1
‘Gaat het alleen om slipjes of is er ook ander wasgoed verdwenen?’ Hannah hield midden in de gang halt voor de openstaande deur waaruit deze merkwaardige vraag weerklonk. Ze keek zo onopvallend mogelijk naar binnen. Daar zat Bob met zijn rug naar de deur een bijzonder mooie brunette te ondervragen, die Hannah vaag bekend voorkwam.
‘Alleen slipjes’, antwoordde de vrouw. Ze bekeek de perfect gelakte nagels van haar rechterhand en plukte geërgerd een denkbeeldig pluisje van haar strakke beige trui.
‘Slipjes’, echode Bob. ‘En waren dat speciale slipjes? Of was het gewoon ondergoed?’
De vrouw ging wat verzitten en keek Bob verveeld aan.
‘Het was dure lingerie’, antwoordde ze. ‘Slips van 100 euro en meer als u dat per se wilt weten. Ik draag namelijk geen goedkope onderbroeken. Maar daar gaat het niet om.’
Ze tikte geërgerd met haar hand op het bureau tussen hen in en streek vervolgens een lok van haar golvende bruine haren achter haar oor. In de strook zonlicht die af en toe door het venster naar binnen viel, recht op het gezicht van de vrouw, lichtten haar ogen telkens op. Ze had opvallende ogen, met felgroene irissen waar een bijna zwart randje omheen zat.
‘Waarover gaat het dan wel?’ vroeg Bob schaapachtig.
‘Iemand is in mijn huis geweest’, zei ze boos. ‘De wijkpolitie heeft vastgesteld dat er geen sporen van inbraak waren. Ik woon alleen… Moet ik er een tekening bij maken?’
Bob schreef iets op het blad papier dat voor hem lag en schoof ongemakkelijk heen en weer op zijn stoel.
‘Juffrouw’, zuchtte hij. ‘U moet wel begrijpen dat u hier bij de zedensectie zit. Niet dat ik u niet wil helpen, verre van, maar ik begrijp niet waarom de politie u naar ons stuurt als het om een gewone diefstal gaat. Of dat nu slipjes zijn of iets anders, maakt niet uit. Tenzij ze een goede reden hadden natuurlijk om u door te sturen, maar dat staat niet in hun rapport.’
Bob tikte met zijn balpen op het papier dat voor hem lag. De vrouw keek naar de tafel, raakte even haar voorhoofd aan en kuchte.
‘Ze zijn uit mijn wasmand gehaald’, zei ze bijna fluisterend.
‘Het waren dus gedragen slipjes?’ Bob maakte snel een aantekening. ‘Dat verandert de zaak.’
‘Daarom weet ik ook niet wanneer de… euh… diefstal precies is gebeurd’, ging de vrouw verder. ‘Ik heb het pas ontdekt toen ik zaterdag alles wilde wassen en zag dat er geen enkel slipje meer in mijn wasmand zat.’
‘Kan de poetsvrouw ze genomen hebben?’ vroeg hij. ‘Ik kan me voorstellen dat wel meer vrouwen van die dure lingerie willen hebben.’
‘Ik heb al een tijdje geen poetsvrouw meer. De vorige heb ik de laan uitgestuurd nadat ze nogal gevoelige informatie over mij naar de pers had gelekt.’
‘Natuurlijk’, hoorde Hannah Bob zeggen. ‘Dat begrijp ik volkomen. Laat eens kijken. Sinds wanneer lagen die slipjes in de wasmand?’
Hannah draaide zich glimlachend om en liep naar haar kantoor, waar ze een grote kop koffie inschonk. Bob had geen gemakkelijke klant getroffen op deze maandagochtend. Ze pijnigde haar hersenen maar kon niet op de naam komen van de vrouw met wie hij zat te spreken, hoewel ze zeker wist dat ze haar ooit al eens ergens gezien had. Ze ging aan haar bureau zitten en zette de computer aan. Er liepen drieëntwintig mails binnen, voor het merendeel interne nota’s die ze oppervlakkig las en meteen weer verwijderde.
Ze wilde net een mail van de commissaris met als onderwerp ‘het indienen van rapporten’ openklikken toen een naam wat verderop in de lijst een schok van herkenning door haar lichaam joeg. sven.oorts@police.be. Zou het echt Sven zijn? Ze zag in gedachten de jongen voor zich met wie ze aan de universiteit gestudeerd had. Lang en mager, een atleet, met korte zwarte krullen en de meest innemende glimlach die ze ooit had gezien. Hij was een tijdlang een goede vriend geweest. Een heel goede vriend zelfs.
Aan het achtervoegsel te zien zat hij ook bij de politie. Ze opende plichtsgetrouw eerst de andere mails die nog op het scherm stonden en las ze haastig door. Ten slotte selecteerde ze een beetje aarzelend zijn naam en klikte.
Beste collega Maes,
Lieve Hannah,
Het was dus echt de Sven Oorts die ze kende van vroeger. En hij zat net als zij bij de politie.
Wat is dat lang geleden! Ik kan nog altijd niet geloven dat ik je op deze manier weervind. Ik was bezig met een zaak toen ik geheel toevallig op jouw naam stootte…
Na mijn studies ben ik naar Brussel verhuisd en daar heb ik een hele tijd gewerkt, maar zes maanden geleden heb ik een overplaatsing gekregen naar de gerechtelijke in Gent, bij de sectie hold-ups.
Gisteren kregen we een zaak binnen die vermoedelijk naar de zedenpolitie moet. Toen ik op zoek ging naar de verantwoordelijke bij jullie sectie zag ik tot mijn stomme verbazing jouw naam staan. Inspecteur Maes! Ik kan het nog altijd niet helemaal geloven.
Ik stel voor dat ik je de zaak persoonlijk kom uitleggen, dan kunnen we meteen bijpraten over ‘de goeie ouwe tijd’.
Bel me op mijn mobiel nummer, dat je onderaan deze mail vindt.
Lieve groeten,
Sven
PS: Ik kan het nog altijd niet geloven. Hannah Maes! Ik kijk er naar uit om je terug te zien.
Hannah liet zich achterover vallen in haar bureaustoel en streek met beide handen haar haren uit haar gezicht.
‘Sven Oorts, godverdomme’, zei ze lachend. ‘Wie had dat ooit gedacht?’ Ze nam haar gsm en toetste snel zijn nummer in. Ze werd verbonden met een vertrouwde stem van lang geleden.
‘Met Sven Oorts. Goedemorgen.’
‘Sven?’ Hannah kon een opborrelende lach bijna niet onderdrukken en ze voelde hoe een grijns van oor tot oor zich over haar gezicht spreidde. ‘Hannah hier. Hannah Maes. Ik lees net je mail…’
Ze was nog aan de telefoon toen Bob haar kantoor binnen kwam en met opgestoken hand teken deed dat hij haar vijf minuten wilde spreken. Ze wuifde hem de kamer uit en knikte dat ze zou langskomen zodra haar gesprek afgelopen was. Toen ze eindelijk haar gsm dichtklapte, voelde ze zich helemaal warm. Straks zou ze haar oude vriend terugzien. Het was een ontmoeting waar ze naar uitkeek maar die haar ook een beetje verontrustte. Er was zoveel gebeurd in de jaren dat ze elkaar niet gezien hadden. Bovendien had alleen al het horen van zijn stem gevoelens bij haar opgerakeld waarvan ze niet geweten had dat ze nog bestonden.
Neuriënd liep ze de trap af naar het bureau van Bob.
‘Jij bent vrolijk vandaag’, zei hij toen ze naast hem op de werktafel ging zitten.
‘Ik sprak net iemand uit een ver en mooi verleden’, zei ze lachend. ‘Jij had anders ook een chique vis aan de lijn. Wie was dat daarnet bij jou in de vergaderzaal? Knappe madame. Helemaal jouw type, niet? Ken ik haar ergens van?’
Bob keek haar verbaasd aan. ‘Ik wist helemaal niet dat je ons gezien had’, zei hij.
‘Dat kan ik geloven!’ lachte Hannah. ‘Je ogen zaten bijna tussen de borsten van die vrouw. Wie is ze?’
‘Had je haar echt niet herkend?’ vroeg Bob. ‘Valerie Pirard. Lingeriemodel. Staat zo’n beetje om de drie maanden op de cover van P-Magazine. Stond vorig jaar op de derde plaats in Che’s Hemelse Top 100 van mooiste vrouwen.’
‘Ik kijk niet naar de foto’s in P en Che,’ antwoordde Hannah droog. ‘Ik lees alleen de artikels.’
Bob grinnikte.
‘Ze presenteert ook een programma op Vijf TV tegenwoordig’, zei hij. ‘Als sidekick van verschillende bekende chefs. Steam heet het, geloof ik, en daarin gaat zij op zoek naar lustopwekkende ingrediënten van over de hele wereld, waar de chef van dienst dan een gerecht mee klaarmaakt terwijl Valerie uitlegt waarom het potentiebevorderend is.’ Bob glimlachte en trok zijn wenkbrauwen een paar keer veelbetekenend op. ‘Heel leerrijk eigenlijk.’
‘Zal wel’, antwoordde Hannah. Ze nam een geopend pak koeken van Bobs bureau, rook er even aan en haalde er dan een paar koekjes uit die ze in één keer in haar mond stak.
‘Maar als ik het goed begrepen heb, moet ze tegenwoordig in haar bloot gat presenteren?’ De koekkruimels vlogen in het rond. Bob trok een vies gezicht en veegde zijn trui schoon.
‘Hebben ze je nooit manieren geleerd, Maes?’ Hij veegde de gemorste kruimels van zijn bureau en opende het dossier dat voor hem lag.
‘Er zijn slipjes gestolen uit haar wasmand’, zei hij. ‘Blijkbaar nogal dure merken. La Perla, Lise Charmel, Sarda… Ken jij dat?’
Hannah schudde van nee. ‘In mijn onderbroeken staat meestal Hema’, zei ze peinzend.
Bob keek haar aan en lachte toen hij haar fake onschuldige kleinemeisjesblik opmerkte.
‘Ze ontdekte het toen ze de was van de afgelopen week wilde doen. Er lag geen enkel slipje meer in de wasmand’, vervolgde hij. ‘Volgens haar is er niemand in haar huis geweest. Geen vriendje, geen ex-vriendje, geen loodgieter, niks. Naar het schijnt heeft ze zelfs geen poetsvrouw.’
‘Ocharme’, zei Hannah en trok een pruillip. ‘Volgens mij wou ze je duidelijk maken dat ze eenzaam is, Bob, en dat jij eens moet komen kijken uit welke wasmand die slipjes verdwenen zijn.’
‘Ik vind haar onwaarschijnlijk knap, maar…’ Bob schudde zijn hoofd.
‘Ze valt wat tegen in het echt?’ vroeg Hannah spottend.
‘Ze doet het gewoon niet voor mij’, antwoordde Bob stoer terwijl hij zich stevig in het kruis tastte. ‘Bovendien is het een absolute bitch. Ze vond dat we hier alles moeten laten vallen om op zoek te gaan naar haar slipjes.’
‘Fout’, zei Hannah terwijl ze haar wijsvinger in Bobs schouder priemde. ‘Ze wil dat we op zoek gaan naar degene die in haar huis rondloopt als zij er niet is. Een indringer. Dat begrijp ik wel. Is ze eigenlijk dikwijls thuis?’
‘Zo goed als nooit’, zei Bob. Hij bekeek zijn nota’s. ‘Ze heeft de voorbije week bijna elke avond een presentatie gedaan. Overdag waren er opnames voor televisie en fotoshoots. Meestal vertrekt ze ‘s ochtends rond zes uur en is ze pas rond middernacht thuis.’
‘Heeft er iemand anders een sleutel van haar huis? Een vriendje? Ex-vriendje?’
‘Ze zegt van niet,’ zei Bob, ‘maar je kunt uiteindelijk toch niet weten of er niemand ooit een sleutel heeft laten bijmaken, en haar nu een beetje schrik wil aanjagen. Als ik me goed herinner heeft ze ooit een relatie gehad met een of andere acteur. Ik zal eens checken of ik zijn gegevens kan vinden.’
Hannah sprong van het bureau en stopte de laatste twee koekjes in haar mond.
‘Volgens mij lagen die hier al te lang’, zei ze terwijl ze het lege pakje verfrommelde en in de vuilnisbak mikte. ‘Ze smaakten een beetje duf.’
Bob schudde lachend zijn hoofd.
‘Mag ik weten wie jij aan de lijn had daarnet? Zo te zien was het een goede vriend.’
‘Niks goede vriend’, zei Hannah. ‘Een collega. Ik zie hem straks en als het iets voor ons is, hoor je er meer over. Geef me een seintje als Kevin en Charles hier zijn.’
Heupwiegend liep ze naar de koffieautomaat en schonk zich nog een kop koffie in.
‘De melk is op’, zei ze tegen Bob terwijl ze met het lege flesje in zijn richting zwaaide. Even later hoorde hij haar neuriënd de gang op lopen.
* * *
Sven Oorts was nog niets veranderd. Hij was wat grijzer misschien en om zijn mond en ogen zaten ragfijne lachrimpeltjes, maar verder stond hij voor haar zoals ze zich hem herinnerde. Groot, slank, met een innemend en vriendelijk gezicht, volledig ontspannen en op zijn gemak. Hij was één van de populairste jongens toen ze samen studeerden, met een feilloos gevoel voor stijl dat hij duidelijk nog niet verloren had. Zijn donkerblauwe jeans zat hem als gegoten en zijn lichtgrijze hemd leek wel op maat gemaakt. Het zou Hannah niet verwonderen als dat ook echt zo was. Toen ze samen studeerden, hadden studiegenoten vaak gelachen als ze hen samen zagen. Als Hannah het zich goed herinnerde, werden ze zelfs the odd couple genoemd. Hij altijd de perfecte heer, zij het slonsje.
‘Hannah Maes, godverdomme. Wie had dat gedacht?’ Sven had deze zin al een keer of drie uitgesproken terwijl hij haar bij de schouders vasthield en recht in het gezicht keek. Hannah had hem al die tijd lachend aangekeken. Ze voelde haar hart tekeer gaan in haar borst en durfde niet te antwoorden uit schrik dat hij aan haar stem zou horen hoe blij en nerveus hun weerzien haar maakte.
‘Je ziet er nog precies hetzelfde uit als vroeger’, zei hij. ‘Misschien wat blonder, maar verder… Geen spat veranderd.’
Hannah keek omlaag en besefte dat ze die ochtend weer te weinig aandacht aan haar garderobe had besteed. Ze droeg een oude, versleten jeans met daarop een truitje dat eigenlijk voor de kringloopwinkel bestemd was − als die het nog zou willen, tenminste. Het rafelde aan de mouwen en links onderaan zat een grote vlek die ze er niet meer uit kreeg. Ze zette een stapje achteruit, ging in haar bureaustoel zitten en maakte een uitnodigend gebaar in de richting van de stoel aan de andere kant van het bureau.
‘Ga zitten’, zei ze een beetje schor.
Hij gooide zijn jas nonchalant op een kastje in de hoek. Dan trok hij de stoel tot vlak bij het bureau, ging zitten, plantte zijn ellebogen stevig op het tafelblad en liet zijn kin rusten op zijn vuisten.
‘Vertel eens’, zei hij. ‘Hoe gaat het met jou? Ik weet dat je de baas bent van de zedensectie, maar verder. Vriend? Man? Kinderen?’
Ze keek naar zijn slanke handen. Om de rechterringvinger zat een dunne gouden ring.
‘Geen man. Geen kinderen.’ Ze zei het snel en zonder erbij na te denken. Er was Koen natuurlijk, maar dat hoefde Sven op dit moment niet te weten. Tenslotte was haar relatie met Koen niet van die aard dat ze hem echt als een partner beschouwde.
‘En jij?’ Ze keek hem nieuwsgierig aan en liet haar blik naar zijn ringvinger dwalen.
‘Ik werk als inspecteur bij de sectie hold-ups’, antwoordde hij, ‘Maar dat wist je al. Ik ben getrouwd. Met Inge Sierens, een advocate. Ik denk niet dat je haar kent.’
Hij grinnikte en draaide zijn trouwring een paar keer om zijn vinger. ‘Ik pak de boeven en Inge zorgt ervoor dat ze weer vrij komen. Zo verzekeren we elkaar van werk.’
‘Kinderen?’ vroeg Hannah. Ze voelde een beetje teleurstelling over het feit dat Sven getrouwd was, maar zou nog liever haar tong afbijten dan dat te laten merken.
‘Geen kinderen.’ Sven haalde zijn schouders op. ‘Of beter: nog geen kinderen. Inge heeft het voorlopig te druk voor gezinsuitbreiding. Ze is van het principe ‘eerst carrière, dan kinderen’ en wie ben ik om daar moeilijk over te doen.’
Ze zag hoe zijn linkermondhoek even naar beneden trok, maar hij rechtte meteen zijn rug, keek haar aan en lachte.
‘Maar hoe komt het eigenlijk dat wij elkaar uit het oog zijn verloren, Hannah? Als ik het me goed herinner waren wij toch goede vrienden?’
Hannah knikte en pikte de balpen op die voor haar op het bureau lag.
‘Wij waren goede vrienden, Sven’, zei ze glimlachend. ‘Heel goede vrienden zelfs.’
‘Waarom ben je zo plots verdwenen?’ Ze hoorde een zweem van verwijt in zijn stem en durfde hem niet recht aan te kijken. Net toen ze haar keel schraapte om hem te vertellen dat het een lang verhaal was, ging de deur open en kwam haar collega Charles binnen.
‘Stoor ik?’ vroeg hij, met een snelle blik op Sven Oorts. Hannah wist niet zeker hoe lang hij al voor haar deur stond en hoeveel hij had opgevangen.
‘Nee, Charles, nee’, zei ze snel. ‘Kom erbij zitten. Mijn collega, Charles Ruiters. Dit is Sven Oorts van de sectie hold-ups. We kennen elkaar van lang geleden. Hij heeft een zaak die misschien eerder bij zeden thuishoort dan bij hen, niet?’
Sven had haar glimlachend, maar met een lichte frons tussen zijn wenkbrauwen zitten opnemen.
‘Dat klopt’, zei hij terwijl hij Charles een hand gaf. Pas toen Sven vervolgens reikte naar iets dat blijkbaar naast hem op de vloer lag, merkte Hannah het lederen koffertje op dat al die tijd naast zijn stoel had gestaan. Hij haalde er een doorzichtig plastic zakje uit, waarin onderaan een cilindervormig voorwerp lag.
‘Jullie weten wat dit is?’ Hij draaide de zak 180° in het rond, zodat ze de inhoud goed konden bekijken.
‘Dat is een zwarte dildo van een stevig formaat’, zei Charles.
Sven knikte.
‘Hij werd gisteren uit het rectum van een man gehaald’, zei hij. ‘Die man ligt nu nog in het ziekenhuis, want hij werd niet alleen gepenetreerd met een dildo, maar ook met geweld in elkaar geslagen. Als ik me niet vergis hebben ze intussen zijn knieschijf geopereerd en een paar gebroken vingers gezet. Tel daar nog wat gebroken ribben bij en zulke harde klappen op zijn hoofd dat hij nog altijd niet bij bewustzijn is.’
Sven Oorts wachtte even en keek Hannah en Charles aan om het effect van zijn woorden in te schatten. ‘Misschien kreeg hij die klappen wel met deze dildo,’ ging hij verder terwijl hij de zak nog een keer in de hoogte stak, ‘maar dat wordt momenteel nog onderzocht.’
‘Ik kan even niet volgen’, zei Charles. ‘Wie heeft hem in een coma geslagen? En wie heeft die dildo erin geramd? Gaat het hier om een uit de hand gelopen seksspelletje? Misschien vertel je best eerst het volledige verhaal.’
Sven Oorts knipoogde naar Hannah. ‘Goede mensen heb jij hier’, zei hij. ‘Meteen to the point.’ Hij schraapte zijn keel.
‘Gisterochtend liep er een telefoontje binnen van de lokale politie dat er een roofoverval met geweld was gebeurd in de Johannes Hartmannlaan in Sint-Amandsberg. Slachtoffer was Alain Vanderstichelen, 46 jaar, getrouwd, één dochter, zaakvoerder van Garage Vanderstichelen op de Brusselsesteenweg.’
Charles knikte. ‘Die ken ik’, zei hij. ‘Ze verkopen BMW’s, niet?’
‘Inderdaad’, ging Sven Oorts verder. ‘Meneer Vanderstichelen was zaterdagavond alleen thuis. Mevrouw zat op een verwenweekendje in een of ander wellnesscenter.’
Sven Oorts kuchte even en krabde achter zijn oor.
‘Op zondagochtend zou er een belangrijke klant een wagen komen oppikken in de garage. Volgens mevrouw ging het om een hele grote klant aan wie ze niets konden weigeren. Een autorijschool, geloof ik.’
Sven ging wat verzitten en keek Hannah aan.
‘Hebben jullie hier iets om te drinken? Of moet je bij zeden je eigen spul meebrengen?’
Hannah stond op. ‘Koffie? Water? Iets anders?’
‘Doe maar een cola’, antwoordde Sven Oorts. Hij viste een euro uit zijn broekzak. ‘Ik veronderstel dat jullie je frisdrank ook moeten betalen hier.’
‘Ik trakteer’, zei Hannah snel. ‘Charles, jij iets?’
Charles gaf een teken dat hij niets wilde en vijf minuten later zette Hannah een ijskoud blikje cola op tafel voor Sven Oorts, die het meteen gulzig voor de helft leegdronk.
‘Ik krijg altijd dorst van vertellen’, zei hij met zijn hand voor zijn mond. ‘Waar waren we?’
‘Zondagochtend, een klant die een wagen zou komen halen’, antwoordde Charles afgemeten. Hannah merkte dat hij de familiaire manier waarop Sven met mensen omging niet apprecieerde.
‘Juist. Die klant stond te wachten bij de garage maar meneer Vanderstichelen kwam niet opdagen. Dus belde hij mevrouw Vanderstichelen op haar gsm. Zij probeerde haar man te bereiken, zowel op zijn gsm als op het vaste toestel thuis, maar ze kreeg nergens gehoor. Ze is in haar auto gesprongen en naar de garage gereden om die klant te helpen. Daarna reed ze naar huis en daar heeft ze haar man bewusteloos aangetroffen. Ze heeft dan een ambulance gebeld en daarna de politie.’
‘U sprak van een roofoverval’, zei Charles.
‘Dat klopt’, antwoordde Sven Oorts. Hij dronk de rest van zijn cola op en zette het lege blikje voor zich op de tafel. ‘Het huis was van onder tot boven overhoop gehaald. Volgens mevrouw waren al haar juwelen verdwenen, de gsm van haar man en nog wat klein maar duur spul.’
‘Erfstukken?’ vroeg Charles.
‘Pardon?’ Sven Oorts keek hem niet-begrijpend aan.
‘Die juwelen bijvoorbeeld. Waren dat nieuwe stukken of erfstukken? Als het antieke spullen zijn, bestaan er vaak foto’s van of zijn ze ooit geschat en zijn ze moeilijker te verkopen.’
‘Geen idee’, zei Sven Oorts. ‘Dat moet ik checken bij de collega’s die mevrouw ondervroegen. Het was wel allemaal klein spul dat gemakkelijk kan verkocht worden op de zwarte markt. De dure schilderijen – waaronder zelfs een Tuymans als ik me niet vergis – hebben ze bijvoorbeeld niet meegenomen.’
‘Was er ook geld verdwenen?’ Hannah had wat zaken genoteerd en keek Sven geïnteresseerd aan, met haar pen in de aanslag.
‘Misschien’, antwoordde Sven Oorts.
‘Misschien’, echode Hannah. ‘Is mevrouw Vanderstichelen daar dan niet zeker van?’
‘Ze wist natuurlijk niet wat er in de portefeuille van haar man zat, maar die was in elk geval leeg’, zei Sven Oorts. ‘Toen we in de slaapkamer kwamen, zagen we een kluisje dat achter een schilderij in de muur bevestigd was. Het schilderij lag op de grond en de kluis stond open en was leeggehaald.’
‘Een verborgen kluis achter een schilderij.’ Hannah glimlachte. ‘Hoe cliché.’
‘Tja, het komt vaker voor dan je denkt’, zei Sven Oorts. ‘Zeker bij zelfstandigen. Die mensen nemen vaak cash geld mee naar huis van hun zaak en willen dat een beetje veilig opbergen.’
‘En dan is er natuurlijk ook nog het geld waarvan ze liever niet hebben dat iemand er iets van afweet’, vulde Charles aan. ‘Dat gaat ook niet op de bank.’
‘Inderdaad’, antwoordde Sven Oorts. ‘Ik denk dat het een zwart kluisje was en dat mevrouw er daarom niet veel over kwijt wilde. Ze zei dat het de safe was waarin ze het geld bewaarden dat binnenkwam nadat de bank gesloten was. Ze had geen flauw idee of er zaterdagavond al dan niet geld in lag. Tenminste, dat beweerde ze.’
‘Maar jij denkt dat er wel iets in lag’, zei Hannah.
‘Dat weten we pas als meneer uit zijn coma ontwaakt’, antwoordde Sven Oorts. ‘Tot nu toe ziet het er niet zo goed uit voor hem. Ze hebben hem meteen geopereerd, maar het is niet zeker of hij al dan niet blijvende hersenschade heeft opgelopen. Dat weten ze pas als hij ontwaakt. Zeker is alleen dat de overval gebeurd is ergens tussen zaterdag 17 uur en zondag 11 uur. Om 17 uur heeft meneer Vanderstichelen zijn zaak gesloten, volgens de receptioniste, die daarna tegelijk met hem is vertrokken. De volgende dag om 11 uur heeft zijn vrouw hem gevonden.’
‘Ik zie nog altijd niet in waarom u naar hier gekomen bent’, zei Charles terwijl hij over zijn kin wreef. ‘Voor zover ik het kan inschatten is dit een gewone roofoverval. Misschien is die dildo wel van mevrouw Vanderstichelen, heeft de overvaller hem ter plaatse gevonden en hem als extraatje in meneer zijn gat geramd?’
Sven Oorts schudde langzaam zijn hoofd.
‘Mevrouw beweert bij hoog en bij laag dat ze die dildo nog nooit eerder gezien heeft’, zei hij langzaam.
‘Er is nog iets’, zei hij, en hij keek Charles en Hannah aan met een veelbetekenende glimlach. Hannah trok haar wenkbrauwen op en leunde achterover in haar stoel. Ze vouwde haar handen over haar buik en glimlachte terug.
‘Nog meer? Bring it on.’
Sven Oorts grijnsde breed. ‘Waar heb je dat soort uitdrukkingen geleerd?’ zei hij. ‘Je lijkt wel een Amerikaanse cop uit een of andere televisiereeks. Alleen zijn die meestal iets beter gekleed…’
Hannah lachte luid. ‘Dan heb jij nog nooit een echte cop gezien’, zei ze. ‘Ik verzeker je: die mannen zien er helemaal niet uit zoals ze in al die televisiereeksen getoond worden. Integendeel!’
Charles kuchte droogjes.
‘Kunnen we?’ vroeg hij. Hij tikte veelbetekenend op zijn horloge. ‘Ik moet vandaag nog een paar zaken afwerken.’
Sven’s wenkbrauwen schoten omhoog. Hij keek Hannah eventjes veelbetekenend aan en floot zachtjes tussen zijn tanden, maar keek dan vergoelijkend naar Charles.
‘Oké, oké’, zei hij sussend. ‘Er zaten sporen van cocaïne in het bloed van meneer Vanderstichelen. Dat is ontdekt bij het medisch onderzoek voor zijn operatie.’
Charles kneep zijn lippen tot een smalle streep en tikte met zijn balpen tegen zijn strakgetrokken bovenlip.
‘Cocaïne is eerder een zaak voor de mannen van de drugsbrigade en misschien liegt die vrouw omdat ze niet wil geweten hebben dat ze een dildo gebruikt...’
‘Ik ben nog niet klaar’, zei Sven Oorts, die een tikje ongedurig werd door de afwijzende houding van Charles. ‘Toen de politie daar binnenkwam, stonden er twee glazen wijn op tafel, naast een geopende fles. Dure wijn trouwens. Er was niet van gedronken. Mevrouw Vanderstichelen had dat blijkbaar over het hoofd gezien want we kregen wel het gevoel dat ze liever eerst alles had afgewassen en opgeruimd. Toen ik haar vroeg of haar man die zaterdagavond bezoek verwachtte antwoordde ze heel beslist ‘nee’. Hij had haar die dag gebeld en toen had hij gezegd dat hij een film zou huren en vroeg in bed wilde kruipen.’
‘Hoe was die overvaller binnengeraakt?’ vroeg Hannah.
‘Vanderstichelen moet de deur geopend hebben want er waren geen sporen van inbraak’, zei Sven Oorts.
‘Hebben ze kinderen?’ vroeg Charles.
‘Een dochter, Elke. Maar die is al 21 en studeert momenteel in Portugal, met zo’n Erasmusprogramma. Ze weet nog nergens van. Haar moeder vond het beter om haar voorlopig met rust te laten.’
Charles en Hannah keken elkaar aan.
‘Ik denk dat we die Vanderstichelen moeten ondervragen zodra hij wakker wordt’, zei Hannah. ‘Ik ga er straks wel even langs. Doen we de zaak samen? Of gaan wij hier alleen mee verder?’
Ze keek Sven vragend aan. Die schraapte zijn keel en wreef snel met een vinger over zijn neus, een gebaar dat bij Hannah een golf van herinneringen teweegbracht. Ze kende dat gebaar zo goed: Sven had vroeger op precies dezelfde manier over zijn neus gewreven als hij aan het nadenken was over een probleemstelling.
‘Dat weet ik eigenlijk nog niet’, zei hij. ‘Daarvoor moeten we eerst Vanderstichelen ondervragen.’
‘Waarom hebben jullie ons niet meteen gewaarschuwd?’ vroeg Charles. ‘Dan hadden we zelf de plaats van het misdrijf kunnen onderzoeken.’
‘Hoe konden wij weten dat er een dildo in Vanderstichelen zijn darmen zat?’ zei Sven Oorts. ‘Dat heeft de chirurg ons pas gisteravond laten weten. Ik heb vanmorgen meteen een mail gestuurd naar jullie sectie…’
‘Nu ja, ik betwijfel toch nog altijd of we deze zaak moeten overnemen’, zei Charles nukkig. Hij stak een sigaret op en blies de rook in Svens gezicht. ‘Voor zover ik kan uitmaken heeft het weinig met zeden te maken.’
Sven Oorts keek Charles onderzoekend aan. Hannah zag hoe hij zijn wenkbrauwen fronste en ze wist dat hij op het punt stond om Charles op de man af te vragen waarom hij hem niet kon uitstaan. Aan de universiteit kon hij er ook al niet tegen als mensen hem niet mochten en wilde hij in zo’n geval altijd weten waarom dat zo was. Indertijd waren er twee kampen – een pro-Sven kamp dat hem adoreerde en een klein groepje mensen dat hem een vervelende etter vond. ‘De positivo’ noemden die tegenstanders hem smalend en een van hen had Hannah ooit gevraagd hoe ze in godsnaam bevriend kon zijn met iemand die zo overweldigend positief in het leven stond.
Voor het kon escaleren tussen Sven en Charles kwam ze tussenbeide.
‘Charles heeft natuurlijk een punt’, zei ze snel. ‘Het is niet meteen duidelijk dat dit een code 37 is, maar er zitten wel elementen in die doen vermoeden dat er meer speelt…’
‘Misschien had meneer hier alleen een goede reden nodig om jou terug te zien’, merkte Charles gepikeerd op. ‘In dat geval zit ik hier wel mijn tijd te verdoen.’
‘Ik heb geen zaak nodig om Hannah te zien’, antwoordde Sven Oorts afgemeten. ‘Als zij hier niet werkte had ik ook contact opgenomen met deze afdeling.’
Hij keek naar zijn handen, ademde een paar keer diep in en uit en glimlachte verzoenend naar Charles in een poging om de plooien glad te strijken.
‘Kijk’, zei hij. ‘Ik stel alleen maar voor dat jullie de zaak even mee bekijken en dan beoordelen of het iets voor jullie is of niet. De bazen zitten ons toch voortdurend op onze huid om te zeggen dat we meer moeten samenwerken? Wel, dit is een mooie gelegenheid.’
Hij keek op zijn horloge en stond op.
‘Ik moet dringend terug naar kantoor’, zei hij. ‘Eigenlijk had ik er al een half uur moeten zijn. Vergadering met de baas, weet je wel.’ Hij knipoogde naar Charles die hem met een ijskoude blik bleef aankijken.
‘We bellen nog’, zei Sven terwijl hij Hannah en Charles de hand schudde, en dan liep hij gezwind de deur uit.
‘Jezus, Charles, wat is er met jou aan de hand?’ Hannah sloeg met beide handpalmen op haar bureau en keek haar collega verontwaardigd aan.
‘Ik moet hem niet.’ Charles haalde een pakje sigaretten uit zijn broekzak en stak een nieuwe sigaret op. ‘Hij is me te glad. Te vriendelijk. Te sympathiek.’
‘Hoe kan iemand nu te sympathiek zijn?’ vroeg Hannah. ‘Hij probeerde gewoon collegiaal te zijn.’
Haar gsm rinkelde. Ze herkende het nummer niet dat op het schermpje verscheen maar besloot om het gesprek toch te aanvaarden, al was het maar om even van het gezeur van Charles af te zijn.
‘Maes.’
‘Hannah? Sven hier.’ Hannah voelde hoe ze begon te blozen. Ze hield haar hand over de gsm en gaf Charles een teken dat hij weg moest gaan. ‘Ik spreek je later nog’, fluisterde ze. Charles zuchtte theatraal, haalde zijn schouders op en liep tergend traag de kamer uit.
‘Hannah?’
‘Sorry, Sven’, zei ze snel. ‘Charles stond nog in mijn bureau.’
‘Wat was zijn probleem?’ Ze hoorde de oude verontwaardiging in zijn stem en glimlachte onwillekeurig. ‘Ik heb toch niks verkeerd gedaan?’
‘Nee. Hij vond je gewoon te sympathiek…’
‘Aha! Laat maar’, zei Sven. ‘Ik weet wat het is. Hij is verliefd op jou en ik ben een rivaal.’
Ze hoorde hem luid lachen.
‘Nee, dat is het zeker niet’, zei ze. ‘Maar waarom bel je eigenlijk? Moest je nog iets vertellen?’
‘Inge is er niet vanavond’, zei hij. Hannah hoorde de hoopvolle toon in zijn stem en voelde een koude rilling langs haar rug lopen. Misschien had ze hem meteen moeten vertellen dat ze iemand had.
‘Ik wil iets met je gaan drinken’, hoorde ze hem zeggen. ‘Bijpraten. Over vroeger. Ik besefte net dat ik nu nog altijd niet weet waarom jij toen plots verdween. Wat denk je? Half acht in de Club 69. Ken je die?’
Met haar balpen trok Hannah steeds groter wordende cirkels op het blad voor haar. Wilde ze dit wel? Met Sven iets gaan drinken? Allerlei dingen oprakelen net nu ze die een beetje aan het vergeten was? Maar ach, aan de andere kant, wat zou het kwaad kunnen? Hij was getrouwd, zij had geen zin in een relatie met een getrouwde vent, en ze waren tenslotte oude studiegenoten die wat herinneringen wilden ophalen, meer niet.
‘Oké’, zei ze. ‘Ik ben er. Half acht.’
Toen ze wat later naast Charles bij de koffiezetautomaat ging staan, keek hij haar doordringend aan.
‘Heb jij eigenlijk een relatie met die fotograaf? Die buurman van jou − Koen?’
Hannah opende haar mond om iets te zeggen, maar bedacht zich: zwijgen kon niet verbeterd worden. Charles ging met zijn koffie aan zijn bureau zitten. Ze ging aan de andere kant tegenover hem staan en boog zich zo dicht naar hem toe dat hun neuzen elkaar bijna raakten.
‘Bemoei je met je eigen zaken, Charles, en hou je commentaar voor jou. Mijn privéleven gaat jou niks aan.’
Ze liep met grote stappen het kantoor uit en smeet de deur hard achter zich dicht.