12
Hannah parkeerde haar auto voor de supermarkt op Einde Were en wandelde naar de gevangenis. Voor de imposante ingangsdeur van de Nieuwe Wandeling wachtte Sven Oorts haar op. Hij wees naar een parkeerplaats die hij voor haar had vrijgehouden.
‘Ik had behoefte aan frisse lucht’, zei Hannah.
Een cipier schreef hun namen in het gastenregister en ze volgden de man naar de bezoekersruimte, waar op dat moment van de dag nooit iemand was.
Hannah verwonderde zich telkens ze hier kwam over de vreemde sfeer die in de grote zaal heerste. Met die rode plastic stoeltjes, vierkante blankhouten tafeltjes, lichte vloertegels en grote vensters leek het wel een klaslokaal in een lagere school. De plant in het midden was waarschijnlijk bedoeld om een gevoel van huiselijkheid te geven. Aan een tafeltje in de hoek zat een man met kortgeknipt blond haar. Hannah schatte hem ergens einde veertig. Hij zat bedachtzaam in een kopje koffie te roeren en leek zich niet bewust te zijn van hun aanwezigheid. Sven Oorts stapte op hem af.
‘Meneer Vereecken?’ zei hij. De man schrok op uit zijn overpeinzingen en stond abrupt recht, zodat zijn stoel tegen de vloer kletterde.
‘Sorry’, zei hij terwijl hij de stoel rechtzette. ‘Ik had jullie niet zien binnenkomen. Thibault Vereecken.’ Hij schudde Hannah en Sven de hand en nodigde hen uit om te gaan zitten.
‘Dit is inspecteur Maes’, zei Sven Oorts. ‘Ze is meegekomen omdat ze aan een zaak werkt waar Caroline Rosier misschien bij betrokken is.’
Thibault Vereecken schudde zijn hoofd, nam zijn kopje en liet het restje koffie ronddraaien.
‘U hebt me verkeerd begrepen’, zei hij. ‘Caro heeft niets verkeerds gedaan. Ik ben alleen bezorgd om haar.’
Sven Oorts leunde achterover in zijn stoel en vouwde zijn handen over zijn buik.
‘Waarom bent u bezorgd om haar?’ zei hij.
Vereecken wees met zijn kin naar Hannah.
‘Moet zij er echt bij zijn?’ vroeg hij. ‘Ik weet niet…’
‘Ze moet er bij zijn’, zei Sven Oorts kort. ‘To the point nu. Waarom heb je me gebeld in verband met Caroline Rosier?’
Thibault Vereecken keek achtereenvolgens beide agenten aan, dronk zijn kopje leeg en liet het gedurig van de ene in de andere hand rollen.
‘Caro is begin van deze week hier geweest’, zei hij.
‘Wanneer?’ Hannah overliep in gedachten de gebeurtenissen van de voorbije week. Op maandag had ze in de tearoom gewacht op Caroline Rosier en sindsdien was ze spoorloos.
‘Maandagnamiddag,’ antwoordde Thibault Vereecken, ‘rond een uur of vijf. Ik verwachtte niemand meer, dus het was een ver rassing toen ze me uit mijn cel haalden.’
‘Hoe kent u mevrouw Rosier eigenlijk?’ vroeg Hannah.
Vereecken keek naar het plafond en zoog zijn wangen hol. Dan leunde hij naar voor met zijn handpalmen tegen elkaar en zijn vingers onder zijn kin.
‘We hadden een relatie’, zei hij, met een vreemd trekje om zijn mond. ‘Hoewel… Relatie is waarschijnlijk een te groot woord voor wat het was. Caro is een zakenvrouw, ze wil geld verdienen, rijk worden. Toen ik haar leerde kennen, was ik een succesvol consultant bij verschillende bedrijven.’ Hij zuchtte diep. ‘En zoals vaak gebeurt in die sector: op een bepaald moment ging het fout. Een bedrijf waar ik voor werkte vond dat ik te veel geld had gespendeerd voor een te pover resultaat. Vanaf dan ging het pijlsnel naar beneden.’
Thibault Vereecken keek Sven Oorts aan. ‘Dit komt nergens in een verslag, hè? Kan ik daar op rekenen?’
‘Je hebt gefraudeerd?’ vroeg Hannah.
Vereecken negeerde Hannah en sprak met aandrang tegen Sven.
‘Ik wil niet dat er iets in een verslag komt van wat ik vandaag vertel. Kan ik daar op rekenen?’ Hij benadrukte de laatste zin en hield zijn blik strak op Sven gericht. ‘Wie is zij eigenlijk?’ Hij wees over zijn schouder met zijn duim naar Hannah.
‘De zedenrecherche’, antwoordde Sven Oorts. ‘We zijn hier niet in verband met een fraudezaak. Inspecteur Maes en ik zijn op zoek naar Caroline Rosier omdat ze misschien betrokken is bij een zedenzaak.’
‘Een zedenzaak?’ Thibault Vereecken schoot in de lach. ‘Hebben jullie het dan eindelijk toch uitgevogeld?’
‘Wat uitgevogeld?’ vroeg Hannah.
De man roffelde met zijn vingers op het tafelblad en keek rond. In de hoek van de zaal ging een deur open en een paar gedetineerden kwamen binnen met bezoekers in hun kielzog.
‘Het zit hier zo meteen bomvol’, zei Thibault Vereecken. ‘Ik ga even vragen of we ergens anders kunnen gaan zitten.’ Hij liep naar de cipier die tegen de deuropening aanleunde en voerde een kort gesprek. Dan wenkte hij de agenten. Ze werden naar een kamertje gebracht dat uitgaf op dezelfde gang, waar een oude zwarte sofa stond en een paar ijzeren stoelen. Thibault Vereecken liet zich op de sofa neerploffen en wees naar de stoelen.
‘Ga zitten’, zei hij glimlachend.
‘U had een relatie met Caroline Rosier, maar u had ook geen werk en geen geld meer.’ Hannah ijsbeerde door de kamer en bleef naast Thibault Vereecken staan, die bevestigend knikte en zijn handen op zijn knieën legde.
‘In die tijd werkte ik als freelance consultant voor een groot bedrijf. Een overheidsbedrijf nota bene. Ik geef toe dat ik een tikkeltje creatief was met hun budgetten en een aardige cent verdiende aan vadertje staat. Toen de directie in de mot kreeg wat er gebeurde, hebben ze me aan de deur gezet, maar ze hebben er geen zaak van gemaakt. Ik veronderstel dat ze liever niet hadden dat de belastingbetaler te weten zou komen hoe er met zijn centen gemorst wordt.’ Hij lachte schamper en keek de agenten aan met een schittering in zijn ogen.
‘Dat waren nog eens tijden’, besloot hij en leunde achterover met zijn armen over de leuning van de sofa gespreid.
‘Caro was not amused want ik had plots geen geld meer. Ze drong erop aan dat ik snel ander werk zou zoeken, maar de directie van dat overheidsbedrijf had ervoor gezorgd dat mijn naam overal gekend was. En niet in positieve zin, als u begrijpt wat ik bedoel.’
Hij vouwde zijn handen achter zijn hoofd en keek naar het plafond.
‘Ik had een andere job nodig en kwam op het idee om iets te doen met KMO-Event, het bedrijf van Caro.’
Het was duidelijk dat de man een geboren verteller was die mensen kon boeien met zijn verhalen. Hannah leunde tegen de muur en keek Vereecken glimlachend aan. Hij was een aantrekkelijke man met een bijzonder innemende glimlach. ‘Een geboren verleider ook’, dacht ze. Ze wierp een blik op Sven Oorts die wat stijfjes op zijn stoel zat en Vereecken met sceptische blik gadesloeg.
‘Caro, moet u weten, had een neus voor mooie, slimme meisjes’, vervolgde Vereecken zijn verhaal. ‘Studenten, meisjes die meededen aan missverkiezingen, modellen… Op een of andere manier kreeg ze het altijd voor elkaar om ze voor haar te laten werken. Ze betaalde niet meer dan andere bureaus, maar kreeg heel veel los van haar klanten. Kleding, cosmetica, een auto… Bovendien had ze overal connecties, zodat de meisjes, naast hun hostessenwerk, ook al eens een fotoshoot mochten doen voor een reclamefolder of zo. Zoiets gaat rond in het modellenwereldje en Caroline had nooit gebrek aan goede werkkrachten. Dat ze bloedmooie meisjes had, ontging natuurlijk ook haar klanten niet. Caroline had zich volledig op het wereldje van de middelgrote ondernemingen gestort – zelfstandigen die hun eigen zaakjes regelden en waar je dus niet terechtkwam bij een marketingverantwoordelijke met wie geen deals te sluiten zijn. Die zelfstandigen hadden geld, vaak meer dan je zou vermoeden, en Caroline wist hoe ze de samenwerking voor beide partijen interessant kon maken.’
Hij stopte met praten en keek Hannah en Sven aan. ‘Zoals ik al zei, dit komt niet in een rapport. Ik wil niet dat Caroline in de problemen komt en ik ontken alles wat ik hier gezegd heb als ik erover ondervraagd word.’
Sven Oorts knikte en maakte met zijn hand een gebaar dat hij mocht doorgaan met zijn verhaal.
‘Het was geen wonder dat de mannelijke klanten niet alleen geïnteresseerd waren in de kwaliteiten als hostess van Carolines meisjes. Ze kreeg meer dan eens de vraag wat het moest kosten om een avond of een nacht met een van haar meisjes door te brengen. Aanvankelijk hield Caro de boot af. Ze had een hekel aan dat soort zaken. U moet weten dat ze alleen met haar moeder is opgegroeid en dat ze het niet gemakkelijk heeft gehad in haar jeugd. Die moeder was naar het schijnt een mooie vrouw die veel mannen aantrok, maar vaak de verkeerde. Caro stond negatief tegenover mannen in het algemeen en al helemaal tegenover mannen die hun vrouw bedrogen. Blijkbaar heeft ze in haar jeugd dingen meegemaakt die haar voor het leven hebben getekend.’
Thibault Vereecken wreef in zijn handen en krabde even in zijn haren.
‘Wat nu volgt, is alleen voor jullie bestemd’, zei hij. ‘Ik ben ongerust want ik heb het idee dat Caro in de problemen zit, maar ik wil niet dat er haar door mijn schuld ooit iets ten laste wordt gelegd. Het hele plan was mijn idee en ik zit al in de gevangenis. Knoop dat goed in jullie oren.’
Hannah wierp een snelle blik op Sven Oorts, die achterover geleund in zijn stoel zat en bedachtzaam over zijn kin wreef. Sven tikte een paar keer met zijn wijsvinger tegen zijn lippen en knikte uiteindelijk.
‘Oké’, zei hij. ‘Laat horen.’
‘Zoals ik al zei hadden die mannen geld, veel geld,’ zei Vereecken, ‘maar ze waren ook stuk voor stuk getrouwd met een vrouw die samen met hen de zaak runde. Veel van die mannen waren op een bizarre manier financieel afhankelijk van hun vrouw. De dames hadden minstens de helft van de aandelen of ze hadden een huwelijkscontract dat hun man geruïneerd zou achterlaten ingeval van een scheiding… Omdat ze als koppel in een zaak stonden, zaten ze anderzijds ook voortdurend op elkaars lip. Die mannen konden geen kant uit om eens naast de spreekwoordelijke pot te pissen, en dat is nu juist waar een man behoefte aan heeft als hij de hele tijd opgesloten zit met een en dezelfde vrouw…’
Thibault Vereecken grinnikte en wreef een paar keer stevig over zijn bovenbenen. Hannah had nog geen seconde op haar horloge gekeken. Ze genoot van zijn manier van vertellen.
‘Caroline bedacht een plan…’ Hij stopte abrupt met praten en keek de agenten met een valse glimlach aan. ‘Sorry. Ik bedacht een plan. Als die mannen zo graag iets met die meisjes wilden, dan konden wij daarvoor zorgen. Maar Caroline had liever niet dat de meisjes echt met die venten moesten slapen, daar was ze principieel tegen. Ik had er niet zo’n problemen mee, maar soit, zij wilde geen pooier zijn, zei ze altijd.’
Thibault Vereecken ging wat verzitten en ademde diep in.
‘Het ging zo: als een man Caroline vroeg om een meisje een avond met hem te laten doorbrengen, zorgde zij ervoor dat er een afspraak geregeld werd. Ze bedacht zelfs een weekendje-weg voor de vrouw en gaf de man de telefoonnummers, adressen en rekeningnummers waarop voor dat weekend betaald moest worden… In de marketing heet dat een package deal. Voor de ronde som van 2000 euro kregen ze een weekend met een bloedmooie griet én was hun vrouw van het toneel verdwenen.’
Sven Oorts grinnikte.
‘Alleen wisten ze niet wat hen te wachten stond.’
Thibault Vereecken stak een vinger op en wees met een ondeugende blik in zijn ogen naar Sven.
‘Helemaal juist. Het meisje in kwestie ging op zaterdagavond langs bij meneer. Ze vroeg meteen om haar centjes, want ze wilde er zeker van zijn dat ze betaald werd. Caroline drukte de mannen op het hart om de euro’s in een witte envelop te stoppen, en dat deden ze stuk voor stuk heel braafjes. Het meisje nam de envelop aan en legde ze op een goed zichtbare plaats. Dan vroeg ze of ze alsjeblief sushi mocht bestellen. Die heren zaten blijkbaar zo met seks in hun hoofd dat geen van hen eraan gedacht had om iets te koken voor het meisje en ze stemden er zonder problemen mee in om iets te bestellen. De meisjes belden een nummer en kwamen bij mij terecht. Hun vraag om ‘sushi’ was het teken dat de envelop overhandigd was en dat ik mocht komen.’
Thibault Vereecken stond recht en rekte zich uit. Hij keek door het raam dat op de binnenplaats uitgaf.
‘De rest laat zich wel raden, zeker? Ik kwam langs, bedreigde de man met een pistool – een neppistool overigens – en eiste geld. Op tafel lag steevast een witte envelop die ik meteen in mijn binnenzak stopte. Meestal hadden die mannen nog wat meer geld in huis, dat ik dan ook maar meenam. Je kunt je niet voorstellen hoeveel zwart geld er verborgen zit in kluizen bij mensen thuis. Het meisje sloeg op de vlucht en stond dus verder buiten verdenking. Ik droeg een vermomming, zodat niemand me zou herkennen. Caroline gaf de meisjes een vergoeding – zo’n vijfhonderd euro – en stak de rest in haar zak. En in de mijne.’
Sven Oorts stond ook op en ging naast Thibault Vereecken staan. ‘Je hebt er dus meer dan een op die manier te grazen gehad?’
Thibault Vereecken draaide zijn hoofd en glimlachte naar Sven.
‘Nee hoor, één. Leblanc.’
‘Ik vraag me af waarom er niet meer mannen aangifte gedaan hebben’, zei Sven Oorts alsof hij niet gehoord had wat Vereecken zei.
‘Tja’, zei hij. ‘Veel te verliezen zeker? Als het vrouwtje te weten zou komen waar meneer mee bezig was tijdens haar uitje…’
Hij richtte zich nadrukkelijk tot Hannah. ‘Waarmee ik niet wil zeggen dat er meer waren.’
Hannah knikte. ‘Ik kan me niet voorstellen dat Rosier zomaar elk meisje inschakelde…’
Thibault Vereecken schudde zijn hoofd. ‘Ze had een paar vertrouwelingen’, zei hij.
‘Namen?’ vroeg Hannah.
Thibault Vereecken blies zijn wangen op en schudde zijn hoofd.
‘Eerlijk gezegd geef ik die liever niet’, zei hij. ‘Dan breng ik die meisjes in diskrediet…’
Hannah keek hem onderzoekend aan. ‘Je vertelde dat Caroline Rosier bang was. Intussen is ze al een paar dagen spoorloos. Ik denk dat je ons beter alles vertelt.’
‘Ze heeft gelijk’, zei Sven Oorts terwijl hij een hand op Vereeckens schouder legde. ‘Ik wil jullie zoveel mogelijk buiten schot houden, maar om verder te geraken moeten we alles weten.’
‘Ik heb een voorstel’, zei Vereecken. ‘Jullie zeggen een naam en ik zeg of ze al dan niet betrokken was.’
Hannah schudde haar hoofd. ‘Dan zijn we uren bezig. Ik vermoed dat er een Slavische bij was? Een Irina Kopylova.’
Thibault Vereecken knikte. ‘Zij kwam er als laatste bij’, zei hij.
‘Irina Kopylova is net als Rosier spoorloos,’ zei Hannah, ‘en het is mogelijk dat de twee verdwijningen met elkaar te maken hebben.’
Vereecken knakte de gewrichten van zijn vingers en keek Hannah en Sven een beetje hulpeloos aan. Hij was zijn ‘cool’ nu wel een beetje kwijt.
‘Caroline wilde geen namen noemen toen ze hier was’, zei hij. ‘Ze vertelde dat ze bedreigd werd, maar ze wilde niet vertellen door wie. Volgens haar was het allemaal te gevaarlijk en ze was bang om nog dieper in de problemen te geraken. Ze was erg verward, maar als ik het goed begreep, zat ze echt in de miserie sinds de politie haar in verband had gebracht met die overvallen.’
‘Wie waren de andere meisjes?’ vroeg Hannah.
‘Mouche, een mulatje,’ antwoordde Vereecken, ‘maar die had wat minder aantrek bij die mannen. Ze waren vooral verlekkerd op de derde…’
Hij zweeg en beet op zijn lip maar Hannah zag een lichte glimlach om zijn lippen verschijnen.
‘Beloven jullie dat er niets van dit gesprek uitlekt?’ vroeg hij. ‘Niet naar de politie en zeker niet naar de pers?’
‘Voor wie houd je ons?’ vroeg Sven Oorts. Hij stond nu tegen de muur geleund met zijn armen voor zijn borst gevouwen.
‘Valerie Pirard.’ De naam hing als een tekstballonnetje in de ruimte.
‘Was zij bij Leblanc?’ vroeg ze.
Vereecken knikte. ‘Ze speelde het spel ontzettend goed’, zei hij. ‘Liep elke keer gillend het huis uit als een geboren actrice. Die Leblanc is nadien zelfs nog naar Caroline gegaan met een envelopje voor Valerie. ‘Tegen de schrik’, zei hij. Vereecken moest onwillekeurig lachen. ‘Ze moesten eens weten!’
‘Ik snap niet dat er nooit iets uitlekte’, zei Hannah. ‘Die zelfstandigen kennen elkaar toch? Ze praten…’
Thibault Vereecken schudde zijn hoofd. ‘Niet over dat soort zaken’, zei hij. ‘Ik ben er zeker van dat ze in geuren en kleuren zouden uitweiden over hun avontuur met zo’n meisje als ze niet overvallen waren, maar nu was het te riskant. Stel dat ze het aan een andere man vertelden en die liet iets los tegenover zijn vrouw… En dan zouden die vrouwen onderling over de overval praten… Nee. We waren er zeker van dat niemand zijn mond zou opendoen.’
‘Waar denk jij dat Rosier zit?’ vroeg ze. ‘Thuis doet ze niet open en haar kantoor is al een paar dagen gesloten. Zijn er andere plaatsen waar ze naartoe kan?’
Vereecken schudde zijn hoofd. ‘Ze heeft weinig vrienden’, zei hij. ‘Op haar evenementen lijkt ze heel dik te zijn met de gastvrouwen, maar dat is schijn. Caro is eigenlijk een eenzame vrouw.’
Ze hoorde spijt en bezorgdheid in zijn stem.
‘Familie?’ vroeg Hannah.
‘Zoals ik al zei is ze opgevoed door haar moeder, maar die is twee jaar geleden overleden. Ze heeft geen broers of zussen en van andere familie weet ik niets.’
‘Waar woonde die moeder?’ vroeg Hannah. Ze haalde een notaboekje uit de achterzak van haar jeans en noteerde.
‘Ergens aan de kust’, zei Vereecken. ‘Ik denk dat Caroline me ooit vertelde dat ze oorspronkelijk uit Sint-Idesbald kwam, maar ze nam mij nooit mee als ze bij haar moeder op bezoek ging.’
‘Sint-Idesbald’, herhaalde Hannah. ‘Maar die moeder leeft dus niet meer.’
‘Volgens mij moet Caroline haar huis geërfd hebben’, zei Vereecken. ‘Maar waar dat staat… volgens mij was haar moeder aan het einde van haar leven verhuisd. Ik zou het niet weten.’
‘Heb je nog contact met die meisjes van KMO-Event?’ vroeg Hannah.
Vereecken schudde zijn hoofd. ‘Niks meer van gehoord’, zei hij. ‘Ze kenden me trouwens niet persoonlijk. Caroline heeft hen altijd wel verteld hoe de overval in zijn werk zou gaan, maar ze heeft nooit mijn identiteit prijsgegeven.’
‘Iemand heeft uw job blijkbaar overgenomen toen u in de gevangenis terechtkwam’, zei Hannah. ‘Enig idee wie?’
De man haalde zijn schouders op. ‘Geen flauw idee’, zei hij. ‘Ik wist zelfs niet dat Caroline dat hele plan wilde voortzetten. Dat heb ik pas beseft toen ze me kwam opzoeken.’
‘Was het de eerste keer dat ze op bezoek kwam?’ Hannah zag dat Vereecken het moeilijk kreeg. Hij wiebelde op de bal van zijn voeten en keek naar de vloer.
‘We hadden afgesproken dat ze me nooit zou opzoeken’, zei hij. ‘Ik wilde niet dat ze met mij in verband zou gebracht worden en dat alles toch nog zou uitkomen. Caroline…’
Hij keerde zich naar het venster en leunde met zijn voorhoofd tegen het koude glas.
‘Het klinkt misschien pathetisch, maar Caro was mijn grote liefde’, zei hij. ‘Er bestaan geen twee mensen die meer van elkaar verschillen dan wij. Caroline is een streber, iemand die vooruit wil komen in het leven. Ze werkte altijd hard en ze keek niet om. Ik was een player, zag het leven van de vrolijke kant. Ik wilde snel veel geld verdienen en dan verhuizen naar een warm land om daar in alle comfort en zonder nog een klap uit te voeren – liefst samen met Caro – oud te worden. Zij lachte altijd om die dromen.’ Hij zuchtte en draaide zich om. ‘Ik hield altijd meer van haar dan zij van mij’, zei hij gelaten. ‘Nu ze verdwenen is, maak ik me zorgen. Ik voel gewoon dat er iets grondig fout gelopen is. Dat is de enige reden waarom ik jullie dit allemaal vertel. Caroline was zichzelf niet toen ze hier maandag haar verhaal kwam doen. Ik heb haar nooit eerder bang gezien. Volgens mij heeft iemand haar gedwongen om dat hele opzet met die mannen in stand te houden. Die Oekraïense misschien? Pirard? Ik weet het niet.’ Hij stak hulpeloos zijn handen omhoog.
‘Je zei daarnet dat de miserie begon toen er politie bij Rosier over de vloer kwam’, zei Hannah. ‘Dat iemand blijkbaar bepaalde potjes gesloten wil houden. Heb je echt geen idee…’
Thibault Vereecken schudde spijtig zijn hoofd. ‘Ik weet echt niet wie haar bedreigt’, zei hij. ‘Is een van die mannen er achtergekomen? Een van de meisjes? De man die de overvallen nu pleegt? Wie zal het zeggen? Caroline wilde er niets over zeggen, alleen dat ze in de problemen zat. Misschien wilde ze gewoon haar verhaal kwijt aan de enige vriend die ze nog heeft...’
Hannah liep naar de man toe en gaf hem een hand.
‘Dank u voor de informatie’, zei ze. ‘Ik beloof dat we er discreet mee zullen omspringen. Ik laat iets weten als we Caroline vinden.’
Ze liep naast Sven Oorts zwijgend de gevangenis uit.
‘Moeten we een opsporingsbericht laten verspreiden via de televisie?’ vroeg ze toen ze weer buiten stonden.
‘Ik stel voor dat we eerst proberen uit te vissen waar de moeder van Rosier woonde en daar een kijkje gaan nemen’, zei Sven Oorts. ‘We weten nu hoe de zaak in mekaar zit, dus hoeft ze niet langer tegen ons te liegen over haar aandeel in die overvallen.’
‘Ik stel voor dat we mijn collega’s bij elkaar roepen’, zei Hannah. ‘Dan kunnen we dit weekend al een en ander in gang steken.’