7
De geur van nat wasgoed in de loft was adembenemend. Hannah stopte alle kleren in een zak en wandelde er mee naar de wasserette, waar op dat uur van de dag niemand meer was. Ze ging op de vouwtafel zitten met het volume van haar iPod zo hoog mogelijk. Gelukkig duurde de droogtrommelsessie niet lang. Buiten was het weer beginnen te regenen en er waaide een schrale noordenwind.
Ze had het zo koud dat ze besliste om voor de tweede keer die dag een bad te nemen. Een uur later veegde ze de condensatie van de badkamerspiegel om zich te kunnen opmaken. Ze trok nauwkeurig een lijntje zwarte kohl om haar ogen, zette haar wimpers aan met zwarte mascara en kamde haar haren naar achteren. De broek en het truitje die ze die namiddag gekocht had, leken haar plots tuttig en ouderwets. Ze trok een kort jeansrokje, een strak T-shirt en een jasje uit de zak met droge was, een outfit waarvan ze wist dat Kevin niets zou goedkeuren. Ze was net klaar met het stiften van haar lippen toen de bel ging. In de hal wachtte Sven Oorts haar op.
‘Wauw’, zei hij toen hij haar zag. ‘Je ziet er… euh… geweldig uit!’
Hannah haalde schijnbaar ongeïnteresseerd haar schouders op.
‘Ik heb honger’, zei ze. ‘Waar gaan we eten?’
Hij noemde de naam van een bekend restaurant in het centrum van de stad.
‘Ik heb gereserveerd’, zei hij. ‘Er was geen plaats meer, maar omdat ze me kennen heb ik toch nog een tafeltje kunnen versieren.’
Het restaurant zat vol met koppels die zacht en beschaafd converseerden. Niemand keek op toen Hannah en Sven binnenkwamen. Op de achtergrond klonk zachte loungemuziek en er heerste een ontspannen sfeer, waar Hannah meteen van hield.
‘Mooi’, zei ze, terwijl ze goedkeurend rondkeek.
De maître gaf hen een tafel achter in de zaal, van waaruit ze iedereen goed in het oog kon houden. Ze nipte van het glas champagne dat de ober voor haar had neergezet en trok een zuur gezicht.
‘Niet lekker?’ vroeg Sven Oorts geschrokken.
‘Jawel,’ antwoordde Hannah, ‘maar ik ben niet zo’n champagnemens.’
‘Zal ik wat anders voor je bestellen?’ Sven stak zijn hand al op om de ober te wenken, maar ze hield hem tegen.
‘Sven,’ zei ze een beetje gepikeerd, ‘ik wil niets anders. Ik wil eten.’
Ze las de ellenlange beschrijvingen van de gerechten op het menu dat voor haar lag.
‘Ik heb zin in rood vlees’, zei ze. ‘Met saus.’
‘Daar kan voor gezorgd worden’, zei Sven terwijl hij zijn menu sloot. ‘Oesters om mee te beginnen?’
Hannah legde het menu opzij, blij dat ze geen verdere keuzes hoefde te maken. Tien minuten later stonden er twee borden met oesters op tafel.
Ze praatten over koetjes en kalfjes. Hannah vertelde Sven hoe ver ze stonden met het onderzoek en hij legde haar uit waarom er in de andere zaken maar geen schot kwam.
‘We vonden nergens een spoor’, zei hij. ‘Geen vingerafdrukken, geen informatie uit het buurtonderzoek, niks. Slim van jou om dat evenementenbureau eens van dichtbij te bekijken. Het zou niet de eerste keer zijn dat zo’n bureau meisjes in dienst heeft voor meer dan alleen hostessenwerk. Ik snap niet dat wij daar niet aan gedacht hebben.’
‘We gaan maandag langs bij de eigenares’, zei Hannah. ‘Eens horen wat zij te vertellen heeft. Vind je het goed als we straks nog langs een bar gaan? Ik wil iets checken.’
‘Welke bar?’ zei Sven terwijl hij haar boven de schelp van een oester aankeek.
‘Mike’s’, zei Hannah. ‘Ken jij die? In de buurt van de Vlasmarkt.’
Sven knikte. ‘Ik ben er ooit geweest om de eigenaar te ondervragen in verband met een vechtpartij. Het is geen uitzuipkot, maar ook geen gewone bar. De meisjes die er werken…’
Hij trok een bedenkelijk gezicht. ‘Je ziet het straks zelf wel’, zei hij. ‘Het zijn in elk geval geen lelijke madammen die je daar tegen het lijf loopt. Veel bekend volk ook.’
Hannah hief haar glas witte wijn.
‘Dit is lekkere wijn’, zei ze. ‘Wat is het?’
Sven Oorts glimlachte. ‘Castell d’Encus’, zei hij terwijl hij met een goedkeurende blik de wijn in zijn glas walste. ‘Spaanse wijn.’
‘Je schijnt er wat van te kennen’, zei Hannah. Een ober schonk haar glas opnieuw vol.
‘Och, ik heb hier en daar wel wat opgestoken’, antwoordde Sven glimlachend. ‘Ik heb ooit stage gelopen in een klein gehucht in Frankrijk. Daar verveelde ik me zo dat ik een wijncursus ben gaan volgen en sindsdien school ik mij geregeld bij. Vorig jaar heb ik nog een cursus wereldwijnen gevolgd. En jij?’
‘Ik?’ Hannah schudde haar hoofd. ‘Ik heb nog nooit een wijncursus gevolgd. Ik drink het spul en proef of het lekker is.’
‘Dat bedoel ik niet’, zei Sven lachend. ‘Ik bedoel: wat doe jij zoal met je leven? Je hebt stage gelopen in de Verenigde Staten, niet?’
Hannah vertelde hem over haar tijd bij de politie in Chicago, waar ze veel had geleerd over specifieke opsporings- en ondervragingstechnieken. Ze praatten en aten, dronken een tweede fles wijn – een uitstekende Côte du Rhône deze keer – en toen de rekening betaald was en ze naar de uitgang liepen, voelde Hannah dat ze niet meer zo vast op haar benen stond.
‘Ik wil absoluut nog een kijkje nemen in die bar’, zei ze. ‘Ga je nog mee of houd je het voor bekeken?’
‘Ik laat een dame niet alleen over straat lopen,’ zei Sven Oorts lachend, ‘laat staan dat ik haar alleen een louche bar laat binnengaan.’
Gearmd liepen ze naar de bar, waar een portier hen binnenliet in een zwak verlichte hal. In ruil voor hun jassen kregen ze allebei een gele jeton. Sven ging Hannah voor door een rood fluwelen gordijn waarachter een donkere ruimte lag met een podium. Een schaars geklede dame kronkelde zich sensueel rond een paal.
‘Dit soort bar dus’, zei Hannah. Ze wees naar een vrij tafeltje in een hoek en trok Sven met zich mee.
‘Voor mij Drambuie met ijs’, bestelde ze bij een meisje in een kort zwart jurkje. Sven bestelde een single malt van de kaart en ze keken samen naar het podium, waar nu twee meisjes rond eenzelfde paal dansten.
‘Vind jij dat sexy?’ Hannah wees met haar glas in de richting van het podium.
‘Best wel’, zei Sven. ‘Op voorwaarde natuurlijk dat ik de vrouwen aantrekkelijk vind.’
Er werd slap geapplaudisseerd toen de danseressen het podium verlieten. Hannah boog zich naar Sven en wilde hem nog iets vragen, toen plots de podiumlichten gedoofd werden en de weemoedige klanken van een altsaxofoon door de bar klonken. Ze spitste haar oren en ging rechtop zitten. Een volgspot floepte aan, zocht zijn weg en bleef rusten op een slanke vrouw met lange benen op een eenzame kruk in het midden van het podium. Ze was gekleed in een kort zwart shortje met daarop een strak, roodglimmend vestje en in haar handen een grote altsaxofoon. Haar gezicht was onzichtbaar door de hoed die diep over haar ogen was getrokken, maar Hannah wist zeker dat het Irina Kopylova was, die ze eerder die dag gesproken had. Ze wees naar het podium.
‘Het meisje op het podium werkt bij dat evenementenbureau’, zei ze. ‘Irina Kopylova. Uit Oekraïne.’
Sven knikte. ‘Zij zou het mij bijvoorbeeld geen twee keer moeten vragen’, zei hij terwijl hij op zijn beurt met zijn glas naar het podium wees.
Hij lachte om Hannah’s verontwaardigde blik. ‘Je vroeg me toch wie ik sexy vond?’ zei hij met een onschuldig gezicht. ‘Toevallig val ik op vrouwen die saxofoon spelen.’
Hannah zag hoe alle mannen in de bar geïnteresseerd naar het podium keken. De Oekraïense maakte bij het publiek blijkbaar iets los, wat de paaldanseressen niet gelukt was.
‘Ze is inderdaad sexy’, zei ze tegen Sven.
Irina was intussen opgestaan en al spelend naar het midden van het podium gewandeld, waar ze nu met gespreide benen de zaal compleet in de ban stond te spelen. Toen het nummer eindigde, barstte er een daverend applaus los in de zaal. Ze zette haar saxofoon in een standaard, maakte een buiging, zette haar hoed af en wandelde heupwiegend het publiek in. Bij het tafeltje van de agenten bleef ze wijdbeens voor Sven staan en hield hem plagerig de hoed voor.
‘Als de politie-inspecteur geld heeft om hier te drinken, heeft ze vast ook iets over voor de muzikant, niet?’ Ze knipoogde naar Sven.
‘Dat was niet slecht’, zei Hannah. Sven gooide een briefje van tien euro in de hoed. ‘Kom straks nog iets met ons drinken als je tijd hebt.’
Irina wierp Sven een kushandje toe en zette haar tocht langs het publiek verder. Een kwartier later plofte ze in jeans en T-shirt neer op de stoel naast Hannah en Sven. Het dienstertje zette een hoog glas met ijsblokjes voor haar neer dat tot de rand gevuld was met een heldere drank.
‘Wodka’, zei Irina en ze nam een flinke slok. ‘De zuiverste drank die er bestaat. Ik mag er liters van drinken en ik heb nooit een kater.’
‘Vertel eens’, zei Hannah die ondanks een fles wijn en drie glazen Drambuie zo helder mogelijk probeerde na te denken. ‘Hoe ben jij hier terechtgekomen?’
‘In deze bar?’ vroeg Irina.
‘Nee, in België’, zei Hannah. Ze probeerde niet te lispelen.
‘Dat vertelde ik deze namiddag toch al?’ zei Irina terwijl ze een lok achter haar oren stak. ‘Ik studeerde Nederlands aan de universiteit en we moesten een Nederlandstalige penpal zoeken. Ik kwam in contact met een man uit Brussel en het klikte zo goed dat ik hem ben komen bezoeken. Uiteindelijk ben ik met hem getrouwd en naar hier verhuisd, maar we hadden weinig gemeen met elkaar. Ons huwelijk is snel spaak gelopen en we zijn gescheiden.’
‘Waar woonde je in Oekraïne?’ vroeg Sven.
‘Odessa, bij de zee’, antwoordde Irina.
‘Mooie stad?’ vroeg Hannah.
‘Heel mooie stad’, zei Irina. ‘Een beetje zoals Gent vind ik.’
‘En nu kom je aan de kost als hostess en saxofoniste?’ merkte Hannah op. ‘Is dat het leven waar je van droomde?’
Irina schudde haar hoofd, wenkte het dienstertje en bestelde nog een glas wodka voor zichzelf en drankjes voor Hannah en Sven.
‘Natuurlijk is dit niet mijn droom’, zei ze toen het meisje hun bestellingen genoteerd had. ‘Maar wat moet ik anders?’
Ze nam haar lege glas, haalde er een ijsblokje uit en keek Sven en Hannah aan. ‘Ik dacht dat het anders zou lopen, maar ja...’ Ze stopte het ijsblokje in haar mond en begon erop te zuigen.
Het dienstertje zette de nieuwe drankjes op hun tafel. Irina nam haar glas en dronk het zonder verpinken voor de helft leeg.
‘Het is een job en ik overleef’, zei ze terwijl ze met de rug van haar hand over haar mond wreef.
‘Heb je er ooit aan gedacht om iets anders te doen?’ vroeg Sven. ‘Model bijvoorbeeld?’
Irina keek hem verlegen aan. ‘Vind je dat ik daar mooi genoeg voor ben?’ vroeg ze ondeugend terwijl ze haar handen over haar bovenbenen liet gaan.
‘Reken maar!’ antwoordde Sven Oorts terwijl hij haar goedkeurend bekeek.
‘Prostitutie?’ Hannah was naar voren gebogen en had het woord vlakbij Irina’s gezicht uitgesproken. De Oekraïense keek snel van Sven naar Hannah en liet zich dan achterover tegen de leuning van de sofa vallen.
‘Prostitutie.’ Ze herhaalde het woord en keek daarbij alsof ze het op haar lippen kon proeven. Hannah keek haar aan zonder te bewegen. Dan barstte Irina in lachen uit.
‘Ik heb een paar vriendinnen die in de prostitutie beland zijn,’ zei ze, ‘maar die boot heb ik altijd afgehouden. Het is mij wel voorgesteld natuurlijk, maar ik heb altijd geweigerd.’
‘Wie stelde het je dan voor?’ vroeg Hannah. ‘De modellenbureaus? Mannen in bars als deze?’
‘Mannen in deze bar betalen je drankjes en verwachten dan dat je hen in ruil daarvoor neukt,’ zei ze, ‘maar zo stom ben ik niet. Modellenbureaus hebben inderdaad soms een… hoe moet ik het noemen? … een ‘zijtak’ waarin de meisjes ook als dure escort optreden. Ik heb gehoord dat ze voor sommige tophostesses meer dan 2000 euro per nacht vangen. Een deel voor het meisje, een deel voor het bureau.’
‘En dat zegt je niets?’ vroeg Hannah. ‘Zoveel geld?’
‘Het geld wel,’ zei Irina, ‘het werk niet. Ik ga niet zo maar met mijn benen open.’
‘Gelijk heb je’, zei Sven die haar vriendschappelijk op de knie klopte. ‘Een mooie vrouw als jij vindt wel een man zonder zich te prostitueren.’
Hannah keek haar collega vermoeid aan en schudde langzaam haar hoofd. Begreep Sven dan niet waar ze naar toe wilde? Ze voelde hoe de drank haar denken vertraagde. Net toen ze een nieuwe vraag wilde formuleren, sprong Irina recht.
‘Ik moet er nu vandoor’, zei ze. Ze dronk het laatste restje wodka op. ‘Dank voor de drankjes.’
Ze zwaaide even en liep dan snel naar de uitgang. Hannah probeerde haar met haar ogen te volgen maar het lukte haar niet om snel te focussen. Bovendien was het erg donker in de bar. Even zag ze een man opduiken naast Irina, maar meer dan een kaal hoofd ontwaarde ze niet. Ze glimlachte wazig naar Sven, hief haar lege glas en zei: ‘Zullen we er nog eentje nemen?’
* * *
Het geluid deed pijn. Ze voelde het in haar slapen, achter in haar hoofd, in elke spier. Ze kreunde zacht en probeerde zich om te draaien, maar haar lichaam weigerde om mee te werken. Het rinkelen stopte en werd vervangen door een zware mannenstem die weer heel andere registers opentrok in haar hoofd.
‘Sssst’, probeerde ze, maar de stem hield niet op. Ze tilde haar hoofd een eindje van het kussen en probeerde te kijken waar de stem vandaan kwam. Op de rand van het bed zat een lange, magere gestalte voorovergebogen met een gsm aan zijn oor. Ze kon zich niet voldoende concentreren om te verstaan wat hij zei.
‘Sssst’, probeerde ze nog een keer maar de man bleef praten.
‘… vrienden… hele nacht… sorry… kom meteen…’ Ze ving een paar woorden op, maar voor ze begreep waarover het gesprek ging, was het afgelopen en stond de man op. Door haar wimpers zag Hannah hoe hij zich bukte en kledingstukken van de grond raapte die hij snel aantrok. Toen hij was aangekleed, bleef hij even naast het bed staan en keek vanuit de hoogte naar haar. Ze besloot haar ogen gesloten te houden en te doen alsof ze sliep. De man draaide zich om en even later hoorde ze de voordeur in het slot vallen met een bons die tot diep in haar hersenen bleef nagalmen. Ze haalde met moeite haar arm onder het dekbed vandaan en keerde de wekker op het nachtkastje naar zich toe. Het was drie uur in de namiddag. Geschrokken ging ze recht zitten, een beweging die haar maag verplichtte om een vreemde salto te maken. Ze proefde een vreemde smaak achter in haar keel en liet zich terug in de kussens vallen. Ze sloot haar ogen en probeerde na te denken. ‘Het is zondag,’ wist ze plots, ‘en ik moet nergens heen.’
Voorzichtig liet ze haar benen uit bed bungelen en duwde zich langzaam met beide handen af van de matras. Met half gesloten ogen, zodat er niet te veel licht naar binnen kon, liep ze naar de badkamer, draaide de kraan open en dronk gulzig van het ijskoude water. Dan liet ze zich op de koude wc-bril zakken en plaste, met haar hoofd in haar handen. Ze wankelde terug naar de slaapkamer, liet zich op het bed vallen en trok het dekbed ver over zich heen. Ze wilde niet denken aan de man die de nacht bij haar had doorgebracht. Morgen was er een nieuwe dag. Hopelijk.
Op maandagochtend werd ze om vijf uur ’s ochtends wakker van het lege gevoel in haar maag. Ze bakte alle eieren die ze in de koelkast vond en at ze met een vork recht uit de pan, staande bij het fornuis. Dan haalde ze de lakens van haar bed en gooide ze in de wasmand. Ze haalde schoon linnen uit de kast en dekte het bed netjes op. Als een wervelwind bewoog ze door haar loft en ruimde alle rommel op die er de voorbije weken was blijven liggen. Om halfzeven trok ze een training en loopschoenen aan en even later rende ze door het ontwakende Gent met haar iPod in de hand en een luide beat in haar oren. Ze liep zo hard dat haar hart tekeer ging als een razende, maar dat was nu eenmaal de enige manier om haar gedachten op een afstand te houden. Ze wist niet precies wat er in de nacht van zaterdag op zondag gebeurd was en wilde er voorlopig niet aan herinnerd worden. Terug thuis nam ze een lange douche en een half uur later stuurde ze haar grote Mercedes door de drukke ochtendspits van Gent met een CD van Norah Jones op volle geluidssterkte. Ze parkeerde achter het politiekantoor en liep naar binnen, waar Charles, Bob en Kevin al aan hun respectievelijke bureaus zaten.
‘Jij bent zo dom! Ik denk dat je hersens in je slipje zitten.’ Bob zat midden in een mop en gunde Hannah amper een blik. Ze liep naar het koffiezetapparaat en schonk zich een grote mok koffie in.
‘De volgende dag belt het blondje en zegt tegen de baas: ‘Chef, ik kan niet komen werken want ik denk dat ik een hersenbloeding heb!”
Kevin lachte luid en Charles grinnikte. Hij knikte naar Hannah.
‘De baas wil je zien’, zei hij. ‘Nu.’
Hannah blies nog eens over haar koffie en trok een zuur gezicht.
‘Ik ga al.’ Ze draaide zich om en liep het kantoor uit. De deur van de commissaris stond open.
‘Goeiemorgen, Mark’, zei ze.
Mark Vermaelen keek op van zijn computer en gebaarde dat ze mocht gaan zitten.
‘Momentje’, zei hij. ‘Ik moet nog even iets afmaken.’
Hannah zette haar mok op het bureau, trok haar jas uit en gooide hem over de kapstok die in de hoek van het kantoor stond. Ze ging op de stoel voor het bureau zitten en begon haar vingernagels te bestuderen.
‘Vorige week vroeg ik je om die zaak van Vanderstichelen terug te geven aan de sectie hold-ups.’ Hij draaide zijn stoel, zodat hij recht voor haar zat en vouwde zijn handen onder zijn kin. ‘Ik heb vanmorgen met Sven Oorts gebeld en hij zei dat de zaak nog altijd bij ons zit.’
‘Dat klopt’, zei Hannah. De naam Sven Oorts maakte haar ongemakkelijk. Ze probeerde al de hele tijd de gedachte aan de naakte gestalte op de rand van haar bed van zich af te duwen, maar nu de commissaris zijn naam noemde, kwam de herinnering in alle hevigheid terug.
‘Hannah.’ Vermaelen zuchtte diep en liet een potlood tussen zijn vingers rollen.
‘Ik ben ervan overtuigd dat het een zedenzaak is’, zei Hannah vastbesloten. ‘We zijn momenteel een aantal zaken op het spoor en ik vermoed dat we tegen morgen of overmorgen meer zullen weten.’
Ze stond op, trok haar jas van de kapstok en pakte haar mok van het bureau.
‘Ik hou je op de hoogte, Mark. Beloofd.’ Ze maakte een bezwerend gebaar met haar wijsvinger en nog voor hij iets kon zeggen, was ze de deur uit.
‘Vergadering’, zei ze toen ze weer het kantoor binnen kwam. De collega’s volgden haar naar de vergaderruimte, waar Hannah alle mappen bovenhaalde.
‘Charles, jij gaat straks met mij mee naar Caroline Rosier van KMO-Event. Ik leg je alles onderweg wel uit. Kevin, ik had je gevraagd om uit te zoeken wie van de overvallen mannen met KMO-Event werkte en wanneer.’
Kevin nam zijn notitieboekje.
‘Ze hebben allemaal met KMO-Event gewerkt’, zei hij, ‘behalve Veldeman, die bouwpromotor. Hij werkte met een modellenbureau.’
‘Welk?’ vroeg Hannah.
‘Best Models’, zei Kevin. ‘Een groot bureau waar je blijkbaar niet alleen modellen maar ook hostesses kan boeken.’
‘Check het’, zei Hannah. ‘Ik wil zoveel mogelijk informatie.’
Ze keek naar Bob, die met een potlood zat te spelen.
‘Bob, ik veronderstel dat jij nog bezig bent met die onderbroekensnuiver? Hoe ver sta je?’
Bob haalde zijn schouders op. ‘Ik mocht toch niet meer binnen bij Valerie Pirard? Kevin heeft dat opgevolgd.’
‘We staan nog nergens, Hannah’, zei Kevin snel. ‘Ik was vorige week bij die andere dames, maar het is net als bij Pirard: nergens sporen van inbraak. We zitten op een dood spoor.’
‘Bon’, zei Hannah. ‘Bob, jij gaat verder met die zaak. Intussen zoek je naar informatie over Irina Kopylova, een Oekraïense uit Odessa die vijf jaar geleden naar België verhuisde. Ze werkt onder andere voor KMO-Event en speelt op zaterdagavonden saxofoon bij Mike’s, een bar vlakbij de Vlasmarkt.’
Bob knikte. ‘Ik zoek het op’, zuchtte hij. ‘Nog iets, chef?’ Er klonk wat lichte spot door in zijn vraag.
‘Wie tijd heeft houdt zich bezig met de pedofiliezaak die we van de andere korpsen kregen’, zei ze. ‘Orders van de grote baas.’
Haar collega’s zuchtten. ‘Daar geraken we momenteel geen stap mee verder’, zei Charles. ‘De media maakten er een hele heisa rond, maar je kan toch niet iedereen gaan screenen die ooit les gaf of in de jeugdbeweging zat of godbetert verkoopster in een kinderkledingwinkel is geweest?’
Hannah haalde haar schouders op. ‘We hebben genoeg werk zonder dat pedofilieschandaal,’ zei ze, ‘maar de baas wil niet geloven dat de zaak Vanderstichelen een zedenzaak is. Hij wil dat ik ze teruggeef aan hold-ups. Maar ik wil focussen op die overvallen en op die pantysniffer. Ik zie jullie straks hier.’
Een kwartier later liep ze met Charles de deur uit. Buiten scheen een waterig zonnetje.
‘Zullen we wandelen?’ vroeg ze. ‘Ik kan wel wat frisse lucht gebruiken.’
‘Zwaar weekend?’ vroeg Charles.
‘Nogal.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Ik ben zaterdag met Sven Oorts van hold-ups naar die bar geweest en we zijn in de sterke drank gevlogen. Dat voel je twee dagen later nog.’
Ze legde een hand op haar maag en trok een pijnlijke grimas. De eieren die ze die ochtend gegeten had, waren haar niet goed bekomen en ze voelde de spieren in haar kuiten trekken van het harde lopen.
‘Water drinken’, zei Charles. ‘Thuiskomen en meteen liters water drinken. Dan verdwijnt de kater het snelst.’
‘Je moet de kraan nog vinden, hé Charles’, antwoordde Hannah.
‘Zo erg dus’, zei Charles.
‘Zo erg.’ Het was het laatste dat ze erover zei. Ze was bang dat ze haar mond voorbij zou praten en liep met haar handen diep in haar zakken zwijgend verder.
Het herenhuis waarin KMO-Event gevestigd was, lag in een rustige straat met statige gebouwen. Hannah belde aan en hoorde de bel ergens diep in het huis overgaan. Caroline Rosier opende zelf de deur.
‘Ik verwachtte jullie al’, zei ze. ‘Kom binnen.’
Ze volgden haar door een lange gang en naar boven langs een witmarmeren trap. Caroline Rosier gebaarde dat ze moesten wachten en liep een kamer binnen waar ze op gedempte toon een paar onverstaanbare woorden wisselde met een andere vrouw. Dan kwam ze weer de gang op en vroeg hen haar te volgen.
De vergaderkamer was sober maar stijlvol ingericht. In het midden van een ronde designtafel stond een dienblad met enkele glazen en een karaf water. Een meisje kwam er een zilverkleurige thermos koffie en drie kopjes bij zetten en verdween discreet.
‘Ik heb een half uur voor jullie’, zei Caroline Rosier terwijl ze koffie inschonk. Hannah haalde haar nota’s erbij.
‘Mevrouw Rosier,’ begon ze, ‘wist u dat vier van de vijf mannen die onlangs overvallen zijn korte tijd daarvoor een beroep hadden gedaan op uw bureau voor de organisatie van een evenement?’
Caroline Rosier trok haar wenkbrauwen op en keek Hannah hooghartig aan.
‘Mevrouw Maes’, zei ze minzaam terwijl ze haar slanke handen onder haar kin vouwde. ‘Ik werk voor de betere Gentse middenstand en dan is het niet abnormaal dat die bedrijven een beroep op me doen. U zei trouwens: ‘vier van de vijf overvallen’ – wat zegt dat? Helemaal niets! Denkt u echt dat mijn modellen mensen overvallen? Als ik het goed begrepen heb, zijn die mannen met geweld neergeslagen. Het zou me verbazen als mijn meisjes…’
Hannah hief haar hand om Caroline Rosier het zwijgen op te leggen.
‘Ik wil niet zeggen dat uw meisjes de mannen overvielen,’ zei ze, ‘maar dat betekent niet dat ze niets met de zaak te maken hebben. Weet u bijvoorbeeld of bepaalde meisjes pooiers hebben?’
Caroline Rosier stootte een kort lachje uit en roerde in haar koffie.
‘Pooiers?’ zei ze. ‘Pooiers? Weet u welke meisjes voor mij werken, mevrouw Maes? Studentes: recht, filosofie, talen… Jonge vrouwen die het ver geschopt hebben in de grotere missverkiezingen. Dames die minstens drie en bij voorkeur vier talen spreken. Mooie maar ook zeer verstandige vrouwen. Ik werk niet met prostituees, mevrouw Maes. Hoe durft u zoiets te insinueren? Mijn bureau heeft een zeer goede naam die ik hoog wil houden.’
‘U weet dus niet of sommige meisjes nog wat bijverdienen?’ vroeg Hannah zo neutraal mogelijk. ‘Ik zag dit weekend Irina Kopylova bijvoorbeeld in een bar saxofoon spelen. Weet u daarvan?’
Caroline Rosier rommelde wat in haar handtas en haalde er een sigaret uit. Ze liep naar het raam, zette het open en blies de rook naar buiten.
‘Ik weet dat Irina nog andere baantjes heeft,’ zei ze, ‘maar daar heb ik geen problemen mee.’
Ze draaide zich naar Hannah en Charles. ‘Ze is in elk geval geen prostituee als u dat bedoelt. Dat weet ik wel zeker.’
Caroline Rosier rilde bij het open raam. Charles haalde zijn pakje sigaretten boven.
‘Mij stoort het niet als u aan tafel rookt,’ zei hij, ‘op voorwaarde dat ik er ook een mag opsteken.’
Caroline Rosier sloot het raam en kwam weer bij de agenten aan tafel zitten. Ze gebruikten een schoteltje als asbak.
‘Er heeft ooit eens een meisje aangepapt met klanten,’ zei ze, ‘en ik heb haar onmiddellijk ontslagen. Ik run een evenementenbureau, geen hoerenkot.’
‘Kunt u mij een volledige lijst bezorgen van de hostesses die voor u werken en een lijst met het klantenbestand?’ vroeg Hannah. Caroline Rosier tikte bedachtzaam de as van haar sigaret.
‘Van de meisjes wil ik u de namen geven’, zei ze. ‘Die staan in een folder waaruit mijn klanten kunnen kiezen. Maar mijn klantenbestand krijgt u niet. Ik wil niet dat de politie op basis van zomaar wat wilde ideeën bij hen langs gaat. Tegenover mijn hostesses kan ik het nog uitleggen, maar niet tegenover de mensen die mijn facturen betalen.’
‘Voorlopig de folder met de meisjes dan,’ zei Hannah, ‘en misschien komen we later terug voor het klantenbestand.’
Ze stond op en trok haar jas aan.
‘Ligt de folder op uw bureau of moet u hem ergens anders vandaan halen?’
Caroline Rosier schudde haar hoofd en stond op. ‘Kom maar mee’, zei ze. Ze liep hen voor naar het bureautje waar de secretaresse zat.
‘Elsie,’ zei ze toen ze er binnenkwam, ‘geef mevrouw een folder van KMO-Event. Zo een met de foto’s van alle hostesses.’
Het meisje opende een bureaulade en haalde er een glimmende vierkleurenfolder uit die ze aan Hannah overhandigde.
‘Ik ga ervan uit dat u de meisjes niet nodeloos zult lastigvallen’, zei Caroline Rosier. ‘De meesten studeren nog en zitten niet te wachten op bezoek van de politie.’
‘Vreemd toch,’ zei Charles, ‘hoe weinig welkom de politie is. Tot er iets gebeurt en dan moeten ze ons plots hebben.’
Hij stak zijn hand uit naar Caroline Rosier die ze wat verveeld schudde.
‘Ik begrijp nog altijd niet…’ Ze brak haar zin af en gunde de agenten voor het eerst een halve glimlach.
‘Ach wat’, zei ze. ‘Hopelijk vinden jullie de dader snel en laten jullie ons met rust. Elsie? Laat jij de mensen buiten?’
Caroline Rosier liep met snelle passen het kantoor uit en verdween achter een van de deuren verderop in de gang.