17   DE RAMP

'Goede morgen, Nathan! Je schijnt je eetlust weer terug te hebben.'

'Ja, behoorlijk. Hoe veel ik ook eet vanmorgen, mijn maag voelt nog even hol als een trom. Begrijpt u dat?'

'- en je goede humeur ook. Welkom thuis in de beschaafde wereld. We hebben je gemist.'

'En maar net op tijd, hè?'

Pittmann bekeek zijn ondergeschikte wat onzeker: was dit als scherts bedoeld? Hij besloot dat dat het geval was maar beperkte zijn blijk van waardering tot een allerzuinigst lachje.

'En je hebt de koffie al aan het pruttelen?'

'Ik geloof dat ik hem een beetje te sterk heb gemaakt.'

Generaal Pittmann schonk zijn kopje vol uit de elektrische koffiekan en proefde keurend. 'Ja, iets te sterk.' Hij moest kiezen tussen genoegen nemen met dit of wachten op een nieuwe pot. Hij besloot het er maar mee te doen.

'Ik heb eens nagedacht...' zei Hansard.

'In het leger proberen wij het denken niet aan te moedigen,' zei Pittmann effen terwijl hij twee sneedjes brood uitelkaar plukte en ze in de rooster stopte.

'... over wat u zei op de dag dat ik hier aankwam. Ik geloof dat u gelijk had.'

'Dat zou me niets verbazen.' Bij een tweede slok koffie trok hij een vies gezicht. 'Maar je zult mijn geheugen moeten opfrissen, Nathan. Ik zeg zo veel goede dingen.'

'Dat het volkerenmoord is om de bommen te gebruiken.'

'Zei ik dat? Ongetwijfeld alleen op de meest hypothetische manier, als ik het al deed. Wat mij betreft, ik heb weinig anders dan minachting voor mensen die hun geweten opwarmen aan dergelijke woorden - en dat woord in het bijzonder. Je kunt een oorlog nu eenmaal niet winnen zonder omelettes te maken.' Verheugd over zijn timing brak Pittmann keurig twee eieren in de elektrische pan. 'Daarom hoop ik dat je die praatjes niet al te serieus zult opvatten. Op jouw leeftijd staat het je niet om doodernstig te zijn.'

'Maar als het woord ook maar enige betekenis heeft -'

'Precies, Nathan: dat heeft het niet. Het is een rode vlag om mee naar liberalen te zwaaien.'

'Er bestaat een klassiek voorbeeld.'

'Ja?' Generaal Pittmann keek op, Hansard uitnodigend of tartend verder te gaan. Om zijn mond speelde een vreemd lachje. 'Het voorbeeld van Duitsland, bedoel je dat? Waarom roer je een onderwerp aan als je daarna weigert er over te praten? Auschwitz was onverstandig, zeker. Een verschrikkelijke verspilling van mankracht. Om niet te spreken van het vooroordeel van die lieden. Dat vind ik het meest weerzinwekkende. Maar tegenwoordig komt dat er niet aan te pas. De bom is het meest democratische wapen dat de mens ooit ontworpen heeft. Het maakt totaal geen onderscheid. Nathan, je maakt belabberde koffie.'

'U maakt kwalijke grappen, Generaal.'

'Dat grenst aan brutaliteit, weet je dat? Maar ik zal het door de vingers zien omdat je weer conversatie maakt.'

'Het zal u beter smaken als u er melk en suiker bijdoet.'

'Een barbaarse gewoonte,' klaagde Pittmann maar volgde toch Hansards raad op.

'Sinds wanneer heeft u last van zulke overwegingen?'

Pittmann lachte gemoedelijk. 'Beter, veel beter. Zie je, het gaat om de lichte toets. Heb je trek in een stukje toast? Is het leven niet...' Hij scheen nauwelijks enige aandacht te schenken aan het mes dat uit zijn vingers glipte en op de grond kletterde, '...een verschrikkelijk verlies aan mankracht?' Hij lachte zonder overtuiging.

'O, Nathan, doe dat wapen weg! Wat denk je dat ik van plan ben - je aanvallen met een botermesje? Ik ben te slap om...' Hij sloot zijn ogen. '... om zinnen af te maken. Het zal je niet helpen, Nathan, dat nobele gebaar van je. Als je tot de laatste minuut gewacht had, had je mij misschien kunnen tegenhouden - maar ach, dit is alleen maar één post. Wat denk je van de andere? Rusland? Dwaze Nathan.'

'Waarom heb je me vergiftigd?'

Hansard keek de generaal kil aan. Pittmann had zeer zorgvuldig plaats genomen in het ranke, buisvormige stoeltje zodat hij er niet af kon vallen toen hij het bewustzijn verloor.

'Ik heb me altijd afgevraagd, weet je... ik heb me altijd afgevraagd hoe het is om dood te gaan. Ik vind het prettig.' Met een glimlach viel hij in slaap.

Hansard grinnikte. Hij wist dat Pittmann zich diep vernederd zou voelen wanneer hij de volgende morgen wakker werd. De koffie bevatte niets anders dan het legerslaapmiddel, dat gegarandeerd niet dodelijk was in welke hoeveelheid dan ook. Hansard verliet de officiersmess en draaide de deur op slot.

 

Hij keerde naar zijn hok terug om aan het werk te gaan met wat Panofsky 'een beetje draden aansluiten' genoemd had. De wijzigingen in de standaard transmitterelementen die Hansard uit het magazijn had gejat stelden zijn handigheid zwaar op de proef, maar hij had het voordeel dat hij dezelfde taak slechts enkele uren daarvoor onder supervisie van Panofsky had uitgevoerd. Het was zenuwslopend om juist nu, op het hoogtepunt van de crisis, elektronische legpuzzles te moeten maken maar het was te doen. Hij hoefde zich zelfs niet gejaagd te voelen. En waar er zo veel op het spel stond waagde hij het niet overijld te werken.

Toen alle onderdelen samengevoegd en gecontroleerd waren en nog eens gecontroleerd, stopte Hansard ze in twee weekendtassen - alles behalve het essentiële 'klapstuk'. Dat verborg hij in de ventilatiesdiacht van het observatorium.

Het noodlot wilde dat hij Worsaw op wacht trof voor de ingang van de mensenzender.

'Soldaat Worsaw, de Generaal heeft me gevraagd je te zeggen dat je je terstond bij hem in het observatorium moet melden.'

'Kap'tein?' Worsaw keek hem ongelovig aan. Het was onwaarschijnlijk dat Pittmann juist hem zou willen zien.

'Spreekt vanzelf dat ik hier in jouw plaats wacht zal houden. Laat hem niet wachten. Ik geloof dat zijn verzoek iets te maken heeft met die ontbrekende chevrons op je mouw.' Hansard knipoogde vriendelijk als een samenzweerder.

Worsaw salueerde stram en ging weg. Arme idioot, dacht Hansard. Ook hij wandelt glimlachend mijn leven uit. Hij was blij dat hij niet nog eens genoodzaakt werd - en deze keer definitief - om Worsaw te doden. Nooit meer wilde hij iemand doden.

Met de sleutel die hij Pittmann afgenomen had ging Hansard de mensenzender binnen. Nadat hij de eerste onderdelen die hij nodig had eruit had genomen, drukte hij op de knop die de mensenzender in werking zette. De gestencilde letters op de stalen wand flitsten van MARS naar AARDE. Hij was weer thuis maar er was geen tijd om de aardse bodem te kussen. Zijn aankomst was niet onopgemerkt, evenmin zou hij welkom zijn.

Hij keek op zijn horloge. Het was 2.18. Hij schatte dat hij nog drie minuten de tijd had. Hij had uitgevonden dat hij zijn adem niet langer dan dat kon inhouden. Hij maakte juist de laatste aansluitingen in de ontvangerloze transmitter toen de deur van de ontvanger opensprong en de wachten naar binnen stormden.

Zij openden het vuur op de man die er niet meer was.

 

'Ontvangerloze transmitter?' wierp Hansard tegen toen Panofsky de eerste keer zijn plan uitstippelde. 'Maar u heeft zelf gezegd dat zo iets niet mogelijk is. En het betekent niets!'

'Betekenis!' smaalde Panofsky. 'Wat is betekenis? Heeft zwaartekracht betekenis? Of golfdeeltjes? Of de Heilige Drieëenheid? Gods glorie spreekt meer uit paradoxen dan uit syllogismen. Maar ik was vrij eerlijk toen ik het je vertelde: strikt genomen is een ontvangerloze transmitter onmogelijk. De ontvanger moet daar zijn waar je je bundels naartoe wilt zenden. Waarom hem niet met ze meezenden?'

'Ja, waarom trek ik mijzelf niet aan mijn veters de lucht in?' antwoordde Hansard bitter.

'De kern van de zaak,' ging Panofsky onverstoorbaar verder, 'ligt in dat woord 'ogenblikkelijk'. Als materiezenden werkelijk ogenblikkelijk gebeurt en niet alleen heel snel, zoals licht, waar is dan het voorwerp dat wij overzenden op het exacte moment van transmissie? Is het hier of is het daar? En het antwoord is uiteraard dat het zowel hier als daar is. En dus - de ontvangerloze transmitter, zogenaamd. Wij bevestigen een stel van drie transmitters en drie ontvangers aan het voorwerp, veronderstel de transmitters als zijnde hier en de ontvangers als daar, druk op de knop en poef! Snap je?'

Hansard schudde somber zijn hoofd.

'Maar je hebt het al zien werken! Je hebt er het hele huis in rondgetoerd.'

'Ach, ik weet dat het gebeurd is. Maar gezien de staat waarin ik nu verkeer zou u mij er even goed van kunnen overtuigen dat het tovenarij is. Dat is het - zelfs tot en met het magische getal drie.'

'Getallen zijn magisch, natuurlijk, en drie wel het meest van al. Een vlak is door drie punten bepaald. Het is het hypothetische platte vlak dat de drie ontvangers bepalen door middel waarvan wij het over te zenden voorwerp op precies dat punt in de ruimte kunnen plaatsen waar wij het hebben willen.'

'Zelfs ik kan uw grote woorden doorzien, Doctor. Er zijn vier punten voor nodig om de positie van een voorwerp in de ruimte te bepalen. Drie bepalen een plat vlak maar voor een vast lichaam zijn er vier nodig. Dat is eenvoudige Euclidische meetkunde.'

'En jij krijgt voor dat vak een mooi cijfer. Feitelijk hoort er een vierde transmitterontvanger te zijn wil het hele geval kunnen functioneren. En de vierde reist niet mee met de andere. Die blijft achter en doet dienst als referentiepunt. Het 'hier'-punt van de transmitter en het 'daar'-punt van de ontvanger kunnen beschouwd worden als twee immense piramides die een gemeenschappelijke top hebben in het referentiepunt.'

'En waar zal dat zijn?'

'Op Mars natuurlijk, waar anders?'

 

Uit de aard der zaak was het eerste punt waarvan Panofsky de exacte gegevens had kunnen bepalen betreffende lengte, breedte en hoogte zijn eigen huis en de eerste plaats waar Hansard terecht kwam nadat hij Camp Jackson/Virginia verlaten had was daar, in de bibliotheek. Aangezien Panofsky en Bridgetta naar Moskou weren gegaan had Hansard het rijk alleen. De eerste transmitter-ontvanger plaatste hij op de afgesproken plaats, achter de uitgave van Bulwer-Lytton. De twee tassen met de rest van de uitrusting oppakkend ging hij weer verder, ruim dertig seconden voor op zijn schema. Het was moeilijker geweest, gedetailleerde gegevens te bemachtigen over twee andere plaatsen. De gegevens van de Grote Piramide van Egypte had Panofsky ontdekt in een oud nummer van The Journal of Theosophical Science.

's Avonds kwam Hansard aan op de top van de Grote Pyramide. Nog nooit eerder had hij een maanverlichte woestijn van zo'n hoogte af gezien en ondanks zijn dringende taak kon hij niet nalaten om vervuld van ontzag te kijken. Iemand - misschien een toerist - zag Hansards silhouet tegen de maan afgetekend en begon iets tegen hem te schreeuwen. De nachtwind verwaaide zijn woorden en Hansard ving alleen wat verstrooide klanken op, zelfs niet genoeg om uit te kunnen maken wat voor taal de man sprak, laat staan de betekenis. Hansard liet de tweede transmitterontvanger op het topje van de verbrokkelde stenen achter en ging op weg naar het derde en laatste punt van de triangulatie.

Hij kwam terecht middenin een uitgestrekte betonnen vlakte waaruit met grote tussenruimten de kleine verhogingen van grafzerken uitstaken. Dit waren de 25 hectaren van het Vietnam kerkhof dat buiten Canberra was aangelegd door de nieuwe liberale regering die Australië uit de oorlog had teruggetrokken. Met een grootmoedigheid die in de geschiedenis zijn weerga niet had herdacht de regering hier een even groot aantal gesneuvelde vijanden als de eigen landgenoten. Hansard plaatste de laatste transmitterontvanger op een van de grafzerken. Sinds hij de eerste sprong van Camp Jackson/ Virginia had gemaakt waren pas een minuut en drieëntwintig seconden verstreken. Er was tijd, een paar seconden, om de doden te herdenken.

'Het was verkeerd,' zei Hansard zeer beslist.

En hoewel hij dat niet uitsprak was het kwaad niet meer goed te maken. De jongen was voor eeuwig dood. Deze zelfde grafsteen zou zijn graf kunnen zijn.

Dit was alle tijd die hij zich voor een herdenking kon veroorloven. Hij drukte op de knop van de derde transmitterontvanger. Een vertragend mechanisme gaf hem vijftien seconden respijt. Hij ritste de tweede tas open en nam de neutralisator er uit. Hij had een effectief bereik van twee meter.

'Je kunt nu beter gaan,' zei hij tegen zichzelf. Het was Hansard2 die dit zei maar er kwam geen antwoord van Hansard1. Toen pas begreep Hansard2 dat hij de hele tijd bedrogen was, dat Hansard1 in een ongrijpbaar deel van zijn geest zijn plan had opgemaakt en dat voor zijn andere ik geheim gehouden had. Het was te laat om met hem te gaan redeneren want plotseling werd de grond onder Hansard2's voeten vast en hij begreep dat de Aarde zojuist op zijn as ondersteboven was gedraaid en naar het andere eind van het zonnestelsel was gezonden.

 

'Onmogelijk!' had Hansard gezegd. 'En als het al gedaan kan worden zou het een nog grotere waanzin zijn dan de bommen.'

'Zuut, Nathan! Heb je nog niet geleerd dat ik het altijd bij het rechte eind heb?'

'Wat zal er nu van de mensen in de werkelijke wereld worden? U moest eerder aan hun welzijn denken dan aan het onze.'

'Voor hen zal het voornaamste onmiddellijke gevolg zijn dat de bewoners van het noordelijk halfrond plotseling sterrenbeelden zullen zien die normaal bij de zuidelijke hemel horen. Als gevolg daarvan zullen er meer dan een paar schepen schipbreuk lijden aan de nachtzijde van de aarde. Als je het alternatief beschouwt is het een kleine tol.'

'Maar hoe moet dit dan de bommen voorkomen? In ieder geval zullen die van Mars naar hun ontvangsatelliet gaan.' 'Maar de ontvangsatellieten zullen buiten het transmissieveld van de Aarde liggen. Aarde-sub-een zal het zonnestelsel kruisen en de satellieten achter laten.'

'Zodat zij hun bommen op Aarde-sub-twee kunnen werpen?'

'Je vergeet dat voor alles dat bestaat uit primaire stof secundaire stof niet schijnt te bestaan. Vanuit het standpunt van die bommen gezien lijkt het of de aarde verdwenen is. Bovendien zullen zij ophouden satellieten te zijn aangezien de achterblijvende echo van de Aarde geen aantrekkingskracht op hen heeft. Zij zullen volgens een raaklijn aan hun baan wegvliegen en tezijnertijd in de zon terecht komen.' Panofsky grinnikte. 'Moet je je even indenken wat jouw mensen op Mars zullen denken wanneer de Aarde plotseling uit de hemel verdwijnt! Zullen zij de Russen de schuld geven?' Hansard was nog niet zo ver dat hij grapjes over het onderwerp kon maken. 'Maar... de onvoorstelbare omvang er van! De hele verdomde Aarde!'

'Is dat als een afkeuring bedoeld? Grote gebeurtenissen vereenvoudigen dikwijls een operatie. Klokkentorens werden eerder gebouwd dan polshorloges en het zonnestelsel is dikwijls een hemels uurwerk genoemd. Let wel dat ik bij de transmissie van de Aarde niets van haar momentum verspil. Juist geplaatst en in de goede richting wijzend moet zij haar onheuglijke baan rondom de zon vervolgen, zonder ook maar een haarbreedte van een afwijking. Ik kan die nauwkeurigheid niet helemaal garanderen, maar mijn berekeningen wijzen uit dat er niets al te verschrikkelijks kan gebeuren.'

'En het ondersteboven keren?'

'Om de opvolging van de seizoenen te bewaren, die, zoals je ongetwijfeld zult weten veroorzaakt worden door de positie van de Aarde in haar baan om de zon. Eigenlijk zet ik de Aarde zes maanden in tijd vooruit. Door haar om te kieperen zal dit precies gecompenseerd worden.'

 

Er was geen lucht die hij kon inademen.

Jij idioot! dacht Hansard2 kwaad. Waarom bleef je binnen het veld van de neutralisatie? Waarom?

Wat maakt dat nu nog uit? Hansard2 kon niet geloven dat de treurige toon in het antwoord van hemzelf afkomstig was. Toch hadden de zes weken waarin zij gescheiden hadden geleefd andere mensen van hen gemaakt.

Denk je dat je nu quitte bent? Denk je dat je verloren leven het zijne goed kan maken? Idioot!

Niet het zijne, nee.

Waarom dan? Waarom? Rn Bridgetta dan?

Hansard1 kon of wilde niet antwoorden. Misschien zou er voor hem geen Bridgetta geweest zijn. Met tegenzin maakte Hansard2 zijn lichaam los uit het stoffelijke omhulsel. Het afgeworpen en weldra levenloze lichaam gleed niet op de grond (wat er geen grond voor was) maar heel langzaam steeg het op en zweefde boven het uitgestrekte ereveld als een heliumballon, verschrompeld aan het einde van een lange dag. De aantrekkingskracht van de pas geschapen Aarde2 had geen invloed op de primaire stof van dat lichaam en het werd onverbiddelijk naar de werkelijke Maan getrokken die laag in het westen achter wolken schuil ging.

Op zijn beurt was de Maan zijn langzame val naar de zon begonnen. Er bestond geen kracht meer om hem op zijn plaats te houden.

Een bezinksel op de achtergrond van zijn gedachten vertelde Hansard2 waarom zijn sub-een-ik vrijwillig de dood had gezocht: naar zijn eigen manier van denken schaamde hij zich omdat hij zich schuldig had gemaakt aan de meest afschuwelijke misdaad - muiterij.

Hansard2 legde de ademuitrusting af die hij sinds de vorige avond gedragen had. Hij had hem niet langer nodig want nu had hij een wereld vol lucht om te ademen, een wereld met een bodem om op te lopen en een wereld met mensen die zijn eigen mannelijkheid weer betekenis gaven. Dit, de echo van een wereld was nu zijn werkelijke wereld.

En er zou geen oorlog komen om die te vernietigen.