13 John en Darlene

 

 

 

John en Darlene waren begin veertig en liefdevoller dan ik als drieëntwintigjarige kon bevatten. Ze hielden van het leven, ze hielden van elkaar en ze hielden van hun kinderen. Maar wat me het meest verblufte was dat ze van mij hielden: ze hielden écht van mij. John en Darlene koesterden me en leerden me alles wat alleen een echte vader en een moeder kunnen.

Uiteindelijk was het Darlene die door de dikke beschermlaag wist te prikken die ik om me heen had gelegd. Zij bezat iets dat ik nooit had gehad. Ze geloofde oprecht in zichzelf, haar man, haar kinderen, en God.

 

John en Darlene werkten hard om hun kinderen gelukkig en gezond te houden. Ik had oprecht het gevoel dat eentje meer (ik dus) weinig verschil voor hen uitmaakte. John maakte lange dagen, ook in het weekend, maar hij wist altijd tijd te vinden voor de kinderen en zelfs nog voor anderen.

Omdat ik vóór John nooit een vaderfiguur heb gehad, vind ik het moeilijk precies te definiëren wat dat inhoudt. Hij was sterk en toch zachtmoedig, vastberaden in zijn geloof, maar flexibel in zijn oordeel.

Ik heb maar een paar herinneringen aan het gezicht van mijn echte vader. Ik heb het grootste deel van mijn jonge leven zonder vader doorgebracht. Johns vaderlijke liefde voor zijn gezin was me zo vreemd dat het me moeite kostte om het te begrijpen. Hij deed erg zijn best me net als de andere kinderen te behandelen.

Maar inwendig was ik bang voor hem. Hij intimideerde me. Ik wilde per se zijn respect verdienen en hem niet teleurstellen. Ik weet dat me dat vaak niet lukte.

Ik hield van mijn echte vader - hij was mijn vader.

Maar John Nichols was mijn papa en zo hield ik van hem.

Een van de dingen die ik destijds verkeerd heb gedaan was dat ik dat John nooit heb gezegd. Zelfs niet tot op de dag van vandaag. Als ik niet zo boos was geweest om het opvallende verschil tussen mijn echte vader en mijn papa, had ik het hem misschien wel kunnen vertellen. Johns vermogen me leiding te geven en me bij mijn emotionele en spirituele groei te steunen was me zeer kostbaar.

Maar als er één persoon was die echt mijn redding heeft betekend, dan was het wel Darlene. Zij leerde me wat zelfrespect inhield, respect voor mijn lichaam en geest. Door haar doen en laten kwam wat zij me leerde altijd aan. Haar liefde voor haar kinderen en haar liefde voor het leven waren precies wat ik als jongeman nodig had. Ze bracht me in die paar korte jaren dat ik bij hen woonde veel en veel meer bij dan mijn eigen moeder ooit had gedaan.

Soms praatte ik met John en Darlene over wat mijn doelstellingen waren en over wat ik van mijn leven wilde maken.

 

Ik had met Ron bij een dealer van Ford vrachtwagens gewerkt. Een tijdlang genoot ik van het werk en van zijn aanwezigheid. Maar zoals altijd had ik een beter betalende baan nodig. De Ford Pinto die ik destijds bezat viel zo'n beetje uit elkaar en met mijn salaris kon ik me de auto eigenlijk niet permitteren. Ik vond een beter betaalde baan als bezorger van onderdelen bij een andere Ford-dealer.

Toen ik bij die dealer bevriend raakte met de andere jongens van mijn leeftijd, besefte ik al snel dat ik stevig in mijn schoenen zou moeten staan als ik vrij van drugs en drank wilde blijven. Na het werk gingen sommige jongens vaak een biertje drinken, en soms gingen we bowlen. De verleiding waaraan ik mezelf in hun aanwezigheid blootstelde was verschrikkelijk. Ik wist precies waarover ze het elke maandag hadden - een weekend van stoned zijn, drinken, en meiden oppikken. Enerzijds wilde ik met hen meedoen en mezelf suf roken, en anderzijds wilde ik er niets mee te maken hebben. Ik wilde maar dat ik kon zeggen dat de verleiding minder werd en dat ik die het hoofd wist te bieden, maar het enige wat gebeurde was dat ik weer begon te twijfelen.

 

Richmond bezat een aantal kerken waar de dienst alleen door vrijgezelle jongeren werd bijgewoond. Het was hun taak mensen van hetzelfde geloof en dezelfde instelling bij elkaar te krijgen om samen sterk te worden. Sommige lidmaten woonden maar heel af en toe de diensten of plechtigheden bij. Ik merkte dat ze zich soms prettig voelden bij hun geestverwanten, en soms ook niet. Ik begreep wel wat er in hen omging. Na een aantal weken raakte ik bevriend met een meisje dat ongeveer net zo'n leven had geleid als ik. Onder het praten wisselden we herinneringen uit aan het goede en het slechte van die roekeloze manier van leven.

Maar al mijn pogingen om clean te blijven bleken een verloren strijd.

Ron en Chris hadden op me ingepraat om met wat meisjes te gaan dansen, en omdat ik weer in mijn oude fouten dreigde te vervallen leek een danszaal me een goed idee en een veilige plek. Dus gaf ik toe.

Toen ik die avond de parkeerplaats op draaide, zag ik dat die vol stond, waardoor ik aan de achterkant moest parkeren. Achter de danszaal, maar een paar meter verderop, woonde een van de jongens met wie ik bij de dealer werkte. Toen ik de auto parkeerde riep hij me en nodigde hij me uit op een feestje dat hij samen met zijn broer en een paar meisjes bij hen thuis gaven.

Ik draaide me om, keek naar de danszaal en werd weer door dat oude gevoel van verwarring beslopen dat ik maar al te goed kende. De beslissing die ik die avond nam was een van de stomste van mijn leven.

Ik liep over het gazon van de zaal en de oprit het huis in, trok de deur achter me dicht en liet Ron en Chris staan die niet begrepen wat er met me aan de hand was.

Binnen een paar uur was ik dronken en zo stoned als een garnaal. Ik wilde echt beleefd blijven. Ze hoefden niet te weten dat ik hun drugs veel te simpel vond, kinderlijk eigenlijk. Zoals altijd weigerde mijn mond mijn hersens te gehoorzamen en begon ik er enorme stampij om te maken.

'Dit spul is belachelijk. Hebben jullie geen echte drugs?' zei ik.

Het kostte me ongeveer twee seconden om te merken dat ik mezelf niet meer in de hand had en druk bezig was mezelf voor schut te zetten.

Toen het ochtendlicht de slaapkamer binnendrong waar ik lag te slapen en ik besefte dat het meisje naast me een volslagen onbekende was, raakte ik in paniek. Ik wist waar ik was, maar verder herinnerde ik me niets.

Ik raapte mijn kleren bij elkaar maar kon mijn contactlenzen niet vinden. Ik wist dat ik ze nodig had om auto te rijden, maar ik moest hier zo snel mogelijk weg en thuis zien te komen.

De hele weg terug dacht ik onder het rijden na over wat ik John en Darlene zou vertellen. Ze zouden zich zorgen maken als ze wisten dat Ron en Chris hadden gezien dat ik de parkeerplaats op was gereden en dat ze me daarna niet meer hadden gezien.

Voordat ik de deurknop kon pakken deed Darlene de achterdeur al voor me open. Zodra ze me zag veranderde de trek van bezorgdheid op haar gezicht in een van teleurstelling. Ik zag eruit alsof ik een kater had, en dat was ook zo. Ik zag eruit alsof ik in mijn kleren had geslapen, en ik stonk naar rook en drank.

De enige persoon van wie ik altijd wilde dat ze tevreden over me zou zijn en wier vertrouwen in mij mijn grote houvast was, zag nu met eigen ogen waartoe ik - nog steeds - in staat was, en hoe gemakkelijk ik aan de verleiding toegaf. Ik moest een hele tijd met die teleurstelling en die schaamte leven. Ik bezwoer dat ik me nooit meer in zo'n situatie zou manoeuvreren. Ik had nu geleerd dat ik nog steeds niet in staat was de verleiding het hoofd te bieden.

Het duurde een aantal weken voordat Darlene weer als vanouds met me wilde praten. Haar teleurstelling was tastbaar, en dat begreep ik maar al te goed. Ik was verpletterd, ik schaamde me dood. En zij ook. Ik moest accepteren dat ik mijn beperkingen had, en dat niet alleen, ik zou er ook naar moeten leven. Voor het eerst van mijn leven maakte ik niet alleen de balans op van wie en wat ik wilde zijn, maar ook van wie en wat ik niet kon zijn.

De teleurstelling op Darlenes gezicht die ochtend zal ik nooit vergeten. Ik bezwoer dat ik daaraan zou denken als ik weer eens een reden nodig had om me om te draaien en de andere kant uit te lopen.