16 De kerstbrief
Ik zei er alles in wat ik wilde zeggen. Ik zei alles wat ik ooit tegen haar had willen zeggen. De kerstbrief was mijn manier om eindelijk mijn verleden los te laten en te accepteren dat ik nu volwassen was. 'Mama' was niet meer. Het enige wat me nu nog te doen stond was haar te laten weten hoe ik me voelde. Het had me lange tijd gekost om in mijn hoofd de juiste woorden te vinden om precies tot uitdrukking te brengen wat ik wilde zeggen, maar toen ik die woorden eenmaal had gevonden en ze op papier begon te zetten, vloeiden ze achter elkaar uit mijn pen. Toen ik ermee klaar was, voelde ik me als herboren. Er lag een heel nieuw leven voor me open.
Maar ik maakte één fout: ik wachtte er te lang mee.
Na tientallen velletjes papier en vele nachten voor de open haard had ik het eindelijk voor elkaar. Ik schreef de brief aan mama, de brief die me in staat zou stellen haar als een man de rug toe te keren. De brief was gedateerd 25 december 1991:
Roerva,
Na door het leven te zijn gestrompeld, met littekens die maar weinigen hebben gezien, ben ik het eindelijk gaan begrijpen. Ik begrijp nu wie je bent. Maar belangrijker: ik begrijp nu wie ik ben.
Mijn hele leven heb je me voorgehouden dat ik waardeloos was, ondermaats, gedwee en verfoeilijk. Op een bepaald moment wist ik dat je gelijk had. Ik werd precies zoals jij me hebt opgevoed.
Meer dan twintig jaar lang heb ik het merendeel van de tijd geprobeerd me te verstoppen en weg te lopen van het enige wat je me ooit hebt meegegeven: afschuwelijke herinneringen.
Je hebt me geleerd wat angst betekent.
Voor jouw informatie: als tiener was ik roekeloos, had zelfmoordneigingen en was aan drugs verslaafd. Het meeste van wat je de buren hebt verteld was waar. Ik was 'een kwaaie'. Maar nu niet meer.
Jij hebt me geleerd vrijwel alles voor iedereen verborgen te houden.
Nu heb ik niets meer te verbergen. Ik ben die ik ben.
In een van de weinige gesprekken die ik ooit met je had die iets voor me betekende, vertelde je me dat je je niets kunt herinneren '.
Het is niet te geloven dat je je niet herinnert hoezeer je me jarenlang hebt beschadigd en littekens hebt toegebracht.
Maar ik weet nu beter. Ik geloof dat je die emoties hebt begraven, dat je die afschuwelijke en angstaanjagende emoties zo diep hebt begraven dat je die herinneringen niet langer meer kunt ophalen.
Welnu — ik ga je iets geven: een geschenk dat alleen ik je kan geven.
Ik geef je een deel van mezelf. Het is het deel dat ik zo lang met me heb meegezeuld. Het is dat deel van mijn leven dat soms zo zwaar was dat ik het niet langer kon dragen.
Ik geef je de herinneringen die ik met me heb meegedragen, de herinneringen aan de angst en de pijn die jij kinderen hebt toegebracht, nota bene je eigen kinderen.
De littekens en de schade die jij hebt veroorzaakt zijn blijvend, en het heeft jaren van tranen en pijn gekost om ze zelfs maar enigszins te begrijpen. Vandaag - op kerstdag - kwam dat bij me op en ik begrijp het nu. Ik had vroeger medelijden met je, en ik heb je betreurd, maar nu niet meer.
Het is op zich al een wonder dat ik nog iets voor je kan voelen. Jij hebt me de betekenis van Stille tranen geleerd. Jij hebt me de betekenis van medelijden en schaamte geleerd. Al met al heb je me gedwongen me in die plek terug te vinden waar die herinneringen worden bewaard. Het kostte me meer inspanning dan wat ook.
De enige dingen van enige waarde die jij me ooit hebt meegegeven zijn ten eerste het verlangen en het vermogen om mezelf op papier uit te drukken, en ten tweede mijn leven. Buiten dat is er niets waarvoor ik je dankbaar kan zijn.
Vandaag ben ik vrij.
Vandaag laat ik je gaan.
Ik ben vrij van het schuldgevoel - van de angst en de schaamte.
Ook jij bent er in veel opzichten vrij van. Jij bezit de weelde buiten zinnen te zijn geraakt, letterlijk. Ik wilde maar dat ik kon afsluiten met te zeggen dat ik van je hou. Maar dat kan ik niet - dus dat doe ik niet.
Toch moet ik je bedanken.
Jij hebt me sterker gemaakt. Jij hebt me de kans gegeven om het leven te ervaren zoals maar weinigen op deze aarde dat hebben gedaan. Jij hebt me de kans gegeven gehard te worden in het vuur dat jij brandende hield. Het vuur van de angst en de pijn die kinderen, te klein om zichzelf te verdedigen, vrezen te ontdekken.
Ik ben sterker dan jij je kunt voorstellen.
Jij gaf me het verlangen om een beter mens te worden. Ik weet dat ik een betere ouder kan worden dan jij ooit hebt willen en kunnen zijn. Dat moet ik wel.
Ik heb me zo lang afgevraagd of ik ooit vader zou worden omdat ik bang was dat ik jouw ziekte in me droeg - maar nu weet ik dat jij het was, al die tijd, niet een ziekte. Die kwam pas later.
Bedankt dat je me het leven hebt geschonken.
Bedankt voor de kans om zelf te beslissen of het leven waard was om geleefd te worden, of niet.
Je zoon
Richard