16. Betsy komt terug

Het was laat in het vooijaar, de temperatuur zou nog maar korte tijd een paar graden stijgen voordat het zou aanvoelen als zomer. Ondanks het verlies van onze plaatselijke klanten, wilde mama een nog grotere kruidentuin aanleggen, misschien bij wijze van uitdaging. Bogart was vastberadener dan ooit om wat hij haar goede werk noemde voort te zetten en haar critici het zwijgen op te leggen. Hij vond inderdaad nieuwe markten voor haar. Ik vond het extra werk niet erg; ik was nog steeds blij met de afleiding.

Baby Celeste werkte iedere dag naast me met haar kleine schoffel en hark. Het leukste werk vond ze om de zaadjes in de natte, voorbewerkte aarde te planten. Ik keek naar haar als ze dat deed. Ze concentreerde zich zo duidelijk en vastberaden op elk zaadje dat ze plantte, dat het leek of ze een gebedje prevelde dat mama haar had geleerd. Ik wist haast zeker dat mama dat ook wel gedaan had.

Even na twee uur 's middags, maanden na Daves begrafenis, hoorden we allebei het geluid van een busje dat over onze oprijlaan reed. We hielden stil en zagen het naar het huis rijden. Het was een gammele auto met een gebarsten voorruit. Toen het busje dichterbij kwam, rammelde het nog harderen kwam toen piepend en knarsend tot stilstand. Een wolk stof steeg op en omcirkelde het, schijnbaar om het te beletten dichterbij te komen.

Lange tijd liet niemand zich zien. Ik ging naast Baby Celeste staan en wachtte af. Eindelijk ging het portier aan de passagierskant open en Betsy stapte uit met een baby in een blauwe deken in haar armen. Ze droeg een rood-zwarte doek om haar voorhoofd en haar haar was lang en ongekamd. Ze droeg een gewaad uit één stuk en sandalen aan haar blote voeten. De bestuurder, een lange, magere man met een zwarte, met grijs doorweven paardenstaart tot halverwege zijn rug, kwam tevoorschijn, liep naar de achterkant van het busje en haalde er twee zwaargehavende koffers uit, waarvan er een was dichtgebonden met een touw. Hij zette ze neer aan de voet van de verandatrap en liep terug naar zijn busje.

Betsy zei iets tegen hem, ging op haar tenen staan om hem een zoen te geven, en bleef hem nakijken toen hij weer in zijn busje stapte, achteruitreed, keerde, en wegreed. Ze staarde hem na en zwaaide alsof ze de liefde van haar leven, haar laatste hoop, zag verdwijnen. Toen draaide ze zich om en keek naar ons.

'Noble!' riep ze. 'Help me even met die koffers.'

Ik keek naar Baby Geleste. Er lag een vreemde uitdrukking op haar gezicht, een mengeling van geamuseerdheid in haar ogen, maar haar lippen waren strak.

'Kom, Celeste,' zei ik en pakte haar hand.

'Als ik naar jou kijk, heb ik het gevoel dal ik hier nooit ben weg-geweest,' zei Betsy toen we dichterbij kwamen. 'Je werkt nog steeds in die stomme tuin.'

'Heb je een baby?'

Meesmuilend draaide ze de baby om die, opmerkelijk genoeg, sliep.

'Het is geen zak met aardappelen. Dit is Panther. Ik heb hem zelf zo genoemd, omdat hij geboren is in een motel dat The Panther Inn heette. Ik bofte dat de vrouw van de eigenaar verpleegster was. Maar ondanks alles was het toch een smeerboel.' Betsy haalde de deken van Panthers gezichtje. 'Kijk eens naar dat haar. Zo zwart als het hart van een heks,' zei ze lachend. 'Dat zei die halvegare die me hier gebracht heeft. Hij gelooft in die voodoo-onzin waar je moeder in gelooft, maar hij heeft bijna een maand voor me gezorgd. Toen las hij zijn horoscoop en besloot dat het tijd was om uit elkaar te gaan. Opgeruimd staal netjes, zeg ik maar. Hij begon toch op mijn zenuwen te werken. Waarom blijf je daar zo met open mond staan? Breng mijn koffers naar binnen. Waar is mijn vader? Is hij aan het werk? Ik moet hem zijn nieuwe kleinzoon laten zien.'

Ik kon geen woord uitbrengen.

'O, laat maar,' zei ze ongeduldig en liep de verandatrap op.

Ik pakte haar koffers op en volgde haar toen ze naar binnen liep. Baby Celeste bleef naast me lopen, even verbluft als ik door de ge-beurtenissen.

'Papa!' gilde Betsy toen ze in de hal stond. 'Ik ben terug!'

Ze maakte de baby wakker, die onmiddellijk begon te huilen.

'Papa!'

Mama verscheen boven aan de trap en keek op haar neer. Ik ging achter Betsy staan. Baby Celeste nog naast me, maar nu met haar armpjes om mijn been geslagen alsof ze een aardbeving verwachtte. De koffers waren niet zwaar, dus bleef ik ze vasthouden. Lange tijd staarde mama haar alleen maar aan. Toen kwam ze langzaam naar beneden en sprak bij elke stap die ze deed.

'Waarom hebben we niets van je gehoord? Waar was je?'

'Weg,' zei Betsy, haar stem verheffend boven het gehuil van de baby uit. Ze wipte hem te hard op en neer, dacht ik.

'Waarom heb je je vader nooit gebeld of geschreven?'

ik had geen postzegels en geen kleingeld meer. Waar is hij? Is hij op zijn werk?'

'Nee, hij is niet op zijn werk,' zei mama, die de onderste tree had bereikt. 'Hij zal nooit meer werken.'

'Panther, wil je even geduld hebben?' zei ze tegen de baby en nam hem in de holte van haar arm. Zodra Panther mama zag, hield hij op met huilen.

'Hij moet eten en ik geef geen borstvoeding. Dat is slecht voor je figuur,' zei Betsy tegen mama. Toen keek ze achterom naar mij. 'Ik wed dat Noble borstvoeding heeft gehad. Misschien krijgt hij die nog steeds,' voegde ze er met een sarcastisch lachje aan toe.

'Ik zie datje ervaringen je niet veel wijzer en verantwoordelij- ker hebben gemaakt,' zei mama.

'Precies. Dus waar is mijn vader?'

'Je vader is maanden geleden heengegaan.' Mama's woorden wogen zwaar, zelfs op mij. Soms is de dood zo moeilijk te accepteren, dacht ik, dat hij aanvoelt als een illusie. Ik kon de dagen, het aantal keren op een dag niet tellen dat ik verwachtte Dave te zien verschijnen, en te denken dat alles wat er gebeurd was niet meer dan een boze droom was.

'Hè? Wat bedoel je ? Heengegaan? Waarheen?' Betsy keek naar mij en toen weer naar mama.

'Je vader is gestorven, Betsy. Hartstilstand. Het hoort niet zo'n schok voor je te zijn, gezien het feit datje hem alleen maar narigheid hebt bezorgd, en pijn en verdriet.'

Betsy schudde haar hoofd, eerst langzaam, en toen zo krachtig, dat ik de pijn in mijn eigen nek kon voelen.

'Je liegt. Je probeert me alleen maar een rotgevoel te geven. Waar is hij?'

Betsy draaide zich naar me om en ik wendde snel mijn ogen af om haar blik te vermijden.

'We zullen met je naar het kerkhof gaan, als je wilt,' zei mama droogjes.

Betsy deed een stap achteruit en bleef haar hoofd schudden.

'Nee, je liegt!' Ze keek naar mij. 'Ze liegt, hè? Ze probeert alleen maar wraak te nemen omdat ik niet gebeld heb.'

'Ik zie datje de baby ter wereld hebt gebracht,' ging mama verder. 'Nu je een kind hebt, zou ik er maar eens over denken je levenswijze te veranderen.'

'Hij kan niet dood zijn, dat kan niet!' zei Betsy stampvoetend. 'Hou op dat te zeggen.'

'Het niet zeggen maakt het niet minder waar. Je kunt niet je hoofd in het zand steken. Ik weet zeker dat de dood van je vader niet zijn bewuste eigen keus was, maar het is gebeurd. Noble en ik en Baby Celeste zijn zelf nog steeds niet over de schok heen,' zei mama, nog altijd op kalme, afgemeten toon. 'Hij was een zachtmoedig, liefdevol mens. Hij had een lang en gelukkig leven moeten hebben, maar hij had te veel en te ernstige problemen.'

'Nee,' zei Betsy, hardop fluisterend, met wijdopen, angstige ogen.

'En nu,' ging mama verder, 'als je ook maar een greintje fatsoen, een tikje gevoel voor goed en kwaad hebt, iets voelt van spijt en berouw, zul je proberen een volwassen mens te zijn met verantwoor-delijkheidsgevoel. Heb je flessen babyvoeding voor het kind?'

Betsy bleef haar hoofd schudden, en stopte toen plotseling, alsof de woorden eindelijk tot haar doordrongen.

'Je kunt mij niet de schuld geven. Als hij ziek was, dan is hij dat pas geworden toen hij hier bij jou kwam wonen en jij een vloek over hem uitsprak. Het was jouw schuld, jouw schuld!'

'Integendeel, mag ik wel zeggen. Hij had de gelukkigste en beste tijd van zijn leven hier. Zolang jij hem niet het bloed onder zijn nagels vandaan haalde. Als je voeding en luiers hebt voor de baby, zal ik voor hem zorgen terwijl jij in je kamer gaat rusten. Later zullen we bespreken hoe de dingen in zijn werk zullen gaan.'

'Nee; zei Betsy, achteruitlopend tot ze met haar rug tegen de deur stond. Ze draaide zich half om en legde haar hand op de deurknop, gereed om het huis uit te vluchten.

'Je kunt weggaan als je wilt, maar verwacht geen hulp van ons. Je vader heeft duidelijke instructies achtergelaten in zijn testament. Ik beheer je nalatenschap, die pas volledig aan je wordt uitgekeerd als je vijfentwintig bent. Tot die tijd geef ik je geld als je dat nodig hebt en je je behoorlijk gedraagt. Het is duidelijk dal de behoeften van je baby onder een andere noemer vallen. Jij en dit kind hebben hier een thuis zolang je je verantwoordelijkheden nakomt en je geen moeilijkheden maakt en de dagelijkse gang van zaken niet verstoort. Ik herhaal, heb je flessenvoeding voorde baby? Zo niet, dan maak ik wei wat klaar.'

'Nee! Ik wil niet datje hem iels van die troep van je geeft,' riep Betsy uit. Ze haalde haar hand van de deurknop en omhelsde de baby.

Mama keek haar woedend aan. Toen draaide ze zich naar mij om.

'Noble, wil je zo vriendelijk zijn Betsy's koffers naar haar kamer te brengen? Je kamer,' ging ze verder tegen Betsy, 'ziet er een stuk beter uit dan toen je wegging. Ik verwacht datje hem zo houdt. Laat je kleren niet rondslingeren. Maak er geen stofnest van. Zorg datje geen eten in je kamer hebt en was je linnengoed en je lakens minstens eens per week. Je dekt elke avond de tafel en ruimt hem af en doet de afwas. Als je één bord breekt, of als er zelfs maar een schilfer van een bord af is, verreken ik tienmaal de kosten ervan met je trustfonds.

'Ik wil dat de keukenvloer elke dag gedweild wordt en de meubels in de zitkamer tweemaal per week worden afgestoft en gewreven. En wij allemaal, waarmee ik voornamelijk jou en Noble bedoel,' voegde mama er glimlachend aan toe, 'moeten elk weekend de ramen lappen.'

Betsy staarde haar aan. Haar mond bewoog, maar er kwam geen geluid uit.

'Verder,' vervolgde mama, 'zijn we hier niet om voor jou als ba-bysitter te fungeren als jij wilt gaan stappen en zuipen. Als ik maar iets merk van alcohol of drugs, krijg je een boete van duizend dollar per incident, die ik zal aftrekken van je trustfonds. En ik wil absoluut geen roddels of klachten over je horen zolang je onder dit dak woont.

'Je nodigt hier niemand uit, ik wil zelfs niet dat iemand over ons terrein rijdt. Heb je me begrepen?'

Betsy reageerde niet. Ze staarde mama slechts aan.

Mama knikte, alsof ze wél antwoord had gegeven. 'Nu wil ik je nogmaals voorstellen mij de baby te geven en te gaan rusten, je te wassen, iets fatsoenlijks aan te trekken en niet zoiets belachelijks als je nu aan hebt, en dan, als je dat wilt, zullen we naar het graf van je vader gaan, zodat je hem de laatste eer kunt bewijzen. Als je dat niet wilt, dek je de tafel voor het eten vanavond. Heeft dat kind een naam of had je niet genoeg intelligentie er een te bedenken?' vroeg mama, met een knikje naar het wriemelende kind.

Betsy keek nóg verblufter, en minder uitdagend. Ze keek even naar mij, sloeg toen haar ogen neer, overwegend, vermoedde ik, of ze zich zou omdraaien en weglopen of mama gehoorzamen. De wanhoop die ze voelde, het gebrek aan een echte keus, haar hulpeloosheid, ontnamen haar het laatste restje verzet. Wanhopig en verslagen liet ze haar schouders zakken, en ze boog haar hoofd.

'Er zit flessenvoeding in de koffer die Noble in zijn rechterhand heeft. Daar zitten alle babyspullen in.'

'Goed. En hoe zei je dat de naam van de baby is?'

'Panther,' mompelde Betsy.

'Pardon?'

'Panther, Panther!' schreeuwde Betsy.

Mama schudde haar hoofd. 'Nou ja, ik neem aan dat de pijn van de bevalling je het recht geeft het arme kind een naam te geven, ook al is het een belachelijke naam.' Ze liep met uitgestrekte armen naar voren en wachtte tot Betsy haar de baby zou overhandigen.

Betsy aarzelde, gooide hem toen bijna in mama's armen voordat ze de trap op rende, luid snikkend en huilend. Mama keek haar na en draaide zich toen om naar mij.

'Breng de andere koffer naar haar kamer, Noble, maar zet eerst de koffer van de baby op de tafel in de keuken.'

Ik knikte en deed wat me gevraagd werd. Toen ging ik naar boven en klopte op de deur van Betsy's kamer. Ze reageerde niet. Ik kon haar horen huilen, dus deed ik de deur open en zette haar koffer bij de deur van haar kast neer. Ze lag op haar buik op het bed, met haar gezicht verborgen in het kussen.

'Hier is je koffer.' Ik draaide me om en wilde weggaan.

'Wacht,' zei ze en haalde diep adem. 'Hoe is mijn vader gestorven?'

'Hij werd erg ziek. We dachten eerst dat hij griep had. Mama heeft haar uiterste best gedaan met haar medicaties.'

'Dat geloof ik graag, ja.'

'Je vader wilde het. Hij slikte ook wat medicijnen van de apotheek, maar niets hielp en hij stierf.' Ik zei niet dat zijn dood veroorzaakt was door het combineren van de verschillende geneeswijzen. Laat ze dat maar van een ander horen, dacht ik.

'Waarom vermeldde hij al die waanzin in zijn testament? Waarom heeft hij me dat aangedaan? Heeft zij hem ertoe gedwongen?'

'Nee. Het was voor ons ook een verrassing.' Voor mi j in ieder geval wel.

'Ik wil niet leven zoals zij dat wil. Ik wil het niet. Ik weiger haar slavin te zijn.'

'Voorlopig zou het beter zijn als je deed wat ze vraagt. Zo ver-schrikkelijk is het niet.'

'Net iels voor jou om zoiets stoms te zeggen.' Ze veegde de tranen van haar wangen en ging rechtop zitten. Ze haalde diep adem. 'Ik blijf hier niet lang. Het kan me niks schelen. Ik vind er wel wat op.'

'Wat is er met je auto gebeurd ?'

'Verkocht. Ik had geen geld meer.'

'O. Weet je wie de vader van je kind is?' Ik bedoelde het echt als een manier voor haar om wat extra hulp te krijgen.

'O, ik weet wat je daarmee wilt zeggen. Je denkt zeker dat ik maar met iedereen naar bed ga?'

'Nee. Ik bedoelde dat hij, wie hij ook is, een deel van de verant-woordelijkheid hoort te dragen.'

Ze keek peinzend. 'Hm, ik weet het niet zeker. Ik geloof dat hij Bobby Knee heette of zo. Een jongen die ik heb ontmoet op een feest; het kan daarna gebeurd zijn. Bobby Knee was op doorreis. Ik kan me niet eens herinneren wiens vriend hi j was.'

'Maar ik dacht datje toen met Roy ging of...'

'Wat ben je toch naïef. Ik zei niet dat ik een vast vriendje had.

Ik zal nooit iemands bezit zijn. Vooral niet van die griezel van een moeder van je.'

'Je mag van geluk spreken dat ze je au helpt,' zei ik kwaad. Ik liep naar de deur.

'Ik durf te wedden dat ze mijn vader op de een of andere manier vermoord heeft. Ik durf erom te wedden!' schreeuwde ze me na en begon toen weer te huilen.

Ik deed de deur zachtjes achter me dicht. Mijn hart bonsde. Al was ze nog zo onhebbelijk en gedroeg ze zich nog zo slecht, toch had ik wel een beetje medelijden met haar. En wat voor toekomst zou dat kind hebben dat ze Panther noemde?

Beneden vond ik mama en Baby Celeste in de zitkamer. Mama gaf Panther de fles en Baby Celeste zat naast haar, gefascineerd door het zuigen van de baby.

'Ik heb haar koffer boven gebracht, mama.'

Ze keken allebei naar me op en glimlachten.

'Het verbaast me hoe gezond en lief dit kind is,' zei mama. 'Ze verdient geen baby.' Ze knikte naar het plafond en keek toen weer naar de baby. 'Ik zal hem in het oog moeten houden.' Ze sloeg langzaam haar ogen naar me op. 'We moeten er zeker van zijn dat zich niets slechts in hem heeft genesteld en hem heeft gebruikt om onze wereld binnen te dringen. Er is misschien een reden waarom dat verschrikkelijke kind op dit moment bij ons teruggekeerd is.'

Haar loodzware dreiging en waarschuwing omgaven mijn hart als een troebele, kleverige mist. Ik keek naar het nietsvermoedende kind op haar schoot.

'Mama, hij is toch zeker veel te klein, te nieuw.'

Ze lachte me uit en keek naar Baby Celeste, die me ook leek uit te lachen.

'Het is juist als we zo hulpeloos zijn als hij, dat het kwaad ons in zijn macht krijgt. Ik zal doen wat gedaan moet worden om me ervan te overtuigen dat het niet gebeurd is en dat het ook niet zal gebeuren, maar zoals altijd, Noble, zul je me moeten helpen, mij en Baby Celeste. Het zou vreselijk zijn als we haar aan iets slechts blootstelden, als we onachtzaam waren, toch? Nou?'

'Ja, mama.'

'Maak je werk in de tuin af. We hebben heel wat te doen.'

Ze richtte haar aandacht weer op de baby. Ik sloeg haar een ogenblik gade en ging toen naar buiten.

Op het moment dat ik naar de tuin wilde lopen, hoorde ik Betsy's gefrustreerde geschreeuw door het open raam in haar kamer.

Haar stem klonk schril en wanhopig, maar werd meegevoerd door de wind en stierf weg in het bos waar niemand haar kon helpen.

Even had ik zelf willen schreeuwen, als een soort estafetteloper haar gil overnemen en verder dragen, maar sloot die weg in mijn eigen bezwaarde hart. Ik werd heen en weer geslingerd tussen de wens om Betsy te steunen en de wens trouw te zijn aan mama. Niet denken, hield ik me voor, niet denken.

Werken.

Waarschijnlijk had Betsy daar ten slotte ook maar toe besloten. Later, toen ze uit de slaapkamer kwam en de trap afliep, had ze een van de schone, conservatieve jurken aan die in haar kast hadden'ge- hangen. Ze had een bad genomen en haar haar naar achteren geborsteld en vastgestoken. Ze had zich niet opgemaakt. Bleek en met droge ogen keek ze naar haar slapende baby. Mama had hem tussen twee grote kussens op de bank gelegd, en hij zag er tevreden uit. Daarna ging Betsy naar de keuken en begon couverts en bestek, schalen en glazen voor het avondeten op tafel te zetten. Ze werkte rustig, zorgvuldig, gehoorzaam. Mij leek het of ze zich in trance bewoog, als een slaapwandelaarster, maar mama was tevreden.

'We zullen het doen met wat we hebben,' verklaarde ze toen we aan tafel zaten. 'We zullen elkaar steunen en ervoor zorgen datje vader alsnog trots op je kan zijn,' zei ze tegen Betsy, die op een correcte manier zat te eten.

'Hoe kan hij trots zijn als hij dood is?' vroeg ze.

Mama glimlachte naar haar, glimlachte naar mij, glimlachte naar Baby Celeste. 'De beminde overledenen zien ons. Degenen die ons dierbaar zijn blijven altijd bij ons. De dood laat ons sterven op hel moment dat ons hart stilstaat. Hij houdt ons slechts een ogenblik in zijn greep.'

Betsy meesmuilde. Het was gemakkelijk te zien wat ze dacht, maar ze was zo verstandig haar mond te houden. Het enige wat ze deed was even naar mij kijken in de hoop enig medeleven en instemming te vinden. Bang dat ze iets van dien aard zou zien, wendde ik haastig mijn blik af. Ons eerste diner met Betsy zonder Dave ging zonder verdere opmerkingen of vragen voorbij. Tegen het eind van de maaltijd hoorden we Panther huilen, en mama zei tegen Betsy dat ze naar hem toe moest gaan.

'Ik denk dat hij een schone luier moet hebben.'

'Dat weet ik ook wel,' zei Betsy hatelijk.

'Dan weetje watje te doen staat,' antwoordde mama. 'Als je klaar bent, kun je de tafel afruimen.'

'En de baby dan?'

ik zorg wel voor hem,' zei mama. 'Noble, ga naar de torenkamer en haal de wieg van Baby Celeste. Zet die in Betsy's kamer. Ik zal het beddengoed straks brengen en zijn bedje opmaken.'

'Ja, mama,' zei ik.

Betsy schudde haar hoofd naar me en ging Panthers luier ver-schonen.

'Je boft,' zei mama later tegen haar, 'dat we alles in huis hebben wat de baby nodig heeft.'

'Ja, ik ben de gelukkigste vrouw ter wereld,' zei Betsy sarcastisch.

Mama glimlachte. 'Je weet niet hoe waar dat is.'

De eerste nacht na Betsy's terugkomst was moeilijk voor ons al-lemaal, al weigerde mama dat toe te geven. We lagen nog niet in bed of Panther begon te huilen. Hij bleef maar krijsen. Ik lag te wachten tot mama naar hem toe zou gaan, maar ze hield de deur van haar kamer gesloten. Ten slotte stond ik op en liep naar Betsy's kamer, waar ik voor de deur bleef staan.

is er iets met hem?' Ik wachtte, maar het enige wat ik hoorde was het gehuil van de baby. Een tijdlang kon ik niet besluiten of ik terug zou gaan naar mijn eigen kamer of haar deur opendoen. Het gehuil van de baby verminderde niet. Maar mama stond nog steeds niet op om te zien wat er aan de hand was. Ik hoorde Betsy kreunen, dus deed ik langzaam haar deur open en tuurde naar binnen.

Mama had voor beide ramen brandende kaarsen geplaatst. De gloed viel op het bed, waar ik Betsy zag liggen met haar handen voor haar oren. Langzaam liep ik de kamer in.

'Betsy?'

Het leek wel of Panther pijn had. Ik kwam dichterbij en ten slotte keek Betsy me aan en haalde haar handen van haar oren.

'Wat mankeert hem?'

'Wat hem mankeert? Kijk eens naar die stomme wieg die je moeder heeft neergezet.'

Eerst zag ik niets, maar toen ik ernaast stond zag ik de groengele laag over de randen en rook ik het mengsel van kruiden, de knoflook en seringen. Elke geur op zichzelf was best uit te houden, maar mama's combinatie ervan was zo scherp en doordringend, dat ik zelf bijna stikte. Mama had zelf haar kruiden gecombineerd en toen blijkbaar de wieg daarmee behangen. Ik wist dat ze geloofde dat bepaalde kruiden een beschermende kracht hadden en gebruikt konden worden om het kwaad uit te bannen.

'Hij kan de stank niet verdragen en ik ook niet!' schreeuwde Betsy. 'Wat heeft ze in godsnaam allemaal in die wieg gehangen?'

Ik wist het niet precies, maar behalve de knoflook, deden de stank en een paar recepten die ik me herinnerde, me denken aan wat wintergroen, vlasleeuwenbek, leeuwenbek en tamarisk. Mama maakte haar eigen samenstellingen, vulde aan en verbeterde wat haar was doorgegeven, zodat het onmogelijk was alles te definiëren.

Maar het was niet moeilijk te zien dat de baby zich diep ongelukkig voelde. Hij lag te kronkelen om te ontsnappen aan de geuren die als een deken over hem heen hingen. Ik keek achterom door de open deur. Mama was nog steeds niet opgestaan en uit haar kamer gekomen. Ik kon het niet langer aanzien. Het gezichtje van de baby was vertrokken. Ik pakte hem uit de wieg en bracht hem naar Betsy.

'Hij wordt wel stil als hij bij jou slaapt,' zei ik.

Toen duwde ik de wieg verder weg van het bed, dichter naar de ramen. Een van de kaarsen begon te flakkeren als in protest, en ging uit. Al die tijd bonsde mijn hart en klopte wild, uit angst te worden ontdekt. Maar vrijwel onmiddellijk hield Panther op met huilen. Zijn luide gesnik verzwakte tot een zacht gekerm, en na een paar ogenblikken viel hij, waarschijnlijk van uitputting, in slaap.

'Dank je,' zei Betsy.

Ik zei niets. Ik knikte slechts, sloop stilletjes haar kamer uit en deed de deur voorzichtig achter me dicht. Toen bleef ik even staan om zeker te weten dat mama me niet had gezien, waarna ik haastig terugging naar mijn eigen kamer.

's Morgens aan het ontbijt barstte Betsy uit in een stroom van klachten over alles wat mama had gedaan. Mama legde haar niet het zwijgen op. Natuurlijk was ik doodsbang dat Betsy zou verraden wat ik had gedaan, maar dal deed ze niet, óf omdat ze me niet de eer gunde dat ik haar had geholpen, óf omdat ze wist dat ik dan in de problemen zou komen. Mama leek niet te luisteren. Ze at kalm verder en richtte al haar aandacht op Baby Celeste.

Maar toen Betsy eindelijk haar mond hield, knikte mama, glimlachte en zei: 'Als je de tafel hebt afgeruimd, kun je naar boven gaan en de wieg schoonmaken. Dat was maar goed voor één nacht.'

'Waar was dat goed voor? Wat was dat voor slank?' gilde Betsy.

'Dat hoefje niet te weten. Ik betwijfel trouwens of je het zou weten te waarderen. Ik ga vandaag naar het dorp. Wil je hel graf van je vader bezoeken? Ik ga niet vaak die richting uit, dus kun je maar beter gebruikmaken van de gelegenheid.'

'Nee,' zei Betsy. 'Waarvoor zou ik? Hij kan me niet horen, en als hij dat zou kunnen, zou het hem alleen maar verdriet doen wat ik hem te zeggen heb.'

'O, hij kan je horen. En ik weet zeker dat hij al verdriet heeft. Ik zal een en ander meebrengen voor de baby.'

'Hij heet Panther, Panther. Noem hem bij zijn naam.'

'Panther,' zei mama glimlachend. 'Weetje, ik begin van die naam te houden.'

Ze had niet iets irritanters tegen Betsy kunnen zeggen. Het was gewoon te veel voor Betsy om te accepteren dat ze iets had gedaan wat mama beviel, en mama scheen dat te weten. Betsy was niet tegen haar opgewassen, dacht ik. Ze was al verslagen, maar ze wist het domweg niet of wist niet hoe definitief. Het zou niet lang duren voor ze dat besefte en dan... wat dan?

Zou ze een van ons worden of zou ze wegkwijnen en sterven als haar vader?

We bevonden ons allemaal in een of andere tuin, dacht ik. Sommige waren onze eigen keus, naar andere waren we overgeplaatst. Uiteindelijk was het allemaal hetzelfde, stof teruggekeerd tot stof.

Betsy keek naar mij. Haar ogen waren niet langer vol woede, maar, misschien dankzij mijn handelwijze van die nacht, smekend. Ik wist dat ze om hulp riep, maar mama's ogen waren ook op me gericht.

Ik ging terug naar mijn werk, en later bracht mama Baby Celeste bij me.

'Ik ga nu weg. Waag het niet Betsy iets van het werk uit handen te nemen dat ik haar heb opgedragen. Ze doet wat ze moet doen, anders...'

'Ja, mama.'

'Je bent een goeie jongen, Noble, en jouw goedheid zal zo'n contrast vormen met haar luiheid en spilzucht, dat ze niet anders kan doen dan zich verbeteren. Denk daaraan.'

'Ik zal het doen.'

'Goed. Ik ben over hoogstens een paar uur terug. Waak over onze dierbare Baby Celeste.'

Dat doe ik altijd, wilde ik zeggen, maar ik knikte slechts. Kort nadat mama vertrokken was, zag ik Betsy uit huis komen met een vuilniszak. Ze gooide hem in de container en keek naar mij. Ik con-centreerde me op mijn werk, maar ik voelde haar ogen op me gericht.

'Betsy,' zei Baby Celeste. Ik draaide me om en zag dat ze naar ons toekwam.

'Waarom heb je me vannacht geholpen?' vroeg ze - of eiste ze feitelijk.

'Ik zag dat de baby zich ongelukkig voelde. Dat is alles.'

'O, natuurlijk. Heb je nog iemand ontmoet sinds mijn vertrek, toen je je rijbewijs had en zo?'

Ik schudde mijn hoofd.

'Je moet mensen leren kennen. Daarbij kan ik je helpen, als jij mij helpt,' zei ze op een toon alsof ze wilde onderhandelen.

'Ik hoef niemand te leren kennen.'

'Wat mankeert jou toch?' gilde ze. Ze stampvoette. 'Waarom staart dal kind me zo aan?'

Ik wierp een blik op Baby Celeste, die als gehypnotiseerd naar Betsy keek.

'Ik denk dat je haar amuseert.'

'O. Ik amuseer haai-. En jou niet? Zelfs niet een heel klein beetje?' vroeg ze met een mengeling van hoop en koketterie.

Ik ging door met werken.

Ze stak haar hand uit en pakte mijn arm om me rond te draaien.

'Nou?'

'Wat wil je dat ik zeg?'

Ze lachte. 'Als ik iets goeds bedenk, zal ik het je laten weten, en dan mag je het zeggen. Voorlopig nogmaals bedankt datje me hebt geholpen.' Ze boog zich voorover en kuste me op mijn wang, vlak bij mijn mond, streek toen opzettelijk met haar borsten over mijn arm. 'Hm,' zei ze met gesloten ogen, 'het is alweer te lang geleden.'

Ik had het gevoel dat de wereld stilstond, alles - de wind, de vogels, alle harten in elk levend ding, stonden op pauze.

ik ben zo geil,' fluisterde ze. ik zou zelfs willen overwegen je instructies te geven. We kunnen elkaar echt helpen, Nobleman.'

Ik kon niets zeggen, geen kik geven. Mijn keel zat dicht.

Ze lachte, draaide zich om en liep weg. Toen bleef ze staan en keek flirtend naar me achterom. Ik had me niet bewogen sinds haar kus. Haar lach zweefde om me heen. Wat me de meeste angst aanjoeg was dat ze mijn eigen seksualiteit had opgewekt. Die seksuele gevoelens roerden zich in me, deden mijn borsten tintelen, verwarmden de binnenkant van mijn dijen en verzwakten me. Ik beefde en sloot mijn ogen.

Toen ik ze weer opendeed, keek ik omlaag en zag dat Baby Celeste me aanstaarde.

Ze keek kwaad.

Ze leek op mama.

En voor het eerst vroeg ik me af of ze wel echt mijn kind was of dat ze op de een of andere manier van mama was?