Hoofdstuk 2

'Ik had nooit gedacht dat je bang was.'

Portia bleef op de overloop bij de trap van de westelijke vleugel staan toen ze de temerige woorden hoorde die zachtjes, maar met een duidelijk uitdagende klank, door een vrouwenstem werden gesproken. Ze had het afgelopen halfuur in de muziekkamer op de eerste etage van de westelijke vleugel piano zitten spelen en nu werd het tijd voor de bijeenkomst voor het diner in de salon, en daar was ze naartoe op weg.

De aanwezige dames gebruikten de trap van de westelijke vleugel niet veel omdat hun kamers in de oostelijke vleugel lagen.

'Of doe je maar alsof?'

De vleierige woorden waren van Kitty afkomstig.

'Ik doe met alsof!' James sprak afgebeten of hij zijn kiezen op elkaar klemde. 'Ik speel geen spelletjes en zeker niet met jou!'

Portia zag niemand onder aan de trap in de hal, maar de tegenzin van James was overduidelijk. Er klonk zelfs enige wanhoop in door.

Kitty lachte. Haar ongeloof, of liever gezegd haar overtuiging dat geen enkele man en vooral niet iemand zoals James, haar kon weerstaan, weerklonk langs de trappen.

Zonder verder na te denken liep Portia rustig en vastbesloten verder naar beneden.

Ze hoorden haar en keerden zich om. Op beide gezichten was te lezen dat ze onprettig verrast waren, maar James keek enigszins beschaamd, terwijl Kitty alleen irritatie vertoonde over de storing.

Toen herkende James Portia en zijn gezicht klaarde op. 'Goedenavond, miss Ashford. Bent u verdwaald?'

Dat was ze niet, maar Kitty had James in een nis gedrongen. 'Ja.'

Ze deed haar best om er hulpeloos uit te zien. 'Ik dacht dat ik de weg wist, maar...' Ze maakte een vaag wuivend gebaartje.

James liep langs Kitty. 'Sta me toe... ik was net op weg naar de salon. Ik neem aan dat u daar naartoe wilde?'

Hij pakte haar hand en legde die op zijn mouw. Toen ze hem aankeek zag ze de smeekbede in zijn ogen.

'Ja, graag. Ik zou u heel dankbaar zijn.' Ze glimlachte moeiteloos en wendde zich toen tot Kitty.

Kitty glimlachte niet terug, maar knikte een beetje kortaf.

Portia trok haar wenkbrauwen op. 'Gaat u niet mee, mrs. Glossup?'

James verstrakte naast haar.

Kitty wuifde. 'Ik kom zo wel. Ga maar vast.' Met die woorden draaide ze zich om en liep naar de trap.

James ontspande zich. Portia draaide zich om en liet zich door hem naar het centrale gedeelte van het huis leiden. Ze keek hem even aan, hij fronste zijn wenkbrauwen en was een beetje bleek. 'Is alles in orde, mr. Glossup?'

Hij keek haar even aan en glimlachte toen heel charmant. 'Zeg maar James.' En met een terughoudend knikje voegde hij eraantoe: 'Dank je wel.'

Ze fronste haar wenkbrauwen en kon de verleiding niet weerstaan om te vragen: 'Is ze vaak zo... opdringerig?'

Hij aarzelde even en zei toen: 'Het lijkt wel of het erger wordt.'

Hij voelde zich duidelijk niet op zijn gemak en ze keek weer voor zich. 'Je zult je gewoon aan andere dames moeten vastklampen tot ze eroverheen is.'

Hij wierp haar een scherpe blik toe, maar hij kende haar niet goed genoeg om zeker te weten of het ironisch was bedoeld. Ze liet zich door hem door het huis leiden, slikte een glimlach in over de bizarre wending van het lot dat een rokkenjager als James Glossup haar nodig had om zijn eerbaarheid te beschermen.

Ze ving zijn blik op toen ze de hal aan de voorkant binnen liepen, hij wist vrijwel zeker dat ze lachte, maar hij wist niet precies waarom. De salon kwam in zicht en ze keek voor zich. Simon zou het wel hebben geweten.

Toen ze de ruimte binnen liepen, zag ze hem aan de ene kant van de open haard staan terwijl hij met Charlie en twee opgewekte jongedames stond te praten, de dochters van lady Hammond, Annabelle en Cecily. Lady Hammond zelf zat op de leunstoel naast lady Osbaldestone. Ze was een hartelijke oudere dame die een en al vriendelijkheid uitstraalde.

Simon keek haar vanaf de andere kant van de kamer aan. James excuseerde zich en ging met zijn vader praten. Na lady Hammond te hebben begroet, die bevriend was met haar moeder, liep Portia naar Simon en Charlie, Annabelle en Cecily.

De meisjes waren net een frisse zomerwind, ze waren naïef, maar ze voelden zich volkomen op hun gemak in deze omgeving en waren vastbesloten om wat leven in de brouwerij te brengen. Portia kende ze al jaren en ze begroetten haar enthousiast.

'Geweldig! Ik wist niet dat jij er ook zou zijn!'

'O, het zal enig worden, het wordt vast heel leuk!'

Grote ogen, brede glimlachen - het was onmogelijk om er niet op te reageren. Na de gebruikelijke vragen over familie en kennissen ging het gesprek over alles wat er de komende dagen in het verschiet lag en de aantrekkelijkheden die de Hall en de omgeving boden.

'Er zijn uitgestrekte tuinen en allerlei wandelmogelijkheden. Dat heb ik in een gids gelezen,' vertelde Annabelle.

'O, en er is een meer. In het boek stond dat het niet kunstmatig was, maar door een natuurlijke bron wordt gevuld en dat het heel diep is.' Cecily trok een gezicht. 'Te diep om te varen. Moet je je voorstellen!'

'Nou,' zei Charlie, 'je wilt niet het risico lopen erin te vallen. Het is verduiveld koud, hoor, dat kan ik je vertellen.'

'Lieve hemel!' Annabelle wendde zich tot Charlie. 'Echt waar? Ben je erin gevallen?'

Portia ving de blik op die Charlie met Simon wisselde en ze zag de mond van Simon vertrekken. Het was waarschijnlijker dat Charlie erin was gegooid.

Ze werd zich bewust van enige commotie in de kamer. Kitty kwam binnen en bleef even staan terwijl ze het gezelschap opnam. Henry liep weg bij een groepje mensen en ging naar haar toe. Hij sprak rustig met gebogen hoofd, het was duidelijk een gesprekje tussen echtelieden.

Kitty verstrakte en keek op. Ze wierp Henry een beledigde blik toe, gaf een kort antwoord, haalde haar schouders op, en met een uitdrukking die gevaarlijk dicht bij een vernietigend pruilen kwam liep ze bijna driftig naar Ambrose en Drusilla Calvin toe.

Henry keek Kitty na. Er lag een gespannen uitdrukking op zijn gezicht, beheerst, gesloten, maar er sprak toch ook... verdriet uit.

Het zat niet goed op dat front.

Portia richtte haar aandacht weer op het gesprek om haar heen. Annabelle keek haar met grote, geestdriftige ogen aan. 'Ben jij er al geweest?'

Ze had blijkbaar iets gemist en ze keek even naar Simon.

Hun blikken ontmoetten elkaar, hij trok zijn wenkbrauwen op, maar hij was bereid haar te redden. 'Portia is hier nog niet eerder geweest, alle heerlijkheden van de Hall zijn voor haar even nieuw als voor jullie. Wat de tempel betreft...' Hij keek Portia weer aan. 'Ik geef eerlijk gezegd de voorkeur aan het zomerhuis bij het meer. Misschien vinden sommige mensen dat te afgelegen, maar de rust van het water werkt kalmerend.'

'Daar moeten we dan beslist eens naartoe wandelen.' Cecily was druk bezig met plannen maken. 'En ik heb gehoord dat er ook een uitkijkpost ergens in de buurt is?'

'Daar ben ik geweest.' Ze weigerde Simon aan te kijken toen ze de meisjes Hammond vertelde wat ze graag wilden weten.

Daar bleven ze over praten tot het diner werd aangekondigd. Toen ze eenmaal aan de lange tafel zaten, dacht Portia aan haar belofte en richtte haar aandacht op het verkennen van de mogelijkheden.

Iedere aanwezige van de juiste leeftijd en afkomst zal ik serieus als kandidaat overwegen.

Dus wie overwoog ze? Alle mannen aan tafel waren theoretisch gezien van de juiste afkomst, anders hadden ze hier niet gezeten. Sommigen waren getrouwd en vielen dus zonder meer af, van degenen die overbleven kende ze sommigen beter dan anderen.

Terwijl ze aten en spraken en ze dan weer hier en dan weer daar meepraatte, keek ze rond en overwoog elke mogelijkheid.

Haar blik bleef op Simon rusten die twee plaatsen verderop tegenover haar zat. Hij deed zijn best om een gesprek met Drusilla te voeren die bijzonder afstandelijk en ernstig leek te zijn. Portia trok in gedachten haar wenkbrauwen op, ongeacht hun regelmatige onenigheden wist ze dat Simon perfecte manieren had en onberispelijk was bij sociale gelegenheden. Wat het probleem ook was, het lag aan Drusilla.

Het gesprek om haar heen werd wat rustiger en ze bleef naar Simon kijken. Ze zag de goudkleurige glans in zijn haar, zijn lange elegante vingers die het wijnglas vasthielden en zijn berustende uitdrukking toen hij achterover leunde en Drusilla aan haar lot overliet.

Ze had te lang gestaard, hij voelde haar blik.

Vlak voordat hij haar aankeek, sloeg ze haar ogen neer en nam rustig nog wat groente, vervolgens wendde ze zich tot mr. Buckstead naast haar.

Pas toen ze voelde dat Simon de andere kant opkeek, kon ze weer vrij ademhalen.

Toen pas besefte ze hoe wonderlijk haar reactie was.

Iedere aanwezige van de juiste leeftijd en afkomst...

Tegen de tijd dat de dames opstonden en de salon uit liepen zodat de heren hun port konden drinken, had ze in gedachten drie namen op haar lijstje staan. Het weekendfeest was duidelijk bedoeld als proef, een oefengebied waar ze haar keuzevaardigheid om een echtgenoot te zoeken kon ontwikkelen. Ze kon zich niet voorstellen dat ze ooit met een van de aanwezige heren zou trouwen, maar het was prima oefenmateriaal.

James Glossup en Charlie Hastings waren precies het soort aristocraten van wie ze de eigenschappen moest leren afwegen.

Wat Simon betreft, er was geen reden om haar ogen voor zijn huwbare kwaliteiten te sluiten omdat ze hem toevallig al haar hele leven kende en ze elkaar de afgelopen tien jaar hadden lopen irriteren. Ze zou er nooit aan denken hem op haar lijst te zetten als ze zichzelf niet die belofte in die speciale bewoordingen had gedaan zonder te weten dat hij het hoorde.

Kwaliteiten die ze nodig had om te leren oordelen en bepalen.

Terwijl ze achter lady O. aan de salon binnen liep, bedacht ze dat Simons huwbare kwaliteiten wel eens als maatstaf konden dienen om alle anderen tegen af te meten.

Het was een verwarrende gedachte.

Maar omdat de heren gelukkig niet aanwezig waren, kon ze het van zich af zetten en gewoon meedoen aan de gesprekken van de meisjes Hammond en Lucy Buckstead.

Toen de heren naderhand terugkwamen en het gesprek weer algemener werd, zat ze bij Winifred Archer en Desmond Winfield. Beiden waren heel vriendelijk, enigszins terughoudend, maar vol zelfvertrouwen. Binnen vijf minuten had ze er echter iets onder durven verwedden dat er meer was dan vriendschap tussen deze twee, of zich in elk geval aan het ontwikkelen was. Hoe Winifred daar tegenover stond kon ze niet zeggen, maar Desmond had ondanks zijn volmaakte manieren figuurlijk gesproken uitsluitend oog voor Winifred.

In gedachten stond ze klaar om Desmond van haar lijst te schrappen, maar toen bedacht ze zich. Misschien kon ze hem, gezien haar gebrekkige ervaring op dit gebied, nog steeds als kandidaat overwegen. Niet zozeer als mogelijke echtgenoot voor zichzelf, maar om te zien wat voor eisen dames zoals Winifred stelden, want dit was wel een heel verstandig meisje, al was ze wat aan de ernstige kant.

Leren door naar het succes - en het falen - van anderen te kijken kon alleen maar zinvol zijn.

Bij die gedachte keek ze om zich heen. Kitty in haar glinsterende zeegroene zijden japon schitterde van de bruisende charme terwijl ze van de ene groep naar de andere fladderde. Er was niets meer te bespeuren van haar eerdere gepruil en ze leek helemaal in haar element te zijn.

Henry stond met Simon en James te praten, hij leek zich geen zorgen meer om Kitty te maken of door haar te worden afgeleid.

Misschien had ze zijn reactie eerder op de avond verkeerd beoordeeld?

Er stond iemand naast haar, Portia keerde zich om en zag Ambrose Calvin buigend bij haar staan. Ze maakte een knixje.

'Miss Ashford, wat leuk u te ontmoeten. Ik heb u al bij verschillende gelegenheden in Londen gezien, maar ik heb nooit de kans gekregen om kennis met u te maken.'

'O ja, sir? Begrijp ik daaruit dat u veel in de hoofdstad bent?'

Ambrose had donkerbruine ogen en lichtbruin haar, regelmatige, aristocratische trekken die werden verzacht door een prettige beleefdheid en hoffelijkheid. Hij neeg zijn hoofd. 'Voornamelijk.' Hij aarzelde en voegde er toen aan toe: 'Ik hoop na de volgende verkiezingen in het parlement te komen. Uiteraard besteed ik zoveel mogelijk tijd aan het volgen van de huidige gebeurtenissen - en om dicht bij de bron te zijn moet je in de hoofdstad zijn.'

'Ja, natuurlijk.' Het lag op het puntje van haar tong om uit te leggen dat ze het heel goed begreep omdat ze Michael Anstruther-Wetherby kende, het parlementslid voor Godleigh in West Hampshire... maar door de scherpe blik in de donkere ogen van Ambrose hield ze zich in. 'Ik heb vaak gedacht dat het in deze veranderde tijden heel lonend moet zijn om voor je kiezers in het parlement te werken.'

'Inderdaad.' Niets in de klank van de stem van Ambrose wees op hervormingsijver. 'Ik ben van mening dat we de juiste mensen op de juiste plaats moeten hebben, mensen die werkelijk geïnteresseerd zijn in regeren en om het land in de juiste banen te leiden.'

Dat klonk een beetje te hoogdravend naar haar zin en ze gooide het over een andere boeg. 'Weet u al op welke plaats u staat?'

'Nog niet.' De blik van Ambrose dwaalde naar de groep aan overkant van de kamer, naar lord Glossup, mr. Buckstead en mr. Archer. Er verstreek een ogenblik, toen keek hij haar weer aan en glimlachte een beetje neerbuigend. 'U weet dat waarschijnlijk niet, maar dergelijke kwesties worden gewoonlijk, en dat is ook het beste, binnen de partij geregeld. Ik hoop binnenkort iets over mijn selectie te horen.'

'Juist.' Ze glimlachte vriendelijk terug, het soort glimlach waarvan Simon had geweten dat hij die niet moest vertrouwen. 'Dan moeten we maar hopen dat u krijgt wat u verdient.'

Ambrose legde de opmerking uit op de manier zoals hem het beste uitkwam en ze voelde zich dan ook uitzonderlijk welwillend toen ze naar de anderen in de buurt gingen en meededen aan het algemene gesprek.

Vijf minuten later verhief lady Glossup haar stem en vroeg vrijwilligers om te musiceren.

Voor iemand kon reageren deed Kitty met een stralend gezicht een stap naar voren. 'Dansen! Dat is een goed idee.'

Lady Glossup knipperde met haar ogen, mrs. Archer naast haar keek neutraal.

'En...' Kitty draaide midden in de kamer rond en klapte zachtjes in haar handen, '...wie wil er voor ons spelen?'

Portia had in de loop van de jaren zo vaak op die vraag gereageerd dat het bijna automatisch ging. 'Ik wil met plezier spelen, als je dat wilt.'

Kitty keek haar verbaasd en een beetje achterdochtig aan, maar die blik werd vrijwel direct gevolgd door goedkeuring. 'Geweldig!' Ze draaide zich om en gebaarde naar de heren. 'James, Simon, willen jullie de piano verzetten? Charlie, Desmond, die stoelen kunnen tegen de muur aan worden gezet.'

Terwijl ze achter de piano ging zitten, keek Portia even naar Kitty. Het leek of ze zich intens verheugde op het dansen. Als ze zo onschuldig enthousiast deed, leek ze werkelijk aantrekkelijk. Er was geen spoor meer te bekennen van de verleidster die James op de trap had belaagd, of van de sensuele ontrouwe dame die kort geleden de salon was binnen gekomen.

Ze liet haar geoefende vingers over de toetsen glijden, het instrument was gelukkig gestemd. Toen ze opkeek werd er een met een klap een stapel muziekboeken op het gladde oppervlak van de piano gelegd.

Ze keek op en zag de evenwichtige blauwe ogen van Simon die een wenkbrauw optrok. 'Je verstopt je zoals gewoonlijk achter je ervaring, zie ik.'

Ze knipperde verbaasd met haar ogen, maar hij draaide zich met een ondoorgrondelijke blik om en sloot zich aan bij de anderen die zich al in paren opsplitsten.

Ze zette de wonderlijke opmerking van zich af, legde haar handen op de toetsen en begon met een wals.

Ze kende er veel, muziek was haar altijd gemakkelijk afgegaan, het gleed gewoon uit haar vingers en daarom bood ze vaak aan te spelen. Het ging zonder na te denken; ze genoot ervan en zat graag achter de piano. Als ze wilde kon ze helemaal in de muziek opgaan of in het bestuderen van het gezelschap.

Die avond koos ze voor het laatste.

Ze was geboeid door wat ze zag.

Zoals gebruikelijk stond de piano aan de ene kant van de grote ruimte en de open haard, de stoelen en banken waar de oudere leden van het gezelschap op zaten, aan de andere kant. De dansers vulden de ruimte daartussen op. Sommigen dachten dat de pianiste alleen maar oog voor haar eigen vingers had, en de stelletjes die het dansen gebruikten om wat samen te kunnen praten, dansten naar die kant van de kamer die het verst bij de scherpe ogen van de ouderen vandaan was. En dus vlak voor haar neus.

Ze ging gemakkelijk van de ene wals naar de volgende over, speelde er af en toe een volksdans tussendoor en gaf de dansers net voldoende tijd om even op adem te komen en van partner te wisselen.

Het eerst wat haar opviel was dat ondanks het werkelijke plezier dat Kitty in het dansen had, ze toch een ander doel had. Het was echter moeilijk om vast te stellen wat dat voor doel was. Kitty scheen een oogje op meer heren te hebben. Ze flirtte, het was absoluut flirten, met James, haar zwager. Tot zijn grote ergernis. Met Ambrose was ze iets minder openlijk, maar er lag wel degelijk een uitnodigende glinstering in haar ogen en een uitdagende glimlach op haar lippen. Hoewel ze goed keek, zag Portia Ambrose niets onwelvoeglijks doen, hij moedigde Kitty op geen enkele manier aan.

Met Desmond was Kitty bedeesd, ze flirtte wel, maar meer ingehouden alsof ze haar offensief een beetje aanpaste aan zijn karakter. Desmond scheen te aarzelen, te weifelen, hij moedigde haar niet aan, maar hij wees het ook niet zonder meer af. Maar Simon en Charlie schenen zich allebei achter een dichte muur van afkeuring te hebben teruggetrokken. Kitty daagde ze uit, maar haar aanstellerij was niet erg overtuigend, alsof het bij die twee alleen maar voor de show was.

Portia begreep niet waarom ze de moeite deed. Ontging haar misschien iets?

Maar toen Kitty met haar echtgenoot, Henry, danste, was ze koel. Ze deed geen enkele moeite om zijn aandacht vast te houden, ze sprak zelfs nauwelijks. Henry deed zijn best, maar hij kon de teleurstelling en een zekere trieste, berustende afkeuring niet helemaal verbergen.

Van de anderen was het al vrij snel duidelijk dat Lucy Buckstead haar aandacht op James had gericht. Ze lachte en glimlachte tegen alle heren, maar bij James hing ze met grote, stralende ogen en een iets geopende mond aan zijn lippen.

James moest uitkijken, en niet alleen voor Kitty. Portia vermoedde dat hij dit wel wist. Hij bleef aardig, maar koel.

De jongedames Hammond waren niet geïnteresseerd in wat voor verhouding dan ook, ze waren er alleen om plezier te hebben en hoopten dat de anderen dat ook hadden. Hun jeugdige uitbundigheid was verfrissend. Drusilla daarentegen zou alle dansen naast haar moeder hebben uitgezeten als lady Calvin dat had goedgevonden. Drusilla onderging het dansen met evenveel enthousiasme als een boer die kiespijn heeft.

Bij Desmond en Winifred hing zonder meer romantiek in de lucht. Het was beslist leerzaam om naar te kijken. Desmond stelde iets voor, nooit opdringerig, maar ook niet verlegen en evenmin overmoedig, en Winifred reageerde met neergeslagen wimpers en ogen die ze toch telkens weer opnieuw naar zijn gezicht en zijn ogen opsloeg.

Toen Portia aan het eind van het muziekstuk kwam, keek ze omlaag om een glimlach te verbergen. Na het laatste akkoord besloot ze dat de dansers aan een korte pauze toe waren terwijl zij de stapel muziekbladen even doorbladerde.

Ze stond op om er beter bij te kunnen. Ze was halverwege de stapel toen ze ruisende rokken achter zich hoorde.

'Miss Ashford, u hebt zo prachtig voor ons gespeeld, maar het is schandalig dat u zelf niet kunt dansen.'

Portia draaide zich om toen Winifred aan de arm van Simon kwam aanlopen. 'O, nee. Dat is...' Ze zweeg en wist niet wat ze moest zeggen.

Winifred glimlachte. 'Ik zou het niet erg vinden als ik u even mocht aflossen. Ik zou graag een paar dansen uitzitten en... dit lijkt de beste manier.'

Portia keek Winifred aan en besefte dat dit waar was. Als Winifred gewoon ging zitten zonder te dansen, zouden de mensen zich afvragen waarom... en dus glimlachte ze. 'Als u wilt.'

Ze liep achter haar pianokruk vandaan. Winifred nam haar plaats in en samen bladerden ze snel door de muziek. Nadat Winifred haar keus had gemaakt ging ze zitten. Portia draaide zich om naar Simon, die geduldig had staan wachten. Dat was eigenlijk niets voor hem.

Hij keek haar aan en bood haar zijn arm aan. 'Zullen we?'

Het was belachelijk, maar ze had nog nooit eerder met hem gedanst. Het idee om tien minuten onder zijn leiding door de kamer te walsen zonder dat dit tot een regelrechte oorlog zou leiden had nooit eerder tot de mogelijkheden behoord.

Hij keek haar rustig aan, de uitdaging in zijn ogen was duidelijk te zien.

Ze dacht aan haar belofte, hoorde die in gedachten weerklinken, hief haar kin en glimlachte charmant. Laat hem maar denken wat hij wilde. 'Dank je wel.'

Hij keek even achterdochtig, maar neeg toen zijn hoofd, legde haar hand op zijn mouw en liet haar naar de anderen op de dansvloer lopen toen Winifred een wals inzette.

De eerste schok voor haar gemoedsrust kwam toen hij haar in zijn armen trok en ze weer voelde hoe sterk hij was. Ze herinnerde zich maar al te goed hoe het was geweest om door hem te worden gedragen. Ze kreeg opnieuw moeite met ademhalen. Als ze oppervlakkig ademde, ging het beter. Ze deed haar uiterste best om niet te laten merken hoe ze werd afgeleid door zijn grote, sterke hand op haar rug.

De muziek eiste hun aandacht op en hield die vast, ze draaiden rond, hun blikken raakten elkaar en gleden weer weg.

Ze kon nauwelijks lucht krijgen. Ze had tallozen walsen gedanst, zelfs met heren zoals hij, maar nooit eerder had het lichamelijke contact haar iets gedaan, of haar zo van haar stuk gebracht. Maar ze was ook nooit eerder zo dicht bij hem geweest; het schuiven en wiegen van hun lichamen, het bewustzijn van zijn kracht, haar souplesse, de ingehouden energie, alles viel als een heldere, scherpe en verwarrende waterval over haar heen. Ze knipperde een paar keer met haar ogen en probeerde haar gedachten ergens anders op te richten. Ze probeerde niet te denken aan de manier waarop ze zo moeiteloos rond wervelden, aan het gevoel in hoger sferen verzeild te raken en aan de tintelende verwachting die door haar heen schoot.

Verwachting van wat?

Ze kon zich er met moeite van weerhouden haar hoofd te schudden in een totaal zinloze poging haar verstand erbij te houden. Ze hield haar adem in en keek om zich heen.

En zag Kitty met Ambrose walsen. Haar opvoering met alle subtiele variaties was nog niet afgelopen.

'Waar is Kitty mee bezig, heb jij enig idee?'

Het was de eerste gedachte die in haar opkwam, maar ze was tegenover Simon altijd openhartig geweest. Hij had haar ingespannen opgenomen en ze had het zorgvuldig vermeden hem aan te kijken. Nu keek ze op en zag tot haar opluchting de afkeuring en de geïrriteerde uitdrukking in zijn ogen waar ze aan was gewend.

Gerustgesteld trok ze haar wenkbrauwen op.

Zijn lippen werden smaller. 'Dat hoef je niet te weten.'

'Misschien niet, maar ik wil het wel, om privé-redenen.'

Zijn gefronste blik veranderde, hij had geen idee wat die 'privé-redenen' konden zijn. Ze glimlachte. 'Als jij het me niet vertelt, vraag ik het Charlie wel. Of James.'

Het was het 'of James' dat het hem deed. Hij zuchtte met opeengeklemde kiezen, keek op, walste met haar naar de andere kant van de kamer en zei toen met gedempte stem: 'Kitty heeft de gewoonte om met iedere knappe heer die ze ziet te flirten.' Na een ogenblik voegde hij eraantoe: 'Hoe ver dat gaat...'

Hij wilde zijn schouders ophalen, maar bedacht zich en klemde zijn kaken op elkaar. Toen hij niet verderging en haar ook niet aankeek, zei ze geboeid door het feit dat hij haar geen beleefde leugen had verteld: 'Je weet heel goed hoe ver het gaat, want ze heeft bij jou en Charlie ook avances gemaakt en ze zit James nog steeds achterna.'

Hij keek op haar neer en er lag veel meer dan alleen maar irritatie in zijn blik. 'Hoe ben je daar verdorie achter gekomen?'

Ze glimlachte, voor een keer niet om te irriteren, maar om gerust te stellen. 'Jij en Charlie doen zo afkeurend, zelfs wanneer je in gezelschap in haar buurt komt, zoals bij een wals. En James omdat ik hem vanavond in extremis tegen het lijf liep.' Ze grinnikte. 'Ik heb hem gered, daarom kwamen we samen binnen.'

Ze voelde zijn opluchting en gebruikte dat in haar voordeel, ze wilde het echt weten. 'Jij en Charlie zijn erin geslaagd haar ervan te overtuigen dat jullie' - ze maakte een handgebaar - 'niet geïnteresseerd zijn. Waarom heeft James niet hetzelfde gedaan?'

Hij keek haar even aan en antwoordde toen: 'Omdat James heel erg zijn best doet om Henry niet te kwetsen, niet meer te kwetsen dan nodig is. Dat weet Kitty en daarom is ze brutaler. Charlie en ik zouden haar zonder meer behandelen op de manier waar ze om vraagt als ze te ver zou gaan.'

'Maar ze kijkt wel uit?'

Hij knikte.

'En hoe zit dat dan met Henry?'

'Toen ze trouwden was hij dol op haar. Ik weet niet hoe hij nu tegenover haar staat. En voor je het vraagt, ik heb geen idee waarom ze is zoals ze is, dat weet niemand.'

Ze zag Kitty aan de andere kant van de kamer verleidelijk tegen Ambrose glimlachen die zijn best deed te doen of hij niets merkte.

Ze voelde dat Simon naar haar keek.

'Heb je een idee?'

Ze keek hem aan en schudde haar hoofd. 'Maar... ik denk niet dat het zomaar flirten in het wilde weg is, je begrijpt wel wat ik bedoel. Ze weet wat ze doet, ze doet het heel bewust. Ze heeft een motief of een doel in gedachten.'

Simon zei niets. De laatste akkoorden van de wals klonken. Ze bleven staan en praatten wat met Annabelle en Desmond, en bij de volgende dans wisselden ze van partner.

Ze hield zich aan haar belofte en praatte losjes met Desmond. Toen de dans voorbij was bedacht ze dat Winifred bofte, Desmond leek een bijzonder sympathieke heer al was hij aan de ernstige kant. Ze danste met Charlie, James en Ambrose en probeerde haar kunsten op allemaal uit. Aangezien ze niet zou weten hoe ze moest flirten voelde ze zich op deze manier veilig en was ze ervan overtuigd dat ze niet meer achter haar handige manier van vragen stellen zouden zoeken dan algemene interesse.

Daarna danste ze met Henry en voelde ze zich vreselijk. Zelfs al deed hij veel moeite om haar aangenaam bezig te houden, ze voelde toch dat hij zich heel goed bewust was van het gedrag van Kitty.

Het was een moeilijke situatie, Kitty deed het zo knap en handig. Ze ging echt niet te ver, maar ze flirtte steeds op zo'n manier dat iedereen zich van alles afvroeg.

Waarom deed ze dat?

Portia had geen idee, want Henry was evenals Desmond een rustige, vriendelijke, fatsoenlijke man. In de tien minuten die ze met had gesproken kon ze de neiging van James om hem ondanks alles te beschermen helemaal begrijpen evenals de steun die hij van Simon en Charlie kreeg.

Ze was het er helemaal mee eens.

Tegen de tijd dat het dansen voorbij was vroeg ze zich voor alles af hoeveel anderen het gedrag van Kitty zo zagen als zij, Simon, Charlie, James en naar alle waarschijnlijkheid Henry.

Ambrose en Desmond vast ook, maar wie van de dames? Dat was moeilijker.

De theewagen werd binnen gereden en iedereen kwam eromheen staan, blij om even te rusten en op adem te komen. Het gesprek was ontspannen, de mensen voelden niet langer de noodzaak om elke stilte op te vullen. Portia nam een slokje thee en keek rond. Kitty's idee om te gaan dansen had het ijs gebroken, de strakke formaliteit was verdwenen en het groepsgevoel was veel sneller ontstaan dan anders. Nu heerste er een zeker saamhorigheidsgevoel onderling in plaats van allerlei wisselende onderstromingen, en een voornemen om er samen een gezellige tijd van te maken, en dat zou voor de komende dagen zeker plezier betekenen.

Ze zette haar lege kopje opzij toen Kitty opnieuw de aandacht vroeg. Ze stond met ruisende rokken op, ging in het midden staan, glimlachte breed en spreidde haar handen.

'We zouden nog een wandeling kunnen maken voor we ons voor de nacht terugtrekken. Het is heerlijk buiten en de meeste geurende planten staan in bloei. Na al dat dansen is het goed om even de rust in een vredige omgeving op te snuiven voor we naar onze kamers gaan.'

Opnieuw had ze helemaal gelijk. De oudere leden van het gezelschap die niet hadden gedanst voelden er niet veel voor, maar de dansers beslist wel. Ze liepen achter Kitty aan door de openslaande deuren naar het terras en van daaruit waagden ze zich op het gras en tussen de bomen.

Ze was niet verbaasd toen Simon naast haar op het terras opdook. Wanneer ze op hetzelfde feest waren was hij in dit soort situaties altijd in de buurt, daar kon ze zeker van zijn. Hij had al jaren vol tegenzin de rol van beschermer op zich genomen.

Maar nu brak hij met die gewoonte en bood haar zijn arm aan.

Ze aarzelde.

Simon zag haar weifelend naar zijn mouw kijken of ze niet zeker wist wat dat was. Hij wachtte tot ze opkeek, ving haar blik en trok zwijgend een wenkbrauw op. Bewust arrogant en uitdagend.

Ze hief haar kin en legde met een hooghartig gebaar haar vingers op zijn mouw. Hij liet niet merken dat hij moest glimlachen om zijn kleine overwinning en leidde haar de treden af naar het grasveld.

Kitty was al vooruit gelopen met Ambrose en Desmond en praatte geanimeerd met Lucy Buckstead, dus was Lucy gedwongen zich bij het trio te voegen in plaats van achter te blijven om bij James te kunnen lopen, wat ze vermoedelijk van plan was geweest. Charlie en James begeleidden de meisjes Hammond en Winifred. Drusilla was niet meegegaan, ze had iets tegen de avondlucht en Henry was verdiept geweest in een gesprek met mr. Buckstead.

Toen ze bij het grasveld kwamen, gingen ze wat sneller lopen. 'Heb je een bepaald doel in gedachten, is er iets wat je graag wilt zien?' Hij maakte een weids handgebaar.

'Bij dit vage maanlicht?' Portia volgde het groepje van Kitty toen ze van het huis wegliepen en in de richting van de enorme rododendrons gingen die langs het grasveld stonden. 'Waar loopt dat pad heen?'

Hij had naar haar gezicht lopen kijken. 'Naar de tempel.'

Haar wenkbrauwen gingen enigszins hooghartig omhoog. 'Welke kant is het meer op?'

Hij wees naar de plek waar het gras omlaag glooide en een breed groen pad tussen bloembedden werd. 'Het is een eindje lopen, maar niet echt ver weg.'

Ze liepen die kant op. De anderen kwamen er rustig achteraan, de uitroepen van de zusters Hammond over de grote tuin, de hoge struiken en bomen, de talloze voetpaden, de borders en goed beplante bloembedden weerklonken als een waarderend koor in de milde avondlucht. Het was inderdaad een prachtige tuin en de warme duisternis hing vol bloemengeuren.

Ze liepen door, niet snel, maar ook niet langzaam, zonder een belangrijk doel, het ogenblik was voldoende, vredig, rustig en onverwacht aangenaam.

De anderen kuierden er langzaam achteraan en de stemmen werden zachter. Hij keek Portia even aan. 'Waar ben je mee bezig?'

Ze verstrakte even. 'Mee bezig?'

'Ik hoorde je op de uitkijkpost, weet je nog wel? Iets over meer leren, een beslissing nemen en alle geschikte kandidaten overwegen.'

Ze keek hem aan, haar gezicht werd overschaduwd door de bomen waar ze onderdoor liepen.

Hij drong aan. 'Geschikte kandidaten waarvoor?'

Ze knipperde met haar ogen terwijl ze hem aankeek, toen richtte ze haar blik weer vooruit. 'Het is... gewoon iets wat me interesseert. Iets waar ik me wat over afvraag.'

'Wat voor "iets"?'

Ze zweeg even en zei toen: 'Dat hoef je niet te weten.'

'Je bedoelt dat je het me niet wilt vertellen.'

Ze neeg haar hoofd.

Hij had graag aangedrongen, maar hij zou haar de komende paar dagen vaker zien en had nog alle tijd om erachter te komen. Hij zou haar eenvoudig goed in het oog te houden. Hij had gezien hoe ze de heren aan tafel de revue had laten passeren, en tijdens het dansen met James en Charlie en ook met Winfield was ze ongewoon vriendelijk geweest en had talloze vragen gesteld. Hij wist heel zeker dat het geen vragen over Kitty waren geweest, dat soort dingen vroeg ze hem wel, maar dat kwam omdat ze vrijwel familie waren, hij en Portia stoorden zich niet erg aan de etiquette.

'Prima.'

Ze keek hem achterdochtig aan toen hij dit zo gemakkelijk accepteerde, maar het kwam haar beter uit om er niet over te bekvechten. Zijn mondhoeken gingen naar boven en hij hoorde haar zachtjes in zichzelf sputteren toen ze weer voor zich keek. Ze wandelden in vriendschappelijke stilte door, geen van beiden vond het nodig om het voor de hand liggende vast te moeten stellen, namelijk dat hij haar in het oog zou blijven houden tot hij achter haar geheim was en dat ze dat nu ook wist.

Toen ze het laatste stuk grasveld boven het meer waren overgestoken, dacht hij eens goed na over haar gedrag totnogtoe. Als ze iedere willekeurige andere vrouw was geweest, zou hij haar ervan verdenken op mannenjacht te zijn, maar daar had zij nooit veel interesse in getoond. Ze had nooit veel om mannen gegeven en hij kon zich niet voorstellen dat er iets was gebeurd waardoor ze van gedachten was veranderd.

Het was veel waarschijnlijker dat ze iets te weten wilde komen, vermoedelijk zocht ze een of andere introductie of informatie over iets dat normaal gesproken niet toegankelijk was voor vrouwen. Dat leek heel waarschijnlijk, en net iets voor haar.

Ze kwamen bij het punt waar het graspad schuin naar beneden naar het meer liep. Ze bleven staan. Zij om het beeld van het grote, rustige, donkere meer voor zich op te nemen. Een zwarte diepte in een natuurlijke vallei met een beboste heuvel erachter, aan de rechterkant liep een verwilderde dennenaanplant omhoog en in de verte op de linkeroever was het zomerhuis nog net in het zwakke licht zichtbaar: het stak helder wit af tegen een zwarte achtergrond van massa's rododendrons.

Ze ging op in de aanblik en genoot met opgeheven hoofd van het uitzicht.

Hij greep het ogenblik aan om haar gezicht te bestuderen... het idee dat ze een heer zocht om haar te introduceren bij een of andere onwettig experiment nam steeds vastere vormen aan. Op een onverwachte manier.

'O! Lieve help!' Annabelle kwam aanlopen en de anderen kwamen erbij staan.

'Wat prachtig! Goh, het is werkelijk indrukwekkend!' Cecily klapte in haar handen en huppelde op en neer van verrukking.

'Is het echt zo diep?' Winifred keek James aan.

'Ik ben nooit op de bodem geweest.'

De zusters Hammond reageerden met blikken vol afschuw bij dat antwoord.

'Zullen we verdergaan?' Charlie keek naar Portia en Simon. Er liep een smal paadje langs de oever rondom het meer.

'O.' Annabelle wisselde een blik met Cecily. 'Ik denk niet dat we dat moeten doen. Mijn moeder zei dat we vanavond goed moesten uitrusten om bij te komen van de vermoeiende reis.'

Winifred had ook bedenkingen. James bood galant aan de drie dames terug naar huis te brengen. Na elkaar welterusten te hebben gewenst, gingen ze uiteen. Met Charlie en Simon aan weerszijden liep Portia naar beneden naar het meer.

Ze liepen en praatten gezellig met elkaar. Ze kenden dezelfde mensen, het was gewoon een kwestie van de tijd vullen met opmerkingen en commentaren op alles wat er in het afgelopen seizoen was gebeurd. De schandaaltjes, de huwelijken, de laatste roddels. Het meest verbazingwekkende was nog wel dat Simon zich niet zoals gewoonlijk achter een weinig behulpzaam stilzwijgen verschool, maar meehielp om het gesprek langs de algemeen aanvaarde paden gaande te houden. Charlie was altijd een kletskous geweest, het was gemakkelijk om hem allerlei boeiende verhalen te ontfutselen over fout gelopen weddenschappen en prestaties van de jongere fatjes.

Ze bleven even voor het zomerhuis staan en bewonderden het keurige houten bouwwerk dat aanzienlijk groter was dan gebruikelijk omdat het tamelijk ver van het huis lag. Daarna liepen ze verder langs het meer.

Toen ze de helling naar het huis weer op liepen, voelde ze zich voldaan. Ze had een hele avond overleefd en een lange avondwandeling met twee van de grootste vrouwenjagers van de ton. Heel prijzenswaardig. En ze had geconverseerd met heren, ze uitgehoord en het was niet zo moeilijk als ze had gedacht.

Ze waren halverwege de helling toen ze Henry zagen aankomen.

'Hebben jullie Kitty gezien?' vroeg hij toen hij dichterbij kwam.

Ze schudden hun hoofd. Iedereen bleef staan en keek naar het meer. Het pad was vanaf die plek helemaal te overzien, Kitty's zeegroene zijden japon zou gemakkelijk te herkennen zijn.

'We hebben haar gezien toen we weggingen,' zei Portia. 'Zij en een paar anderen zijn naar de tempel gegaan.'

Simon voegde eraantoe: 'We hebben haar of de anderen sindsdien niet meer gezien.'

'Ik ben al bij de tempel geweest,' zei Henry.

Er klonk een voetstap dichtbij. Iedereen draaide zich om, maar het was James die uit de schaduwen opdook.

'Heb jij Kitty gezien?' vroeg Henry. 'Haar moeder wil haar spreken.'

James schudde zijn hoofd. 'Ik ben net naar het huis heen en weer geweest. Ik heb onderweg niemand gezien.'

Henry zuchtte. 'Dan moet ik maar verder zoeken.' Hij boog voor Portia, knikte de heren toe, en liep toen in de richting van de dennenaanplant.

Ze keken hem allemaal na tot hij door de schaduwen werd opgeslokt.

'Het was misschien beter geweest als mrs. Archer wat eerder met Kitty had gesproken,' merkte James op. 'Nu... kan Henry haar misschien niet meer vinden.'

Iedereen wist precies wat hij bedoelde. De stilte bleef hangen.

James vermande zich en keek Portia aan. 'Neem me niet kwalijk. Ik vrees dat ik vanavond niet in zo'n beste bui ben, geen goed gezelschap. Als jullie me excuseren ga ik terug naar het huis.'

Hij boog stijfjes. Portia neeg haar hoofd. Met korte knikjes naar Simon en Charlie maakte James rechtsomkeert en liep met grote stappen over het grasveld terug.

De andere drie volgden hem langzamer en zwijgend. Er viel ook niet veel te zeggen, er school een wonderlijk gevoel van veiligheid in het verzwijgen van wat iedereen dacht.

Toen ze op een kruispunt kwamen waarvan de ene weg naar de tempel leidde en de andere naar de dennenaanplant, hoorden ze een lichte voetstap.

Ze bleven als één man staan en keken naar het overschaduwde pad dat naar de tempel liep.

Er verscheen een gedaante op een paadje dat van het huis af liep. Er kwam een man een straal maanlicht in lopen die opkeek toen hij het drietal zag. Zonder zijn vaart in te houden sloeg hij een van de talloze andere paden in die door het dichtbegroeide struikgewas waren aangelegd.

Zijn schaduw verdween. De bladeren ritselden en hij was weg.

Er verstreek een seconde, toen haalde iedereen weer adem, keek voor zich uit en liep door. Ze spraken niet en keken elkaar ook niet aan.

Desondanks wist iedereen wat de ander dacht.

De man was geen gast geweest, en geen bediende of hulp van het landgoed.

Het was een zigeuner geweest, mager, donker en knap.

Met verward, slordig haar, open jas en los fladderende panden van zijn hemd.

Het was moeilijk voor te stellen dat er een onschuldige reden was voor zo'n man om bij het huis te zijn geweest, en al helemaal niet om op een dergelijk tijdstip op die manier weg te gaan.

Op het grote grasveld kwamen ze Desmond, Ambrose en Lucy tegen die ook op de terugweg naar het huis waren.

Van Kitty ontbrak elk spoor.