HOOFDSTUK NEGENTIEN
Mijn diner bestond die avond uit crackers met kaas en een stukje chilipeper om mijn mond wakker te houden. Ik had mijn jurkje-voor-alle-gelegenheden verruild voor een T- shirt, spijkerbroek en pluizige slippers. Ik zat aan mijn bureau met een glas dieet Pepsi on the rocks. Ik bestudeerde de rok en de schoenen. Ik paste de rechterschoen. Te groot. De hiel was beschadigd en de voorkant was zo puntig dat de tenen vol eeltplekken moesten komen. De naam van de fabrikant stond op de binnenzool maar hij was onleesbaar door zweet. Een geurvreter zou trouwens geen overbodige luxe zijn. De rok gaf wat meer informatie, maat achtendertig en van een merk dat ik bij Village Store en Post and Rail had gezien. Het model was nog goed, hoewel hij gekreukeld was op een manier die deed vermoeden dat hij onlangs kletsnat moest zijn geweest. Ik drukte mijn tong tegen het materiaal. Zout. Ik controleerde de zakken die in de naden waren weggewerkt, ze waren leeg. Geen merkjes van een stomerij. Ik dacht aan de vrouwen die bij deze zaak waren betrokken. De rok zou ieder van hen, behalve Barbara Daggett misschien, passen. Zij was nogal lang en ze scheen niet het type voor deze collegestijl en zeker niet voor groen. Ramona Westfall was een goede kandidaat. Marilyn Smith misschien. Lovella Daggett of Billy's zuster konden waarschijnlijk beiden een maatje achtendertig dragen, maar de stijl paste niet bij hen... tenzij de spullen uit een doos van het Leger des Heils waren gegrabbeld. Misschien zou ik de volgende ochtend wat kledingzaken binnenlopen om te zien of een van de verkoopsters de rok herkende. Maar veel kans gaf ik het niet. Het zou veel beter zijn om de rok en de schoenen aan de vijf vrouwen te laten zien en te kijken of een van hen wilde bekennen de eigenaresse te zijn. Maar gezien de omstandigheden was ook die kans klein. Het was jammer dat ik niet kon inbreken. De bijpassende groene trui zou dan misschien in iemands kledingkast worden ontdekt.
Ik slenterde naar de keuken en waste mijn bord af. Alleen eten is een van de vervelendste zaken van het alleen wonen. Ik heb wel artikelen gelezen waarin wordt aangeraden om net zo zorgvuldig voor jezelf te zorgen als je voor je bezoek zou doen. Dat is dus de reden waarom ik crackers met kaas eet. Ik kook niet. Mijn bezwaar tegen een elegant gedekte tafel is, dat je dan je mes niet in de pot mayonaise laat staan. Daar ik gewoonlijk werk tijdens het eten, is kaarslicht niet zo handig. Als ik niet werk, lees ik de krant die ik tegen een stapel mappen zet en achterstevoren lees, terwijl ik kauw, te beginnen bij de boekenpagina en de bioscopen en als ik dan vervolgens bij de financiële kolommen beland, is mijn interesse ver te zoeken. Om twee minuten over negen ging mijn telefoon. Het was de knaap van de expeditie van het Tip Top Taxibedrijf. Hij stelde zich voor als Chuck. Op de achtergrond hoorde ik de zend- en ontvangstinstallatie ratelen. 'Ik heb hier een briefje gevonden van Ron, die zegt dat ik u moest bellen,' zei hij. 'Hij heeft de briefjes van de ritten van die vrijdagnacht nagetrokken en gezegd dat ik u alle informatie moet geven waarom u heeft gevraagd, maar ik weet niet precies wat u wilt weten.'
Ik bracht hem op de hoogte van mijn wensen en wachtte geduldig terwijl hij zijn ogen over het briefje liet gaan. 'O, ja. Ik geloof dat ik het heb. Hij heeft het omcirkeld. Het was mijn vrachtje. Daarom heeft hij me zeker gevraagd u te bellen. Vrijdagnacht, een uur drieëntwintig... mmm, dat is eigenlijk zaterdagochtend. Ik heb een stelletje bij State en Cabana afgezet. Een man en een vrouw. Ik geloof dat ze daar in een motel hadden geboekt.' 'Ik hoorde dat de man dronken was.'
'En hoe! Zij had ook wel gedronken, maar niet zoveel als hij. Hij was een puinhoop. Die kerel stonk letterlijk een uur in de wind. E)e hele achterbank stonk naar hem en ik ben wat dit soort zaken betreft toch echt vrij tolerant.' 'En zij? Kun je me iets over haar vertellen?' 'Ik vrees van niet. Het was laat en donker en het regende vrij hard. Ik heb ze gewoon naar de plek gebracht die ze me hadden opgegeven.' 'Heb je met ze gepraat?'
'Nee. Ik ben niet zo'n gezellige babbelaar als ik in de taxi rij. De meeste mensen hebben niet zo'n interesse en ik word gek als ik mezelf telkens moet herhalen. Politiek, het weer, de uitslagen van de baseballwedstrijden. Allemaal flauwekul. Ze willen niet met mij praten en ik niet met hen. Kijk, als ze me iets vragen, geef ik beleefd antwoord, begrijp me niet verkeerd, maar ik kan niet tegen dat stomme gezwets op commando.' 'En die twee? Spraken ze met elkaar?' 'Wie weet? Ik had de microfoon uitgeschakeld.' God, wat schoot ik hier mee op. 'Herinner je je nog iets anders?'
'Niet zo uit m'n blote kop. Ik zal er nog wel eens over nadenken, maar het was niets bijzonders. Het spijt me dat ik niet verder kan helpen.'
'Nou, je hebt in ieder geval een inval van mij bevestigd en dat waardeer ik. Bedankt voor de moeite.' 'Graag gedaan.'
'O, nog een ding. Waar ging de rit naar toe?' 'Dat weet ik. Kent u die smerige bar op Milagro? Daar wilden ze heen. Ik heb ze bij de Hub opgehaald.' Ik zat naar de hoorn in mijn hand te staren en het duurde een minuut of wat voordat ik ophing. Ik had het gevoel naar een film te kijken die achterstevoren werd afgedraaid en beeld voor beeld werd stilgezet. Daggett verliet vrijdagnacht de Hub in gezelschap van een blondje. Ze hadden kennelijk nogal wat gedronken, veel gelachen, samen rondgescharreld in de regen, waren gevallen en hadden zichzelf weer bij de lurven gegrepen. Langzaam maar zeker, stukje bij beetje stuurde zij hem in de richting van de haven, hevelde hem in een roeiboot en peddelde vervolgens de haven uit, waarmee hij het laatste boottochtje van zijn leven maakte. Ze moet een hart als een steen hebben gehad en sterkere zenuwen dan ik.
Ik maakte snel enkele aantekeningen en gooide de indexkaartjes in de bovenste la van mijn bureau. Ik trapte mijn slippers uit en trok mijn gympen aan en een trui over mijn T-shirt. Ik greep de rok en de hoge hakken, mijn handtas en autosleuteltjes, sloot af en ging naar mijn VW. Als eerste zou ik naar Coral gaan. Misschien wist zij of Lovella nog in de stad was. Ik herinnerde me de flarden van het gesprek die ik had gehoord toen ik bij Billy en Coral voor luistervink speelde. Ik kon me niet meer precies herinneren wat ze hadden gezegd, maar ze hadden het over een vrouw gehad. Misschien had Coral de vrouw gezien die ik zocht. Toen ik het parkeerterrein bereikte, zag ik dat de camper gedimd verlicht was alsof iemand was uitgegaan en een lampje had laten branden om inbrekers om de tuin te leiden. Billy's Chevrolet stond in de carport. De motorkap was koud. Ik klopte op de deur. Na een ogenblik hoorde ik voetstappen die naar voren kwamen. 'Ja?' hoorde ik Billy's gesmoorde stem door de deur heen. 'Ik ben het, Kinsey,' zei ik. 'Is Coral thuis?' 'Nee, ze is aan het werk.' 'Kan ik even met je praten?' Hij scheen te aarzelen. 'Waarover?' 'Over vrijdagnacht. Het zal niet lang duren.' Er viel een stilte. 'Een ogenblikje. Ik moet me even in de kleren smijten.' Even later opende hij de deur en liet me binnen. Hij had een spijkerbroek aangetrokken. Behalve dat was hij blootvoets en naakt tot aan zijn middel. Zijn donkere haar was verward. Hij zag er niet naar uit dat hij de laatste tijd had getraind, maar zijn armen en borst waren stevig gespierd en bedekt met fijne, zwarte krulletjes. De kampeerwagen was een grote rotzooi - kranten, tijdschriften en etensborden voor twee bedekten de tafel. Het aanrecht stond vol met blikken, crackerdozen, zakken meel en volkorenmeel, nergens was een schoon plekje en er was geen stoel meer vrij. De lucht was vochtig en ik rook dat iemand net een sigaret had gerookt.
'Het spijt me dat ik je stoor,' zei ik. Hij zag eruit alsof hij door de mangel was gehaald en ik vroeg me af wie er in de slaapkamer was. 'Heb je bezoek?'
Hij keek naar het achterste gedeelte van de wagen, zijn kuiltjes werden zichtbaar. 'Nee, hoezo? Heb je interesse?' Ik glimlachte en schudde mijn hoofd. Tegelijkertijd zag ik in gedachten mezelf met Billy Polo verstrengeld onder de lakens die nog naar hem geurden, muskusachtig en warm. Zijn huid gaf een geur af die allerlei fantasieën in werking zette over alle mogelijke ondeugende dingen die we zouden doen als we de barrières zouden laten varen. Ik bleef neutraal kijken, maar mijn gezicht was warm en roze. 'Ik heb een paar vragen waarmee Coral me misschien zou kunnen helpen.'
'Ja, dat zei je al. Ze is in de Hub. Ze zal daar tot sluitingstijd zijn.' Ik legde de rok en de schoenen op de tv, daar dat de enige lege plek was die ik kon vinden. 'Weet jij of deze spullen van haar zijn?'
Hij keek ernaar, te voorzichtig om meteen toe te happen. 'Waar heb je die vandaan?'
'Van een vriend van een vriend. Ik dacht dat jij wist van wie ze waren.'
'Ik dacht dat je over vrijdagnacht wilde praten.' 'Dat doe ik ook. Ik heb een taxichauffeur gesproken die Daggett op vrijdagnacht bij de Hub heeft opgehaald en bij de laad- en losplaats heeft afgezet.' 'Nou en?'
'Hij had een blonde vrouw bij zich. De chauffeur nam hen beiden mee. Ik denk dat ze hem in de Hub heeft ontmoet en dus dacht ik dat Coral haar misschien heeft gezien.' Billy wist iets. Ik zag het aan zijn gezicht. Hij verwerkte de informatie en probeerde erachter te komen wat het betekende.
Ik werd ongeduldig. 'Verdomme, Billy, wees nou eens eerlijk!'
'Dat ben ik!'
'Nee, dat ben je niet. Je hebt vanaf het allereerste moment tegen me gelogen.'
'Dat heb ik niet,' zei hij verhit. 'Noem dan eens iets.' 'Doug Polokowski. Wat is jullie relatie? Broers?' Hij zweeg. Ik staarde hem aan en wachtte. 'Halfbroer,' zei hij kortaf. 'Ga verder.'
Mij ging zachter praten, kennelijk omdat hij in verlegenheid was gebracht. 'Mijn moeder en vader gingen uit elkaar, maar ze waren nog wel voor de wet getrouwd toen zij zwanger werd van iemand anders.. Ik was tien en ik vond het verschrikkelijk. Vanaf dat moment kwam ik op alle mogelijke manieren in moeilijkheden en de helft van de tijd zat ik in de jeugdgevangenis, wat me prima uitkwam. Tenslotte liet ze me tot... hoe noem je dat... verklaren.'
'Een losgeslagen minderjarige?'
'Ja, zoiets. Mij een zorg. Het kon me allemaal geen donder schelen. Wat mij betrof mocht ze ons laten barsten. Ze mocht nog veel meer kinderen krijgen. Als ze dan werkelijk geen greintje gevoel had, dan kon ze barsten. Zo dacht ik er toen over.'
'Dus jij en Doug waren niet zo best met elkaar?' 'Nee, beslist niet. Ik zag hem zo nu en dan als ik thuiskwam, maar we hebben nooit een band gehad.' 'En hoe zit het met je moeder?'
'We hebben het goed. We zijn er overheen gegroeid. En nadat Doug werd gedood, ging het nog beter tussen ons. Soms gaat dat zo.'
'Maar je moet toch hebben geweten dat Daggett verantwoordelijk was.'
'Natuurlijk wist ik dat. M'n moeder schreef me dat ze hem naar San Luis hadden gestuurd. Eerst dacht ik dat ik het hem betaald zou zetten. Voor haar dan, niet voor mezelf. Maar het liep anders. Hij was zo pathetisch. Weet je wat ik bedoel? Bah, op het laatst had ik bijna medelijden met hem. Ik verachtte hem omdat hij zo'n jammerende sukkel was, maar ik kon hem niet met rust laten. Ik moest hem pesten. Ik vond het heerlijk om hem ineen te zien krimpen, daarom ben ik misschien wel gek, maar nog geen moordenaar. Ik heb nog nooit iemand vermoord.' 'En Coral. Hoe was zij eronder?' 'Nou, dat moet je haar vragen.'
'Kan zij degene zijn geweest die vrijdagnacht bij Daggett was? Ik denk eerder dat het Lovella was, maar ik weet het niet zeker.'
'Waarom vraag je het aan mij? Ik was er niet bij.'
'Heeft Coral het er over gehad?'
'Ik wil er niet over praten,' zei hij geprikkeld.
'Kom nou. Je hebt donderdag met Daggett gesproken.
Heeft hij het over die vrouw gehad?'
'We hebben het niet over vrouwen gehad,' zei Billy. Hij begon met de vingers van zijn rechterhand te knippen wat een hol ploppend geluid maakte. Ik voelde me een soort terriër worden die een bot van gelooide huid, met twee knopen aan de uiteinden, vast heeft.
'Hij moet hebben geweten wie ze was,' zei ik. 'Ze is niet zomaar uit het niets verschenen. Ze heeft hem erin laten lopen. Ze wist precies wat ze deed. Het moet een grondig doordacht plan zijn geweest.'
Het ploppende geluid was opgehouden en Billy's stem werd weer krachtiger. 'Misschien stond ze in verbinding met die knapen die hun geld terug wilden hebben,' zei hij. Ik keek hem vol aandacht aan. Daar was ik zelf nog niet op gekomen, maar het klonk niet gek. 'Heb jij ze getipt?' 'Luister, schat, ik ben geen moordenaar en geen verklikker. Als Daggett het met iemand aan de stok had, dan was dat zijn zorg, vind je niet?'
'Wat is het punt dan? Ik begrijp niet wat je achterhoudt.' Hij zuchtte en kamde met zijn vingers door zijn haren. 'Laat het nou verder maar gaan, goed? Ik weet niks dus laat het maar rusten.'
'Kom, Billy, vertel me de rest,' beet ik hem toe. 'O, shit. Het was niet op donderdag,' barstte hij los. 'Ik ontmoette Daggett op dinsdagavond en toen vroeg hij me of ik hem wilde helpen.'
'Zodat hij zich kon verbergen voor die knapen uit San Luis,' zei ik voor de duidelijkheid.
'Inderdaad. Ze belden hem op maandagochtend en daarom kwam hij als de gesmeerde bliksem hier naar toe. Maandagavond hebben we door de telefoon met elkaar gesproken. Hij was dronken. Ik had geen zin om de deur uit te gaan. Ik was net thuisgekomen en ik was doodmoe en dus zei ik dat ik hem de volgende dag zou ontmoeten.' 'In de Hub?' 'Ja.'
'En dat deed je,' stelde ik vast.
'Inderdaad, we ontmoetten elkaar en hebben gepraat. Hij was al in paniek en ik heb het vuurtje nog eens lekker aangewakkerd, gewoon om hem te treiteren. Daar steekt toch geen kwaad in.'
'Waarom heb je hierover gelogen? Waarom heb je me dit niet meteen verteld?' Ik bracht hem in het nauw, maar ik vond het tijd om een beetje aan te dringen. Dat leek me niet zo goed. Ik wilde me er niet mee bemoeien. Donderdag klonk beter. Net of ik er niet zo op gebrand was om met hem te praten. Je weet wel, net of ik niet meteen op hem afrende. Ik kan het niet anders of beter onder woorden brengen.' maar voor mij was het iets te ongeloofwaardig. 'Goed,' zei ik, 'ik zal je maar geloven. Wat gebeurde er toen?'
'Meer valt er niet te vertellen. Dat was de laatste keer dat ik hem zag. Hij kwam vrijdagavond binnen en Coral kreeg hem in de gaten, dus belde ze mij, maar tegen de tijd dat ik arriveerde, was hij al vertrokken.'
'Met die vrouw?'
'Ja, klopt.'
'Dus Coral heeft haar gezien.'
'Zeker, maar ze wist niet wie ze was. Ze dacht dat het misschien zo'n hoertje was die achter hem aanzat. Het kind betaalde al zijn drankjes en Daggett sloeg ze achter elkaar achterover. Coral maakte zich zorgen. Niet dat het een van ons een barst kan schelen, maar je weet hoe het gaat. Je wilt niet dat zo'n kerel te grazen wordt genomen, ook al mag je hem niet zo.'
'Vooral als je hebt gehoord dat hij dertigduizend dollar bij zich heeft, is het niet?' vroeg ik.
'Het was niet dertigduizend. Je zei het zelf al. Het was vijfentwintig.' Billy voelde zich kennelijk slecht op zijn gemak nu hij alles had gezegd. 'Hoe dan ook, wat ben je nu van plan te gaan doen? Ik heb je nu echt alles verteld wat ik weet.'
'En Coral? Als jij hebt gelogen, heeft zij dat misschien ook gedaan.'
'Zoiets doet zij niet.'
'Wat had ze te zeggen toen jij daar aankwam?' Het leek of Billy's gezicht een lichte verandering onderging en ik dacht dat ik een goede vraag had gesteld. Ik wist alleen niet op wat voor manier. Ik kreeg een inval. 'Heeft Coral hen gevolgd?' 'Natuurlijk niet.' 'Wat zei ze dan?'
'Coral zag het niet zo scherp zitten,' zei hij ongemakkelijk. 'Wat deed ze dan? Ging ze naar huis?' 'Nee, niet echt. Ze voelde die verkoudheid opkomen en had een grieppil genomen. Ze voelde zich beroerd en ging achter in het kantoor op de bank liggen. De barkeeper dacht dat ze was weggegaan. Toen ik daar kwam, werd ik boos omdat ik haar niet kon vinden en Daggett ook niet. Ik wist niet wat er aan de hand was. Ik bleef een poosje rondhangen en toen ben ik hierheen gegaan omdat ik dacht dat ze thuis was. Maar dat was ze niet. Het was gewoon een misverstand. Ze was al die tijd in de Hub.'
'Hoe laat kwam ze thuis?'
'Dat weet ik niet. Laat. Drie uur. Ze moest wachten tot de eigenaar de zaak en de kas had afgesloten. Daarna kon ze een eind met hem meerijden, maar ze moest toch nog zes blokken in de regen lopen. Vanaf die avond is ze zo ziek als een hond.'
Ik staarde hem aan en knipperde met mijn ogen, terwijl mijn hersens draaiden en draaiden. Ik zag haar in gedachten met Daggett bij de laad- en losplaats en het paste prima in elkaar.
'Waarom kijk je me zo aan?' vroeg hij. 'Laat ik dit zeggen. Het is niet meer dan hardop denken,' zei ik. 'Het kan Coral zijn geweest, is het niet? De blonde vrouw die samen met hem de bar verliet? Daarover maak jij je al die tijd al zorgen.'
'Nee, hoor, niet echt,' zei hij. Zijn ogen keken me gefascineerd aan. Het stond hem niet aan dat ik zover was gekomen, maar hij had er kennelijk zelf ook aan gedacht.' 'Je hebt alleen haar woord over het feit dat die andere vrouw bestaat,' zei ik. 'De taxichauffeur heeft haar gezien.'
'Maar het kan Coral zijn geweest. Zij heeft misschien al die drankjes voor Daggett gekocht. Hij kende haar en vertrouwde haar vanwege jou. Ze kan een taxi hebben gebeld en met hem zijn vertrokken. Misschien dacht de barkeeper wel dat ze weg was omdat hij haar had zien vertrekken.' 'Lazer op,' fluisterde Billy.
Zijn gezicht zag rood en ik zag zijn spieren spannen. Ik was zo met mijn eigen gedachten bezig geweest dat ik er niet op had gelet wat voor uitwerking dat op hem had. Ik nam de rok en schoenen van de tv en hield hem in de gaten, terwijl ik naar de deur liep. Hij leunde voorover en opende hem met een ruk voor me. Ik stond nog maar nauwelijks op het trapje of de deur werd dichtgesmeten. Hij schoof het gordijn opzij en staarde me strijdlustig aan, waarna ik me omdraaide en naar de carport liep. Zodra het gordijn weer dichtviel, liep ik om de camper heen naar het raam waar ik hem al eens eerder door had bespied. De luiken waren dicht, maar de gordijnen erachter lieten een kier vrij die me genoeg inkijk bood.
Billy liet zich op de bank zakken en verborg zijn gezicht in zijn handen. Hij keek op. De vrouw die in de slaapkamer was geweest, kwam naar binnen en leunde tegen de muur terwijl ze een volgende sigaret aanstak. Ik kon een groot stuk van haar omvangrijke dij zien en de zoom van een kort nylon nachthemdje van een gele kleur. Als een drenkeling stak Billy zijn armen naar haar uit en trok haar naderbij, waarna hij zijn gezicht tussen haar borsten verborg. Lovella. Hij begon door de stof heen aan haar tepels te sabbelen, waardoor er vochtige plekjes ontstonden. Ze staarde op hem neer met de blik van een jonge moeder die haar kind in het openbaar laat drinken. Ze boog zich lui voorover en drukte haar sigaret uit op een etensbord waarna ze met haar vingers door zijn haren woelde. Hij greep haar knieën en legde haar op de grond waarna hij het ponnetje omhoog schoof tot aan haar middel. Omlaag, neer, en omlaag ging hij. Ik ging naar de Hub.