15. Het was voorbestemd

Ik heb bloemen en planten zien verdorren en verdrogen als er niet voldoende regen, zon of voeding in de bodem was. Even lijken ze gezond en sterk. Hun toekomst ziet er goed uit, maar dan doet de realiteit haar intrede en ze beginnen te verwelken. Hun blaadjes krullen om en hun stelen beginnen te buigen.

Zo ging het ook met Dave.

Toen hij pas bij ons thuis kwam, was hij vrolijk en hoopvol, krachtig en vol energie. Hij was verknocht aan mama en zelfs aan mij, en hij geloofde dat zijn toewijding hem versterkte, ons allemaal versterkte. Hij sprong met een paar treden tegelijk de trap op, boog zich liefdevol over Baby Celeste om haar in zijn armen te nemen en haar te bedelven onder zijn lach en zijn zoenen. Zijn optimisme werkte aanstekelijk. De dagen leken helderder; de schaduwen leker minder donker. Ons oude huis kreeg een tastbare nieuwe energie. Misschien had mama het toch goed gedaan, dacht ik toen.

Maar later zag ik dat de wortels van die nieuwe hoop, als de wortels van een slecht geplante bloem, naar plaatsen reikten waar niets was om ze vooruit te helpen, niets om ze te voeden, ze in leven te houden, vooral na Betsy's terugkomst. Nu ze weer weg was, maar zoveel verdriet en spijt had achtergelaten, ging het nog slechter met Dave.

Ik voelde me hulpeloos, ik stond aan de zijkant en zag hem ver-zwakken, zag het licht in zijn ogen steeds verder verduisteren. Elke ochtend, zodra ik wakker werd, dacht ik erover na wat ik zou kunnen doen. 's Avonds luisterde ik naar mijn stemmen en zocht in de schaduwen naar papa, in het vertrouwen dat hij een oplossing zou weten. Het was zo lang geleden dat ik iets had gehoord of gezien van de spirituele wereld. Het was of er een gordijn was dichtgetrokken. Was het mijn schuld? Hadden mijn twijfels en zorgen iedereen verdreven zoals mama eens had gesuggereerd? Was het omdat er weer een slechte geest rondwaarde in ons huis?

Daves afwezigheid bleef niet onopgemerkt op zijn werk. Mama's vaste klanten belden en kwamen langs en informeerden naar hem. Sommigen hadden in de apotheek of waar dan ook gehoord dat hij ziek was.

'Hij is herstellende van een zware griep,' zei mama. 'Hij moet aansterken.'

Dat een apotheker mama's geneeskrachtige kruiden gebruikte, versterkte het vertrouwen en geloof van mama's klanten in haar producten.

'Ik wed dat ze bij de apotheek altijd bang zijn dat hij hun klanten van hun middelen en recepten afbrengt en ze naar jou lokt,' zei mevrouw Paris tegen mama.

Mama glimlachte slechts alsof het iets was dat Dave had gedaan, maar waarover ze niet kon praten. Ik wist dat Dave dat niet had gedaan of zou doen. Als mama me erop betrapte dat ik luisterde naar die gesprekken, keek ze naar me met een blik die zei: 'Ga weg,' of ze vond iets voor me te doen in huis.

De laatste tijd moest ik trouwens elke dag voor haar een boodschap doen in het winkelcentrum. Behalve de boodschappen liet ze me ook haar producten afleveren bij Bogart. Altijd als ik naar Dave informeerde en aanbood iets voor hem te doen, wist ze iets anders te bedenken dat eerst moest gebeuren. Sommige dagen kreeg ik hem nauwelijks te zien. Op een ochtend hoorde ik de telefoon overgaan en mama tegen de manager van de apotheek zeggen dat Dave eindelijk besloten had zijn dokter te raadplegen. Ze zei dat ze hem de uitslag zou laten weten.

Het deed me goed dat te horen, maar de dag ging voorbij, en ik deed weer boodschappen, en toen ik terugkwam repte mama met geen woord erover dat Dave naar de dokter was geweest of van plan was dal te doen. Ik durfde niet te zeggen dat ik haar telefoongesprek had afgeluisterd, maar besloot dat als ze er de volgende ochtend nog niets over zei, ik haar ermee zou confronteren.

Die avond bood ik aan Daves eten boven te brengen. Ze keek me vreemd aan, niet zozeer kwaad dan wel nieuwsgierig.

'Waarom zou je dat willen doen, Noble?'

'Ik wil je taak wat verlichten, mama.'

Ze glimlachte. 'Dat is heel attent van je, maar het is geen last voor me. Jij kunt beter Baby Celeste bezighouden.' Ze pakte het blad op.

De laatste dagen hield ze de deur van de slaapkamer altijd gesloten. Ik kon niet eens even naar binnen kijken en naar hem zwaaien of naar zijn gezondheid informeren. Ik was verstandig genoeg om niet te protesteren en wist dat ik mijn vragen zo achteloos mogelijk zou moeten stellen. Ik sloop op mijn tenen om haar heen, bang dat ze me van het een of ander zou beschuldigen.

'Hoe gaat het met hem?' vroeg ik toen ze terugkwam na hem zijn eten te hebben gebracht.

'Hetzelfde.' Het was het enige wat ze tegenwoordig zei, maar in mijn hart wist ik dat het niet hetzelfde was.

Na het eten, toen Baby Celeste sliep, ging ik ondanks de ijzige kou naar buiten. Het was zo koud dat je je eigen adem zag. Ik droeg een trui, een sjaal, mijn jas en handschoenen. Een tijdje liep ik doelloos rond, zo nu en dan omhoogkijkend naar de lucht. De sterren leken op ijskristallen. Noble dacht altijd dat ze dat echt waren en dat er daarom overdag geen sterren waren. Misschien had hij wel gelijk, dacht ik.

Ik liep om het huis heen en keek naar het raam van mama en Daves kamer op de eerste verdieping. Het licht brandde, maar zwak, en de gordijnen waren dicht.

'Hij is stervende, weetje,' hoorde ik. Ik draaide me om en keek naar de donkere schaduwen waaruit de woorden waren voortgekomen. 'Dat is wat ze wil. Hij heeft geen nut meer voor haar.'

Ik zei niets. Die stem was me te vertrouwd. Ik tuurde in het duister en geleidelijk, heel geleidelijk nam Elliot vorm aan in de schaduw.

'Ik heb de bron vergiftigd. Zoals ik je gezegd heb. En je kunt er niets aan doen, Nobleman,' zei hij opgewekt.

Was hij er? Hoorde ik hem echt?

Ik liep naar hem toe en hij trok zich terug, verdween steeds meer in de duisternis, tot hij er niet meer van te onderscheiden was. Hij is bang voor me, dacht ik. Ik ben niet hulpeloos. Ik kan nog iets doen.

Vastbesloten haastte ik me terug naar huis. Mama was aan het opruimen in de keuken. Ik hoorde haar tegen iemand mompelen en even joeg dat me angst aan. De geesten waren overal. De geesten die zij kon zien en ik niet, sloegen me gade, observeerden elke stap die ik deed, maar Elliots woorden dreunden door mijn hoofd als een zware kerkklok. Hij is stervende. Hij heeft geen nut meer voor haar. Hij is stervende... stervende.

Ik liep zo zacht mogelijk de trap op, maar het huis was mama veel trouwer dan mij. De treden kraakten nog luider; de leuning trilde en rammelde. Ik bleef even staan en luisterde of ik haar voetstappen hoorde, maar het enige wat ik hoorde was een constant gemompel in de keuken. Ze ging veel te veel op in wat ze zei.

Ik ging sneller lopen en toen weer op mijn tenen door de gang naar de kamer van mama en Dave. Het klonk me in de oren alsof ik over een stapel losse stenen liep, hoe zacht ik mijn voeten ook neerzette. Opnieuw bleef ik staan om te luisteren, maar weer hoorde ik geen voetstappen op de trap achter me. Voorzichtig, langzaam, heel lang-zaam, draaide ik de deurknop om en deed de deur open. De schar-nieren, net zo trouw aan mama als de treden en de vloer, knarsten.

Er brandde alleen een kleine bureaulamp. Hij wierp een gigantische schaduw op het bed, een schaduw die meer op een lijkwade leek. Daves voorhoofd werd vaag verlicht. Het leek zo geel als boter. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat de deken tot aan zijn kin was opgetrokken. Een bijna vol glas water stond op het nachtkastje en daarnaast een klein schoteltje van oud porselein, dat zelden of nooit gebruikt werd. Daarop zag ik kleurige kruimels van een of andere kruidensubstantie die mama bereid had. De lepel naast het schoteltje wees erop dat ze porties ervan aan Dave gevoerd had.

Hij lag doodstil en staarde met wijdopen ogen naar het plafond alsof hij daar iets verbluffends zag. Wat het ook was, het nam zijn aandacht volledig in beslag, want hij hoorde of zag me niet binnenkomen. Ik liep naar het bed en bleef ernaast staan om naar hem te kijken. Zijn ogen gingen niet in mijn richting, al knipperde hij wel met zijn oogleden.

'Dave,' zei ik, luid en behoedzaam fluisterend.

Hij bleef naar het plafond staren.

'Dave,' zei ik weer. Ik bukte me en raakte zijn schouder aan. Langzaam, heel langzaam, ging zijn blik omlaag en richtte zich op mij. Hij reageerde niet. Hij keek naar me alsof hij niet zeker wist dat ik er was, dat hij me had horen spreken. Misschien dacht hij dat ik een van mama's geesten was.

'Dave, ik ben het, Noble. Kun je me verstaan? Wat is er met je?'

Zijn lippen bewogen even en zijn ogen knipperden.

'Je moet onmiddellijk naar een ziekenhuis, Dave. Je bent heel erg ziek. Begrijp je wat ik zeg? Ik breng je erheen, oké? Dave?'

Hij schudde zijn hoofd met een lichte, bijna onmerkbare beweging, en zijn lippen trilden even, maar hij zei niets. Ik keek naar het schoteltje, pakte het op en rook aan het kruidenmengsel. Ik had geen idee wat het was, maar toen ik aandachtiger naar het glas water keek, zag ik dat daar ook iets doorheen gemengd was; er lag bezinksel op de bodem. En op hel nachtkastje stonden flesjes en tabletten van geneesmiddelen die zonder recept verkrijgbaar waren, en ook iets dat eruitzag als een medicijn op recept.

Zijn ogen waren weer dichtgevallen. Ik schudde wat harder aan zijn schouder.

'Dave, kun je me verstaan? Begrijp je wat ik zeg? Je bent ernstig ziek.'

Hij opende zijn ogen en draaide zijn hoofd een klein eindje naar me toe, maar in zijn ogen lag geen herkenning.

Ik hoorde lachen en keek rond in de kamer.

Elliot stond bij het raam. 'Het is te laat. Snap je dat dan niet? Ik zei je toch dat het te laat is.'

'Nee!' schreeuwde ik terug.

Zijn glimlach verdween en hij keek woedend. 'Hij dacht dat jij de zoon zou zijn die ik niet was, dat jij mijn plaats zou innemen. Hij is een idioot die op sterven ligt,' zei Elliot voldaan. 'Een stommeling.'

Ik schudde mijn hoofd. 'Nee, dat zal ik niet dulden.' Ik liep naar Elliot toe, net als ik buiten had gedaan, en hij week achteruit. Zijn lach volgde hem toen hij verzonk in de muur en verdween.

Uit mijn ooghoek zag ik Dave beven, alsof er een ijskoud mes door hem heen sneed.

Ik bukte me en pakte zijn hand onder de deken vast. De hand voelde koud en stijf. Ik moest hem duidelijk zien te maken wat er met hem gebeurde. Ik voelde me wanhopig. Ik moest hem helpen.

'Dave, luister naar me. Baby Celeste is in werkelijkheid je kleindochter. Ik ben Noble niet. Noble is er niet meer, al heel lang niet meer. Elliot en ik... we... ik ben de echte Celeste.' De tranen stroomden over mijn wangen. 'Baby Celeste is mijn dochter. Mijn

dochter. Begrijp je me? Begrijp je wat dat betekent? Je moet beter worden. Je bent nietje hele familie kwijt. Dat ben je niet.'

Hij keek naar me op, maar zijn ogen waren dof en geen spier van zijn gezicht vertrok.

Ik liet zijn hand los en bracht mijn vingers naar mijn blouse. Hoewel hij verward en suf bleef kijken, draaide hij zijn hoofd niet om toen ik de knoopjes los begon te maken. Toen trok ik de strakke band om mijn boezem weg en liet hem mijn borsten zien. Zijn oogleden flikkerden en zijn lippen bewogen, maar zijn tong leek verlamd. Toen sloot hij zijn ogen.

'Dave!' Ik raakte zijn gezicht aan. Zijn ogen gingen niet open. Hij bewoog zich niet. 'Dave, gaat het goed met je? Dave?' gilde ik.

'Wat doe jij hier?' vroeg mama in de deuropening.

Ik draaide me om en keek haar aan.

'Waarom is je blouse opengeknoopt?'

'Mama, hij is doodziek. Hij kan niet eens praten. Het lijkt of hij in een coma ligt of zo.'

ik weet heel goed hoe ziek hij is. Ik heb geregeld dat hij mor-genochtend naar het ziekenhuis wordt gebracht als hij dan nog niet beter is. Ga nu weg en laat hem met rust.'

'Maar ik vind dat hij er nu meteen heen moet.' Ik keek weer naar hem. Zijn ogen knipperden en gingen open.

'Hij heeft iets genomen om te slapen en te rusten. Het is zijn eigen beslissing, dus ga nu. Je verstoort de rust die hij zo hoognodig heeft. Ga, Noble, nu!' beval ze. 'Je hoort hier niet.'

Ik aarzelde.

'Je maakt het voor iedereen alleen maar erger. Ik hou niet van deze ongehoorzaamheid, Noble. Wat heeft dat te betekenen? Wie heeft gezegd datje hier naar binnen mocht?'

'Niemand,' zei ik met bonzend hart. ik was gewoon bezorgd over hem, dat is alles.'

'Als je bezorgd over hem bent, ga dan weg.'

Ik keek nog even naar hem en liep toen met gebogen hoofd de deur uit.

Ze pakte mijn arm vast. 'Ga slapen. En kom hier niet terug tenzij ik je dat zeg.'

Toen ik naar buiten ging, deed ze de deur achter me dicht. Ik

bleef in de gang staan, aarzelend of ik naar de telefoon zou hollen en zelf een ambulance bellen, of doen wat ze zei. Als ik de telefoon zou oppakken, zou ik me feller en duidelijker tegen haar verzetten dan ik ooit gedaan had. Ik had geen idee waar dat toe zou leiden, wat voor impact het zou hebben op ons leven. Onze wereld zou ineenstorten en ik zou Baby Celeste onherstelbare schade kunnen berokkenen.

Ik kon mijn tranen niet bedwingen, al wist ik mijn snikken te temperen. De tranen rolden over mijn wangen terwijl ik me ge-reedmaakte om naar bed te gaan, en zelfs nog toen ik onder de dekens kroop.

'Papa, help ons,' bad ik in stilte. 'Alsjeblieft, alsjeblieft, help ons.'

Ik wachtte en luisterde.

Ik hoorde mama's voetstappen toen ze langs mijn deur liep en vervolgens de trap af. Even later kwam ze terug, bleef bij mijn deur staan en ging toen naar haar eigen slaapkamer. Emotionele uitputting deed me ten slotte in slaap vallen en hield me gevangen in een tumultueuze nacht vol dromen. Ik lag te woelen en te draaien en werd 's nachts zo vaak wakker dat ik, toen het ochtend werd, te suf en moe was om mijn ogen open te houden. Ik sliep veel langer dan normaal, maar toen ik eindelijk wakker werd, zag ik hoe laat het was en sprong mijn bed uit om me te wassen en aan te kleden.

Het was zo stil in huis dat ik even dacht dat iedereen weg was. Zou de ambulance al zijn gekomen en weer vertrokken? Daar zou ik toch niet doorheen hebben kunnen slapen?

Zoals gewoonlijk was de deur van mama en Daves slaapkamer gesloten, maar ik bleef aarzelend staan en besloot dat ik, voor ik naar beneden ging, nog even bij hem binnen zou kijken om te weten hoe het met hem ging. Ik liep naar de deur en klopte zachtjes aan.

'Mama, ben je daar?'

Ik wachtte.

Ik hoorde Baby Celeste beneden lachen en wist dat mama dus beneden was. Weer stond ik in tweestrijd. Zou ik ook naar beneden gaan of zou ik even bij hem binnenkijken, net als gisteravond? Uiteindelijk kon ik me niet bedwingen, ondanks haar verbod en haar waarschuwing. Ik deed de deur open. Dave lag nog in dezelf- de houding als gisteren, maar ik voelde dat er iets veranderd was. Ik luisterde of ik mama hoorde en liep toen naar het bed.

Hij staarde met koude ogen naar het plafond. Zijn oogleden trilden niet en zijn gezicht zag doodsbleek.

'Dave?'

Langzaam boog ik me over hem heen en raakte zijn gezicht aan. De schok van een ijzige kou was zo groot dal het meer leek of ik mijn vingers in een kaarsvlam hield. Ik deed letterlijk een sprong achteruit en stopte toen mijn gebalde vuist in mijn mond om een gil te smoren. Lange tijd had ik het gevoel dat ik me niet kon verroeren, dat ik met mijn voeten aan de vloer stond genageld. Maar eindelijk draaide ik me om, holde de kamer uit en de trap af naar beneden.

Mama zat in de eetkamer te ontbijten met Baby Celeste. Ze glim-lachte naar haar en lachte om iets wat ze gezegd had. Ze keken allebei op toen ik in de deuropening verscheen.

'Wel, wel, kijk eens wie heeft besloten ons met haar aanwezigheid te vereren, Celeste,' zei mama.

'Noble,' zei Baby Celeste.

'Ja, Noble. Hij is net opgestaan en wij zijn bijna klaar met ons ontbijt, hè, Celeste?'

'Mama, ik ben bij Dave naar binnen gegaan om te zien hoe het met hem ging en... en... hij is dood,' zei ik. De woorden stokten in mijn keel.

Mama knikte. 'Ja, ik weet het,' zei ze met een onverschilligheid die me de adem benam. Ze gaf Baby Celeste nog een toastje met jam en boog zich toen voorover om haar mondje af te vegen. Toen leunde ze achterover en keek me aan.

'Mama, ik zei net dat Dave dood is.'

ik geloof dat ik dat wel weet, Noble.' Ze boog zich naar me toe en kneep haar ogen samen. 'Het ging hem heel goed. Waarom ging je gisteravond bij hem naar binnen en deed je watje hebt gedaan?' vroeg ze beschuldigend.

Ik schudde mijn hoofd en ging een paar stappen naar achteren.

'Ik heb helemaal niets gedaan. Ik wilde hem helpen.'

'Je bent meelijwekkend als je liegt. Je hebt niemand geholpen. Je hebt ons allemaal alleen maar in gevaar gebracht. De hele nacht heerste hier een sfeer van onbehagen en ongenoegen. Ik voelde de woede en teleurstelling en ik hoorde ze mompelen. Ik heb een hoop te doen om alles weer goed te maken, een hele hoop.'

'Maar, mama, en Dave dan?'

'Het was voorbestemd. Je hoeft je er niet langer zorgen over te maken.' Ze veegde een paar kruimels van Baby Celestes jurkje. 'We hebben meer hout nodig voor de kachel vanavond. Het zal een extra koude avond worden. En ik denk dat we de dakgoot aan de zuidkant van het huis moeten schoonmaken. Ik heb gezien dat de oude bladeren en het gesmolten ijs zich daar hebben opgehoopt, en je weet dat het dak daardoor kan gaan lekken.'

'Maar...'

'Voor alles is gezorgd, Noble,' snauwde ze en keek me scherp aan. 'Ik heb een ambulance gebeld. Ga jij maar ontbijten. Ik zal het straks druk krijgen en dan moet jij voor het kind zorgen. Sta daar niet zo stom te kijken. Schiet op!'

Ik wilde niets eten, maar dronk een glas water. Even daarna hoorden we de paramedici arriveren. Mama ging naar de deur om ze te begroeten.

'Gauw!' riep ze, en twee paramedici liepen haastig naar binnen. Ze wees hun de weg. Ik ging achteruit met Baby Celeste in mijn armen en sloeg alle bedrijvigheid gade. Een paar ogenblikken later werd er een stretcher naar boven gedragen.

Was het mogelijk dat het nog in orde zou komen met hem, dat ze op tijd waren gekomen om hem weer te doen opleven? Om hem hartmassage of een elektrische shock te geven die hem weer zou opwekken? vroeg ik me hoopvol af. Ik hoorde ze uit de kamer komen. De stretcher was leeg. Mama volgde met gebogen hoofd. De twee mannen keken even naar mij en gingen toen naar buiten naar hun auto.

'Wat is er gebeurd?' vroeg ik ademloos.

'De lijkschouwer is onderweg,' zei mama, met minachtend neer-getrokken mondhoeken. 'Het wordt beschouwd als een onbegeleid overlijden, dus moet er een onderzoek plaatsvinden. Een hoop bu-reaucratische onzin. Let jij maar op Baby Celeste, zoals ik je gezegd heb. Kleed haar aan en ga met haar naar buiten. Zorg dat ze niemand in de weg loopt.'

De lijkschouwer en een assistent van de sheriff arriveerden kort daarna. Omdat er geen tekenen van kwade opzet waren, werd

Daves lichaam naar beneden gedragen en naar de ambulance gebracht. Ik hoorde zeggen dat er natuurlijk een autopsie zou worden gedaan. Alle medicijnen die Dave had genomen en alle kruidenmengsels die mama voor hem had klaargemaakt werden zorgvuldig ingepakt en ook meegenomen.

Baby Celeste en ik stonden naar iedereen en alles te kijken. Toen de ambulance wegreed, gevolgd door de arts en de assistent van de sheriff, knikte mama naar ons en ging toen naar binnen.

Ik liep achter haar aan met Baby Celeste. Mama zat met gesloten ogen in de schommelstoel.

'Wat gaat er nu gebeuren, mama?' vroeg ik zachtjes.

Ze deed haar ogen open en keek naar me. 'Alles komt in orde. Alles gaat gewoon door. Doe je werk. Je kunt Baby Celeste bij mij laten.' Ze schommelde zacht heen en weer. 'Laat haar maar bij me,' fluisterde ze.

Later op de dag begon mama de begrafenis te regelen. Ze belde Bogart, die op zijn beurt dominee Austin belde. De datum van Daves begrafenis hing af van de dag waarop de lijkschouwer het lichaam vrij zou geven. Mama had een lijst van Daves familieleden, nichten en neven en een oude tante. Geen van hen was op het huwelijk geweest. Hij had uitgelegd dat hij met geen van hen een hechte band had, dus verwachtte mama niet dat ze op de begrafenis zouden komen. Toen ze tegenover de politie verklaard had dat zij en Dave geen idee hadden waar Betsy kon zijn, zeiden ze dat ze hun best zouden doen haar te vinden, maar dat leidde niet tot enig resultaat. Mama zei dat ze waarschijnlijk niet veel moeite hadden gedaan, maar dat ze het hun niet kwalijk kon nemen. Het was iets anders, zei ze tegen mij en al haar klanten, dan zoeken naar een ontvoerd kind.

De eerste dag kwam er geen bezoek behalve Bogart en zijn vrouw en de dominee en zijn vrouw, Tani. Een paar van mama's vaste klanten kwamen de tweede dag. De derde dag werd mama gebeld door onze advocaat, meneer Derward Lee Nokleby-Cook. Hij kwam haar opzoeken en ze zaten te praten in de zitkamer terwijl ik Baby Celeste bezighield in mijn eigen kamer. Later vertelde mama me dat Dave het grootste deel van zijn bezit had nagelaten aan mama en Baby Celeste, en een kleiner deel aan Betsy. Maar Dave, die bang was Betsy iets te geven voordat ze meer verantwoordelijkheidsgevoel zou hebben, had mama benoemd tot gevolmachtigde over dat deel, met de bepaling dat ze het aan Betsy moest uitkeren als ze vijfentwintig was. Onnodig te zeggen dat mama tevreden was.

Later die middag kwam de assistent van de sheriff met een kopie van het rapport dat de gerechtelijke arts bezig was op te stellen. Hij had Daves dood accidenteel verklaard, maar de oorzaak toegeschreven aan wat hij noemde 'tegenstellingen' tussen mama's kruidenremedies en voorgeschreven medicaties, samen met enkele zonder recept verkrijgbare geneesmiddelen. De feitelijke doodsoorzaak werd omschreven als 'insufficiëntie van de nieren', die tot een hartstilstand had geleid.

De volgende ochtend kwam een journalist van de plaatselijke krant en wilde een verklaring van mama. De mensen die voorstanders waren van wat hij 'de orthodoxe geneeskunde' noemde, waren verontwaardigd over zogenaamde genezers als mama, die geen enkel diploma bezaten van een deskundige en gerespecteerde instelling, en het leven van mensen in gevaar brachten met hun kruiden omdat er geen aanwijzingen en waarschuwingen bestonden voor doseringen en mogelijke bijverschijnselen als ze samen met voorgeschreven geneesmiddelen werden gebruikt.

De ironie dat mama de dood van haar eigen man veroorzaakt kon hebben, ontging de verslaggever niet. Hij probeerde mama iets emotioneels te ontlokken, waarschijnlijk in de hoop een discussie op gang te brengen tussen haar en de medische gemeenschap, maar ze zei slechts dat ze het betreurde en betwijfelde of de lijkschouwer iets definitiefs wist. Niettemin had het nieuws ongetwijfeld een negatief effect op mama's kruidenhandel. Het duurde niet lang of haar vaste klantenkring was geslonken tot er bijna niemand meer over was.

Ze maakte zich er niet erg druk om, liet dat althans niet blijken. Haar vorige erfenis en nu haar erfenis van Dave waren voldoende om comfortabel van te leven. Bogart bleef achter haar staan en zei dat hij zou doorgaan met de distributie van haar kruiden. Hij had bronnen buiten de dorpsgemeenschap, zei hij, die zich niet lieten beïnvloeden door het rumoer in de medische gemeenschap, die ze toch al wantrouwden.

Daves begrafenis was een bescheiden aangelegenheid. Mama had een simpele grenen kist gekozen, in overeenstemming met het belang dat ze hechtte aan de geest en haar geringschatting voor het menselijk overschot. De kerk, die praktisch leeg was, weergalmde van de poëtische klaagzang van dominee Austin. Hij sprak in vriendschappelijke termen over Dave, maar leek de indruk te willen wekken dat hij niet dood was maar nog onder ons verkeerde, zelfs naast mij en mama zat. Hij glimlachte naar ons en knikte naar mama, die terugknikte, alsof zij beiden een groot geheim kenden wat de meeste anderen niet kenden.

Behalve onze paar vrienden en een enkele nieuwsgierige waren er een paar collega's uit de apotheek en de manager. Meneer Der- ward Lee Nokleby-Cook was er zonder zijn vrouw. Ze woonden ook de bijzetting bij. Het was een koude maar heldere dag, geen wolkje aan de lucht, een te mooie dag vooreen begrafenis. Het was feitelijk het soort dag waar Dave van genoten zou hebben, dacht ik. Hij hield van de koele, frisse, knisperende lucht.

Later nodigde mama de mensen bij ons thuis. Ze hadden mooie manden met fruit en lekkernijen gestuurd en mama maakte eten klaar. Tani Austin en mevrouw Bogart zorgden voor de gasten en wasten borden en bestek af. Alle aanwezigen waren enthousiast over Baby Celeste, die glimlachjes en bewondering oogstte met haar serieuze en volwassen gedrag. Ze noemde Dave nu papa en vertelde iedereen dat papa vanuit de hemel op haar paste. Ze hief haar gezichtje zelfs omhoog naar het plafond en glimlachte alsof ze kon zien dat hij ons gadesloeg. Bij iedereen sprongen de tranen in de ogen.

Toen ik naar mama keek die met mensen stond te praten, soms met Baby Celeste in haar armen, soms haar handje vasthoudend, besefte ik dat ze had bereikt wat ze wilde. Baby Celeste had nu een echte vader en moeder. De mensen waren meer dan bereid haar te accepteren en van haar te houden. Meer nog, zelfs vreemden voelden sympathie voor haar. Ik was nog nooit zo diep begraven geweest.

Of het nu mama's idee was geweest of dat van onze spirituele fa-milie, het was allemaal volgens plan verlopen. Ze had Baby Celeste een goede dekmantel bezorgd en ze had Noble laten voortbestaan; het zou hem nooit vergund worden te sterven. Als Nobles dood ooit werkelijkheid zou worden, zou mama sterven, dacht ik. Nog nooit had ik me zo in de val gevoeld, zo opgesloten, als op de dag van Daves begrafenis. Met hem verdween er zoveel in de aarde, vooral de hoop dat ik ooit tot leven zou worden gewekt, weer zou kun- •nen zijn wie ik was.

Ik had gedroomd en gefantaseerd over mijn uiteindelijke onthulling. In mijn gedachten zou het een geheim zijn tussen mij en Dave, een geheim dat hij zou bewaren, beloofde hij, tot hij een manier vond om het door mama te laten accepteren. Ik wist nu hoe onmogelijk die fantasie was.

En dus vergoot ik minder tranen om Dave dan weer om mijzelf. Dat had ik al zo vaak gedaan, om zoveel verschillende redenen.

Wat had ik nu nog te hopen? Waar was dat nieuwe begin dat Dave beloofd had? Terwijl ik over dat alles zat na te denken, trok mijn voorpaginagezicht de aandacht van bezoekers en rouwenden. Ze bleven staan om tegen me te praten, me een hart onder de riem te steken.

'Dave was een geweldig mens. Ik weet zeker datje hem erg zult missen,' zei de manager van de apotheek, Cody, tegen me. 'Hij had het vaak over jou. Hij was erg onder de indruk van je, Noble.'

'Dank u.'

'Als je ooit werk zoekt, kom dan bij me. Ik heb wel een baan voor

je-'

Ik kon me zoiets in de verste verte niet indenken, maar ik bedankte hem en beloofde dat ik naar hem toe zou gaan als ik ooit werk zocht buiten de farm.

Eindelijk gingen ze allemaal weg en waren we weer even alleen als vóór de tijd dat Dave in ons leven kwam. Nu was het bijna of dat alles een droom was geweest. In de daaropvolgende weken gaf mama al zijn kleren, schoenen en hoeden weg aan de plaatselijke tweedehandswinkel, die de opbrengst aan een liefdadigheidsinstelling schonk. Het duister dat ik om me heen had gevoeld voordat Dave in ons leven kwam met zijn gelach en zijn plannen voor onze nieuwe toekomst, keerde langzamerhand terug. Ik keek uit het raam en zag het als een inktstroom naar ons toe sijpelen.

Het enige lichtpuntje nu in onze wereld was Baby Celeste. Daves overlijden, de somberheid daarna, de begrafenis, niets ervan leek haar zo te raken als het mij raakte. Niets sombers leek bezit van haar te kunnen nemen. Haar ogen bleven vrolijk, haar glimlach zacht en

liefdevol, en haar lach en stem als de lach en stem van een engel.

Mama had toch gelijk gehad wat haar betrof, dacht ik. Zij betekent nu alles. We zijn hier voor haar en voor wat ze is voorbestemd om te doen.

Weken werden maanden. Ik sjokte rond op de farm, kweet me van mijn taken, werkte hard om me met opzet uit te putten zodat ik 's nachts beter zou slapen. Mama daarentegen was opgewekt als altijd, kookte nog even heerlijk, zette Baby Celestes opleiding voort en speelde piano en zong alsof Dave er nog was, naast ons zat te luisteren, glimlachend, met een blik vol liefde.

Misschien was dat ook wel zo, dacht ik, maar niet met veel over-tuiging.

De tijd ging voorbij en ik wachtte als iemand die diep in haar hart weet dat ze weinig of geen zeggenschap had over wat de volgende dag zou brengen.