2. Mama's stem

Ik kan merken aan de manier waarop mama het eten voor vanavond heeft klaargemaakt dat ze iets belangrijks gaat zeggen. De geesten hebben gesproken, zoals ik al had vermoed. Ze is kalm aan het werk, zegt nauwelijks iets, en van tijd tot tijd kijkt ze even naar een lege stoel of naar een deur en knikt bijna onmerkbaar. Ik zie niets, maar dat vind ik niet verwonderlijk.

Mama heeft me eens uitgelegd dal er vele bestaansniveaus zijn in de spirituele wereld en dat er jaren van toewijding en geloof voor nodig waren om die allemaal te bereiken. Het was haar manier om te verklaren waarom ik nog steeds geen geesten kon zien en horen die zij wél kon zien en horen, en waarom ik niet alles wist wat zij wist.

Zelfs toen ik nog heel klein was, besefte ik al dat mama andere wegen bereisde. Als ze pianospeelt wordt ze meegesleept door de muziek. Ik kan het aan haar gezicht zien. Ze kan haar ogen op mij gericht houden, maar ze ziet me niet. Ze speelt, maar ze is als iemand in trance, en als ze ophoudt met spelen, heeft ze me vaak iets nieuws te vertellen. Ze keert terug van een reis naar plaatsen die bewoond worden door wijze zielen.

Vaak gaat het net zo als ze in diep zwijgen aan het werk is, zoals nu. Ze is bij me in de kamer, maar ik heb niet het gevoel dat ze er ook echt is. Ze is zo afstandelijk dat het lijkt of ze haar lichaam heeft achtergelaten en ergens anders naartoe is gegaan. Ik stoor haar niet en probeer niet haar aandacht te trekken. Ik wacht en houd Baby Celeste bezig, zodat ze mama niet afleidt.

Baby Celeste helpt me met tafel dekken. Ik sla haar gade en zie hoe serieus ze haar taak opvat, hoe zorgvuldig en vastberaden ze de servetten vouwt, de vorken en lepels neerlegt. Het is of ik terugblik in de tijd en mijzelf zie, en onwillekeurig moet ik glimlachen. Ik was precies zo, intens, gespannen om alles zo perfect mogelijk te doen. Ik herinner me nog hoe Noble zich daaraan ergerde, die weigerde om huishoudelijke karweitjes serieus te nemen. Hij zou het best vinden om gewoon van de tafel te eten. Hoe vaak was hij niet aan tafel gekomen zonder zijn handen te wassen en was hij weer teruggestuurd? Tientallen keren. Mama probeerde ook hem zonder eten naar bed te sturen, maar hij was onuitstaanbaar en koppig.

Nu probeer ik natuurlijk niet zoveel belangstelling te hebben voor wat Noble slap, meisjesachtig gedoe noemde, maar ik vind het nu eenmaal heerlijk om ons oude porselein te hanteren en mijn vingers over de vergulde reliëfversiering langs de randen van da borden, schalen en kommen te laten gaan. Het was het servies van mama's overgrootmoeder Jordan en het oude, zware zilveren bestek dat van mama's betovergrootmoeder was geweest. Erfstukken zijn belangrijk in ons huis omdat mama gelooft dat zulke bezittingen nog steeds verbonden zijn met de geest van de vroegere eigenaren. Als we ze gebruikten, als we in haar overgrootvaders schommelstoel zaten of in de bedden sliepen waarin onze voorouders hadden geslapen, hadden we een hechtere band met hen.

'Alles is spiritueel belangrijk,' vertelde mama me. 'Vergelijk het maar met onuitwisbare inkt. Als iemand van onze familie iets aanraakte, werden zijn of haar vingerafdrukken voor eeuwig deel ervan, en we kunnen ze nu gemakkelijker voelen, zien.'

Ze vertelde me die dingen toen ik heel jong was. Het liet een diepe indruk op me achter en voedde het geloof dat ons huis een levend wezen was. Alles erin voelde en zag en hoorde. Alles ademde en was heilig. De muren waren sponzen die alles opzogen: het gelach, de woorden, de kreten van iedereen die hier woonde of op bezoek kwam. Niets ging verloren en werd vergeten.

'Als je je oor tegen de muur legt,' zei mama eens tegen mij en Noble, 'dan kun je ze horen.'

Noble deed het een paar keer en hoorde niets, en vond het een maf verhaal. Ik deed hel en ik hoorde inderdaad stemmen, heel gedempt, maar toch stemmen. Soms werd ik wakker door het geluid van een lach of zelfs een gil, en dan begon mijn hart te bonzen. Ik keek opzij om te zien of Noble ook iets had gehoord, maar hij lag rustig, ongestoord te slapen. Ik wachtte en luisterde en legde dan langzaam mijn hoofd weer op het kussen, maar het viel niet mee om weer in slaap te vallen. Als ik de volgende ochtend aan mama vertelde dat ik meende iets gehoord te hebben, knikte ze en zei: "Natuurlijk heb je dat.'

Voetstappen boven ons, schaduwen die over muren gleden, ge-fluisterde woorden die als kleine vogels uit kamers zweefden, werden verwacht en nooit gevreesd.

'We zijn geliefd,' zei mama altijd. 'We zijn omringd door heel veel liefde.'

Soms hield Baby Celeste op met het spelen met een pop of haar theeserviesje op de grond van de zitkamer, en keek ze om zich heen in de kamer, meestal naar een stoel of de bank. Mama nam haar dan aandachtig op en glimlachte.

'Wat is er, Celeste?' vroeg ze. 'Heb je iemand gezien, iemand gehoord?'

Baby Celeste glimlachte slechts en ging verder met haar spel. Mama keek naar me met een alwetende blik, en knikte, en ik staarde naar mijn kind en vroeg me af of ze werkelijk dat visioen had, en zo ja, of dat alles ons werkelijk veiliger, gelukkiger zou maken? Wat is de bestemming van ons drieën? Wat hebben de geesten werkelijk met ons voor? Misschien zou ik dat vanavond te horen krijgen en zou ik leren begrijpen wie we waren.

We zaten aan tafel en begonnen te eten. Baby Celeste zat op een stoelverhoger en at met de kalme concentratie van iemand die veel ouder is. Ik was zenuwachtig, maar probeerde het te verbergen. In de gang sloeg de staande klok. Het briesje was een felle wind geworden en het huis begon te kraken, vooral vlak boven ons. Het klonk meer als die voetstappen op het dak die ik vaak hoorde. Ik keek naar Baby Celeste en zag dat ze haar ogen opsloeg naar het plafond en toen weer naar haar bord. Was ik vroeger net zo, toen ik zo oud was als zij, zo vol aanvaarding?

Mama at rustig door, zag er weer uit of ze in trance was.

Tegen het eind van de maaltijd legde ze haar mes en vork neer en leunde iets naar voren. Ik voelde dal haar ogen op mij gericht waren. Als ze in zo'n stemming was, mocht ik niet terugstaren of eruit flappen: 'Wat is er?' Hel was beter om gewoon af te wachten. Ik at mijn bord leeg en legde mijn vork neer. Baby Celeste klapte in haar handen en ik moest glimlachen om haar verwachtingsvolle blik.

'Zoals je weet, Noble,' begon mama, 'kunnen we Baby Celeste niet eeuwig voor de wereld verborgen houden. Het zet ons allemaal onder druk, en ik waardeer het hoe goed jij jouw deel van de verantwoordelijkheid op je hebt genomen. Ik weet hoe moeilijk het voor je is om nooit ergens met me naartoe te kunnen omdat je thuis moet blijven om voor Baby Celeste te zorgen.

'Onze uitgebreide familie,' ging ze verder, wat een manier was om onze spirituele voorouders erbij te betrekken, 'gelooft dat de tijd snel nadert dat we haar niet langer van de buitenwereld kunnen en mogen afsluiten.'

Ze glimlachte naar Baby Celeste, die knikte alsof ze commentaar gaf op mama's woorden. Mama stond op, tilde haar op uit haar stoel en zette haar neer. Onmiddellijk holde ze om de tafel heen en kroop op mijn schoot. Ik sloeg mijn armen om haar heen en wachtte tot mama verder zou gaan.

Mama ging weer zitten.

'Natuurlijk zullen de mensen verbaasd opkijken en zich afvragen waar ze ineens vandaan komt. Er zijn zoveel bemoeials, zoveel mensen die overal hun neus insteken. Dat zou ongewenste aandacht opleveren.

'Daarom moeten we ons voorbereiden op die dag, ons voorbereiden op alle vragen en nieuwsgierigheid, vooral als de mensen haar zien en beseffen hoe bijzonder ze is.'

Baby Celeste leunde tegen me aan en luisterde aandachtig naar mama.

'Aanvankelijk zullen de roddelaars, de mensen uit het dorp, mensen zonder eigen leven, de voor de hand liggende conclusie trekken dat ze mijn kind is, het product van een onwettige relatie. Er zullen beschuldigende ogen gericht worden op elke man die mogelijkerwijs haar vader zou kunnen zijn. Er zal hevig over ons geroddeld worden. Vrouwen zouden zelfs hun man kunnen verdenken, vooral degenen die om de een of andere reden wel eens hier zijn geweest. Je zult wel inzien dat dat voor niemand van ons erg aangenaam zou zijn.'

'Wat wil je doen, mama?' vroeg ik. Ik verlangde uit het diepst van mijn hart dat ze zou antwoorden: 'Ze vertellen dat ze van jou is natuurlijk, je ontmaskeren, je toe te staan te zijn wie je bent, terug te keren naar je eigen ik.'

Maar dan zou ze moeten toegeven dat Noble dood is en zou ze hem deze keer echt moeten begraven.

'Er is me verteld wat ik moet doen. Ik wil datje begrijpt dat alles wat ik nu doe, voor ons aller welzijn is, en ik moetje vragen om je medewerking,' antwoordde ze.

Ik knikte en wachtte met ingehouden adem. Wat verwachtte ze dat ik zou doen?

Glimlachend stond ze op.

'Neem Baby Geleste mee naar de zitkamer, Noble. Ik ruim vanavond zelf af.'

Ik wilde mijn hoofd schudden, maar bedwong me. Ik kon niet geloven dat ze me verder niets zou vertellen.

'Wanneer gaat dat allemaal gebeuren?' flapte ik eruit.

'Dat zul je wel zien.' Ze liep naar de keuken.

'Maar...'

Ze draaide zich om en keek me met haar priemende donkere ogen aan. Ik had al langgeleden geleerd dat als ik haar ooit tegensprak of uitdaagde, haar eerste veronderstelling zou zijn dat het kwaad bezit van me had genomen, dat de muur die ons beschermde ergens was afgebrokkeld en hel mijn schuld was. Ik wilde dal betwisten, maar ik was bang, nóg banger nu ik niet alleen voor mijzelf, maar ook voor Baby Celeste moest zorgen.

Ik pakte Baby Celeste snel op en verliet de eetkamer. Het volgende uur bleef ik rustig naar haar zitten kijken terwijl ze aan het spelen was. Toen hoorde ik mama naar boven gaan. Ze bleef zo lang weg, dat ik me onwillekeurig afvroeg wat ze deed. Het was trouwens toch bijna tijd voor Baby Celeste om naar bed te gaan, dus liet ik haar het speelgoed opruimen en nam haar mee naar boven. Ik hoorde mama in haar slaapkamer en liep naar de deur.

Ze was bezig dozen en tassen uit te pakken, haalde een paar van haar mooiste jurken en schoenen eruit, dingen die ze, zoals ik had gedacht, voor eeuwig en altijd had afgezworen. Ik merkte ook dat haar toilettafel, waarop meestal slechts haar kruidencrèmes stonden, vol stond met make-up en kwastjes, lippenstiften, eyeliners en kleenex.

Ze had ook de lange spiegel uit de torenkamer gehaald.

'Wat doe je, mama?' vroeg ik.

Ze stopte en knipperde met haar ogen, alsof ze zich ons nu pas herinnerde. 'O, is het al zo laat?' Ze keek op de klok. 'Ja, ga haar wassen en trek haar pyjama aan. Ik kom direct om haar naar bed te brengen.'

'Maar waarom heb je al die dozen tevoorschijn gehaald? Wat doe je daarmee?'

'Ik zoek uit wat nog mooi genoeg is.'

'En de make-up en de spiegel?'

'Sta me niet te ondervragen, Noble. Doe wal ik zeg.'

'Ik ondervraagje niet, mama. Ik vroeg het me alleen maar af.'

Ik dacht dat grote spiegels onze geesten onrustig stemden. Waarom had ze die spiegel tevoorschijn gehaald en juist in haar kamer geplaatst, een kamer die vaker door onze spirituele familie werd bezocht dan enige andere kamer in huis. 'Ik zal je laten weten wanneer je het je af mag vragen,' antwoordde ze, en ging verder met de inspectie van haar garderobe. Sommige kleren had ze niet meer gedragen sinds papa's dood. Ze had ze zelfs niet voor Taylor Kotes gedragen.

Ze hield een jurk op en keek ernaar alsof er iemand in zat.

'De uitdrukking "Het is zo oud dat hel weer nieuw is", is beslist van toepassing op mijn garderobe,' mompelde ze, terwijl ze de jurk van alle kanten bekeek. 'Bovendien maakt een vrouw die klassieke kleding draagt indruk in deze wereld. Ze zal de blikken weten te vangen die ze wil, zoals een visser de vissen vangt die hij wil.'

Sprak ze tegen mij of tegen zichzelf of misschien tegen iemand die ik niet kon zien?

Ze hield op met praten, dus verdween ik snel en ging voor Baby Celeste zorgen. Later kwam ze naar de kamer en stopte haar in bed. Ik wachtte, hoopte een verdere verklaring te horen met details over wat er zou moeten gebeuren.

Ze glimlachte naar me, gaf me een zoen op mijn voorhoofd en wenste me welterusten. Onwillekeurig maakte ik me bezorgd. Wat ze op het punt stond te gaan doen zou van enorme invloed zijn op Baby Celeste. Wat kon het zijn en waarom werd het mij niet verteld? Als het eens een grote fout was en tot gevolg zou hebben dat we Baby Celeste kwijtraakten? Ik had de troost nodig van spirituele stemmen. Hel was zo lang geleden dat ik papa in onze nabijheid had gevoeld en gezien. Had dat te maken met de situatie waarin Noble zich bevond?

Mama gedroeg zich geheimzinnig, dacht ik, en ik was bang voor geheimen. Geheimen konden leiden tot verraad. Het was altijd moeilijk iets voor mama geheim te houden, en zelfs als het me lukte, had ik geen zelfvertrouwen. Ik geloofde dat ze werkelijk het vermogen had in mijn hart te kijken. Het enige wat ik haar de laatste tijd niet had verteld was wat ik geloofde over Noble, over zijn leed en zijn behoefte om zijn naam terug te krijgen, maar ik wist ook dat naar hem luisteren, hem helpen, alles zou veranderen. Voornamelijk betekende het dat mama zou moeten accepteren dat hij weg was.

Zouden we ooit zijn graf openleggen en mijn jurk en amulet van hem afnemen?

In nachtmerries zag ik ons allebei 's nachts op het kerkhof. Ik was bezig te graven en mama huilde heel hard. Toen we hem hadden opgegraven en hem konden zien, opende hij zijn ogen en strekte zijn handen naar ons uit. Mama gilde en ik viel voorover in het graf.

De steeds terugkerende nachtmerrie maakte me altijd wakker. Ik kwam bezweet overeind en probeerde mijn bonzende hart tot bedaren te brengen terwijl ik mijn oor te luisteren legde in het huis. Ik verlangde naar papa's stem en de aanraking van zijn hand. Als ik maar hevig genoeg verlangde, zou hij komen en me vertellen dat alles in orde was. Alles komt goed. Ga slapen.

Zou hij vannacht komen? vroeg ik me af. Was hij op de hoogte van mama's heimelijke plan?

Beneden sloeg de staande klok. Het leek of hij de uren tot de on-dergang aftelde. Ik legde mijn hoofd op het kussen en wachtte en luisterde.

Maar ik hoorde alleen de stilte. Zelfs het huis hield zijn adem in.

Morgen, dacht ik, morgen komen er antwoorden en hopelijk niet alleen maar meer vragen.

Maar de volgende dag zei mama niets. We volgden allemaal onze dagelijkse routine. Ze vertrok laat op de ochtend naar het dorp, zodat ik naar binnen moest om bij Baby Celeste te blijven tot ze terugkwam. Toen ze kwam, had ze deze keer meer bij zich dan alleen levensmiddelen. Ze was naar een warenhuis gegaan en had meer kleren gekocht, en ook nieuwe schoenen. Ze pakte ze niet uit waar ik bij was, maar nam ze mee naar haar kamer en deed de deur dicht.

Het maakte me nog zenuwachtiger en ik kon nauwelijks mijn werk in de tuin doen zonder om de paar minuten te stoppen en naar het huis te kijken en me af te vragen wat er gebeurde.

Tegen het eind van de middag als ze me meestal riep om binnen te komen en me op te knappen voor het eten, hoorde ik de voordeur open- en dichtgaan en zag ik haar de trap afkomen. Ze droeg een lichtblauwe strapless jurk en ze had haar haar naar achteren geborsteld en in een paardenstaart gebonden met een wit-en-roze lint. Het verbaasde me hoeveel jonger ze er kon uitzien als ze dat wilde. Ze keek mijn richting uit, dus pakte ik mijn gereedschap op en liep haastig terug naar huis.

Toen ik dichterbij kwam zag ik dat ze ook oorbellen droeg en een parelketting die ik nog nooit had gezien. Ze had make-up en lippenstift op.

'Ik ga een wandeling maken,' zei ze. 'Baby Celeste slaapt nog. Als ze wakker wordt, kun je verder tafel dekken. Ik heb gehakt gemaakt.'

'Waar ga je naartoe?'

'Dat zei ik je, Noble. Ik ga een eindje wandelen.'

'Maar...'

'Maar wat?' vroeg ze, terwijl ze me onderzoekend aankeek.

'Het is al laat. Straks wordt het donker.'

'En? Dacht je dat ik dat niet wist?'

'Ja, maar...'

'Maar wat? Wat?' gilde ze.

Ik slikte mijn vraag in. Waarom zou ze zich zo optutten om een eindje te gaan wandelen? Ze maakte zich niet op om naar het dorp te gaan of boodschappen te doen.

'Oké,' zei ik.

Ze knikte en liep onze lange oprijlaan af. Ik keek haar na op de veranda tot ze bij de weg kwam en links afsloeg.

Waar zou ze naartoe gaan? En waarom?

Een beweging links van me trok mijn aandacht. Ik draaide me om en zag een gedaante die op papa leek het bos ingaan. Ik wilde hem roepen, maar hij was even snel verdwenen als hij gekomen was.

Iets had hem in de schaduw teruggeroepen. Had het iets te maken met mama, met haar plan? Op een lage dikke tak van de boom

waar hij net langs was gegaan zal de grote zwarte kraai die ik vaak zag. Hij staarde me aan en bleef zo stil zitten dat het een opgezette vogel leek. Een intens gevoel van verwachting hing over alles. Het gaf me het gevoel of ik me in het oog bevond van een orkaan.

Haastig liep ik naar binnen om naar Baby Celeste te gaan kijken en te wachten op mama's terugkomst.

Tot mijn verbazing duurde het heel lang voor ze terugkwam, zodat ik me ongerust begon te maken en me afvroeg of er iets gebeurd kon zijn. Wat kon ik doen? Ik kon Baby Celeste niet alleen laten om haar te gaan zoeken. We dekten de tafel, en ten slotte moest ik het gehakt en de groenten en aardappelpuree opdienen. Hoewel we nog nooit gegeten hadden zonder dat mama aan tafel zat, at Baby Celeste goed en leek ze niet zo nerveus en verward als ik. Ik bleef mijn oren gespitst houden, luisterde of ik mama's voetstappen hoorde op de veranda of de voordeur hoorde opengaan. Ik prikte wat rond op mijn bord. Ik was zo gespannen dat ik nauwelijks aan hap door mijn keel kon krijgen.

Waar was ze?

Het werd donker, precies zoals ik haar voorspeld had.

Ik keek naar Baby Celeste. Ze lachte en tikte met haar vork. Ik schudde mijn hoofd en ze stopte. Waarom trok ze zich er zo weinig van aan dat mama er niet was?

'Eet nou maar, Celeste,' zei ik.

Eindelijk hoorde ik het geluid van een auto die naar het huis reed. Waarom kwam er een auto? vroeg ik me af. Niemand kwam hier ooit zonder eerst te bellen, en mama had niet gezegd dat ze een klant verwachtte. Ik kon niet opendoen, niet als zij er niet bij was. Waar bleef ze toch?

Haastig stond ik op en liep naar de voordeur. Ik opende hem op een kier en tuurde naar buiten. Tot mijn grote verbazing zag ik mama uit een auto stappen. Toen ze buiten stond, draaide ze zich om en lachte naar iets. Het was een ander soort lach, anders dan haar pret over iets wat Baby Celeste had gedaan of gezegd. Dit was de luchtige, flirtende lach van een jong meisje. Ik spande mijn ogen in om te zien wie er achter het stuur zat, maar omdat er geen maan scheen vanavond, waren de schaduwen te zwart en compact om de identiteit van de man te achterhalen. Zijn silhouet was zelfs zo donker dat hij bijna een van onze geesten leek. Zou dat mogelijk zijn?

Ik zag dat mama naar binnen leunde voor ze het portier dichtdeed. Hoewel ik het niet kon horen, wist ik dat er iets gezegd werd, iets dat gevolgd werd door weer een lach en toen het dichtvallen van het portier. Ze bleef staan terwijl de bestuurder achteruitreed, keerde en naar de oprijlaan reed. Ze zwaaide, boog haar hoofd en liep naar het huis.

Ik deed de deur zacht maar snel dicht en tilde Baby Celeste op die me gevolgd was en naast me stond.

'We gaan verder met eten,' zei ik tegen haar en zette haar weer in haar kinderstoel toen mama binnenkwam.

Ik keek achterom toen ze bij de deur van de eetkamer was.

'Alles in orde?' vroeg ze. 'Eet de baby goed?'

'Ja, mama. Maar waar was je?'

'Ik kom zo beneden,' zei ze, in plaats van mijn vraag te beantwoorden, en liep naar de trap.

Ik ging weer zitten en wachtte. Baby Celeste was klaar met eten, klauterde uit haar stoel en kroop naar me toe. Mama kwam de trap af in haar ochtendjas en ging haar eten opscheppen. Baby Celeste en ik sloegen haar kalm en afwachtend gade.

'Ik denk dat het inmiddels koud geworden is, mama. Wil je dat ik het voor je opwarm?'

'Waarom zou ik dat willen? Sinds wanneer warm jij eten voor me op?'

'Ik dacht alleen...'

'Het is prima,' zei ze.

Ze at even zwijgend door en keek naar ons. Baby Celeste zat zo stil en rustig op mijn schoot dat het leek of ze veranderd was in een levensgrote pop.

'Moetje dat zien,' zei mama, 'zoals jullie me zitten aan te staren. Je zou denken dat ik dagen, weken, zelfs maanden was weggebleven.'

'Ik maakte me ongerust over je, mama. Het was al donker en je slaat nooit het eten over. Ik wist niet wat ik moest doen,' zei ik, niet in staat de paniek uit mijn stem te weren.

Ze trok een lelijk gezicht. 'Ik wil graag weten dat je meer lef in je lijf hebt dan dat. Je moet het hart en de moed van een man hebben. Ik wil niet datje opgroeit tot een van die watjes over wie ik de mensen hoor klagen als ze hier komen om hun remedies te kopen. Van nu af aan zal ik misschien vaker weg zijn en zul jij meer en meer de verantwoordelijkheid dragen. Ik wil graag weten of je daartegen bestand bent.'

'Ik begrijp je niet. Waarom zou je vaker weg zijn, mama?'

'O...' Ze maakte een gebaar met haar hand. Ze keek opzij en schudde haar hoofd tegen iemand die stond te luisteren naar ons gesprek.

Baby Celeste draaide zich om en streek met haar rechterwijsvinger over mijn oor.

'Zet haar neer,' beval mama nors.

Ik tilde haar van mijn schoot en zette haar op de grond. Ze bleef even verward staan en ging toen aan mijn voeten zitten. Mama haalde diep adem en blies de lucht uit tussen haar getuite lippen. Ze was kennelijk geërgerd, maar ik had geen idee waarom en wat ik had gedaan om haai' te irriteren.

Ze at nog wat gehakt en aardappelpuree, stopte toen even, en plotseling, alsof ze geen ergernis had laten blijken, glimlachte ze.

'Je raadt nooit wie ik tegenkwam tijdens mijn wandeling vandaag,' begon ze.

'Wie?' vroeg ik snel.

'Meneer Fletcher,' antwoordde ze.

Even dacht ik dat ik het me verbeeldde. Die naam, die familie, hun hele bestaan, waren uit mijn geheugen gewist. Eén keer - nou ja, meer dan twee jaar geleden - had ik de opmerking gemaakt dat ik Betsy Fletcher met een jongen in een geparkeerde auto had zien zitten bij het begin van onze oprijlaan. Mama werd woedend en verbood me zelfs maar te dénken aan de familie Fletcher. Ik mocht nooit tot aan de grens van hun grondgebied komen.

Ik zei niets. Ik staarde haar aan en wachtte met ingehouden adem.

'Hij zat op de veranda zijn krant te lezen toen ik aan de grens van zijn land kwam,' ging mama verder. 'Ik hoorde dat hij me groette en ik bleef even staan en keek zijn richting uit. Zodra ik dat deed, stond hij op en sprong de veranda af als iemand die in tientallen jaren geen levende ziel meer had gezien. Ik moest lachen om zijn jongensachtige enthousiasme.'

'Wat wilde hij?' vroeg ik fluisterend, met hese stem.

'O, hij was heel aardig. Hij wilde weten hoe het met me ging, hoe het met jou ging. Hij praatte zo snel dat ik geen tijd had om een vraag te beantwoorden voor hij alweer een volgende stelde. Hij zei dat hij goede dingen had gehoord over mijn geneesmiddelen en wilde me verzekeren dat hij, ook al was hij apotheker en verstrekte hij chemische medicijnen, veel vertrouwen had in wat hij oude panaceeën noemde. Hij vertelde me dat zijn moeder een middel had tegen verkoudheid dat van generatie op generatie was overgegaan. De ingrediënten bevatten nootmuskaat en honing, melk en oude bourbon.'

'Maar waarom was hij zo vriendelijk? Was hij niet kwaad meer omdat ik de politie niet had verteld wanneer ik Elliot voor het laatst gezien had? Je weet toch nog hoe kwaad de politie toen op me

was?'

'Nee, nee, er is geen onaangenaam woord gevallen, behalve na-tuurlijk over zijn problemen met dat afschuwelijke kind.'

'Hoe bedoel je?'

'Zijn dochter, Betsy. Je weet wel wat ik bedoel, Noble. Je weet hoe ze geworden is en dat ze haar vader alleen maar verdriet heeft gedaan. Ik had werkelijk medelijden met hem. Een man heeft behoefte aan het meelevende oor van een vrouw als hij iemand in vertrouwen wil nemen over de moeilijkheden die hij heeft met zijn kinderen. Als hij geen vrouw heeft, en die heeft meneer Fletcher niet, gaat hij op zoek naar de eerste de beste vrouw die sympathie toont.

'Bovendien,' ging ze verder, 'kunnen we elkaar troosten want we hebben allebei een kind verloren.'

Maar ze had het over David Fletcher, Elliots vader, wilde ik eruit flappen. Dit waren de man en de familie van wie je me zo vaak ver-telde dat ze omringd waren door het kwaad. Dit waren de mensen met wie je me verboden had te praten, weetje nog? Dit was de man die, zoals je de politie vertelde, zelf verantwoordelijk was voorde problemen van zijn kinderen. Hoe kon ze zo lang iets zeggen en ge-loven en dan plotseling van idee veranderen?

Belangrijker nog, waarom?

'Kijk me niet zo aan, Noble. Het is slecht om geen medelijden te lonen met mensen die verdriet hebben. Bovendien had ik die man nog nooit echt ontmoet, nog nooit lang genoeg met hem gesproken om zijn gevatheid en intelligentie te appreciëren.

Ik keek even naar Baby Celeste. En zij dan? Hoe zat het met het feit dat ze Dave Fletchers kleindochter was, een kleindochter van wie hij het bestaan niet vermoedde, een kleindochter die we voor hem verborgen hielden?

'Hij is ook erg beleefd. Hij maakte zich zo bezorgd dat ik in het donker terug zou moeten lopen, dat hij erop stond me naar huis te rijden, ondanks mijn protest. Hij smeekte me bijna het hem toe te staan.

'Ik begrijp niet waarom zijn vrouw hem in de steek heeft gelaten. En je zou toch denken dat hij inmiddels wel een andere vrouw zou hebben gevonden, niet?'

ik probeerde te slikken, maar kon hel niet. Ik schudde mijn hoofd. 'Ik weet het niet, mama.'

Ze knikte, glimlachte en leunde achterover. 'Ik wel. Ik wel.'

'Wat bedoel je, mama?'

'Wat bedoel je, mama?' bootste ze me na. 'De eerste Celeste was heel wat slimmer dan jij, Noble. Ze liet me altijd verbaasd staan met haar inzicht, en hoeveel sneller ze de dingen doorhad dan jij, maar het verbaast me niet langer. Je concentreert je niet voldoende. Je vraagt te veel.'

De tranen sprongen in mijn ogen, verwarde tranen die niet wisten in welke richting ze over mijn wangen moesten rollen. Huilde ik als Noble, wiens gevoelens gekwetst waren door de vergelijking, of huilde ik om mezelf, voor eeuwig teloorgegaan in mama's geest, voor eeuwig begraven in dat graf?

'Het is niet mijn bedoeling te veel te vragen, mama. Ik... ik begrijp het alleen niet.'

'Je hoeft het niet te begrijpen. Doe gewoon wat ik zeg, en accepteer wat ik wil datje accepteert,' snauwde ze en stond op. 'Breng het kind naar de zitkamer. Ik wil alleen zijn.' Ze begon de tafel af te ruimen.

Langzaam kwam ik overeind, tilde Baby Celeste op en droeg haar snel de kamer uit. Terwijl ze zat te spelen, luisterde ik en hoorde mama mompelen. Op een gegeven moment hoorde ik haar lachen en daarna werd het stil. Toen ze klaar was in de keuken, ging ze naar boven, zonder zelfs even bij ons te komen kijken. Het was heel ongewoon allemaal. Zelfs Baby Celeste besefte dat er iets veranderd was. Ze hield op met spelen en kwam naar me toe, legde haar hoofd op mijn schoot en hief het toen weer op om me in de ogen te kijken.

Ik luisterde of ik mama hoorde terugkomen, maar ze kwam niet meer de trap af, dus pakte ik Baby Celeste op en ging naar boven. Mama was weer in haar slaapkamer. Deze keer was de deur gesloten. Ik bleef staan luisteren. Ze praatte zachtjes. Ik klopte en het werd stil.

'Wat is er?'

'Moet ik Baby Celeste naar bed brengen?'

'Ja, ja. Denk eraan haar gezicht te wassen,' zei ze ongeduldig. Ze repte met geen woord erover dat ze haar zou komen instoppen, zoals ze elke avond deed.

Ik kleedde Baby Celeste uit, waste haar en legde haar in bed, stopte haar toen zelf in en gaf haar een nachtzoen. Ze klemde een van haar poppen - haar lievelingspop - in haar armen en lachte naar me.

'Celeste,' zei ze.

'Wat?' vroeg ik. Mijn hart stond even stil en begon toen weer te kloppen. 'Wat zei je?'

'Celeste.'

Ik dacht dat ze mij bedoelde. Ik dacht dat ze door een wolk heen brak die zo dik en donker was dat niemand die kon doorboren. Wat een verrukking! Dit was echt een boodschap uit de andere wereld. Ik was intens blij, maar toen hief ze de pop op en zei: 'Celeste.'

Ze bedoelde mij helemaal niet. Ze had haar pop haar eigen naam gegeven.

'O,' zei ik teleurgesteld, maar met een glimlach voegde ik eraan toe: 'Ja, Celeste.'

Ik raakte de pop liefdevol aan en ze omhelsde hem en lachte naar me. Ik gaf haar een zoen op haar voorhoofd, trok haar deken recht, zei haar welterusten en ging weg.

Even bleef ik in de gang staan, aarzelend waar ik naartoe zou gaan en wat ik moest doen. Toen liep ik terug naar de deur van mama's kamer en klopte aan. Ze deed open.

'Wat is er?'

Ik was sprakeloos. Ze droeg een blauwgroen getailleerd truitje en een bijpassende rok, maar de rok was veel korter dan ze sinds papa's dood had aangetrokken. Het viel me ook op dat ze geen beha droeg en de v-hals van haar trui meer onthulde dan ooit tevoren. Ze had haar haar naar achteren gekamd,waardoor de lange gouden oorbellen met een kleine robijn in het midden goed zichtbaar waren. Ze waren van haar moeder. Ze had zich opgemaakt met rouge, eyeliner en helrode lippenstift.

'Wat wil je?' vroeg ze. 'Blijf me daar niet staan aanstaren als ik je iets vraag, Noble. Nou?'

'Baby Celeste ligt in bed,' zei ik.

'O, goed. Heel goed, Noble.' Ze wilde de deur dichtdoen.

'Waarom ben je zo mooi aangekleed?' vroeg ik.

Ze zweeg even en keek alsof ze overwoog of ze wel antwoord zou geven.

'Ik ga uit,' zei ze.

'O? Waar naartoe? Nu?' vroeg ik. Ik voelde me niet op mijn gemak onder haar indringende blik, maar ik wilde niet zomaar weglopen.

Haar gezicht verzachtte wat. 'Ik heb besloten een uitnodiging te accepteren. Hij wil met me naar The Lodge, een klein hotel aan een meer in Greenfield Park. Ik ben daar jaren en jaren geleden een keer met je vader geweest, en ik herinner me dat het restaurant en de bar ramen hadden die uitkeken op het meer. Op een avond als deze moet dat heel aangenaam zijn. Ik heb hem net gebeld.'

'Hem?'

De gedachten tolden door mijn hoofd. Bedoelde ze papa? Wie had dat haar gevraagd?

'Meneer Fletcher. Dave. Hij voelt zich vanavond erg depressief. Die lastige dochter van hem, Betsy, is weer weggelopen. Het beste zou natuurlijk zijn als ze voorgoed wegbleef, maar dat doet ze niet. Ze gaat er vandoor met een of andere waardeloze man en komt terug als haar belangstelling voor hem verdwenen is of hij geen geld meer heeft.' Ze zweeg even en glimlachte. 'Ik wist natuurlijk dat dat vandaag zou gebeuren. Ik noem het een gouden kans.'

Ik was zo sprakeloos als iemand die net een klap op zijn hoofd heeft gekregen met een steen.

'Kans waarop?' bracht ik er eindelijk uit.

Ze schudde haar hoofd. 'Ga slapen, Noble,' was haar enige antwoord, en voor ik verder nog iets kon zeggen sloeg ze de deur voor mijn neus dicht.

Ik liep naar mijn kamer en ging op de rand van het bed zitten, verdwaasd en verward. Ongeveer tien minuten later hoorde ik haar uit haar kamer komen en de trap aflopen. In plaats van haar te volgen, keek ik uit het raam. En ja, hoor, ik zag een auto over onze oprijlaan rijden. Beneden ging de voordeur open en dicht en ik kreeg mama in het oog. Zodra ze in de buurt van de auto kwam, stapte Dave Fletcher uit en liep haastig naar de andere kant om het portier voor haar open te houden. Zij stapte in en hij stapte in en ze reden weg; de achterlichten verdwenen rond de bocht bij de ingang van ons grondbezit.

Ik had geen idee waarom, maar ik had het gevoel dat mijn ribben in een ijzige kooi waren veranderd.

Ik hoorde luide stemmen binnen in me, waarvan vooral één luid klaagde.

Ik dacht dat het Noble was.

'Ze denkt zelfs niet meer aan me. Absoluut niet,' zei hij.

Of was dat mijn eigen stem?

Per slot waren we allebei dood en begraven. Hij lag buiten in een graf.

En ik bevond me in een lichaam dat niet langer dat van mijzelf mocht zijn.

Ze dacht niet langer aan een van ons beiden.