14   DE BRUID

Liefde dringt zich in op plaatsen waar zij gewoon niets te maken heeft - in levens of verhalen die te veel in beslag genomen worden door andere zaken om haar tot haar recht te laten komen. Maar op de een of andere manier kan het altijd wel ergens ingepast worden. Het huwelijk is voor dit doel een voorbeeldige instelling want echtelijke liefde 'staat boven iedere twijfel', terwijl de meer exotische vormen van romantiek het hele toneel voor zich opeisen, met minachting voor de normale zaken van het leven. Een getrouwd man kan zijn leven aangenaam in tweeën splitsen, in een privé en een publieke sector, en zolang beide plezierig samengaan hoeven ze nooit in botsing te komen.

Dus, Hansard was verliefd geworden, maakte het hof, deed een aanzoek en werd geaccepteerd en nu is de morgen van de bruiloft aangebroken - en al deze dingen hebben als het ware reeds achter de coulissen plaats gevonden. Hierdoor moeten we niet gaan denken dat Hansards liefde tammer was dan van een ander of dat de romance zo alledaags was dat hij voor ons onbelangrijk is - of voor de hoofdpersonen die er bij betrokken zijn. Wij hoeven slechts te wijzen op de buitengewone omstandigheid dat de rivalen van de uitverkorene eigenlijk haar identieke dubbelgangsters waren om een dergelijk denkbeeld opzij te zetten. Nee, als de tijd het toeliet zou het zeer interessant zijn om nog wat langer bij hun idylle te verwijlen, om de dagen en nachten te beschrijven en te glimlachen over de dwaasheden, om de kwikzilveren stemmingen van hun groeiende liefde vast te leggen. Zie bijvoorbeeld hoe Hansards gezicht ontspannen is. In zijn ogen is een twinkeling die wij eerder nog niet waargenomen hebben. Of komt het misschien doordat zij dieper lijken? Hij lacht meer - daar is geen twijfel aan - en zelfs als hij niet lacht speelt er iets rond zijn lippen... wat is het? Lijken ze nu voller? Zie ook hoe zijn kaken meer ontspannen zijn en de pezen minder duidelijk als hij het hoofd wendt. Kleine veranderingen, maar over het geheel genomen drukken zij een geheel ander stempel op zijn gezicht. Het is beslist een verandering ten goede.

Het is al 26 mei, de morgen van het huwelijk - hoe snel vliegt een maand voorbij! En is er geen tijd om te vertellen wat een heerlijke maand het is geweest, wat er gebeurd is achter de coulissen? Maar natuurlijk, laten wij de tijd nemen - terwijl de bruid en haar drie bruidsmeisjes, (want Bridgetta-sub-een was nog een keer door de transmitter gegaan, de sub-twee bevolking met één vermeerderend. De nieuweling viel onmiddellijk de rol van Bridget toe, want de bruid zou nu noch Bridie, noch Jet, noch Bridget zijn - maar Mrs. Hansard) de twee Panofsky's en Hansard die meimorgen over straat naar de kerk lopen.

De maand was omgevlogen alsof zij de hele tijd een spel gespeeld hadden; zij hadden zo'n plezier gehad. Soms bracht Hansard alleen met 'zijn' Bridgetta de dag door, bij andere gelegenheden kwamen een of meer van haar evenbeelden met hen mee om in het gemeentelijke politiebureau te gaan zwemmen, of in de Senaatsgebouwen. Bridgetta en hij hadden elkaar bemind tussen bossen bloemen in de etalages van een bloemist. Zij hadden picnics meegenomen naar diplomatendiners waar zij, omdat er voor hen rond de tafel geen plaats was er bovenop waren gaan zitten terwijl zij hun benen door het tafelkleed lieten bungelen. Zij hadden tennis gespeeld, singles en doubles, nadat zij eerst repen linoleum rondom de baan hadden uitgespreid om geen ballen te verliezen. Toen Hansard eenmaal zijn terughoudendheid om kinderspelletjes te spelen overwonnen had, gaf Bridgetta's versie van verstoppertje spelen de grootste pret want ze speelden het in de drukste straten en kantoren van de stad terwijl de ernstige, grauwe massa om hen heen krioelde. Zij slopen de duurste theaters binnen en vertrokken na de eerste acte als het spel hen niet aanstond - zonder enige spijt over het verspilde geld. (En meer dan eens waren de stukken vervelend want zij moesten het als een pantomime ondergaan.) Bij bijzonder slechte stukken gingen Hansard en een of meer Bridgetta's zelf het toneel op en improviseerden samen. Dergelijke grapjes en veel en veel meer nog, - ook genoeglijker momenten, soms een enkel woord, een liefkozing, een blik, even snel vergeten als het gebeurde, maar wat als de som van zulke momenten geen liefde is? Een moment, een maand - hoe snel - en nu zijn zij al op weg naar de kerk!

 

De bruid was gekleed in een geïmproviseerde japon, die samengesteld was van damasten tafelkleden en kanten van kunstvezel die van verschillende lingerie was afgehaald, want niemand in de werkelijke wereld had de vooruitziende blik gehad of de gelegenheid om voor een dergelijke gebeurtenis als vandaag te zorgen. Als het alleen om het modische aspect ging zou men kunnen zeggen dat de bruidsmeisjes er heel wat voordeliger uitzagen dan de bruid - maar de bruid was gehuld in de glorie van een mythe die alle mode naar de kroon steekt. De twee Panofsky's droegen gepaste kleding want gewoonlijk gingen zij in avondkleding door de transmitter op reis naar het theater. Hansard had echter niets beters dan zijn dagelijkse uniform waarvan de pet nog steeds ontbrak.

Toen zij arriveerden was de kerk tot de laatste plaats bezet en voor de onzichtbare indringers was geen plaats behalve voor het altaar. Bridie zette een bandje met de bruidsmars uit Tannhauser op de draagbare afspeler en liet hem zachtjes spelen. Er kwam beweging in de wachtende menigte en de hoofden draaiden zich om naar de bruid te kijken die over het middenpad schreed. De sleep werd door drie kinderen gedragen. 'Jammer dat we geen oranjebloesem voor je konden bemachtigen, liefje,' fluisterde Panofsky tegen de bruid, die een bosje verlepte rozen in haar hand hield want de transmitter van Elba had voor de gelegenheid niets toepasselijkers geleverd.

Bridgetta deed drie stappen voorwaarts om achter de andere bruid te gaan staan, met haar voeten stevig in de ragfijne sleep. De twee bruidegoms kwamen uit de sacristie om de hand van hun verloofden te aanvaarden. De geestelijke begon de stille woorden van de ceremonie uit te spreken die door Panofsky al liplezend werden herhaald.

Hansard moest ijlings uit de weg gaan toen de bruidegom zich omkeerde om de ring aan te nemen van zijn getuige. Panofsky overhandigde Hansard de ring die Bridie gemaakt had van een fantasiering door er de steen uit te halen en de zetting weg te vijlen totdat er alleen een dun gouden bandje overbleef. Hansard schoof het gouden cirkeltje aan Bridgetta's vinger.

Hij boog zich voorover om haar te kussen. Toen zijn lippen de hare bijna raakten fluisterde zij: 'Zeg het nog eens,' en hij zei: 'Ja, ik wil, ik wil.' Toen kusten zij elkaar, als man en vrouw, tot de dood hen zou scheiden.

'Ik heb voor de gelegenheid een bruiloftsvers geschreven. Wil iemand een bruiloftsgedichtje horen?' vroeg Panofsky.

'Later. Bruiloftsgedichten horen bij het diner,' vond Jet. De sub-een bruid en bruidegom keerden zich om en lopend op de maat van de onhoorbare muziek daalden zij het altaar af en verlieten de kerk. Bridie liet de band doorlopen tot de vrolijke mars van Mendelssohn. Hansard en Bridgetta beëindigden hun kussen.

'Ga eens staan en laat me naar je kijken,' zei hij breed lachend.

Zij deed een stap terug en toen het schot klonk ging zij nog verder achteruit. Dicht onder haar hart bevlekte bloed haar geïmproviseerde bruidstoilet. Haar mond viel open en de lach in haar ogen en op haar lippen vervaagde. Hij ving haar in zijn armen. Zij was dood.

'Dat is één,' riep een vaag bekende stem. Hansard wendde zich om en zag Worsaw midden tussen de bruiloftsgasten die allemaal naar het middenpad dromden. 'En dit is twee.' Het geweer vuurde maar miste Bridie die het tweede doel was geweest.

'Bukken, weg!' schreeuwde Hansard hoewel hij er niet aan dacht zijn eigen bevel op te volgen. Jet greep de rolstoel van een Panofsky en reed hem de sacristie binnen. Bridie en de nieuwe Bridget doken samen de vloer in. De andere Panofsky was er op eigen kracht vandoor gegaan en Hansard kon hem niet vinden, maar hij kon ook niet veel anders zien dan de zich uitbreidende bloedvlek op de damasten bruidsjapon. Vergeten speelde de recorder de mars verder.

'Beest!' schreeuwde Panofsky's stem. 'Monsterlijk, harteloos beest!' Hij reed zijn rolstoel door de mensenmenigte in het middenpad. Hij richtte een revolver op Worsaw maar zelfs van waar hij stond kon Hansard zien dat de oude man verkeerd richtte. Een derde en vierde schot weerklonken, het pistool en daarna het geweer en Panofsky viel voorover in zijn stoel. De wielen drongen door het vloeroppervlak maar de stoel werd nauwelijks in zijn vaart gestuit. Weldra was de stoel met het verwrongen lichaam in de diepte uit het gezicht verdwenen.

Hansard begreep dat actie noodzakelijk was maar hij wilde het nog warme lichaam van zijn bruid niet op de grond neerleggen.

Nog een schot - en het bandopnameapparaat werd tot zwijgen gebracht.

'Dat was stom, Hansard,' riep Worsaw. 'Die muziek spelen was gewoon stom. Zonder dat had ik niet geweten dat je hier was.'

Voorzichtig vlijde Hansard Bridgetta's lichaam neer, zijn ogen onafgebroken op de moordenaar gevestigd.

'O, je hoeft nog niet in de rats te zitten, Kap'tein. Ik zal je niet aanraken voordat ik je vrienden uitgeschakeld heb. Met jou heb ik nog een appeltje te schillen. Weet je nog?'

Hansard greep naar het pistool in zijn uniformjas, dat hij van Panofsky had gekregen. Hij ging niet snel te werk.

'Wees niet stom, Kap'tein. Hoe kan je dat pakken als ik alleen maar deze trekker hoef over te halen? Steek je handen maar omhoog en vertel die vrouwen en die andere oude kerel dat zij uit hun schuilplaatsen tevoorschijn moeten komen. Ze zien er goed genoeg uit, misschien hoef ik die ene toch niet kapot te maken. Wat denk jij daarvan?'

Hansard gaf geen gevolg aan deze commando's, evenmin was hij opzettelijk ongehoorzaam. In werkelijkheid waren zijn gedachten te versuft om ideeën voort te brengen die hem tot actie lieten komen.

Achter Worsaw schreeuwde plotseling een vrouwenstem; Worsaw draaide zich bliksemsnel om naar het gevaar maar het kwam niet van achter hem zoals het eerst leek, maar van boven. Hij stond achter in de kerk, onder het koor. Toen hij zich omdraaide viel Panofsky's rolstoel door het lage plafond bovenop hem.

Hansard kwam voldoende tot zijn positieven om zijn pistool te trekken en het op Worsaws rug leeg te schieten. Jet kwam van het koor naar beneden vallen en rende op Hansard toe. Zij sprak onsamenhangende woorden - 'Ik dacht... ben je gewond?... en toen langs de buitenkant van de kerk en de trap op naar het koor... het was zo zwaar en ik kon hem horen...' Hij stond toe dat zij hem om de hals viel maar hij beantwoordde haar gebaar niet. Zijn lichaam was stijf, zijn kaken stonden strak, zijn ogen hadden een lege blik.

Toen zij hem losliet liep hij naar voren en keerde Worsaws bloedende lichaam om. 'Drie keer,' zei hij. 'Eerst in de mensenzender. Toen bij het pompstation. En nu hier. Het lijkt wel of ik al mijn tijd besteed aan het doden van deze ene man.'

Bridie en de nieuwe Bridget kwamen door de hoofdingang binnen waar de laatste gasten naar buiten gingen. 'Bernard is dood,' zei Bridie. 'Wij vonden hem in de kelder. Maar waar is de andere Bernard?'

'In de sacristie,' antwoordde Jet. 'Verborgen in de klerenkast van de priester. Het was zijn idee dat ik de rolstoel als projectiel moest gebruiken. Hij dacht dat ik misschien even slecht met het pistool kon mikken als zijn dubbelganger.'

'Het lijkt wel of ik mijn hele leven lang mensen doodmaak,' zei Hansard hardop, al leek hij alleen tegen zichzelf te praten.

'Nathan, dat is niet zo,' bezwoer Jet hem ernstig. 'Wat er vandaag is gebeurd had elk moment kunnen gebeuren zonder dat jij er ooit bij geweest was. Het was een ongeluk, een grotesk ongeluk.'

'Ga alsjeblieft weg, jullie allemaal. Ik wil liever jullie... gezichten niet zien... als dat van haar...' Hij verliet de drie vrouwen en keerde naar het altaar terug. Daar sloot hij de dode Bridgetta in zijn armen.

Jet stond op het punt te protesteren maar Bridie weerhield haar daarvan. Toen liep zij met de lege rolstoel naar de sacristie. Bridie en de nieuwe Bridget sleepten het lichaam van Worsaw de kerk uit. Binnen vijf minuten kwam Jet terug en vroeg hem wanneer zij hem weer zouden zien.

'Ik wil de nacht hier doorbrengen,' zei Hansard. 'Met mijn bruid.'

Jet ging weg. De schoonmakers kwamen de kerk binnen en begonnen te vegen en te dweilen maar zij zagen het met bloed bevlekte boek niet dat op het middenpad lag: De privéoorlog van Sergeant Worsaw.

Daarna werden de lichten uitgedraaid. In het halfduister kon Hansard eindelijk zijn tranen de vrije loop laten. Het was vele jaren geleden dat er tranen uit die ogen welden en aanvankelijk vloeiden zij niet vrijelijk.

Voor het brute feit van de dood schieten woorden tekort. Het is het beste als wij Hansard nu alleen laten, zoals de drie vrouwen deden. Zijn verdriet, evenals zijn liefde kunnen niet zo veel plaats innemen in ons verhaal dat nu niet ver meer van het einde is.