop, precies zoals ik haar had achtergelaten na mijn pogingen om haar te eten te geven, maar haar hoofd was gebogen en haar armen waren slap.

'Straks is alles weer in orde, mama,' zei ik. 'Wacht maar af. Je zult het zien.'

Opgewonden liep ik de trap op naar de torenkamer en maakte de deur open. Ik wist precies waar ik naartoe moest en wat ik nodig had. Ik deed er maar een paar minuten over en ging toen weer naar beneden. Ik ging terug naar mama's kamer en kleedde me naakt uit. Toen nam ik een douche en waste me, genietend van het schuim van haar geparfumeerde zeep. Zodra ik klaar was en me had afgedroogd, borstelde ik mijn haar in een andere stijl. Ik ging aan haar toilettafel zitten en maakte me net zo op als ik een tijdje geleden geoefend had. Opgemonterd door wat ik in de spiegel zag, trok ik de beha, het slipje en de jurk aan, die ik langgeleden had uitverkoren als mijn lievelingskleding tijdens een van mijn heimelijke bezoekjes aan de torenkamer. Ik trok de schoenen aan en bekeek mezelf in de spiegel.

'O, mama,' riep ik. ik ben mooi. Kijk eens naar me. Kijk één keer naar me en zie me zoals ik ben,' smeekte ik.

'Celeste.' Ik wist zeker dat ze het zei.' M'n lieve Celeste. Je bent thuisgekomen.'

'Ja, mama. Ik ben voorgoed thuisgekomen.' Ik omhelsde haar en voelde dat ze mij ook omhelsde.

Toen holde ik de trap af. Ik moest het iedereen laten zien. Dat was heel belangrijk.

Ik liep het huis uit naar de rand van de veranda.

'Kijk eens naar me!' riep ik.

Iedereen draaide zich naar me om.

Papa lachte. 'Mijn linkerarm!' riep hij.

Rechts van me steeg een schaduw op uit een ongemerkt graf. De schaduw kwam uit het kleine kerkhof en bewoog zich langzaam in de richting van het huis. Toen hij dicht genoeg bij was, konden we het allemaal zien. Het was Noble, en hij lachte ook.

'Mijn rechterarm!' riep papa.

Noble liep naar hem toe en papa sloeg zijn armen om hem heen. Ik daalde af van de veranda en ze omhelsden me.

Alledrie draaiden we ons om en sloegen onze ogen op. Ik wist zeker dat mama naar ons keek.

'Wat een geluk,' zei papa. 'Nu zijn we allemaal weer bij elkaar.'

'Ja, papa," zei ik.

'En je speelt met me?' vroeg Noble achterdochtig en weifelend.

'Ik beloof het,' zei ik.

Hij keek lachend naar papa.

'We kunnen nu allemaal naar binnen,' zei papa. 'Ga jij maar voor, Celeste.'

Ik gaf hem een hand en hij gaf Noble een hand. Achter ons hoorde ik onze familieleden klappen en vrolijk lachen. Ik deed de deur open en papa en Noble liepen voor me uit.

Toen ik me omdraaide en naar het bos keek, zag ik Elliot, die zich met gebogen hoofd terugtrok in de duisternis waaruit hij tevoorschijn was gekomen en waarin hij nu voorgoed zou verdwijnen. Ik ging naar binnen en met papa en Noble naast me, kleedde ik de kinderen uit, trok ze hun pyjama aan en stopte ze allebei in bed. En ik zorgde dat mama wat comfortabeler lag.

Papa ging naast haar bed zitten en hield haar hand vast en Noble ging met mij op het bed zitten. We praatten zachtjes tot diep in de nacht, tot ik mijn ogen niet meer open kon houden.

'Ga slapen,' zei papa. ik blijf bij haar.'

ik ook,' zei Noble.

'Oké,' antwoordde ik. Ik gaf mama een zoen op haar wang en ging naar bed.

Ik viel in mijn kleren in slaap.

Ik werd de volgende ochtend pas laat wakker. Panther was wakker, maar hield zich bezig met zijn speelgoed en huilde niet zoals hij gewoonlijk 's morgens deed. Het was Baby Celeste die me met een gil wekte.

Ik wreef in mijn ogen en ging rechtop zitten. Ze stond in de deur-opening naar me te staren.

En ze huilde.

'Wat is er, Celeste? Waarom huil je?' Ik stond snel op en liep naar haar toe.

Ze deinsde achteruit alsof ze bang voor me was.

'Wat is er, lieverd?' vroeg ik glimlachend.

'Ik wil Noble.'

Ik hield mijn hoofd schuin. 'Noble?'

'Ik wil mama.'

'Mama. Ja, laten we naar mama gaan.' Ik wilde haar hand vast-pakken, maar ze holde weg naar haar eigen kamer en smeet de deur voor mijn neus dicht.

'Celeste, wat is er?' riep ik.

Een moeilijk kind, dacht ik. Dat zal ze altijd blijven.

Ik ging naar mama's kamer en keek naar haar. Ze lag nog precies zoals ik haar had achtergelaten, maar toen ik dichterbij kwam, zag ik dat ze doodsbleek zag en haar lippen blauw waren. Ik streek over haar gezicht. Het was steenkoud. Haar vingers waren stijf.

Mama is weg, dacht ik. Mama is weg. Papa en Noble hebben haar gisteravond meegenomen.

Ik huilde niet. Mama wilde het, anders was ze niet gegaan, dacht ik. Ze komt toch terug. Ze komen allemaal terug. Intussen had ik veel te doen. Het zou de laatste keer zijn dat ik zo hard in de tuin werkte.

Ik was zo druk bezig, dat ik de kinderen vergat. Toen ik bij ze ging kijken, was Panther weer in slaap gevallen, waarschijnlijk uit- geput van het huilen. Baby Celeste lag ineengerold, met haar duim in haar mond. Ze keek bang. Ik sleurde haar bijna haar kamer uit en de trap af om iets in haar maag te krijgen.

'Straks kun je weer mal en kinderachtig doen,' zei ik. 'Maar nu moetje iets eten.'

Ik maakte ook eten klaar voor Panther en ging naar boven naar hem, na voor Baby Celeste te hebben gezorgd. Hij was weer wakker en had honger. Ik had niet de minste moeite om hem alles te laten opeten. Ik waste hem, kleedde hem aan en bracht hem naar beneden.

Baby Celeste weigerde nog steeds tegen me te praten, maar ze ging tenminste naar de zitkamer om zich bezig te houden met haar boeken en speelgoed.

'Ik heb veel te doen in huis,' zei ik tegen de kinderen. 'Ik wil dat jullie je goed gedragen terwijl ik aan het werk ben. Als jullie lief zijn, krijgen jullie daarna allebei een ijsje.'

Baby Celeste nam me sceptisch op. Panther danste op en neer in zijn box, vol energie en opvallend vrolijk, dacht ik.

Het gaat prima met ons, hield ik mezelf weer voor, en ging meteen aan het werk.

Later in de middag hoorde ik een auto stoppen voor het huis en even later werd er op de voordeur geklopt. Ik had net al Betsy's kleren in de torenkamer geborgen en was halverwege de trap. Baby Celeste verscheen op de drempel van de zitkamer om te zien wie het was.

'Noble,' zei ze hoopvol.

Ik schudde mijn hoofd. 'Nee, Celeste. Het is Noble niet. Noble hoeft niet op de deur te kloppen om binnengelaten te worden.'

Ik deed de deur open en zag Tad voor me staan. Hij droeg een spijkerjack zonder shirt eronder en gescheurde jeans en sneakers zonder sokken. Zijn haar was niet geborsteld, en de plukken staken wild maar alle kanten.

'Is Betsy er?'

'Betsy? Nee, Betsy is weg.'

'Weg? Waar is ze naartoe?'

'Weet ik niet. Dat heeft ze niet gezegd. Ze heeft haar spullen in-gepakt en is vertrokken.'

Hij trok zijn wenkbrauwen op. 'Wie ben jij?' 'Mijn naam is Celeste.'

'Waar is hoe heet hij ook weer? Noble?'

'Noble is er nu niet. Hij is gaan vissen.'

'Vissen?'

Op dat moment liet Panther een van zijn schrille kreten horen.

'Een ogenblik,' zei ik, en ging naar de zitkamer. Hij wilde dat Baby Celeste hem haar kleurkrijtjes gaf, maar ze was zo verstandig dat te weigeren. Hij zou geprobeerd hebben ze op te eten. Ik tilde hem uit de box. Toen ik me omdraaide, zag ik dat Tad binnen was gekomen en in de deuropening stond.

'Ze moet toch een bericht voor me hebben achtergelaten. Ik ben Tad. Heeft ze niks over me gezegd?'

Ik schudde mijn hoofd. 'Nee. Sorry. Ze heeft niets over je gezegd en niets voor je achtergelaten.'

'Woon je hier?'

'Natuurlijk woon ik hier,' zei ik lachend.

'Nou, waar wasje dan toen ik hier was?'

Ik haalde mijn schouders op. 'Misschien was ik in de tuin.'

'De tuin ? Je kunt niet al die tijd in dc tuin zijn geweest.'

'Nee, ik ben niet altijd in de tuin, maar ik ben er wel vaak.'

'Wat, wasje er nu net ook?'

'Pardon?'

Hij knikte naar me en ik keek naar mijn bemodderde jurk.

'O,' zei ik, 'ik heb goed schoongemaakt vandaag.'

'Moet wel een erg smerig huis zijn geweest,' merkte hij ironisch op. Hij draaide zich om en keek naar de trap. Ik zag dal hij me niet geloofde en Betsy wilde roepen.

'Toe dan,' zei ik.

'Hè?'

'Schreeuw haar naam maar als je wilt. Roep haar maar."

Hij staarde me even aan, draaide zich toen om en brulde: 'Betsy!'

Haar naam weergalmde, althans in mijn oren. Hij bleef even staan wachten en draaide zich toen weer om naar ons. Baby Celeste staarde hem strak aan, en hij keek van haar naar mij.

'Ik vertrouw het niet. Betsy was wild enthousiast om met mij en mijn band mee te gaan. Ze zou me hebben gebeld of zo.'

'Betsy is erg onbetrouwbaar.'

Hi j dacht even na. 'Heeft ze haar geld gekregen?' 'Wat voor geld?'

'Haar erfenis.'

'O, dat geloofde je toch niet?' Ik lachte. 'Er is geen erfenis.'

Hij staarde me aan. 'Waar is die Noble, zei je?'

'Bij de beek. Vissen. Zo'n driekwart kilometer door het bos.'

Hij meesmuilde. 'Driekwart kilometer door het bos.'

'Ja. Het spijt me dat we je niet kunnen helpen.'

'Ja, mij ook,' zei hij en ging weg.

Ik liep naar het raam en zag hem in een auto stappen, waarin nog een jongen van zijn leeftijd en een meisje zaten. Hij sprak vlug en opgewonden tegen hen, startte toen de auto, keerde en reed weg.

'Ik denk niet dat die nog terugkomen,' mompelde ik.

Baby Celeste schudde instemmend haar hoofd. Toen ging ik terug naar grootvader Jordans stoel en zij ging terug naar haar boeken en speelgoed en Panther speelde rustig in de box.

Het ging goed met ons.

Alles zal goed gaan, dacht ik.