Hoofdstuk 18
Boven aan de trap stond een livreiknecht te wachten om ze naar de kamer te brengen die op zijn bevel was klaargemaakt. Niet haar oorspronkelijke kamer, vanwege de adder, en ook niet de kamer van lady O. met de slaapbank, want die was daardoor te vol om er nog een bad bij te kunnen zetten. Maar naar een van de suites die niet vaak werd gebruikt - een grote slaapkamer met een groot bed en een aangrenzende privé-salon.
Simon bracht Portia naar de slaapkamer, waar twee dienstmeisjes emmers met dampend water in het bad gooiden. Er stonden meer emmers te wachten op de haard.
Hij keek Portia even aan. 'Stuur die meisjes weg.'
Ze trok spottend een wenkbrauw op en haar lippen krulden zich vriendelijk. Ze trok zijn jas uit en gaf hem die terug. Een van de meisjes kwam haar snel uit haar japon helpen. Hij nam de jas aan, liep naar de verbindingsdeur en ging in de salon zitten wachten.
De jas was vochtig, hij liet hem op een stoel vallen en ging voor het raam staan. Hij staarde naar de silhouetten van de bomen en probeerde niet te denken en de emoties van de afgelopen dag niet de overhand te laten krijgen.
Hij probeerde tevergeefs die heftige emoties tegen te houden die alleen zij in hem kon opwekken, het gevoel dat hij altijd zorgvuldig had weten te verbergen, zelfs voor haar. Zelfs nu.
De afgelopen dag was het zelfs nog sterker geworden, nog koppiger.
Hij hoorde de grote deur van de slaapkamer opengaan en weer dicht en de lichte voetstappen van de twee meisjes wegsterven op de gang.
Hij haalde diep adem, legde zijn demonen aan banden en liep toen naar de verbindingsdeur.
Hij deed hem open en zag dat Portia inderdaad alleen was.
In bad. Ze was bezig haar haren te wassen.
Hij zette zich schrap, liep naar binnen en deed de deur dicht. Daarna ging hij naar de grote deur en deed die op slot. Er stond een stoel met een rechte rug en dunne poten voor een secretaire. Die pakte hij op toen hij erlangs liep, zette hem voor de haard en ging er schrijlings op zitten met de rugleuning voor zich.
Ze keek hem even aan. 'Gezien het feit dat jij die meisjes zo graag kwijt wilde raken, neem ik aan dat jij hun werk wilt doen?'
Hij haalde zijn schouders op en wilde niet reageren op de onuitgesproken suggestie in haar donkere ogen, het bad was te klein. 'Je zegt het maar...'
Hij sloeg zijn armen over de rug van de stoel en liet de woorden wegsterven, keek haar aan en ging ervoor zitten om te kijken.
Bereidde zich voor op een berekende kwelling.
Ze maakte ervan wat ervan te maken was - zeepte haar sierlijke armen elegant in, streek verleidelijk langs haar eindeloos lange benen. Toen ze op haar hurken ging zitten, kwam het water tot de bovenkant van haar dijbenen. De rondingen van haar billen glansden uitnodigend, hij moest zijn ogen dichtdoen en aan iets anders denken.
Toen vroeg ze hem om water te pakken om haar haren uit te spoelen. Hij stond enigszins stijfjes op, pakte een emmer...
Ze ving zijn blik. 'Langzaam aan. Ik moet al het schuim eruit spoelen.'
Hij stond gehoorzaam naast de badkuip en schonk water over haar terwijl ze haar haren uitkneep en spoelde. Hij had niet geweten hoe lang het was, het kwam tot aan haar heupen, en zijn ogen dwaalden verder...
Hij moest ze opnieuw even dichtdoen en met opeengeklemde kaken zijn aandacht op haar hoofd richten, vanwaar hij verder ging terwijl hij de emmer wanhopig stevig vasthield.
Het water was op.
Ze streek haar haren glad naar achteren en greep toen de weerszijden van de badkuip beet en kwam overeind. Het water stroomde omlaag over haar schouders, haar borsten, haar heupen en langs haar dijbenen.
Hij dacht nergens meer aan, zijn mond was droog, hij zette de emmer opzij en tastte blindelings naar de handdoeken, die op een krukje lagen. Hij greep er een en hield hem haar voor en deed een stap achteruit terwijl ze glimlachend uit bad stapte en naar hem toe liep.
Ze pakte de handdoek aan en hield die voor haar borsten en keek hem aan.
Hij ontmoette haar blik zo stoïcijns als hij kon, pakte nog een handdoek, sloeg hem open en legde hem om haar hoofd.
Hij hoorde een gesmoord gegiechel.
Hij ging door met haar haren afdrogen, die hielden voldoende water vast om een bed te doorweken. Ze liet hem zijn gang gaan, en bewoog alle kanten op terwijl ze de eerste handdoek gebruikte om haar rondingen en lange ledematen af te drogen.
Toen liet ze de handdoek vallen, maakte hem de andere afhandig en liet die ook vallen. Zijn hart stond bijna stil toen ze recht in zijn armen liep en hij haar wel moest omhelzen.
Ze sloeg haar armen om zijn hals en hief haar gezicht voor een kus.
Hij gehoorzaamde zonder na te denken, nam haar lippen en haar mond die ze hem aanbood, voelde zijn zelfbeheersing sidderen toen ze zich schaamteloos dichter tegen hem aan drukte en haar lichaam tegen het zijne bewoog.
Ze keek hem aan en de vastbeslotenheid was duidelijk in haar ogen te lezen. 'Ik wil het vieren.' Haar blik gleed naar zijn lippen, ze strekte zich uit en raakte hem traag met haar lippen aan. 'Nu.'
'Op bed.' Ze zou zijn dood worden - dat wist hij heel zeker.
Alsof ze iets van zijn gedachten in zijn stem hoorde, boog ze haar hoofd en bestudeerde hem. Toen glimlachte ze. Een glimlach die te veel wist en veel te beslist naar zijn zin.
'Op één voorwaarde.' Haar stem was gedaald tot dat zwoele spinnende geluid dat zijn lendenen in vuur en vlam zette. 'Dit keer wil ik alles.'
Hij voelde iets in zich trillen. 'Alles?'
'Hm.' Ze bleef hem strak aankijken. 'Alles, ook wat jij nog steeds achterhoudt.'
Voor het eerst in zijn leven werd hij duizelig van pure begeerte. Hij knarsetandde en sprak met schorre stem. 'Je weet niet waar je het over hebt.'
Ze trok hooghartig en bewust uitdagend een donkere wenkbrauw op. 'O, nee?'
Haar stem was nauwelijks meer plagend te noemen.
Voor hij kon antwoorden, draaide ze zich soepel om in zijn armen en leunde tegen hem aan. Toen keek ze achterom en ving zijn verbijsterde blik op terwijl ze uitdagend haar naakte billen tegen zijn kloppende erectie aan wreef. Hij wachtte een moment en vroeg: 'Weet je dat zeker?'
Ze wist het - het was in haar ogen te lezen, zo'n intens blauw dat het bijna zwart was. Hij wilde vragen hoe ze dat verdorie wist, maar hij kon zijn gedachten niet voldoende ordenen om een zin te vormen.
Hij kon niet verder denken dan het feit dat ze op de een of andere manier zijn diepste en meest primitieve verlangen kende. En bereid was daaraan toe te geven.
Dat laatste werd duidelijk toen ze een hand omhoog stak en met haar hoofd achterover geleund zijn mond naar de hare trok. Ze nam hem, trok hem binnen, nam zijn tong en liefkoosde die met de hare. Ze drong erop aan dat hij genoot. Toen hij dat deed, gleed haar hand weg; ze vond zijn beide handen en bracht ze naar haar borsten.
Ze hijgde even zachtjes toen hij de stevige rondingen beetpakte.
Het vuur schoot door hem heen bij het geluid dat halfgesmoord werd door hun kus. Hij liet haar lippen los, spreidde zijn handen over haar schoonheid uit en fluisterde: 'Weet je het zeker?'
Haar oogleden fladderden terwijl hij onbeschaamd bezitterig kneedde, en toen keek ze hem aan.
'Ik ben de jouwe.' De woorden klonken zeker en vastbesloten. 'Neem me zoals je wilt, hoe je het wilt.' Ze bleef hem aankijken. 'Ik wil alles van je weten, alles wat je wilt en al je behoeften. Al je verlangens.'
De laatste schakel viel en brak. De begeerte brulde door hem heen, onmetelijk veel sterker dan wat hij ook maar ooit eerder had gevoeld. Hij liet haar los, draaide haar om, hield haar in zijn armen en trok haar dicht tegen zich aan toen hij zijn hoofd boog, haar mond nam en verslond.
Hij werd niet door begeerte gedreven, niet door verlangen, zelfs niet door hartstocht, maar door iets dat uit al die drie dingen voortkwam, en werd aangevuurd door iets meer. Door een wanhopige, primitieve behoefte, iets dat zo diep onder zijn beschaafde uiterlijk lag begraven dat slechts weinig vrouwen het daar vermoedden.
Zonder de kus te verbreken, tilde hij haar op en; ze klampte zich even inhalig en wanhopig als hij was en even lichtzinnig hongerig aan hem vast.
Zijn benen raakten het voeteneind van het hemelbed. Met moeite trok hij haar van zich af, verbrak de kus, hield haar in evenwicht en wierp haar op de schitterend rode sprei.
'Wacht.'
Portia lag zoals ze was gevallen, op een heup en half op haar buik, en wist dat ze niet lang hoefde te wachten. Ze keek toe terwijl hij zich uitkleedde, liet haar ogen op zijn gezicht rusten en dronk de strenge lijnen in terwijl hij zijn vest opzij gooide. Zijn trekken leken harder, standvastiger en hoekiger dan ze ooit eerder had gezien. De kracht in zijn lichaam, waar elk ogenblik van doordrenkt was, was op de een of andere manier duidelijker en intenser. Minder versluierd.
Zijn overhemd volgde het vest, ze verschoof een beetje om zijn brede borst beter te kunnen zien en de harde richels over zijn buik die golfden als hij zich bewoog en samentrokken toen hij zich bukte om zijn laarzen uit te trekken.
Pantalon en sokken waren binnen een oogwenk uit. En toen stond hij naakt en overduidelijk opgewonden voor haar. Zijn ogen keken haar strak aan en gleden langzaam over haar lichaam toen hij naar het bed liep.
Hij stak zijn hand uit. Gleed met zijn handpalm langs de achterkant van haar been, legde zijn hand op haar billen terwijl hij op een knie op de rode zijde ging zitten.
Hij keek haar aan. 'Je kunt elk ogenblik ophouden.'
Ze ontmoette zijn blik, donker en brandend, en had moeite om te glimlachen. 'Je weet dat ik dat niet doe.'
Hij keek haar nog een keer goed aan, toen sloot hij zijn hand en verschoof haar.
Op haar buik.
Ze voelde hoe het bed doorzakte toen hij aan weerszijden van haar benen knielde. Ze voelde de hitte van zijn lichaam langs de achterkant van haar dijbenen strijken, over de vochtige huid van haar billen toen hij zich naar beneden boog, dichtbij - en zijn lippen onder aan haar rug legde, vlak boven haar billen.
Hij legde zijn handen om haar heupen en hield haar vast terwijl hij zich een weg naar boven baande, langs haar rug omhoog, terwijl hij haar hete, vochtige kussen gaf alsof hij haar eigenlijk wilde verslinden.
Het ruwe haar op zijn borst raakte haar huid, hij hing een paar centimeter boven haar, steunde op zijn handen terwijl hij steeds hoger, over haar, om haar bewoog, een sterk mannelijk dier dat haar had veroverd en haar nu met alle geweld wilde bezitten.
Ze kon een huivering niet onderdrukken en sloot heel even haar ogen, genoot van de hittegolf die over haar heen stroomde, haar gestaag overspoelde, keek even achterom, en streek haar haren weg toen hij in de buurt van haar nek kwam.
Hij keek op, een seconde bleven zijn blauwe ogen de hare aankijken, toen trok hij zich een fractie terug, ging schrijlings op haar dijbenen zitten, legde zijn handen om haar heupen, liet beide harde handpalmen langzaam langs haar lichaam glijden, volgde de lijnen van haar taille, streek naar boven langs haar zijden, zijn vingers streelden brutaal de gevoelige zijkanten van haar borsten voor ze langs de achterkant van haar armen haar ellebogen beetpakten.
'Strek je armen boven je hoofd.'
Hij duwde ze omhoog en ze liet het hem doen, zonder die steun zakte ze op het bed neer, haar borsten met de strakgespannen tepels drukten in de rode zijde.
Hij legde haar polsen tussen de kussen en liet ze los. 'Laat ze daar liggen - trek je armen niet meer naar beneden.'
Een bevel op schorre en vastbesloten toon. Haar hart bonkte, haar zintuigen sprongen op toen hij de andere kant opging met zijn langzame, bezitterige liefkozingen. Ze voelde hem dichtbij, maar afgezien van het rasperige haar dat af en toe langs haar huid streek, raakte hij haar alleen met zijn handen en lippen aan.
En met zijn blikken. Dat kon ze voelen, het was een ander soort vlam, gevolgd door zijn handen terwijl hij haar lange rug streelde, omlaag, langs haar middel tot zijn duimen de ondiepe holten onder haar heupen streelden.
Haar huid tintelde; de verwachting welde op en schoot door haar heen.
Tot haar verbazing verschoof hij naar beneden op bed met zijn knieën aan weerszijden van haar benen... toen sloten zijn handen zich om haar heupen, hief hij ze met een beweging op en trok ze terug.
Tot ze op haar knieën voor hem lag.
Ze wilde haar schouders van het bed optillen.
'Laat je armen waar ik zei.'
De inhoud van de woorden stuurde een flits van verlangen door haar heen en haar zenuwen spanden zich nog strakker. Ze had al gehoorzaamd nog voor ze had nagedacht - zonder de steun van haar armen lag ze hulpeloos neergezakt op haar knieën.
Zelfs nog voor ze de volkomen onderwerping die aan die houding was verbonden had verwerkt, legde hij vlak boven haar middel stevig een hand op haar rug.
En hield haar omlaag gedrukt.
Op het ogenblik dat ze het besefte, spreidde hij zijn andere hand over haar billen en liefkoosde vrijmoedig haar vochtige huid en ging toen verder, naar de warme, natte opening tussen haar dijbenen die in deze houding als het ware klaarlag voor zijn tastende vingers.
Hij hield haar omlaag gedrukt, raakte haar meedogenloos aan, streelde, plaagde, liefkoosde, maar ging niet naar binnen, gaf niet toe aan haar inhalige, begerige zintuigen. In plaats daarvan stookte hij het vuurtje onder haar huid op tot ze in vuur en vlam stond en lag te hijgen en kreunen.
Het lichtzinnige geluid van overgave schokte haar, maar het werd al snel opgevolgd door meer. Hij hield haar roerloos, de onophoudelijke prikkeling bleef doorgaan en de ontluikende, stijgende behoefte die in haar oplaaide ging steeds hoger.
Met dichte ogen en haar haren die om haar heen zwaaiden door het rusteloze bewegen van haar hoofd - het enige lichaamsdeel dat ze naar believen kon bewegen - beet ze op haar lip en probeerde het geluid dat achter in haar keel opwelde, in te houden.
Zonder daarin te slagen.
Ze snikte. Snikte opnieuw toen hij haar heupen ophief en de sensuele marteling opvoerde...
Op het ogenblik voor ze instortte en hem precies vertelde wat ze wilde dat hij deed, verschoof hij. Opende haar met zijn vingers, schoof het brede uiteinde van zijn erectie naar haar ingang - en stootte bewust en zwaar door.
Vulde haar op met een lange, zekere stoot die alle lucht uit haar longen verdreef.
Ze voelde zich volledig vervuld van hem.
Met zijn dijbenen langs de hare en zijn kruis tegen haar billen greep hij haar heupen, trok zich een eindje terug en drong toen in haar.
Hij hield haar nog steeds omlaag, een smekelinge voor hem, die hem haar lichaam aanbood voor zijn plezier
Een aanbod dat hij nam, aanvaardde en waarvan hij genoot -met elke harde, diepe, beheerste stoot.
Ze had gezegd dat ze helemaal de zijne was en hij had haar aan haar woord gehouden. Terwijl hij haar voor zich hield en haar bereed, dieper, harder, sneller, begreep ze eindelijk helemaal wat dat betekende.
Maar ze had geen enkele behoefte om zich ertegen te verzetten.
Het vuur, de vlammen en de liefde waren overal. Ze gaf zichzelf eraan over en verloor zich in het inferno.
Ze gaf zich bereidwillig over.
Simon hijgde toen hij voelde hoe haar lichaam samentrok. Hij sloot zijn ogen, genoot van het gevoel van de stevige rondingen van haar billen die tegen hem aan reden, terwijl hij zichzelf begroef in haar vurige hitte. Telkens en telkens weer.
Hij haalde zijn hand van haar rug, plaatste zijn handen op haar heupen, hield haar stil en nam haar nu zoals hij wilde, zoals ze zich hem had aangeboden.
De beste uitnodiging die een vrouw kon doen - zich laten nemen zoals hij wilde. Haar te bezitten zoals ze was, met al haar verrukkingen die haar lichaam kon bieden zonder terughoudendheid.
Zijn hart bonkte, barstte bijna terwijl hij zich aan haar tegoed deed en haar lichaam reageerde zoals het zijne: het wilde meer en meer.
Hij liet haar heupen los, leunde over haar heen, streek met zijn handen omhoog, omvatte haar hete, opgezwollen borsten en kneep in haar tepels tot ze het uitriep en opnieuw snikte.
Ze kwam onder hem tot leven, reed op zijn stoten, kwam ze tegemoet. Hij boog zijn hoofd, wroette haar haren opzij, zette zijn tanden in de spier langs haar hals en beet zachtjes.
Hij genoot van haar reactie toen ze met een wilde zucht haar lichaam onder het zijne oprichtte en spande. Toen explodeerde ze en schokte over haar hele lichaam terwijl hij onophoudelijk in haar stootte, diep in het hart van het vuur.
Hij sloeg zijn armen om haar heen en hield haar roerloos terwijl zijn lichaam reageerde op haar golvende samentrekkingen, terwijl hij nog dieper stootte, haar opvulde, volgde, over de top van sensuele glorie, over de rand van wereldse verrukking en in de aardse zaligheid.
In een diep vacuüm van bevrediging. De diepste verzadiging die hij ooit had gekend. Ze had een nieuwe dimensie gecreëerd en hem naar een ander niveau gebracht.
Hij had geen idee hoeveel minuten er verstreken voor hij de kracht kon opbrengen om haar op te tillen, de lakens van onder hen op te diepen en haar slappe, volkomen uitgeputte lichaam tegen het zijne aan te leggen.
Hij lag daar en liet alles over zich heen komen. Liet de vredigheid, de wetenschap, de absolute zekerheid in hem zinken.
Ze vielen allebei in slaap.
Toen hij wakker werd, merkte hij dat hij op zijn zij was gedraaid met een arm over haar heup en dat zijn lichaam als een lepeltje tegen het hare aan lag.
Zij was ook wakker. Hij merkte het aan de spanning van haar lichaam, ze lag op haar zij met haar gezicht van hem afgewend, hij kon haar gezicht niet zien.
Hij steunde op een elleboog en boog zich over haar heen.
Ze keek om en glimlachte naar hem.
Portia hief een hand en raakte zijn wang aan, toen ging ze nog steeds glimlachend weer op haar zij liggen en voelde hem hard, sterk en heet achter zich.
Hij lag passief, maar toch...
Haar glimlach werd breder. Ze reikte achter zich en pakte hem met haar vingers vast. Terwijl ze hem streelde, zei ze: 'Je hebt me een opnaaister genoemd - meende je dat?'
Hij bromde iets. 'Ik wist niet eens of je wel wist wat het betekende.'
Ze grinnikte terwijl ze langzaam met haar duim over top van zijn erectie streek. 'Ik geef toe dat je het woord niet vaak tegenkomt in Ovidius, maar ik ga met mijn tijd mee.'
'O ja?'
Het antwoord was zinloos, hij dacht niet aan woorden.
Ze sloot haar hand steviger om hem heen. 'Je hebt geen antwoord op mijn vraag gegeven.'
Hij zoog lucht naar binnen en zweeg even voor hij zei: 'Niet in het algemeen, maar wel specifiek.'
Ze dacht daar even over na en streelde hem niet helemaal afwezig terwijl ze nadacht. 'Bedoel je dat ik je plaag?
Het was haar beurt om haperend adem te halen toen hij steeds hoger langs haar bovendijbeen gleed en zijn handige vingers naar het zachte plekje tussen haar benen gleden.
Hij speelde. 'Je naait me op door er alleen maar te zijn.'
Haar glimlach werd zo mogelijk nog breder. 'Hoe dan?'
Het woord was ademloos, ze bewoog haar heupen en voelde hem achter zich verschuiven.
'Ik zie je en ik kan alleen nog maar denken aan verzinken in jou.' Hij schoof het voorwerp van de discussie in haar. 'Zoals dit.'
Haar ogen gingen dicht toen hij langzaam, heel langzaam in haar gleed. Terugtrok, en haar tijd gaf om van elke centimeter van zijn terugkomen te genieten.
Ze hield haar adem in en haar hele lichaam kwam tot leven. Vastbesloten kreeg ze er nog uit: 'Ik denk dat ik het wel leuk vind om een opnaaister te zijn.'
Hij boog zich over haar heen, om haar, legde zijn lippen tegen haar oor, duwde zijn hand onder haar arm en sloot die om haar borst en liet haar merken dat hij het ook niet echt afkeurde en er eveneens van genoot.
Heel veel later lagen ze uitgeput op bed. Ze lag tegen hem aan, met haar hoofd op zijn borst. Simon speelde doelloos met haar haren en gleed met zijn vingers door de lange strengen.
Hij slaakte een diepe zucht.
'Ik hou van je. Dat weet je toch, hè?'
Het duurde even voor ze antwoord gaf. 'Ja.' Ze hief haar hoofd, glimlachte tegen hem, sloeg haar armen over elkaar, liet haar kin op haar polsen rusten en bestudeerde zijn gezicht.
Hij keek vol verwachting in haar schitterende ogen.
Haar glimlach van een zelfvoldane, bevredigde vrouw vervaagde. 'Ik hou ook van jou.' Ze fronste haar wenkbrauwen. 'Ik begrijp het nog steeds niet.'
Hij aarzelde en zei toen: 'Ik denk niet dat je liefde moet willen begrijpen.' De hemel wist dat hij het niet begreep.
De frons werd sterker. 'Misschien niet. Maar ik denk toch steeds...'
Hij streelde met zijn handen liefdevol langs haar lange rug. 'Heeft iemand je wel eens verteld dat je te veel nadenkt?'
'Ja. Jij.'
'Hou daar dan mee op.' Hij gleed verder en streelde suggestief.
Ze keek hem aan en trok een wenkbrauw op. 'Zorg maar dat ik ophou.'
Hij bleef haar aankijken om er zeker van te zijn dat de woorden de uitnodiging waren die hij eruit begreep en glimlachte toen met een roofdierachtig uitdrukking in zijn ogen. 'Met genoegen.'
Hij rolde om en nam haar met zich mee, ze lag onder hem gevangen en gehoorzaamde.
De volgende bewuste gedachte kwam pas boven tegen zonsopgang.
Misschien had zij niet meer nagedacht, maar hij zeker wel. Hij had plannen gesmeed, maar ze had geen idee welke.
Tegen de tijd dat ze bij de ontbijttafel kwamen, had hij lady O. ervan overtuigd dat het dringend nodig was dat hij ergens naartoe moest met Portia. Ze kwam te laat binnen om te horen waarheen.
'Je merkt het wel als we er zijn,' was alles wat hij wilde zeggen. En met een vastbesloten uitdrukking op zijn gezicht die ze heel goed van hem kende, richtte hij zijn aandacht op zijn bord met ham.
Ze wendde zich tot lady O.
Die wuifde haar vraag weg voor ze hem kon stellen.
'Neem maar van mij aan dat je beter met hem naar de stad kunt rijden. Je zult er niets aan vinden om met mij in de koets heen en weer te worden geschud, niet als je iets beters kunt krijgen.' Ze grinnikte en de oude ondeugende blik verscheen weer in haar ogen. 'Als ik jou was, zou ik niet aarzelen.'
Dus zat er weinig anders op voor Portia dan mee te gaan.
Ze nam wat thee en toost en keek de tafel rond. De verandering was opvallend en de sfeer was weer veel luchtiger. De opluchting was enorm en zichtbaar aan de vele glimlachjes.
Lady Calvin was uiteraard niet naar beneden gekomen, maar dat hadden de andere oudere dames ook niet gedaan op lady O. en lady Hammond na.
'Het is hard bij haar aangekomen, die arme ziel,' vertrouwde lady Hammond lady O. toe. 'Het was altijd haar droom om Ambrose in het parlement te zien en nu... Om dit onder ogen te moeten zien en dan ook nog alles wat Drusilla heeft onthuld. Ze is helemaal van haar stuk. Catherine heeft gevraagd of ze nog een paar dagen wil blijven, althans tot ze weer goed genoeg is om te reizen.'
Drusilla was evenmin naar beneden gekomen en dat was ook geen verrassing.
Naderhand kwam iedereen in de hal aan de voorkant bij elkaar om afscheid te nemen. De koetsen stonden voor de deur en de Hammonds vertrokken als eersten, daarna de Bucksteads.
Portia zag dat James een beetje apart stond met Lucy en toen met haar naar de koets liep en haar omhoog hielp. Het idee kwam in haar op om een keer een weekendfeest te geven waarbij ze Lucy zou uitnodigen en James ook.
Er bestond geen twijfel in welk huis dat zou worden gegeven.
Toen nam lady O. afscheid en liep aan de arm van lord Netherfield naar de trap aan de voorkant. Zij en Simon volgden op tijd om lady O. tegen his lordship te horen zeggen: 'Best een aardige onderbreking, maar laat die moorden volgende keer achterwege, Granny. Dat is een beetje te veel op mijn leeftijd.'
Lord Netherfield snoof. 'Voor ons allebei, lieve. Maar die jonge mensen hebben zich keurig van hun taak gekweten.' Hij schonk Simon en Portia en Charlie en James die achter hen aan liepen een stralende glimlach. 'Het lijkt erop dat er nog hoop is voor de volgende generatie.'
Lady O. snoof neerbuigend. 'Hou je mond, anders worden ze veel te verwaand.'
Charlie moest moeite doen om zijn glimlach te verbergen en kwam naar voren en bood aan lady O. in de koets te helpen. Ze accepteerde zelfverzekerd, en toen ze eenmaal zat keek ze naar Simon en Portia. 'Jullie zie ik in Londen wel.' Ze keken elkaar aan. 'Stel me niet teleur.'
Het klonk als een waarschuwing om je fatsoenlijk te gedragen, maar ze begrepen allebei wat het werkelijk was - een aansporing voor iets heel anders.
Lord Netherfield glimlachte en zwaaide; zij zwaaiden ook en ze wachtten tot de koets was weggetrokken voor ze naar de sjees van Simon liepen waar de paarden voor stonden te steigeren op het voorplein.
James en Charlie liepen achter hen aan. Terwijl Simon zijn paarden kritisch opnam, schudde James haar hand. 'Ik zal je niet in verlegenheid brengen door je nogmaals te bedanken, maar ik hoop dat we elkaar later in het jaar in Londen weerzien.' Hij aarzelde even en keek even naar Simon. 'Weet je, door Kitty had ik alle gedachten aan een huwelijk van me afgezet. Maar nu...' Hij trok een wenkbrauw op, plagend maar ook spottend. 'Misschien is er echt nog hoop en moet ik mijn mening eens herzien.'
Portia glimlachte. 'Dat moet je zeker doen.' Ze rekte zich uit en gaf hem een kus op zijn magere wang. Toen wendde ze zich naar Charlie en trok haar wenkbrauwen op.
Hij glimlachte ook en keek haar aan, toen knipperde hij met zijn ogen. Hij keek even naar James. 'O nee, ik niet. Betrokken maar niet gebonden, zo ben ik - veel te oppervlakkig voor iedere kritische dame.'
'Onzin.' Ze gaf hem ook een kus op de wang. 'Op een dag zal een bijzónder kritische dame recht door jouw façade heen kijken. En wat moet je dan?'
'Dan ga ik emigreren.'
Iedereen lachte.
James hielp haar de sjees in. 'En hoe zit het met jou?' vroeg hij aan Simon toen die aan kwam lopen.
Simon keek Portia aan met een lange, peinzende blik en schudde James toen de hand. 'Vraag me dat over drie maanden nog maar eens.'
James lachte en schudde zijn hand. 'Ik denk dat ik wel eerder iets zal horen.'
Simon gaf Charlie een hand en klom toen naast haar. Hij pakte de teugels op zodra ze zaten en met glimlachjes en gezwaai reden ze weg.
Ze leunde achterover en was benieuwd. Haar bagage zat achterop en Wilks was weggestuurd met lady O. Er was natuurlijk niets opmerkelijks aan dat Simon haar naar de stad reed, niets schandaligs om in een open koets alleen te rijden. Ze reden achter lady O. aan, onder wier toezicht zij stond. Allemaal keurig en openlijk.
Behalve dat hij en zij niet regelrecht naar Londen reden. Ze had geen idee welke route ze namen, laat staan waarom.
Hoewel ze had vermoed dat ze niet naar de stad gingen, was ze toch verbaasd dat Simon, toen ze bij de hoofdpoort kwamen, zijn paarden in westelijke richting stuurde, weg van Ashmore.
'Naar het westen?' Ze pijnigde haar hersens af. 'Naar Gabriel en Alathea? Of naar Lucifer en Phyllida?'
Simon grinnikte en schudde zijn hoofd. 'Je kent het niet, je bent er nog nooit geweest. En ik ben er zelfs in geen jaren geweest.'
'Zijn we er voor de avond?'
'Over een paar uur.'
Achterover geleund keek ze hoe de heggen langs gleden. Ze voelde zich uitermate tevreden, zelfs al had ze geen idee waar hij haar heen voerde.
Ze voelde een glimlach opkomen, maar onderdrukte die. Ze wist dat als hij dat zou zien, hij zou willen weten waarom ze schik had.
De eenvoudige waarheid was dat ze zich niet kon voorstellen dat er een andere man bestond door wie ze zich in een dergelijke situatie zo rustig zou laten meenemen.
Haar ogen dwaalden naar zijn gezicht, bleven er even op rusten en toen keek ze weer voor zich. Ze vertrouwde hem absoluut. Niet alleen lichamelijk, hoewel alles op dat punt nu wel duidelijk was, zij was de zijne, maar hij was ook de hare en het leek wel of het altijd zo was geweest, maar ze vertrouwde hem ook op ander gebied.
Ze vertrouwde erop dat hij zijn kracht nooit tegen haar zou gebruiken, en ze wist dat die er altijd zou zijn wanneer ze zijn bescherming nodig had. Ze rekende op zijn trouw, op zijn wil, en het belangrijkste van allemaal, ze vertrouwde zijn hart.
In het feit dat hij haar zijn kwetsbaarheid had getoond, school een garantie voor een heel leven.
Liefde. De bron van vertrouwen, de ultieme hoeksteen van het huwelijk.
Vertrouwen, kracht, veiligheid en liefde.
Ze hadden het allebei.
Het was alles wat ze nodig hadden.
Waar hij haar ook mee naartoe nam.
Ze leunde achterover, keek voor zich uit en was bereid de weg te volgen waar die ook heen mocht leiden.
Hij leidde naar het stadje Queen Charleston in Somerset en uiteindelijk naar een huis dat Risby Grange heette. Simon hield in het dorp stil en nam een grote kamer in de herberg. Portia zorgde ervoor dat ze haar handschoenen steeds aan hield, maar maakte nergens uit op dat de herbergierster achterdocht over hun huwelijkse staat koesterde.
Misschien had Charlie gelijk en was de onderliggende waarheid zichtbaar, ongeacht het gebrek van formaliteiten.
Ze lieten hun bagage in de herberg, volgden een slingerend weggetje en reden tegen het midden van de middag onder de welvende poort van Risby Grange door.
Simon liet de paarden vlak voor de poort stilstaan. Voor hun ogen lag tegen de top van zacht glooiende grasvelden een huis in het zonlicht te baden. De lichtgekleurde stenen waren half bedekt met klimplanten en de verticale raamstijlen glansden onder kantelen.
Het was een oud, solide en goed onderhouden huis, maar het was blijkbaar verlaten.
'Wie woont hier?' vroeg ze.
'Op het ogenblik niemand, behalve de huisbewaarder.' Simon liet de paarden de oprit opgaan. 'Ik denk niet dat hij er is. Ik heb een sleutel.'
Ze keek hem aan, wachtte, maar hij zei verder niets. Ze kwamen aan op de binnenplaats, reden naar de paar treden die naar de voordeur leidden en toen wendde hij de paarden naar het aangrenzende grasveld. Nadat hij de teugels aan een boom had gebonden en de rem van de koets had gecontroleerd, pakte hij haar bij de hand en ze liepen over het binnenplein met kiezelstenen de traptreden op.
Hij belde aan en ze konden het geluid tot diep in het huis horen. Ze wachtten, maar er kwam niemand om ze binnen te laten.
'De huisbewaarder is ook de jachtopziener - hij is vermoedelijk weg.' Simon haalde een grote sleutel uit zijn zak, stak die in het slot, draaide hem om en duwde de deur wijd open.
Hij ging als eerste naar binnen, keek om zich heen en ze volgde hem op de hielen.
Ze vergat prompt al haar vragen waarom ze daar waren toen haar nieuwsgierigheid de overhand kreeg. Ze liep vanuit de met houten panelen bezette gang en de glas-in-loodramen van de ene kamer naar de andere en wachtte niet op hem om haar rond te leiden.
Van buiten had het huis een zeer ruime indruk gemaakt, maar binnen was dat nog meer het geval. Er kwamen veel kamers uit op de met plavuizen betegelde gangen, vanuit hals liepen nog meer gangetjes die overal naartoe leidden. Maar elke kamer zag er mooi en warm uit en stond vol fraaie en goed onderhouden meubels die rijk gestoffeerd waren. Er waren allerlei mooie, antieke voorwerpen en ze herkende enkele stukken van grote waarde. Het waren erfstukken.
Overal lag een laagje stof op, maar het huis zag er niet uit of het al lang leegstond. In plaats daarvan leek het of het ergens op lag te wachten, alsof de eigenaar onlangs was vertrokken, maar er elk ogenblik een ander werd verwacht. Het was een huis dat was gebouwd voor gezelligheid en geluk, om in te lachen, voor een groot gezin dat de ruimte kon opvullen. Die sfeer was overal duidelijk voelbaar. Dit was een huis dat generaties op had zien groeien, dat leefde en ademde en vol vertrouwen de toekomst tegemoet zag. En er in feite vol verlangen op wachtte.
Ze kende de wapenspreuk van de Cynsters goed genoeg: To have and to hold. Ze herkende het in de wapenschilden en op kussens, op een bewerkt paneel en in een glas-in-loodruitje.
Toen ze in de grote kamer op de eerste etage voor het geweldige erkerraam stond dat uitkeek over het voorplein, wendde ze zich tot Simon. Hij stond tegen de deurpost geleund en volgde al haar bewegingen. 'Van wie is dit huis?'
'Van mij.'
Ze trok haar wenkbrauwen op en wachtte.
Hij grinnikte. 'Het is van mijn oudtante Clara geweest. Iedereen is al getrouwd en heeft zijn eigen huis, dus heb ik dit geërfd.'
Ze keek hem onderzoekend aan. 'Waarom zijn we hier naartoe gekomen?'
Simon liep weg van de deur en kwam naar haar toe. 'Ik was eigenlijk op weg hier naartoe - ik heb mijn rit onderbroken voor het weekendfeest.'
Hij bleef naast haar staan, pakte haar hand en draaide haar om zodat ze het weidse uitzicht zag over het gras naar het poortgebouw. 'Zoals ik al zei ben ik hier ook in geen jaren geweest. Mijn herinneringen eraan... ik wist niet hoe goed ze nog waren. Ik wilde zeker weten dat het nog zo was als ik het me herinnerde - een huis dat vraagt om een vrouw en een gezin.'
Hij keek haar even aan. 'En ik had gelijk. Het is zo. Het is een huis dat een thuis moet zijn.'
Ze bleef hem aankijken. 'Inderdaad. En wat was je van plan te doen zodra je dat had vastgesteld?'
Zijn mondhoeken gingen omhoog. 'Tja, een vrouw zoeken.' Hij hief haar hand naar zijn lippen en bleef haar aankijken, 'en een gezin stichten.'
Ze knipperde met haar ogen. 'O.' Ze knipperde opnieuw en keek uit over het grasveld.
Hij nam haar hand in de zijne. 'Wat is er?'
Er verstreek een ogenblik, toen zei ze: 'Weet je nog toen je me bij die uitkijkpost tegenkwam, en ik zwoer dat ik iedere aanwezige van de juiste leeftijd en afkomst zou overwegen... De reden dat ik daartoe besloot was dat ik besefte dat ik zelf kinderen wilde hebben -een eigen gezin. En daarvoor heb ik een echtgenoot nodig.'
Zijn mondhoeken vertrokken weer en ze keek hem aan. 'Natuurlijk bedoelde ik een passende heer die het met mij eens zou zijn en die me zou toestaan ons gemeenschappelijk leven te leiden.'
'Ongetwijfeld,' zei hij op droge toon. Toen ze verder niets zei, maar hem bleef aankijken alsof ze hem opnieuw inschatte, vroeg hij zachtjes: 'Is dat de reden dat je met me trouwt?'
Ze had niet gezegd dat ze dat ging doen, maar ze wisten het allebei, het was een gegeven, een overeenkomst die al vaststond al was het dan niet in woorden. Haar ogen schitterden en kregen een zachte blik. Haar lippen plooiden zich.
'Lady O. is werkelijk onvoorstelbaar.'
Hij raakte van zijn stuk. 'Hoezo?'
'Ze vertelde me dat een kinderwens, al was het een zeer aanvaardbare reden om een huwelijk te overwegen, op zich niet voldoende was om een huwelijk te overwegen - de juiste reden zou zich vanzelf aandienen.'
Hij vlocht zijn vingers door de hare. 'En is dat gebeurd?'
Ze keek hem aan en glimlachte lief. 'Ja. Ik hou van jou en jij houdt van mij. Lady O. heeft zoals gewoonlijk gelijk, geen enkele andere reden is goed genoeg.'
Hij trok haar in zijn armen, voelde dat hun lichamen reageerden zodra ze elkaar aanraakten, niet alleen seksueel, maar ook geruststellend en heel vertrouwd. Hij genoot van dit gevoel toen ze haar armen om zijn schouders sloeg en hij haar soepele kracht voelde en in haar donkere ogen een intelligentie zag die de zijne evenaarde. 'Het zal niet gemakkelijk worden.'
'Natuurlijk niet - ik weiger te beloven dat ik een weinig veeleisende echtgenote zal worden.'
Hij glimlachte. 'Je bent niet zo veeleisend, maar je bedoelt het woord "gehoorzaam", of "inschikkelijk" en dat ben je nooit geweest.'
'Onzin, dat ben ik wel als ik zin heb.'
'Dat is nou net het probleem.'
'Ik verander niet.'
Hij keek haar aan. 'Dat wil ik ook niet. Als je kunt accepteren dat ik waarschijnlijk ook niet zal veranderen, kunnen we verder.'
Portia glimlachte. Dit zou niet het huwelijk worden dat ze had gewild, het zou het huwelijk worden dat ze nodig had. 'Ondanks alle eerdere ervaring hebben we het tot nu toe opvallend goed gedaan. Als we ons best doen, zouden we dan een heel leven halen?'
'Als we het allebei proberen, dan lukt het.' Hij zweeg even en voegde er toen aan toe: 'We doen het uiteindelijk om de juiste redenen.'
'Dat is absoluut zeker.' Ze trok zijn mond naar de hare. 'Ik begin te geloven dat liefde inderdaad alles overwint.'
Hij zweeg even, hun lippen waren een ademtocht van elkaar verwijderd. 'Zelfs ons?'
Ze maakte een gefrustreerd geluid. 'Jou, mij, óns. Nou, kus me.'
Simon glimlachte. En gehoorzaamde.
Hij was aan het eind van zijn reis gekomen en in haar armen had hij alles gevonden wat hij zocht. Hij had zijn werkelijke bestemming bereikt.