Hoofdstuk 10
Portia staarde naar de gespierde naakte borstkas die plotseling voor haar ogen opdoemde. Ze kreeg een droge mond en moest haar uiterste best om op te letten wat hij had gevraagd - waaróm hij het had gevraagd... want eigenlijk was er weinig meer wat ze nog belangrijk vond.
Dit was tenslotte wat ze had willen weten. Willen leren.
Ze hield zich voor dat de vlaag van onzekerheid en lichte paniek toen zijn hand naar zijn broeksband ging en de knopen losmaakte, te verwachten was. Maar het leek verstandig om haar aandacht op andere zaken te richten - ze lag er warm en lekker bij, comfortabel... ze ging verliggen en was zich erg bewust van het gevoel van haar hemdje tegen haar huid en van de ruwere stof van de lakens.
Hij draaide zich om en ging op het bed zitten, het zakte enigszins door onder zijn gewicht terwijl hij zijn laarzen uittrok en op de grond liet vallen. Zijn gezicht straalde een en al doelbewuste vastbeslotenheid uit en stond uitermate geconcentreerd.
Een concentratie die direct gericht zou worden op...
Ze voelde een huivering langs haar rug trekken. Haar zintuigen schrokken op toen hij zich oprichtte, zijn broek uittrok en zich vervolgens omdraaide.
Haar ogen vestigden zich... niet op zijn ogen. Ze merkte dat haar lippen opengingen en ze haar ogen opensperde.
Ze had het aangeraakt, maar niet eerder gezien.
Het zien was nog indrukwekkender dan het voelen - in haar idee tenminste. In feite wist ze helemaal niet zo zeker...
'Hou in hemelsnaam op met denken!'
Ze knipperde met haar ogen; hij pakte de dekens en trok ze naar beneden. Ze keek hem weer aan op het ogenblik dat hij zijn armen naar haar uitstrekte. En haar naar zich toe trok. 'Si...'
Hij kuste haar hard. Arrogant en bevelend. Dominant. Ze reageerde instinctief met een eigen agressie en hij ging prompt zachtzinniger te werk, kalmeerde haar toen ze verstijfde, geschokt door de pure hitte van zijn huid tegen de hare, van de werkelijkheid van het zware, gespierde lichaam, gespannen, naakt en doelbewust, dat haar plotseling aan alle kanten omringde en volledig in staat was om haar te overweldigen.
Ondanks alles was het een schok, een in zekere zin angstaanjagende schok. Op dit gebied was theorie toch ook heel wat anders dan de werkelijkheid.
Hij hield zijn lippen op de hare, ze kon alleen nog maar ademhalen via hem. Ze probeerde zich los te wringen om genoeg bij haar positieven te kunnen komen om na te kunnen denken, maar dat belette hij haar. En toen was het plotseling of ze verdronk en onverbiddelijk werd meegesleurd een sensuele zee in.
Hij was boven haar, over haar heen, zijn benen lagen verstrengeld met de hare, zijn handen met gebogen vingers op haar huid, en hij hield haar zintuigen gevangen, dompelde ze meedogenloos onder en hield ze in zijn ban tot elke gedachte aan weerstand was verdwenen.
Tot haar gedachten vol waren van niet alleen begeerte, maar van verwachting en verlangen. Hij liet haar niet meer boven komen, maar kuste haar opnieuw intens, plunderde haar mond zonder ook maar een beetje zijn uiteindelijke doel te verhullen. Ze gaf hijgend toe, niet alleen met haar mond, maar aan de opbruisende behoefte het verlangen te bevredigen, te geven en zich over te geven. De dorst te lessen door haar lichaam aan te bieden en haarzelf.
En hij nam. Ze had niet eerder beseft hoeveel hij had gewild en wat hij precies van haar wilde. Toen ze een glimp van de werkelijkheid kreeg, overviel haar een heftige huivering.
Zijn druk op haar mond nam iets af, maar hield niet op.
Hij richtte zijn aandacht op andere veroveringen.
Haar borsten. Verhit en pijnlijk zwollen ze op onder zijn hand. Zijn vingers plaagden, kneedden, streelden en liefkoosden even bedreven als altijd. En knepen.
De hitte sloeg door haar heen en verspreidde zich onder haar huid. Ze kreunde, het geluid werd in hun kus opgevangen, maar hij hield niet op, hij stopte zijn folterende spel niet.
Pas toen ze onder hem omhoogkwam en een kreet slaakte, liet hij haar lippen los. Zijn hand gleed weg van haar borst en hij duwde haar hemdje omhoog.
'Til je armen op.'
Dat deed ze; ze haalde diep adem toen hij het hemdje omhoog schoof en het uittrok. Voor ze haar armen kon neerleggen, pakte hij eerst haar ene pols en toen de ander, hield ze met een hand vast en drukte ze in de kussens achter haar hoofd waardoor haar rug licht gebogen was.
Zijn borst raakte haar gevoelige borsten aan en ze snakte naar adem. Vurige verrukking sloeg door haar heen. Hij boog zich voorover en nam begerig haar mond opnieuw, toen bewoog hij zijn schouders langzaam over haar heen, heen en weer, het schurende krulhaar gleed langs haar borsten, prikkelde de strakke puntjes en veroorzaakte een genot dat bijna op pijn leek.
Ze was niet meer tot hijgen in staat toen hij haar lippen eindelijk losliet om met open mond hete kussen langs de ronding van haar hals te laten neerdalen, over de kloppende ader onder aan haar keel en bezitterig langs een sleutelbeen gleed voor hij zijn hoofd boog om te genieten. Ze lag gevangen met haar handen boven haar hoofd, haar lichaam gekromd en uitgestald voor zijn genot. Op die manier kon ze de vloedgolf aan gevoelens die hij meedogenloos bij haar opriep en die door haar heen sloegen, niet ontduiken.
Ze werd erdoor bevangen, opgetild, en haar zintuigen maakten overuren. En zo drong de werkelijkheid door, de hete vochtigheid van zijn mond terwijl hij aan haar zoog, het harde gewicht van spieren en botten die haar neergedrukt hielden, de woeste richel van zijn roede die tegen haar heup aan drukte, klaar om haar op te eisen.
De belofte, de zekerheid van wat ging komen overweldigde haar, en ze liet het over zich heen komen.
Ze verzette zich niet. Laat hem het mij maar leren.
Simon merkte haarscherp wanneer ze zich ergens bij neerlegde, ophield te proberen te oordelen - te denken. Te heersen. Haar lichaam, niet half zo sterk als het zijne, maar met zijn eigen soepele kracht, ontspande zich onder hem. Een teken dat hem als rechtgeaarde overwinnaar niet ontging, en hij genoot ervan. Hij hief zijn hoofd, nam haar lippen en haar mond die nu helemaal voor hem waren en schoof dichter naar haar toe.
Hij liet haar zijn gewicht voelen, liet het haar weten en liet haar leren, zoals de bedoeling was. Hij liet haar handen los en legde de zijne op haar borsten, daarna liet hij ze omlaag glijden, ging strelend langs haar rondingen, gleed tussen de lakens en omvatte haar stevige billen.
Ze mompelde iets diep in haar keel, hij genoot in stilte van haar reactie en kuste haar nog inniger.
Toen hij haar lippen losliet en met de zijne langs haar lichaam gleed, likkend en lavend, en zich een weg kuste naar haar borsten, probeerde ze niet om hem tegen te houden. Haar handen lagen op zijn schouders, de vingers wisselend dichtgeknepen en ontspannen terwijl hij proefde van haar overvloed. Haar ademhaling ging hortend en stotend, hij zag dat ze haar ogen dicht had toen hij even naar haar gezicht keek. Er lag een lichte rimpel van concentratie tussen haar wenkbrauwen.
Hij likte een strakgespannen tepel, krulde zijn tong erlangs en trok hem in zijn mond, toen zoog hij, steeds harder. Tot haar concentratie het begaf en ze naar adem snakte.
Hij ging lager, liet alle remmen los, hij besefte dat hij zijn primitieve instincten vanavond niet meer kon beheersen. Hij kon nu wel toegeven dat hij haar had begeerd, en niet alleen tijdens hun verblijf hier, maar al veel langer. Haar lichaam was een prijs waar zijn losbandige ziel al zo lang naar had gehunkerd.
Vanavond zou ze de zijne zijn. Meer dan dat, vanavond zou ze zich helemaal aan hem geven, zonder reserve. Als ze samen een toekomst hadden, had het geen zin te doen of hij anders was, dat hij geen eisen zou stellen en dat van haar zou verlangen.
Hoe ze zou reageren, was een ander verhaal, maar hij had nooit gemerkt dat haar moed wankelde.
Diep in zijn hart wist hij dat hij alles van haar kon vragen en dat ze met haar volle verstand zou geven. Het was uiteindelijk onmogelijk voor hem om haar pijn te doen. Dat wist ze even goed als hij.
Hij liet zijn lippen over de strakgespannen huid van haar buik glijden en ze verschoof rusteloos en hield haar adem in. Hij legde zijn handen om haar heupen en ging lager, hij duwde haar dijbenen met zijn schouders wijd uit elkaar.
Dat had ze al gedacht. Haar vingers lagen in zijn haar. Hij voelde haar scherp inademen toen hij zijn hoofd vooroverboog en zijn lippen op haar zachtheid zette.
'Simon!'
Het was een kreet die zijn ziel raakte. Hij likte, tastte en genoot van haar, zoog zachtjes en ging toen langs de opgezwollen plooien. Haar honing vloeide rijkelijk en hij genoot ervan; ze smaakte naar appel, wrang maar toch zoet. Hij vond het strakgespannen knopje kaarsrecht en opgezwollen onder de huidplooi en zoog zachtjes en was met al zijn zintuigen op haar reacties gericht.
Stap voor stap duwde hij haar verder tot haar vingers in klauwen veranderden, tot haar hoofd achterover gedrukt lag en ze haar heupen omhoog duwde. Zwijgende overgave. Hij opende haar, tastte onderzoekend haar ingang af en toen gleed hij langzaam en bewust met zijn tong naar binnen.
Ze hield het niet meer en liet zich helemaal gaan. Hij was blij met haar zachte kreet, genoot van haar samentrekkingen, maar zodra ze kalmeerde, was hij boven haar. Hij trok haar dijbenen nog verder uit elkaar, zette zijn handen aan weerszijden van haar op het bed en legde zijn harde lid tegen haar gladde, opgezwollen huidplooien aan.
Hij vond haar ingang. Duwde langzaam vooruit.
Toen drukte hij door.
Ze schreeuwde het uit en welfde zich wild onder hem. Hij hield niet op, maar duwde harder, vocht om het gevoel te absorberen, van haar verhitte schede die toegaf, hem omhulde, zo nauw met de stevigheid van haar lichaam, de zachte vrouwelijke huid, de vochtige hitte om hem heen. Hij vocht wanhopig om zich hier allemaal bewust van te zijn en zich niet door het ogenblik te laten meeslepen en zijn meest primitieve instincten niet de overhand te laten krijgen. Hij kon en wilde zich later wel laten gaan, wanneer ze ermee instemde en alles begreep.
Ze lag stil en gevangen onder hem. Hij boog zijn hoofd en kon haar dicht bij zijn oor voelen hijgen. Hij voelde waar ze samenkwamen, waar ze strak om hem heen gespannen lag, en hij voelde wild kloppende hart. Elke spier in hem stond gespannen tegen de bijna overweldigende drang om haar te berijden, maar hij hief zijn hoofd en keek haar aan.
Vanonder zware oogleden en dikke wimpers glinsterden haar ogen in de zijne. Haar opgezwollen lippen weken een beetje uiteen en leken vastbesloten. Hij voelde haar ademhaling.
'Ik dacht dat je had beloofd me nooit pijn te doen?'
Het was niet echt een beschuldiging, ze vertrok haar mond een beetje in een lichte grimas en tot zijn grote opluchting begon haar lichaam zich al onder het zijne te ontspannen, de verdedigende spanning verdween langzaam.
Hij boog zijn hoofd, gleed met zijn lippen langs de hare en drukte ze even tegen elkaar. 'Ik denk dat je wel zult merken dat de pijn niet blijvend is,' mompelde hij terwijl hij een beetje in haar verschoof.
Hij hief zich weer op boven haar en keek haar aan, trok even terug en stootte toen opnieuw.
Ze knipperde met haar ogen. 'Doe dat nog eens.'
Als zijn gezicht niet zo strak van hartstocht had gestaan, zou hij in lachen zijn uitgebarsten. Hij deed wat ze vroeg, en ademde opgelucht toen de uitdrukking op haar gezicht en lichaam zich ontspanden.
Portia keek hem aan en probeerde haar gevoelens te verwerken, zo vol van hem te zijn... In haar stoutste dromen had ze dit niet kunnen bedenken... Deze intieme ervaringen, het zichzelf aan hem geven en zijn mannelijkheid in haar lichaam op te nemen: het was allemaal veel overweldigender dan ze had verwacht.
Het raakte haar tot diep in haar ziel.
Maar ze kon nu niet stoppen om dat even nader te onderzoeken, haar lichaam liet dat niet toe en hij evenmin. Beiden waren gereed en startklaar. Waarvoor, daar had ze slechts een vaag idee van.
Haar handen waren van zijn schouders gegleden om hem als een bankschroef om zijn bovenarmen beet te pakken; ze liet er een los, hief haar hand naar zijn wang en streek zijn zijdeachtige haren weg. Toen trok ze zijn gezicht langzaam omlaag naar het hare.
Ze opende haar mond onder de zijne, drong aan en nodigde hem uit haar te nemen, haar meer te leren op de enige manier die ze kende.
Zijn lippen sloten zich over de hare, zijn tong vulde haar mond, speelde met de hare, drong dieper en trok zich terug, evenals zijn lichaam. En opnieuw kwam ze in een vloedgolf toen hij haar wederom opvulde.
Een golf die zich telkens herhaalde tot ze erin werd opgenomen, werd meegetrokken en overspoeld werd door sensaties terwijl hij haar bereed. Haar lichaam, dat ze niet meer onder controle had, volgde instinctief, volgde hem, steeg met hem mee tot de vlammen haar uitsloegen, tot het vuur danste onder haar huid, tot haar botten waren gesmolten, haar lichaam een oven was waar hij zich in stortte als in een brandend vuur, hard en ritmisch, en telkens het vuurtje verder opstokend.
Ze was de speelbal van haar zintuigen en ging op in het ogenblik, ze had zich nog nooit eerder zo levend gevoeld. Zozeer bewust van zichzelf en van hem. Van hun lichamen die samenkwamen, gaven en namen, van hun huid, glad en gloeiend, wrijvend en glijdend, aanrakend, strijkend, liefkozend. Van hun ademhaling die zich vermengde, hun harten die als één bonkten, hun lichamen zwoegend, hun eensgezinde wil.
Ze doken de vlammen in, baadden in de hartstocht, in het hete vuur van gemeenschappelijk verlangen. Ze klampten zich hijgend aan elkaar vast om de vlammen opnieuw tot grote hoogten te brengen.
Tot ze uitbarstten in een overweldigende golf van hitte die over hen heen sloeg en waardoor ze werden verteerd, die alle resten van gezond verstand in de as legde, gesmolten gevoelens over elke zenuw uitgooide terwijl er een lopend vuurtje over hun huid danste.
Wanhopig dansten ze verder, moeizaam ademend, met bonkende harten en vastgeklemde vingers.
Hij keek op, haalde heel diep adem en zij deed hetzelfde. Ze keken elkaar aan.
'Doe iets voor me.'
Ze kon nauwelijks spreken. 'Wat?'
'Sla je benen om mijn heupen.'
Ze wilde vragen waarom, maar dat deed ze niet, ze deed gewoon wat haar werd gevraagd en kreeg het antwoord.
Hij stootte in haar - dieper, harder, sneller, het leek wel of hij recht in haar hart stootte. Ze kromde zich onder hem, spande de spieren van haar dijbenen, hoorde haar kreet toen haar wereld uiteenspatte, niet zoals eerder, maar oneindig veel intenser. Alles verbrijzelde: helder, messcherp vergulde glorie.
Ze voelde hoe hij diep in haar stil lag, gevangen en vast. Ze gingen volledig op in de pure wervelende energie die aan alle kanten in en om hun lichamen was. En die ze uiteindelijk liet samensmelten.
Hun lichamen werden één, verhit en vochtig - en implodeerden vervolgens in een explosieve zonnevlam die sterk genoeg was om hun zielen te laten samensmelten.
Ze had zich afgevraagd wat er naderhand zou gebeuren; maar hier was ze totaal niet op voorbereid geweest.
Niet op zijn volle gewicht dat boven op haar in elkaar zakte, hun bonkende harten, want het vuur joeg nog door hun aderen en de hitte pulseerde nog onder hun huid.
Voorbij. De woedende storm was langsgekomen en ze waren uitgeput door de golven op een of ander verlaten eiland gesmeten.
Alleen was dit werkelijkheid. Op dit ogenblik bestond de rest van de wereld niet.
Ze lag krachteloos onder hem, verbijsterd maar heel vredig. Hij draaide zijn hoofd om. Hun adem vermengde zich en hun lippen ontmoetten elkaar blindelings. Ze klemden zich aan elkaar vast.
'Dank je.'
Zijn woorden dreven langs haar wang. Ze hief een hand, streek zijn haar weg en streelde toen omlaag, langs zijn sterke lichaam en de lange spieren van zijn rug.
'Nee, ik dank jou.'
Dat hij het haar had geleerd en laten zien... misschien wel meer dan hij had gewild.
Ze had gelijk gehad; er was iets speciaals tussen hen, iets dat de moeite van het vechten waard was. Maar er was ook zo veel wat ze nog moest leren...
Zijn lippen gleden over de hare, toen haalde hij diep adem en trok zich terug. De verandering was indrukwekkend - hoe haar lichaam aanvoelde wanneer hij er was, verbonden met haar en wanneer dit niet het geval was.
Hij trok zich van haar terug en viel op bed naast haar neer. Een zware arm lag over haar heen, trok haar tegen hem aan en hield haar daar vast.
'Ga slapen. We moeten je naar je kamer terug zien te krijgen voor het ochtend wordt - ik maak je voor die tijd wel wakker.'
Ze glimlachte. En zag ervan af om hem te vertellen dat ze zich erop verheugde dat hij haar zou wekken. Ze draaide op haar zij en kroop onder de dekens met haar rug tegen hem aan.
Ze had nooit eerder samen met een man geslapen, maar slapen met hem leek de natuurlijkste zaak van de wereld. Heel normaal.
Zo hoorde het.
De ochtend brak te snel aan.
Ze was zich er vaag en dromerig van bewust dat Simon uit bed stapte. Ze bromde iets, draaide zich om en trok het verkreukelde laken en het dekbed naar zich toe om zijn warmte vast te houden en gleed terug in een zalige sluimering.
Ze dreef, krachteloos en tevreden op een of andere warme, zachte zee, toen ze een harde hand op haar schouder voelde die haar wakker schudde.
'Kom, wakker worden. Het wordt licht.'
Ze deed een oog open en dat kostte heel wat moeite; ze kneep haar ogen halfdicht en zag Simon, die aangekleed over haar heen gebogen stond. Het was licht genoeg om zijn blauwe ogen te zien en een bezorgde uitdrukking op zijn gezicht.
Ze glimlachte, deed haar ogen weer dicht, stak haar armen uit en krulde haar vingers in zijn revers. 'Het duurt nog uren voor er iemand opstaat.' Ze trok. 'Kom terug hier.' Haar lippen krulden bij haar herinneringen. 'Ik wil meer leren.'
Hij zuchtte. Diep. Toen sloot zijn hand zich om haar hand en pols en hij stond op en trok haar zonder verdere plichtplegingen uit haar warme nestje.
Ze sperde haar ogen open. 'Wa...?'
Hij pakte haar beide armen en sjorde haar half worstelend op haar knieën. 'Je moet je aankleden en terug zijn in je kamer vóór er overal personeel rondloopt.'
Voor ze een woord kon zeggen trok hij haar hemd over haar hoofd. Ze worstelde om haar armen door de armsgaten te krijgen en trok de stof toen omlaag. Het was niet moeilijk om nors te kijken en ze schonk hem een nijdige blik. 'Dit had ik niet verwacht.'
Hij keek op haar neer en had moeite om zijn gezicht in de plooi te houden. 'Dat dacht ik al.' Toen verstrakte zijn kaak. 'Maar we zijn hier nog maar een dag of twee en we gaan geen schandaal veroorzaken.' Hij wierp haar haar japon toe.
Ze ving hem op, hield haar hoofd schuin en keek hem aan. 'Als we nog maar twee dagen hebben, is het dan niet verstandiger om...'
'Nee.' Hij aarzelde, keek haar aan en voegde eraantoe: 'We kunnen onze lessen vanavond voortzetten.' Hij draaide zich om, ging op bed zitten en pakte zijn laarzen. 'Vóór die tijd valt er niets meer te leren.'
Ze dacht daarover na, trok met moeite haar japon aan en wrong zich toen in allerlei bochten om te gaan zitten en haar kousen aan te trekken. 'Waarom moeten we tot vanavond wachten?' vroeg ze uiteindelijk.
De klank van haar stem was oprecht nieuwsgierig, maar er lag ook een toon van onzekerheid in. Simon hoorde beide. Hij keek haar even aan en zijn lichaam spande zich langzaam toen een heel lang been werd uitgestrekt en ze met argeloze gratie haar kous aantrok. Hij knipperde met zijn ogen en had moeite om zich de vraag te herinneren.
Het lukte hem, hij keek haar in de ogen. Hij had het onderwerp het liefst omzeild of vermeden.
Ze trok haar wenkbrauwen op en wachtte. Met opeengeklemde kaken stond hij voor haar, reikte haar zijn hand en hielp haar van het bed op te staan. Ze keek naar omlaag en trok haar avondmuiltjes aan.
'Je lichaam...' Hij sprak tegen haar gebogen hoofd. 'Je zult wat tijd nodig hebben om te herstellen.'
Ze keek op en knipperde met haar ogen en wilde dit betwisten...
'Geloof me, dat is zo.' Hij leidde haar naar de deur.
Tot zijn intense opluchting liep ze peinzend mee. Ze bleef voor de deur staan, hij reikte om haar heen naar de deurknop. Ze verschoof en leunde met haar schouder tegen zijn borst en liet een vingertop langs zijn wang glijden.
Ze keek hem aan. 'Ik ben niet bepaald een teer bloemetje. Ik breek niet, hoor.'
'Ik ben niet klein of zwak.' Hij boog zijn hoofd en gleed even met zijn lippen langs de hare. 'Geloof me, vanavond en niet eerder.'
Ze trok een gezicht en hij voelde haar zuchten.
'Goed dan.'
Hij pakte de deurknop en maakte de deur open.
Hij stond erop haar naar haar kamer terug te brengen. Om daar te komen moesten ze door het hele hoofdgedeelte van het huis lopen. Het oudste deel van het huis bestond uit talloze ontvangstkamers, waarvan er veel in elkaar over liepen. Hij nam deze weg om de dienstmeisjes te ontwijken die door de grote gangen zouden lopen.
Ze waren vlak bij de oostelijke vleugel en glipten door een weinig gebruikte galerij, toen Portia uit de ramen met verticale raamstijlen keek en bleef stilstaan. Ze verzette zich toen hij probeerde haar mee te trekken en liep toen dichter naar het raam.
Hij keek over haar hoofd en zag wat zij had gezien.
Kitty stond in een ochtendjas die al haar charmes benadrukte midden op het grasveld te praten met Arturo en Dennis. Ze sprak en gebaarde.
Hij trok Portia terug; Kitty keek hun kant niet op, maar Arturo en Dennis konden wel iets zien als ze opkeken.
Portia keek hem aan, schudde haar hoofd alsof ze wilde zeggen dat ze er niets van begreep en liep toen snel met hem mee.
Ze kwamen bij haar kamer. Hij kuste snel haar vingertoppen en duwde haar de kamer in. Zodra de deur dicht was, liep hij terug naar zijn eigen kamer.
De aanwezigheid van een paar giechelende dienstmeisjes dwong hem de trap van de oostelijke vleugel af te lopen; dat gaf niet, want op de begane grond kon hij door het hoofdgedeelte van het huis lopen en zo bij de westelijke vleugel komen. Hij liep de trap af en stapte...
'Nou, nou, wie hebben we hier?'
Hij stond stil, draaide zich om en keek Kitty recht aan.
Ze trok haar ochtendmantel strak om zich heen, keek hem aan en sperde haar ogen wijd open toen ze besefte wie ze zag en liet haar blik toen langzaam omlaag dwalen.
Simon vloekte inwendig. Hij had dezelfde kleren aangetrokken die hij gisteravond had gedragen.
Kitty keek op, de uitdrukking op haar gezicht was vaag en ondeugend. 'Een beetje aan de late kant om het bed van miss Ashford te verlaten, maar je hebt het waarschijnlijk erg druk gehad.'
In haar toon lag de woede van een versmade vrouw; hij had haar een aantal keren afgewezen. De kwaadaardige blik in haar ogen wees erop dat ze zich elke keer herinnerde.
'Niet te druk om aan te nemen dat het gebruikelijk is dat de plaatselijke zigeuners 's ochtends overleg plegen met vrouw des huizes.'
Ze werd bleek, kreeg toen een kleur, zowel van woede als van schuldbewustzijn. Ze deed haar mond open, keek hem aan en bedacht zich. Met een ijzige blik trok ze haar kleding om zich heen en liep statig de trap op.
Simon keek haar na en kneep zijn ogen halfdicht, hij voelde een huivering van gevaar. Haar voetstappen stierven weg; hij maakte rechtsomkeert en liep met grote stappen naar de westelijke vleugel.
'Zouden we vanochtend kunnen gaan paardrijden?' Cecily Hammond keek met haar blauwe ogen hoopvol de ontbijttafel rond.
Alle aanwezigen wisten precies wat ze bedoelde - nu Kitty er namelijk niet bij was kon een dergelijk spontaan evenement georganiseerd worden en konden ze haar aanwezigheid althans voor de ochtend ontlopen.
James keek Simon aan. 'Dat lijkt me een goed idee.'
'Inderdaad,' zei Charlie. Hij keek naar de anderen, naar Portia, Lucy, Annabelle, Desmond, Winifred, Oswald en Swanston. 'Waar zullen we naartoe gaan?'
Er kwamen allerlei suggesties, en terwijl de discussie in volle gang was, keek Portia omlaag naar haar bord. Naar de berg voedsel die ze gestaag verorberde. Normaal gesproken had ze een uitstekende eetlust, maar deze ochtend had ze een honger als een paard.
Maar ze dacht niet dat ze op een paard kon zitten. Voorlopig even niet.
De steekjes en pijntjes die ze in het begin had genegeerd werden steeds duidelijker en paardrijden zou dit zeker verergeren zodat haar herstel tegen de avond niet zeker zou zijn. En ze ging liever niet paardrijden dan de les van vanavond misschien mislopen.
De gelegenheid van vanavond om verder op verkenning te gaan, wilde ze onder geen voorwaarde laten schieten.
De anderen besloten om in zuidelijke richting over de oude Romeinse weg naar Badbury Rings te rijden om naar een fort uit het ijzertijdperk te gaan kijken. Terwijl ze een stukje vis op haar bord aan haar vork probeerde te prikken, vroeg ze zich af welk excuus ze kon bedenken.
'Ik wil mijn paarden nog even laten lopen.' Simon sprak tegen James. 'Ze eten zich suf en na de afgelopen maanden heb ik niet de indruk dat niets-doen goed voor ze is.' Hij keek over de tafel naar Portia en ving haar blik op. 'Als je het prettig vindt, mag je wel meerijden, hoor.'
Ze knipperde met haar ogen en begreep toen, dat niemand behalve Simon en lady O., die er niet was, haar liefde voor paardrijden kende. Niemand zou het vreemd vinden als ze liever wérd gereden.
'Dank je.' Ze verschoof even in haar stoel en besefte dat hij wel een idee moest hebben hoe ze zich voelde... en sloeg haar ogen neer voor ze bloosde. 'Ik wil graag zittend van de omgeving genieten.'
Ze keek niet op om te zien of zijn lippen vertrokken. Even later voelde ze dat hij de andere kant op keek en James aansprak.
Een kwartier later kwamen ze bij elkaar in de gang naar de tuin en liepen naar de stallen. Het kiezen van de paarden en zadels kostte enige tijd; Portia troostte de kleine merrie terwijl Simons paarden werden ingespannen.
Hij kwam haar halen en trok een wenkbrauw op toen hij over het pad naar haar toe kwam. 'Klaar?'
Ze ontmoette zijn blik, zag de waakzame bezorgdheid in zijn ogen, glimlachte luchtig en gaf hem haar hand. 'Ja.'
Hij leidde haar naar buiten, hielp haar instappen en klom toen in het rijtuig naast haar.
'We zien jullie onderweg wel,' riep hij naar James, die nog bezig was met de dieren van de dames. James zwaaide. De stalknecht die de paarden in bedwang hield, sprong achteruit. Met een zwaai van zijn zweep zette Simon de dieren in beweging en reed de oprit uit.
Ze spraken niet, dat was niet nodig. Ze keek geïnteresseerd om zich heen en vond het leuk een deel van het land te zien waar ze nog niet eerder was geweest. Nadat ze de hoge bomen van Cranborne Chase achter zich hadden gelaten, stonden er af en toe wat beuken langs de kant van de weg die door het licht glooiende heidelandschap voerde. Simon liet de paarden eerst even de benen strekken en vervolgens in een rustige draf overgaan. Toen ze dicht bij de plaats van bestemming waren, werden ze weer ingehaald door de anderen, die dwars over het land waren gereden. Ze reden in konvooi om het rijtuig, terwijl ze praatten, grapjes maakten en verhalen vertelden.
Om hen heen brak een prachtige ochtend aan, de hemel boven hun hoofd was blauw, de zon scheen omlaag en er stond een fris briesje dat alle muizenissen uit hun hoofden verdreef. Ze genoten, gingen op onderzoek en klauterden op en over de drie aarden verhogingen van de verdedigingswallen die om het oude fort heen lagen. Iedereen was zo opgelucht om even los te komen van de problemen en spanning in de Hall, dat iedereen zijn uiterste best deed om vriendelijk en charmant te zijn, zelfs Oswald en Swanston.
Portia was zich voortdurend bewust van het feit dat Simon naar haar keek en op haar lette. Ze was dat van hem gewend; vroeger had haar dat altijd geïrriteerd. Vandaag voelde ze zich tot haar verbazing... geliefd en gekoesterd, en terwijl ze naast Winifred en Lucy liep, hief ze haar gezicht op in de zeewind, en al was hij niet vlakbij, ze voelde zijn blik.
De manier waarop hij nu op haar lette was volkomen anders.
Geboeid bleef ze staan, liet de anderen doorlopen, draaide zich toen om en keek naar de plek waar hij rustig naar Charlie en James stond te luisteren die het ergens over oneens waren. Over de groene helling tussen twee aarden wallen zag hij haar blik en terwijl hij zijn handen uit zijn zakken haalde liep hij bij de anderen weg en kwam naar haar toe.
Toen hij dichterbij kwam, nam hij haar op. Hij bleef bij haar staan en haar aankijken: 'Alles in orde?'
Heel even gaf ze geen antwoord, ze had het te druk de uitdrukking in zijn ogen te verklaren. Niet zijn gezicht, daar lag de gebruikelijke arrogante strenge uitdrukking op, maar zijn ogen stonden zachter, zijn bezorgdheid was anders dan vroeger.
Ze kreeg er een warm gevoel van. Vanuit haar hart, als een plotselinge golf van vreugde.
Ze glimlachte en boog haar hoofd. 'Ja, hoor.'
Ze hoorden een kreet en keken naar de plek waar Oswald en Swanston bezig waren met een zogenaamd gevecht om de zusters Hammond te vermaken. Haar glimlach werd breder en ze legde een hand op Simons arm. 'Kom, loop eens mee.'
Dat deed hij. Woorden waren overbodig, zelfs blikken waren niet nodig om hun band te bevestigen.
Portia keek voor zich uit en voelde die band en ze voelde haar hart groeien om dit gevoel een plaatsje te geven. Was dit wat er gebeurde? Dat er op de een of andere manier een band tussen mensen groeide, een weg van begrip die los stond van al het lichamelijke?
Wat het ook was, het voelde speciaal en kostbaar aan. Ze keek even naar hem en ze wist dat hij dit ook voelde. Hij scheen zich er niet tegen te verzetten of het te ontkennen en ze vroeg zich af wat hij werkelijk dacht.
Na een uur puur plezier in bijzonder ontspannen harmonie, keerden ze vol tegenzin terug naar de paarden en het rijtuig om weer naar de Hall te rijden.
Ze arriveerden precies op tijd voor de lunch, op tijd voor een nieuwe humeurige uitvoering van Kitty. De luchtige stemming van de ochtend sloeg razendsnel om.
Tijdens de lunch had niemand een vaste zitplaats. Simon ging naast Portia zitten, at en lette op. De meeste anderen deden hetzelfde, en als Kitty een beetje gezond verstand had gehad, zou ze de afstandelijkheid en de waakzaamheid hebben opgemerkt en haar gedrag daaraan hebben aangepast.
In plaats daarvan scheen ze in een uitermate wonderlijke stemming te verkeren, pruilde, dreigde aan de ene kant te mokken over het uitje van die ochtend terwijl ze aan de andere kant schitterende ogen van opwinding had. Ze scheen een soort krampachtige verwachting te koesteren, een verwachting van iets dat verschrikkelijk belangrijk was maar waar niemand iets van af wist.
'We zijn toch al zo vaak naar de oude wallen geweest, lieverd,' hielp mrs. Archer Kitty onthouden. 'Ik denk dat het tamelijk vermoeiend zou zijn geweest om daar weer naartoe te gaan.'
'Ja,' verzekerde Kitty haar, 'maar ik...'
'Uiteraard hebben jonge mensen wat frisse lucht nodig,' zei mrs. Buckstead, die vriendelijk naar haar dochter en de meisjes Hammond glimlachte.
Kitty keek haar nijdig aan. 'Winifred...'
'En natuurlijk verliezen ochtendavonturen en zwerfpartijen hun aantrekkingskracht wanneer je eenmaal bent getrouwd.' Onverstoorbaar nam mrs. Buckstead nog wat gekoelde asperges.
Een ogenblik was Kitty met stomheid geslagen, toen richtte ze haar blik weer op het gezelschap aan tafel. Op Portia. Portia merkte het niet en at met neergeslagen ogen door. Er speelde een zwak, maar duidelijk zichtbaar glimlachje om haar mond dat veel onthulde.
Kitty kneep haar ogen halfdicht en deed haar mond open...
Simon stak zijn arm uit en pakte zijn glas op. Kitty keek hem even aan en hij haar. Hij bleef haar aankijken terwijl hij een slokje nam en liet zijn glas toen zakken om het op de tafel te zetten.
Kitty kon in zijn ogen lezen wat hij zou doen als ze haar jaloezie op Portia durfde te spuien, als ze ook maar de geringste toespeling maakte op de ochtendavonturen waar ze hem en Portia van verdacht.
Een seconde aarzelde Kitty, toen scheen haar verstand de overhand te krijgen, ze haalde adem en keek omlaag naar haar bord.
Verderop aan tafel voerde mr. Archer zijn gesprek verder met mr. Buckstead en vertoonde geen tekenen dat hij iets merkte van de tekortkomingen van zijn jongste dochter. Lord Glossup praatte met Ambrose terwijl lady O. met een majestueuze onverschilligheid voor wat er zich om haar heen afspeelde met lady Glossup babbelde.
Langzaam verzonk Kitty in stilzwijgen. Er werden andere gesprekken opgezet, lady Calvin eiste de aandacht van James en Charlie op, Desmond en Winifred probeerden Drusilla een beetje los te krijgen.
Simon wisselde wat losse opmerkingen met Annabelle Hammond die aan zijn andere kant zat terwijl zijn gedachten alle kanten op vlogen. Kitty's discretie was een luchtbel, de hemel mocht weten wanneer ze er iets uit zou gooien wanneer ze werd getart. En als ze dat deed...
De maaltijd liep op zijn eind en hij zat zijn tijd uit. Zodra Portia haar vork neerlegde, stak hij zijn hand uit en streelde met een vinger over haar pols.
Ze keek hem even aan en trok een wenkbrauw op.
'Laten we een eindje gaan wandelen.'
Haar wenkbrauwen gingen verder omhoog, hij zag haar denken - er ging van alles door haar heen. 'Ik wil met je praten.'
Over het onderwerp dat, dankzij Kitty, niet langer zonder meer ontweken kon worden.
Ze keek hem aan en zag dat hij het meende. Ze bracht haar servet naar haar lippen en mompelde: 'Het zal niet gemakkelijk zijn de anderen te ontlopen.'
Daar had ze gelijk in, hoewel iedereen opstond en de gasten zich verspreidden om de middag een invulling te geven. Annabelle, Cecily en Lucy bleven bij Portia hangen en verwachtten duidelijk dat zij iets zou voorstellen. Simon excuseerde zich bij James en Charlie voor een spelletje biljart, volgde de vier vrouwen naar het terras en vroeg zich af hoe hij er drie kon kwijtraken.
Hij bleef in de deuropening van de huiskamer staan, peinsde en verwierp verschillende mogelijkheden, tot hij een bonkend geluid achter zich hoorde. Hij draaide zich om en zag lady O. aankomen. Ze greep zijn arm vast die hij automatisch aanbood.
Ze keek naar de vier jongedames die in een groepje bij de leuning stonden en schudde haar hoofd. 'Dat lukt je nooit.'
Voor hij een passend antwoord kon bedenken, trok ze aan zijn arm. 'Kom, ik wil op het binnenhof van het heesterperk gaan zitten.' Er speelde een ondeugende grijns om haar lippen. 'Dat schijnt de plek te zijn waar je van alles te horen kunt krijgen.'
Simon nam aan dat ze een of ander plannetje in haar hoofd had en leidde haar weg. Ze liepen over het terras en hij hielp haar de treden af. Toen ze bij het grasveld kwamen, bleef ze abrupt staan.
Ze draaide zich om. Ze zwaaide naar de jongedames. 'Portia, haal mijn parasol even, als je wilt, lieverd.'
Portia had hen staan nakijken. 'Ja. Natuurlijk.'
Ze excuseerde zich bij de andere meisjes en liep naar binnen.
Lady O. draaide zich om en strompelde verder.
Hij was net bezig haar op het binnenhof van het heesterperk op een smeedijzeren stoeltje onder de brede takken van een magnolia te installeren, toen Portia erbij kwam.
Ze keek naar de boom. 'Dan heeft u deze toch niet nodig.'
'Dat geeft niet. Het doel is bereikt.' Lady O. pakte de parasol, schikte toen de plooien van haar japon en leunde achterover terwijl ze haar ogen dichtdeed. 'Jullie kunnen nu allebei gaan.'
Simon keek Portia aan; ze sperde haar ogen wijd open en haalde haar schouders op.
Ze draaiden zich om.
'Trouwens, er is nog een andere uitgang hiervandaan,' zei lady O. Ze draaiden zich weer om. Ze opende haar ogen nauwelijks, maar wees met haar stok. 'Die kant. Als ik me goed herinner leidt het door de achterkant van de rozentuin naar het meer.'
Ze deed haar ogen weer dicht.
Simon keek Portia aan.
Glimlachend liep ze terug naar de stoel, bukte zich en gaf lady O. een kus op de wang. 'Dank u. We komen terug...'
'Ik ben uitstekend in staat om zelf naar huis terug te gaan als ik dat wil.' Ze deed beide ogen open en keek de jonge mensen met haar scherpe blik aan. 'Gaan jullie maar, en het is nergens voor nodig om snel terug te komen.'
Toen ze niet direct bewogen, hief ze zowel haar stok als parasol en maakte afwerende gebaren. 'Vooruit! Ga!'
Met een gesmoorde grijns vertrokken ze.
'Ze is onverbeterlijk.'
Terwijl ze elkaar aankeken doken ze door de overdekte poort de rozentuin in.
'Ik denk niet dat ze ooit anders is geweest.'
Hij stak zijn hand uit naar die van Portia, en ze liepen hand in hand verder, snel door de rozentuin naar de minder mooi aangelegde tuinen boven het meer.
Tien minuten later stonden ze stil op het punt waar het pad de top boven het meer bereikte. Hij keek over het water, er was geen mens te zien. 'Kom.' Hij leidde Portia het smalle pad af naar het bredere pad om het meer.
Ze liep naast hem. Hij bleef haar hand vasthouden, want hij was er vrij zeker van dat hier geen andere mensen liepen, zeker het eerste uur niet.
Toen hij met haar langs het zomerhuis liep, keek ze hem even aan. Hij voelde wat ze dacht, maar in plaats van te vragen waar ze naartoe gingen, ging ze recht op de kern van de zaak af. 'Waarover wilde je met me praten?'
Nu was het ogenblik aangebroken, maar hoewel hij wist wat hij moest zeggen, wist hij niet precies hoe hij verder moest gaan. Dankzij Kitty had hij geen tijd gehad om plannen te maken voor wat in feite een uitermate belangrijke verklaring was in zijn campagne om Portia als zijn vrouw te winnen. 'Ik zag Kitty toen ik vanochtend bij jou wegging.' Hij keek haar even aan en zag haar opengesperde ogen. 'Ze had me door.'
Ze trok een gezicht, dacht na en fronste haar wenkbrauwen. 'Dus die kan moeilijkheden gaan veroorzaken.'
'Dat hangt ervan af. Ze heeft het zo druk met haar eigen spelletjes dat ze alleen zal toeslaan en ons zal noemen als ze uitgedaagd wordt.'
'Misschien kan ik beter met haar gaan praten.'
Hij bleef staan. 'Nee! Dat is niet...'
Ze bleef ook stilstaan en keek hem vragend aan.
Hij keek even naar het pad om het meer en hoorde een hoge meisjesstem vanuit de tuin erboven. Ze waren bij de dennenaanplant gekomen en er liep een pad slingerend onder de jonge boompjes door. Hij pakte Portia's hand steviger beet en trok haar mee.
Hij bleef pas staan toen ze tussen de hoge bomen stonden en omhuld waren door gespikkelde schaduwen, waardoor ze absolute privacy hadden.
Hij liet haar los, draaide zich om en keek haar aan. Ze keek, wachtte en begon een beetje nieuwsgierig te worden... Hij negeerde het drukkende gevoel in zijn borst, haalde adem en keek in haar diepblauwe ogen. 'Ik wil met je trouwen.'