3. Baby Celestes gave
Ik bleef zo lang mogelijk op mama wachten, maar ik dommelde steeds weer in en viel ten slotte in zo'n diepe slaap dat ik haar niet thuis hoorde komen. Ik opende mijn ogen voordat het licht werd en ging rechtop in bed zitten, beseffend dat ik met mijn kleren aan in slaap was gevallen. Het verbaasde me dat mama niet even bij me binnen had gekeken en me wakker had gemaakt om naar de reden ervan te vragen. Was het mogelijk dat ze nog niet thuis was?
Op mijn tenen liep ik mijn kamer uit en zag dat de deur van mama's kamer openstond. Meestal liet ze de deur open, zodat ze Baby Celeste kon horen als ze 's nachts om de een of andere reden zou roepen, wat ze overigens zelden deed. Feitelijk zag ik haar nooit huilen of klagen. Ze was tevreden geboren, zoals mama zegt.
Ik liep zo stil mogelijk naar mama's kamer, keek naar binnen en zag tot mijn opluchting dat ze in bed lag. Maar haar kleren waren slordig over een stoel gegooid en het leek of ze haar schoenen achteloos had uitgeschopt zonder zich erom te bekommeren waar ze terechtkwamen, wat heel ongewoon was. Ze vond het vreselijk als iets in huis niet op zijn plaats lag omdat het het evenwicht van de energie zou verstoren. Ze leek diep in slaap, dus ging ik terug naar mijn eigen kamer en probeerde zelf ook te slapen. Ik lag te woelen en te draaien en had de ene droom na de andere, vol mensen die ik nog nooit ontmoet had. Was ons huis een toevluchtsoord voor alle zwervende geesten? Mama sprak nooit over andere geesten dan die van onze eigen familieleden, en alle anderen die zich aan mij wilden vertonen, had ik al eerder gezien op een schilderij in ons huis.
Het ochtendlicht deed me opschrikken alsof er een wekker naast mijn hoofd afging. Ik stond op toen Baby Celeste riep. Tot mijn verbazing was mama niet opgestaan en toen ik met Baby Celeste in mijn armen bij haar binnenkeek, zag ik dal mama nog steeds sliep.
Baby Celeste vond het grappig en lachte. Mama bewoog zich, maar werd niet wakker. Ze was zelfs nog niet op toen ik Baby Celeste had gewassen en aangekleed. Ik nam haar mee naar beneden en maakte een ontbijt voor ons beiden klaar. Mama kwam beneden toen we aan tafel zaten te eten.
'Ik kan gewoon niet geloven dat ik zo lang heb geslapen,' zei ze. 'Het is langgeleden dat ik met iemand uit ben geweest. Dave wilde dat ik zijn lievelingscocktail zou proeven. Een cosmopolitan. Ik werd er een beetje duizelig van. Ik herinner me niet in jaren zo gelachen te hebben, in ieder geval niet sinds ik met je vader was.'
Ze gaf Baby Celeste een zoen en keek me aan. Mama dronk nooit alcohol, behalve vlierbessenwijn. Waarom had ze dat nu wél gedaan en waarom praatte ze er zo nonchalant over? Stel je voor dat ik zoiets had gedaan, dacht ik. Ze zou me dagenlang opsluiten in de torenkamer.
'Lieve help, Nobie, over je vader gesproken, je trekt vanmorgen net zo'n kwaad gezicht als hij kon doen. Het lijkt wel een masker datje op zolder tussen zijn oude spullen hebt gevonden.'
Ik boog mijn hoofd en sloeg toen langzaam mijn ogen naar haar op.
'Waarom doe je dat, mama? Waarom nu en waarom met deze man?' vroeg ik verlegen.
Ze zuchtte diep, dacht even na, keek toen naar de rechterhoek van de kamer en knikte.
'Hoe vaak heb ik je niet verteld dal er niets gebeurt zonder dat het een reden heeft, Noble?'
'Ja, maar wat heeft dat met ons te maken?'
'Soms duurt het even voordat we het begrijpen, maar ten slotte dringt het tot ons door. Soms met behulp van onze familie, zoals in dit geval.'
'Wat hebben ze je verteld?' vroeg ik op de man af, alsof ik haar een politieverhoor afnam.
'Ze hebben me verteld, zoals je het zo kernachtig uitdrukt, dat de Fletchers hiernaartoe zijn gebracht met een doel.'
'De Fletchers? Wat voor doel?' Bedoelde ze de geboorte van Baby Celeste?
Ze staarde me zo strak aan, dat ik even dacht dat ze geen antwoord zou geven.
'Om ons te beschermen.'
'Ons te beschermen?' Ik schudde mijn hoofd. Hoe kon ze zoiets zelfs maar denken, gezien alles wat er tussen mij en Elliot Fletcher was gebeurd ? 'Dat begrijp ik niet, mama.'
'Dat komt wel,' beloofde ze. 'Heb geduld en werk mee en je zult het begrijpen. Nu ga ik een paar zachtgekookte eieren maken voor mezelf en dan ga ik een rabarbertaart bakken. Dat is Daves lievelingstaart. Je herinnert je waarschijnlijk niet meer dat ik je wel eens verteld heb dal mijn grootvader ook zo dol was op rabarbertaart, hè?'
'Nee.' Ik wist zeker dat ze het me nooit verteld had en ik wilde me niet van het onderwerp laten afleiden.
'Nou, het was zo. Dus je ziet, alles heeft een betekenis, Noble. Niets gebeurt bij toeval. Dat heb ik je al geleerd sinds je me kon verstaan, denk ik. Wat je je moet voorstellen,' ging ze verder, de stem en houding aannemend van de lerares die ze was geweest (die ze als een jas kon aan- en uittrekken), 'is dat de wereld vol onzichtbare draden is, die elkaar kruisen, met elkaar verbonden zijn, een tijdlang evenwijdig lopen en elkaar dan raken. Elke daad, elk gesproken woord, elke geboorte en elke dood, zelfs elke gedachte, is een andere draad, en als je dat kunt begrijpen, als je het vermogen hebt dat te zien, zul je, nel zoals ik, weten waarnaar je op zoek moet gaan. Je moet gewoon meer vertrouwen hebben in mij en in jezelf en meer je best doen. Dan zal het tot jou doordringen, zoals het tot mij is doorgedrongen. Ik kan me het exacte moment nog herinneren.'
Ze zweeg even, sloot haar ogen, sloeg haar handen over elkaar, drukte die tegen haar borst en ademde diep in, zoals ze kon doen boven een veld wilde bloemen. Toen ze zag hoe ik naar haai- staarde, verstarde ze, als iemand die betrapt wordt op een ongeoorloofde daad of gedachte.
'Het ziet ernaar uit dat het vanmiddag gaat regenen, Noble, dus ga zo gauw mogelijk aan je werk,' beval ze, en liep naar de keuken.
Ik stond op, tilde Baby Celeste uit haar stoel en keek toe terwijl ze haastig naar mama liep. Toen ging ik naar de tuin.
Ik was de hele ochtend onrustig, ervan overtuigd dat wat mama nu deed uiteindelijk tot een ramp zou leiden waar Baby Celeste meer dan wie ook onder te lijden zou hebben. Nu en dan hield ik op met werken en keek onderzoekend naar de donkere paden van het bos, in de hoop een visioen te zien, een boodschap te krijgen van papa, of zijn stem te horen die me een oplossing bood of iets wat mijn gespannen zenuwen zou ontspannen.
Alles wat ik deed, elke beweging die ik maakte, deed me vanbinnen trillen alsof een onzichtbare hand op die zenuwen tokkelde. Ik besefte dat ik mijn adem zo lang had ingehouden, dat mijn longen pijn deden.
'O, papa, waar ben je?' fluisterde ik en zocht hem in de donkere hoeken van ons bos, maar ik zag niets, voelde niemands aanwezigheid.
Ten slotte, vlak voor de lunch, hoorde ik de voordeur opengaan en de hordeur dichtklappen. Mama liep haastig de trap af naar haar auto. Ze hield haar taart in de hand. Toen ze het portier van de auto opende om hem voorzichtig op de voorbank te leggen, draaide ze zich naar me om.
'Ik moet een tijdje weg, Noble. Ik moet meneer Fletcher die taart brengen voordat hij zijn winkel opent in de apotheek. Ga naar binnen en zorg voor Baby Celeste. Ze is in de zitkamer. Maak haar lunch klaar. Alles watje nodig hebt staat op het aanrecht, en maak niet te veel rotzooi die ik moet opruimen als ik terugkom,' vermaande ze.
Ze stapte in haar auto en reed weg.
Donkere wolken hadden zich samengetrokken en voorspelden regen, precies zoals mama had gezegd. Een onverwachte koude windvlaag streek langs mijn nek, als een hand die eerst in ijskoud water was gedompeld. Ik draaide me met een ruk om.
Nu de zon niet meer scheen, werden de donkere hoeken in het bos rond ons grondbezit nog ondoordringbaarder. Zelfs de zangvogels leken verstomd als haviken met een kap op. Een griezelige stilte daalde neer. Het was zo doodstil dat ik het kloppen van mijn hart kon horen. Mijn zicht vervaagde en toen meende ik Fletchers gezicht te zien verschijnen onder de takken van een jonge boom. Het was een gezicht dat ik in de afgelopen twee jaar vaak in mijn dromen had gezien. Het vormde zich, vervaagde en vormde zich opnieuw als een gezicht dat stijgt en zinkt in het water, net zoals ik hel me die afgrijselijke middag had voorgesteld.
Aanvankelijk kon ik hem nauwelijks horen, maar zijn gefluister liep synchroon met het bonzen dat door mijn lichaam dreunde en zich ten slotte vastzette in mijn hoofd. Zijn stem klonk luider, krachtiger. Hij riep naar me. Ik wilde me omdraaien en naar binnen vluchten, maar ik was gehypnotiseerd door de klank van zijn stem, door die golvende kreten die stegen en daalden met de wind.
'Je hebt haar nooit de waarheid verteld.' zei hij. 'Je hebt nooit iemand de waarheid verteld over wat je gezien had en wat je wist dat er met me gebeurd was.'
Hoofdschuddend deed ik een stap achteruit.
Sprak hij tegen me of was het de stem van mijn eigen geweten die als een grote bubbel uit de inktzwarte diepte van mijn ziel om-hoogkwam?
'Je zult verdrinken in de leugens zoals ik verdronken ben in de beek. Het bedrog is te zwaar. Het zal je omlaag duwen. Ik zal ervoor zorgen. Ik zal... ik zal...'
'Nee!' schreeuwde ik, of dacht dat ik dat deed. Het geluid weer-galmde door mijn botten als een bedwongen explosie.
Mama is te machtig, dacht ik vol vertrouwen. Onze familie is te machtig. Zijn geest kan niet hier komen en ons kwaad doen. Hij zal ons nooit kunnen raken. We zullen hem die kans niet geven. We zullen ons fort van vertrouwen niet laten verzwakken.
'Je vergeet de leugens,' fluisterde hij alsof hij mijn gedachten had afgeluisterd. 'De leugens zijn als scheuren in jullie dikke ver-dedigingsmuur. Als ze mijn vader niet met rust laat, kom ik. Ik zal komen. Dat zal ik,' dreigde hij. Vanaf het eerste moment dat mama de naam van meneer Fletcher had genoemd, was ik daar bang voor geweest.
Ik draaide me om en holde naar huis, de verandatrap op. Bij de deur bleef ik staan en keek achterom. De eerste regendruppels vielen, een bijna onzichtbare druilregen, die elk moment heviger werd. Fletchers gedaante onder de tak van de jonge boom was verdwenen. Het moest allemaal mijn overactieve verbeelding zijn geweest. Ik hield mijn adem in en schaamde me nu voor mijn angst en lafheid.
Mama was te slim om toe te staan dat er iets serieus zou gebeuren tussen haar en Dave Fletcher, dacht ik. Ze deed slechts wat ze zei dat ze deed, medelijden tonen, meeleven met iemand die een soortgelijk verlies had geleden in zijn leven en iemand nodig had die sympathie toonde. Meer was het niet. Meer kon het niet zijn. Onze spirituele beschermers zouden haar beslist waarschuwen, haar ervan weerhouden te ver te gaan. Mijn angst was dwaas en egoïstisch.
Haastig liep ik naar binnen en ontdekte dat Baby Celeste op groot-vader Jordans stoel was geklommen. Ze zat er met haar pop Celeste in de armen en keek me aan met een gezicht dat voor mijn ogen leek te verouderen tot dat van een oude vrouw, een van de oude tantes op een sepia foto in een familiealbum.
Even snel als hel visioen verscheen, verdween het ook weer. Ik gaf mezelf een standje dat ik mijn verbeelding toestond weer zulke idiote spelletjes met me uit te halen.
'Kom, Celeste,' zei ik, 'we gaan de lunch klaarmaken.'
Ze liet zich snel van de stoel glijden en schoot als een puppy op me af, reikte met haar ene handje omhoog, terwijl ze met het andere haar pop vasthield. De gedachte aan een puppy wekte herinneringen op aan Cleo, de golden retriever, die ik had gehad. Een mooi, trouw dier, dat me overal volgde. Mama gaf hem uiteindelijk weg omdat ze was gaan geloven dat het kwaad via hem, net als het paard van Troje, onze wereld binnendrong. Het brak mijn hart, maar ik kon er niets aan doen. Als mama iets zei met spiritueel gezag, kon je je er op geen enkele manier tegen verzetten of het tegenspreken.
'Op een dag zal ik je over mijn hond vertellen, Celeste. Wat zou hij van je gehouden hebben, je beschermd hebben. Als hij nu hier was, zou hij je geen seconde alleen laten, dat weet ik zeker.'
'Hond,' zei ze.
'Ja, mijn hond, Cleo,' bevestigde ik.
'Cleo,' herhaalde ze. Ze liet mijn hand los en rende voor me uit de gang door.
'Wat doe je?' riep ik.
Ze bleef staan bij de gangkast en probeerde de deur open te maken.
'Wat is er?' vroeg ik, en hielp haar.
Zodra ik de deur had geopend, liet ze zich op handen en voeten vallen en schoof een kartonnen doos opzij op de grond van de kast. Daarachter stond Cleo's witporseleinen etensbak. Ze haalde hem tevoorschijn om hem aan mij te laten zien, en ik bleef met open mond staan. Aan beide kanten van de kom stond Cleo geschreven. Ik herinnerde me de dag waarop mama die gekocht had.
'Hoe wist je...' Ik bukte me en pakte het bakje uit haar handen. Ik hield het vast alsof het een breekbaar sieraad was. Baby Celeste keek glimlachend naar me op. 'Dat bakje was ik helemaal vergeten. Ik neem aan dat je het gezien hebt toen mama de kast opruimde en je vertelde wat het was.'
Het verbaasde me niet dat Baby Celeste het zich herinnerde. Ze had een fotografisch geheugen. Mama en ik hoefden haar maar één keer iets te vertellen en ze vergat het nooit meer, al maakten we er maar een vluchtige opmerking over.
'Misschien mogen we op een goede dag weer een hond hebben van mama," zei ik en streelde even teder over hel bakje zoals ik Cleo zou aaien. Toen zette ik het terug achter de doos en deed de kastdeur dicht.
Ik maakte onze lunch klaar. Mama kwam pas laat in de middag terug. Op gezette tijden stroomde het van de regen, zodat er buiten niet veel voor me te doen viel. Ik bracht de tijd door met Baby Celeste. Mama was de mening toegedaan dat ze zo'n vroegwijs kind was, dat het zonde van de tijd zou zijn als we alleen maar met haar speelden.
Dus had ze voor haar gekocht wat ze als geschikte opvoedkundige kinderboeken beschouwde en was ze uren bezig die met Baby Celeste te bestuderen. Tot mijn verrassing had mama haar zelfs de eerste beginselen van het lezen weten bij te brengen. Mama, die vroeger lerares was geweest en Noble en mij altijd thuis onderricht had gegeven, had een opmerkelijk geduld en concentratievermogen. Noble was nooit een erg goede leerling geweest, maar de examens die we op school moesten afleggen, waren altijd goed genoeg om te voldoen aan de eisen die de staat stelde aan het onderricht thuis. Mama bereidde Baby Celeste kennelijk voor op hetzelfde leven en dezelfde ontwikkeling.
Ik veronderstel dat ik me niet had hoeven te verwonderen over Baby Celestes leercapaciteiten. Ik was altijd een uitzonderlijk goede leerling geweest en had het equivalent van mijn highschooldiploma gehaald toen ik veertien was. Ik was dol op lezen en had praktisch elk boek uitgelezen dat we in huis hadden, waaronder
veel in leer gebonden klassieken. Dat Baby Celeste zo goed kon leren versterkte mama in haar geloof dat mijn kind een spirituele opstanding was. Als ik haar met mijn kind zag werken kwamen mijn eigen jeugdherinneringen aan onze thuislessen weer boven. Het leek werkelijk of ik terugblikte in de tijd.
We keken allebei op toen we mama hoorden thuiskomen. Ze kwam in de deuropening van de zitkamer staan.
'Hoe gaat het met haar?' vroeg ze, terwijl ze de regendruppels uit haar haar schudde. 'Hebben jullie geluncht?'
'Ja, mama.'
'Ze hoort haar middagdutje te doen.'
'Zij is niet moe, ik ben moe,' mompelde ik. 'Ze zit vol vragen.'
'Dat is dé manier om te leren, Noble, je stelt vragen. Maar geen stomme vragen,' voegde ze er snel aan toe.
Baby Celeste stond op en wees. 'Bak.'
'Wat?' vroeg mama, naar mij kijkend.
'O, ik zei dat ik vroeger een hond had die Cleo heette en ze liet me Cleo's etensbakje zien in de kast. Ik denk dat ze jou de kast heeft zien opruimen en het niet vergeten is.'
Mama glimlachte, haar mondhoeken gingen omhoog en haar mooie lichtbruine ogen glansden.
'Ze heeft me nog nooit iets zien doen in de kast, Noble. Wat zou ik daar moeten doen?'
'Maar hoe weet ze het dan, mama?'
'Ze weet het,' zei mama knikkend. 'Ze kent elke hoek en spleet in dit oude huis. Ze heeft de gave. Dat heb ik je al vaak gezegd. Misschien wil je me nu geloven en eindelijk eens ophouden met al dat ongelovige-Thomasgedoe van je de laatste tijd.'
'Ik ben geen ongelovige Thomas, mama,' zei ik.
'Soms zie je jezelf niet zo goed als ik, Noble. Ik heb op het ogenblik méér geloof van je nodig, niet minder. Kom, Celeste, tijd voor je middagdutje.'
Gehoorzaam liep Baby Celeste naar haar toe, en mama tilde haar op.
'Ruim alles netjes op, Noble. Ik denk erover iets aan de inrichting van het huis te doen,' voegde ze eraan toe, om zich heen kijkend. 'We moeten de boel een beetje opknappen, misschien een paar nieuwe kleden, wat schilderwerk, en veel poetsen en witten.'
'Maar ik dacht dat het zo belangrijk was om nooit iets te verstoren, mama.'
'We verstoren niets, Noble. Zie je nou! Dat is precies wat ik bedoel. Telkens als ik de laatste tijd iets voorstel, kom jij met een stomme tegenwerping,' snauwde ze. 'Denk je soms dat ik niet weet wat ik doe en niet mijn redenen heb om dingen te veranderen? Nou?'
'Nee, mama.'
'Nee, mama,' aapte ze me na. Ze staarde me zo strak aan dat ik mijn ogen moest neerslaan. 'Toen je vader nog leefde, werd er nooit iets verwaarloosd. Ik had gehoopt datje in dat opzicht iets meer op hem zou lijken en ik niet voortdurend achter je aan hoefde te zitten om dit te repareren, dat in orde te maken. Je zou eens wat initiatief moeten tonen, Noble. Je brengt te veel tijd door met het kind en besteedt niet voldoende aandacht aan het huis en het grondbezit.'
'Maar... altijd als ik voorstelde iets te veranderen, werd je kwaad, mama.'
'Ik praat niet over veranderingen, ik praat over onderhoud!' schreeuwde ze. Ze haalde diep adem, keek even omhoog en toen naar mij. ik wil me in deze tijd niet van streek maken, Noble. Ik wil er zo fris en vrolijk en aantrekkelijk mogelijk uitzien. Ik ben uren bezig mijn cliënten uit te leggen dat stress je jaren ouder maakt. Ik wil beslist geen slecht voorbeeld zijn. Wie zou me dan nog geloven?
'Schoonheid en kracht komen van binnenuit,' zei ze, en sloeg met haar linkerhand op haar hart, terwijl ze Baby Celeste in haar rechterarm hield. 'Daar kunnen alle kruidenmiddelen ter wereld, alle crèmes en lotions niet tegenop. Harmonie, harmonie is waar we naar moeten streven. Begrijp je?'
'Ja, mama.'
'Mooi. En doe nu wat ik je heb gevraagd. Straks kom ik beneden en dan beginnen we van onder tot boven met een inspectie en een analyse van het huis.'
Het lag op het puntje van mijn tong om te vragen of dit iets te maken had met Dave Fletcher, maar ik was bang voor haar reactie op die vraag. Meestal zag mama de angst op mijn gezicht en haakte ze daarop in, maar óf ze zag het niet, óf ze zag het en besloot het te negeren.
Ze liep weg met Baby Celeste en ik begon speelgoed en boeken op te bergen. Ze kwam terug met een blocnote en een pen en besloot onmiddellijk dat we de gordijnen in de zitkamer moesten vervangen. In de loop der jaren waren ze door de zon verschoten. Waarom het zo lang geduurd had voor ze dat opmerkte en zich plotseling zo druk erover maakte, ging mijn verstand te boven, maar ze gaf een duidelijke hint toen we door de kamer liepen en ons concentreerden op alles wat erin stond.
'Ik heb gezien wat een leuke dingen Dave met dat oude huis heeft gedaan sinds hij daar is komen wonen. Hij heeft een goede smaak. Je zou niet denken dat een man die gedwongen is als vrijgezel te leven, met een dochter die niets om het huis geeft, zoveel oog zou hebben voor huiselijke schoonheid en gezelligheid, maar dat heeft hij. Hij heeft zelfs gevoel voor evenwicht. O, niet zo intens als energie-even wicht, maar toch, misschien door een natuurlijk instinct, heeft hij daar heel wat in bereikt.
'In ieder geval heeft het me aan het denken gezet over ons eigen huis, Noble, en hoe we dat de laatste tien, twaalf jaar hebben ver-waarloosd. Ik weet datje goed bent geweest in elementaire reparaties hier en daar aan de buitenkant,' zei ze, in tegenspraak met haar eerdere beschuldigingen aan mijn adres, 'maar het binnenste van een huis is als het binnenste van een mens. Dat moet ook gezond en sterk zijn.
'Bovendien wil ik niet dat als Dave hier komt, hij denkt dat we mensen zijn die leven in het verleden. Mensen beoordelen elkaar vaak aan de hand van hun bezittingen. Ik weet dat het is alsof je een boek beoordeelt naar de omslag, maar toch denken de meeste mensen zo, en dat kunnen we niet negeren.'
'Meneer Fletcher komt hier?' vroeg ik zo zacht mogelijk. Ik wilde niet dat het weer zou klinken als een uitdaging of een afkeuring.
'Natuurlijk komt hij hier. Waarom zou hij niet hier komen? Ik heb je niet opgevoed om bang te zijn andere mensen te ontmoeten, Noble.'
'Wanneer komt hij?'
'Als ik klaar voor hem ben.'
Ik meende het geluid van een lach te horen.
Ik draaide me met een ruk om en hoorde de regendruppels tegen de ruiten tikken als vingers met lange nagels. Dit is helemaal verkeerd, dacht ik. Mama maakt een grote vergissing als ze zo doorgaat. Hoe kon ik haar dat laten inzien zonder haar woede te wekken? Misschien zou ik haar alles moeten vertellen, vooral over het visioen dat ik had gehad en de dreigementen die daarop gevolgd waren.
De ervaring had me echter geleerd dat ik zoiets niet onmiddellijk eruit moest flappen. Ik moest voorzichtig zijn, heel voorzichtig-
'Weet je, het is dom van ons dat we geen magnetron hebben,' zei ze plotseling. 'Het maakt dat we achterlijk lijken en ouderwets. Er zijn nog meer dingen die ik in de keuken zou willen doen. Het is niet dat we geen geld hebben voor die dingen. Dat hebben we. Ik heb me alleen laten afleiden door andere dingen, maar er moeten een paar dingen bijkomen en een paar veranderingen worden aangebracht, Noble. We moeten ons voorbereiden op de toekomst.'
'Welke toekomst?'
'Welke toekomst? Onze toekomst, maar in de eerste plaats Baby Celestes toekomst. Je kunt zelf zien hoe ze is, wat ze kan en zal doen. Niets moet haar in de weg staan, vooral geen domme vooroordelen. Ik wil dat ze alle mogelijkheden krijgt om zich ten volle te ontwikkelen. Net zoals jij die hebt gehad,' voegde ze eraan toe, met een stekende blik op mij. 'Mogelijkheden waarvan je, geloof ik, niet geprofiteerd hebt of die je niet voldoende apprecieert.'
'Dat doe ik wél, mama.'
'We zullen zien. De tijd zal het leren. Oké. Laten we naar de zolder gaan. Ik denk erover die verdieping weer in gebruik te nemen. Er moeten nieuwe lampen komen en het houtwerk moet worden opgeknapt. Dat moet jij doen. We zullen zoveel mogelijk zelf doen, zodat er niet de hele dag mensen in en uit lopen. Ik wil datje morgen begint met het schuren van de raamlijsten. We gaan ze allemaal opnieuw schilderen, en ook de buitenkant van het huis opknappen.
ik wil dat iedereen de schoonheid van ons huis ziet en denkt: "Dat zou best mijn huis kunnen zijn." Begrijp je?'
Ik kon geen woord uitbrengen.
Ik kon niet slikken.
Wie was iedereen? Waar ging dit heen?
Ik slaagde erin te knikken en ze zette haar inspectietocht door het huis voort, een lijst van verbeteringen opratelend, zelfs van haar eigen slaapkamer.
De regen begon te minderen. De druppels veranderden van vin-gernagels in tranen, en in één raam leek de omtrek van een hoofd te worden gevormd, Elliots hoofd. Ik liep haastig weg.
Misschien dacht ik dat mama de helft van wat ze had gezegd niet meende, maar in de daaropvolgende dagen bleek ze vastbesloten haar plan door te zetten om ons huis op te knappen. Ze was vaak een groot deel van de dag bezig met winkelen en het bezoeken van woninginrichters.
's Avonds spreidde ze stalen van kleden, behang en verf uit op de grond van de zitkamer en analyseerde niet alleen de combinaties, maar ook wat ze noemde de aura van kleuren. Wit had bijvoorbeeld een aura van grote spirituele energie. Bij roze voelde ze zuivere liefde. En ze vond de natuur en natuurlijke gezondheid in bruin.
'Hoe weetje dat allemaal, mama? Hoe kun je dat zien?' vroeg ik haar terwijl ze de variaties en combinaties bestudeerde.
'Ik zie het niet met mijn ogen. Ik zie het door middel van mijn geest. Ik kan kleuren rond iemand zien en die vertellen me hun emoties, hun gedachten. Energie vloeit iedere dag in en uit onze geest, Noble, en wat die bevat, absorbeert en reflecteert, vertelt veel over ons.
'Elke kleur heeft zijn eigen vibraties. Op een dag zul je dat net zo voelen als ik.' Ze zweeg even en keek naar Celeste, die zich aan-getrokken voelde tot de witte en roze kleuren. 'Ik geloof dat Baby Celeste dat nu al doet,' voegde ze er fluisterend aan toe.
'Wanneer zal ik dat ook kunnen?'
'Als je niet wordt afgeleid door andere, veel onbelangrijkere dingen,' antwoordde mama met een kritische klank in haar stem. 'Als je je kunt concentreren en kunt mediteren en de tijd neemt om de dingen te ervaren met de concentratie die ze vereisen.'
Wat bedoelde ze met afgeleid worden door andere, veel onbe-langrijkere dingen? Wat had ik gedaan of gezegd om die verklaringen, die beschuldigingen uit te lokken? Zag ze iets in me dat ik zelf niet kon zien?
'Ik moet me concentreren,' zei ze voor ik iets kon vragen, ik moet de juiste beslissingen nemen. Het feit dat ik heb gezien hoe goed meneer Fletcher het in zijn eigen huis heeft gedaan, heeft me geïnspireerd.'
Ondanks de manier waarop ze het zei, hoe ze sprak over haar eigen keuzes en de keuzes van Dave Fletcher in zijn huis, begon ik te geloven dat ze het zag als een soort spirituele valstrik.
Bovendien raakte ik bij het vooruitzicht dat er in de nabije toekomst mensen zouden komen werken in ons huis me eerst bijna in paniek. Toen dacht ik: Hoe moet het dan met Baby Celeste? Betekende dit dat we haar eindelijk in de openbaarheid zouden brengen? Dat zou ik heerlijk vinden, en Baby Celeste ook. Misschien zou dit alles toch niet zo slecht zijn.
Ze beantwoordde die vraag de avond voordat de man van de gor-dijnen kwam om de maat van de ramen te nemen.
'Wat doen we met Baby Celeste als hij in huis komt werken, mama? En als er anderen komen?'
Ze zweeg even en glimlachte.
'Herinner je je nog dat boek dal Celeste je vroeger hardop heeft voorgelezen, dat boek datje verontrustte?' vroeg ze.
Ik had Noble maar een paar boeken voorgelezen. Hij wilde nooit lang genoeg stilzitten om te luisteren, maar mama dwong hem ertoe, in de hoop dat hij meer belangstelling zou krijgen voor haar onderricht en een betere leerling zou worden. Dat lukte niet, maar er was één boek dat hem boeide en hem tegelijk verontrustte: Het Dagboek van Anne Frank. En dat kwam omdat hij zich niet kon voorstellen dat hij zou worden opgesloten en zich stil zou moeten houden.
Noble leek een wild schepsel als hij buiten was. Hij had er een hekel aan om binnen te moeten komen voor het eten, voor onze lessen, en om te gaan slapen, en als hij ziek was en binnen moest blijven, was hij ongelukkig. Dan zat hij voor het raam en staarde naar buiten als een gevangene in een kerker. Regen, noch hagel, noch zware sneeuwval kon hem tegenhouden. Mama dacht dat hij meer was afgestemd op de spirituele energie in de natuur dan ik, maar dat bleek een teleurstelling.
De lange tijd dat Anne Frank en haar familie waren opgesloten en beperkt in hun levenswijze joeg Noble angst aan en intrigeerde hem tegelijkertijd. Hij had zoveel vragen. Hoe onderdruk je een kuch, een nies, een kreet?
'Ja, ik herinner het me,' zei ik.
'Nou, zo zal het gaan als ze hier zijn, Noble. Je zult er natuurlijk
langere tijd moeten blijven dan wanneer er een klant langskomt. Misschien moetje de hele dag boven blijven met Baby Celeste.'
'De hele dag?'
'Ik zal je lunch boven brengen, maar je zult haar extra rustig moeten houden als ze in mijn slaapkamer aan het werk zijn. Ik laat daar een paar dingen doen, onder andere een nieuw vast tapijt leggen. Ik zou wel zeggen dat je beneden kunt komen als ze slaapt, maar als ze wakker wordt en jij bent niet bij haar, dan zou ze zich van streek maken. Het is een kleine opoffering voor je.'
Ik zei niets.
'Wat is er, Noble? Ik kan je geest zien ronddraaien als een blad in de beek.'
'Je hebt me verteld dat ze gezegd hebben dat we Baby Celeste niet veel langer voor de wereld verborgen kunnen houden.'
'Ik weet wat ik heb gezegd. Dacht je dat ik me niet herinner wat ik heb gezegd?'
'Ik bedoelde niet datje het je niet herinnert. Ik bedoelde dat we haar misschien eindelijk aan de mensen zouden kunnen tonen.'
Het bloed steeg naar haar gezicht, maar ze sloot haar ogen en met de kracht die ze elk willekeurig moment kon opbrengen, als een fee die met haar toverstok zwaait, dwong ze het bloed weer terug.
'Als de tijd rijp is, als het ogenblik gekomen is, zullen we dat doen,' zei ze langzaam en nadrukkelijk. 'Zover is het nog niet.'
'Ik dacht alleen dat het voor ons allemaal gemakkelijker zou zijn en...'
'Niet... denken,' beval ze. 'Alleen maar luisteren en doen watje gezegd wordt. Begrijp je dat? Ja? Want als je dat niet doet, als je het gevoel hebt dat er iets is dat het je belet, dat een duistere geest je oren blokkeert en je hoofd in de war brengt, wil ik het nu meteen weten. Ik wil Baby Celeste niet aan onnodig gevaar blootstellen,' ging ze verder. Het onderliggende dreigement ontging me niet.
'Ik begrijp het, mama. Ik begrijp het.'
'Goed. Goed.'
Later ging ze achter de piano zitten en speelde een muziekstuk dat ik haar nooit eerder had horen spelen. Mama had heel weinig bladmuziek. Ze had me eens verteld dat de muziek, alle noten, melodieën, al in de piano zaten. Als ze op haar kruk zat en haar vingers op de toetsen legde, had ze geen idee wat ze zou gaan spelen tot ze de eerste noot hoorde. Dan, zei ze, kwam het allemaal bij haar boven, via haar vingers, in haar armen, in haar hart.
Alle vrouwen die in ons huis hadden geleefd hadden op deze piano gespeeld, en neven en nichten hadden vaak gespeeld als ze op bezoek kwamen. Ik herinner me dat mama over hen praatte toen ik klein was, en zei dat de piano nooit iets vergat. Het klonk magisch zoals ze het zei, alsof een pijpleiding haar in staat stelde terug te gaan in de tijd. Misschien was dat de reden waarom ze vaak met nieuwe gedachten, nieuwe onthullingen kwam als ze uitgespeeld was.
Toen ik jonger was, werd ik vaak 's nachts wakker en hoorde pianospel. Noble hoorde het nooit en sliep er altijd doorheen. Ik stond op en liep op mijn tenen naar de trap om te luisteren. Ik wist dat mama kwaad zou zijn als ik naar beneden ging en op mijn tenen naar haar toeliep. Papa zei soms dat ze speelde in haar slaap. Ze stond op, ging naar beneden en speelde, en kwam dan weer terug in bed en ontkende dat ze het gedaan had.
'Dat was ik niet, Arthur Madison Atwell,' zei ze tegen hem. Ze noemde hem altijd bij zijn volledige naam als ze ergens de nadruk op wilde leggen of als hij haar kwaad maakte.
'Natuurlijk niet, Sarah. Dat was je overoudtante Mabel,' schertste hij dan.
'Ik had geen tante Mabel en je weet heel goed dat ik het niet was.' Mama had geen gevoel voor humor als het om haar spirituele familie ging.
Dan schudde papa zijn hoofd. Als ik dichtbij stond en het gesprek hoorde, knipoogde hij naar me en wees naar zijn oor. Hij had me eens verteld dat als mama het over haar geesten had, je met een halfoor moest luisteren.
Soms, als ze klaar was met pianospelen, zag ze er uitgeput uit, en soms leek ze opgebloeid, zelfs jonger. Vanavond speelde ze met een intensiteit die ik zelden had gehoord. Haar haar viel voor haar gezicht en ze zag rood en haar ogen schitterden. Zelfs Baby Celeste was stil en staarde vol ontzag naar haar op.
Toen ze uitgespeeld was, boog ze haar hoofd, ging rechtop zitten en glimlachte naar ons.
'Alles komt goed, Noble. Ik ben vol vertrouwen. Ik heb Baby Celeste gezien.'
'Heb je haar gezien?' Ik keek naar haar en toen naar mama. 'Wat bedoel je? Ze heeft al die tijd hier naast ons gezeten.'
'Ik heb haar gezien toen ze ouder was, veel ouder, en ze is alles wat ik ooit gedroomd heb dat ze zou zijn.
'Morgen,' verklaarde mama, terwijl ze opstond, 'morgen begint alles weer opnieuw.'
Ze tilde Baby Celeste op en droeg haai- naar de trap.
Vol verbazing keek ik even naar de piano en volgde haar. We brachten Baby Celeste naar bed en gingen toen zelf naar bed.
Uren nadat ik in slaap was gevallen werd ik wakker, net als toen ik nog klein was, en hoorde de muziek beneden. Het was dezelfde muziek die mama eerder had gespeeld. Ik stond verward op, me afvragend waarom ze was teruggegaan naar de piano. Maar toen ik de gang inliep, stopte de muziek en door de open deur zag ik dat mama in bed lag. Maar ik had de muziek gehoord. Echt waar. Tot aan de dag van mijn dood zou ik er een eed op doen. Ik wou dat papa kwam om het te bevestigen, maar hij kwam niet.
Ik ging terug naar mijn kamer en riep hem in het donker, maar hij kwam niet.
Er is iets mis, dacht ik. Er is een reden waarom hij niet meer bij me komt. Er is een reden waarom hij het bos in vluchtte en op donkere plekken blijft.
Het moest iets te maken hebben met die dramatische veranderingen in mama, dacht ik. En ik heb hem nu zo hard nodig.
Ik viel weer in slaap, hoopte hem tenminste in mijn dromen te kunnen vinden.
Maar ik vond niets dan diepe duisternis.