Inleiding
Om te begrijpen en op waarde te schatten wat dit boek voor mij betekent, moet ik de lezer enig inzicht geven in mijn leven voorafgaand aan mijn tienerjaren.
We woonden in Daly City, een stadje vlak buiten San Francisco, Californië, en waren zo op het oog een normaal gezin uit de middenklasse. Zoals bij de meeste gezinnen in de buurt het geval was, had op zijn minst een van de ouders een doorsnee baan. Mijn vader was daarop geen uitzondering.
Hij was brandweerman in San Francisco. Mam bleef thuis en zorgde voor de vijf jongens. Ogenschijnlijk was er niets bijzonders aan ons. We verschilden niet van de rest - tot het moment waarop het tot me doordrong, dat wat er met ons gebeurde totaal anders was dan wat de andere kinderen uit de buurt - uit het hele land, mag ik wel zeggen - meemaakten.
We leefden als een stel beesten; we vochten met elkaar en verscheurden elkaar wanneer ons dat zo uitkwam. Dat kon ook niet anders, want hoe walgelijk het ook klinkt, het was de enige manier om te overleven.
Ik geloof niet dat mijn broers en ik vonden dat wat er met ons gebeurde niet door de beugel kon. In ieder geval niet toen we nog klein waren. We wisten niet beter. Misschien wisten mijn oudere broers wél beter, misschien hadden ze het al aan den lijve ondervonden voordat ik op het toneel verscheen. Ik weet het niet. Ik kan alleen maar gissen naar wat er voor mijn geboorte plaatsvond.
Voor zover mijn herinneringen reiken, leidden we een totaal bizar leven. Binnenshuis, waar geen buitenstaanders konden komen, kende mams vermogen om haar kinderen te demoniseren en te controleren geen grenzen.
Uiteindelijk slaagde ze er altijd weer in de kinderen de stuipen op het lijf te jagen. Voor veel volwassenen is het traumatisch om de eigen sterfelijkheid te accepteren, maar wanneer een kind beseft dat het balanceert op het slappe koord tussen leven en dood, wordt de strijd om te overleven iets persoonlijks. Dan komt het neer op uithoudingsvermogen. Het is te vergelijken met een sporter die probeert tot het uiterste te gaan om te kijken waartoe hij in staat is, en vervolgens zijn grenzen nog een beetje meer verlegt. Wanneer een kind voortdurend tot het uiterste moet gaan om te overleven, is elke overwinning, hoe klein ook, van het grootste belang. Het geeft hem de kracht om door te gaan en nog meer te verduren.
Tegen de tijd dat ik vijftien was, had ik andere manieren ontdekt om te overleven: alcohol en drugs. Niet dat ik op school de enige tiener was die zich aan drank te buiten ging - dat deden de meeste kinderen die ik kende. En bijna alle kinderen met wie ik omging, gebruikten allerhande drugs. Niets bijzonders: marihuana, peppillen, xtc, cocaïne, en soms hallucinogene middelen.
Met alcohol was het anders. Eerst was het een kwestie van verlangen: een verlangen om dronken te worden. Later werd het een noodzaak om volslagen bezopen te worden. Terugkijkend weet ik nu hoe ik de vraag moet beantwoorden die de meeste kinderen mij stellen: Waarom ik de voorkeur aan sterke drank gaf terwijl de andere kinderen bijna allemaal de voorkeur gaven aan bier. Het had met mijn karakter te maken. Wat ik deed moest sterker, groter en gevaarlijker zijn dan wat ze om me heen deden, of het nu om drank ging of om drugs. Als tiener was ik verslaafd en gevaarlijk, En zo was ik als kind eigenlijk ook al geweest. In feite was het een eerbetoon aan mijn jeugd.
Ik begon te drinken toen ik vijftien was. Ik heb nooit van biergehouden; het gaf me een opgeblazen gevoel en ik kon het nooit snel naar binnen slaan. Bij de vaste bezoekjes die ik in opdracht van mijn moeder aan de slijterij bracht, waarbij ze me een briefje meegaf dat ze me een pakje sigaretten mochten meegeven, slaagde ik er meestal in met een paar pakjes en een fles whisky of wodka de winkel uit te gaan. En nee, op het briefje stond niet dat ik het recht had om te stelen - dat recht gaf ik mezelf. Een mezelf opgelegde autodestructie. Daaruit bestond mijn leven als jongvolwassene.
Toen ik zestien werd en ik één meter tachtig was en tachtig kilo woog besefte mijn moeder dat ze me niet langer kon mishanden. Het betekende echter wel een toename van de geestelijke en emotionele mishandeling, en dat heeft me in feite nog meer beschadigd dan al die keren dat ik bewusteloos werd geslagen, of dat ik niet mocht slapen.
Als tiener wenste ik vaak dat mijn moeder me weer op de hard-houten vloer zou laten zitten met de knokkels omlaag. De pijn van mijn eigen gewicht dat urenlang op mijn handen drukte was niet zo erg als het gevoel dat de ogen van alle buren op me gericht waren wanneer ik langs hun huizen liep in de wetenschap dat mijn moeder hen vermoedelijk talloze keren had vergast op wat ik als tiener allemaal voor slechts had uitgespookt. Meestal had ze het helemaal verkeerd wanneer ze aan een van de buren, of een onbekende die toevallig de telefoon aannam, vertelde om welke drug of sterke drank het ging. Ik had dan ook altijd het idee dat alle buren en zelfs de mensen die een paar straten verder woonden precies op de hoogte waren van mijn doen en laten. Ik schaamde me diep voor hun afkeurende blikken. Mama maakte er geen geheim van wie ze had gebeld en wanneer. Het enige dat verzweeg was het feit dat de buren haar uiteindelijk smeekten met die telefoontjes op te houden. Mama bracht mij er niet alleen mee in verlegenheid, maar ook zichzelf. Maar ze kende geen grenzen als het erom ging mij het gevoel te bezorgen dat ik niets menselijks meer had.
In het begin zette ik het altijd met één of een paar vriendjes op een drinken. Dat deden we dan in het bos achter een reeks appartementengebouwen aan het einde van de straat. Daar beleefden we veel 'eerste keren': de eerste kus, de eerste sigaret, de eerste trek van een joint en zelfs de eerste seksuele ervaring. Maar na de verhuizing naar Sandy City in Utah leerde ik wat eenzaamheid was. Ik kende er niemand, geen enkele jongen van mijn leeftijd rookte of was aan de drugs. Sandy City was, net als het grootste deel van Salt Lake, en trouwens van de hele staat, zeer religieus.
Het kostte me een aantal weken om een paar medeleerlingen te vinden die mijn soort leven leidden: een leven van heimelijk en overdadig drank- en drugsmisbruik. Maar op dat moment gaf ik er toch al de voorkeur aan om in mijn eentje te drinken. Ik had het hele plantsoen na sluitingstijd tot mijn beschikking en ik was veel vaker in het Mesapark om me ladderzat te drinken dan ik op Hillcrest Highschool doorbracht.
Mijn wereld was aan het veranderen, maar alles wat ik deed en iedereen die ik op mijn weg ontmoette, leek volslagen onbelangrijk en onpersoonlijk. Iedereen, behalve Darlene. Destijds was Darlene de enige die tot me door kon dringen. Ze was ook de enige die er een poging toe deed. Ze stelde me voor aan haar man, haar gezin en een paar buren, inclusief Judy Prince - allemaal mensen die nog niet door mams negatieve invloed waren besmet. Nóg niet, tenminste.
Terugkijkend weet ik dat haar vriendelijkheid, haar genegenheid en de spontane manier waarop ze mij accepteerde, mijn redding zijn geweest. Wat Darlene me toen gaf was meer dan ik ooit van iemand had durven verwachten. Wat zij me gaf koesterde ik meer dan wat dan ook.
Ze gaf me respect, en de kans om te praten.
Ze schonk me vriendschap.
Ze gaf me hoop.
Vanaf de dag dat ik Darlene leerde kennen, veranderde mijn hele leven - in positieve, maar ook in negatieve zin.
Nu maakte ik mee wat een echt gezin moest doen om het goed te laten functioneren. Ik raakte er totaal van in de war; mijn behoefte en buitensporige verlangen tot zelfvernietiging raakten in conflict met de liefde en het respect dat me zo vrijelijk werd gegeven.
Als tiener had ik heel wat fouten gemaakt en verkeerde beslissingen genomen die me voor de rest van mijn leven hadden kunnen schaden. Gelukkig hebben maar een paar van die fouten me tot in mijn volwassenheid achtervolgd. Ik had er heel wat slechter aan toe kunnen zijn. Ik weet ook dat er vandaag de dag tieners zijn die er veel beroerder aan toe zijn dan ooit mijn geval is geweest. 2e zijn in hoge mate destructief, beschaamd, gekwetst en zeer gevaarlijk.
En ik weet nu ook waarom.
Bepaalde dingen in het leven moet je zelf ervaren: je eerste liefde, de geboorte van je eerste kind, het verlies van een dierbare. Sommige lessen leer je van de ervaringen van anderen. Die lessen besparen je het leergeld en de pijn van eigen ervaringen en ze geven je ook inzicht.
Dat is de reden dat dit boek is uitgegeven: om u een idee te geven waartoe een tot het uiterste gedreven tiener in staat is, en hoe wanhopig hij of zij kan worden in de zoektocht naar liefde en naar zichzelf.
Ik heb een vreselijke jeugd doorstaan waarin ik onvoorstelbaar ben mishandeld. De weinige mensen die ervan op de hoogte waren, hebben geen vinger uitgestoken om me te helpen. Ze waren bang voor ons.
Ik was verward en beschadigd. Gedurende mijn tienerjaren was ik alleen maar gericht op zelfdestructie. Het werd een deel van me en bepaalde wie ik was en hoe ik over mezelf dacht.
Deze ervaring heeft me meer geholpen dan menigeen ooit zal kunnen begrijpen. Tot nu.