12 De Nichols Cavalerie
Het was een ongelooflijke kans om een echt gezin in hun dagelijkse doen en laten mee te maken. Niet veel jongens van tweeentwintig krijgen de kans in een gezin met kinderen van zes tot zestien jaar te leven, laat staan dat ze dat graag willen. Ik vond het heerlijk.
Ik ontdekte ook al snel dat het heel moeilijk was niet jaloers te worden. Tot nu toe had ik geen enkele reden gehad om ergens jaloers op te worden, of op iemand jaloers te zijn. Het was vreselijk te moeten accepteren dat ik ineens jaloers was op een knappe, populaire, vrolijke tiener die zeven jaar jonger was dan ik. Steve Nichols leerde me een heleboel over zelfvertrouwen, fierheid en humor. Ondanks het verschil in leeftijd genoten we van elkaars gezelschap. Hij hielp me niet alleen als vriend, hij hielp me ook als een broer- als een echte broer.
Steve was anders. Niet alleen was hij net als zijn zusje Wendy zelfverzekerd, hij was ook cool en beheerst. Hij was knap, bezat persoonlijkheid en had charisma. Hij had alles wat ik altijd had willen hebben; van mijn kant had ik hem niets te bieden.
Toen ik eenmaal mijn plekje in een huis vol drukke kinderen had gevonden, begon ik Steve steeds aardiger te vinden. Ik had alles wat ik maar wilde: de padvinderij, muziek, dansen, voetbal, popgroepen, school en uitgaan. De kinderen hadden zoveel te doen dat ze tijd te kort kwamen.
Steve gaf me altijd het gevoel de grote broer te zijn: het feit dat ik een rijbewijs had, maakte het voor een jongen van vijftien natuurlijk wel wat gemakkelijker om me aardig te vinden.
Het was Steve die me de liefde voor muziek bijbracht. Hij maakte me bekend met enkele popgroepen, die ik leuk begon te vinden. En voor het eerst werd ik me bewust van mijn uiterlijk, want voor Steve was zijn uiterlijk heel belangrijk - iets wat je van elke normale jongeman mag verwachten. Ik begon aandacht aan hygiëne te besteden, aan mijn haar, mijn taalgebruik, en natuurlijk aan mijn kleren.
Het was 1987, ik was tweeëntwintig, en dit was allemaal nieuw voor me. Al snel begon ik het beetje geld dat ik bij een restaurant verdiende aan langspeelplaten en broeken van parachutezijde uit te geven. Wanneer het maar kon, kocht ik iets voor Steve: hamburgers, platen, kaartjes voor een concert. Ik vond het heerlijk dingen met hem te ondernemen. In veel opzichten was hij mijn held. Ik kon dat nooit hardop tegen hem zeggen. Ik kon hem of wie dan ook niet laten merken hoe verlegen ik wel was.
Een van de eerste keren dat ik echt kwaad op Steve ben geweest, was vlak nadat ik heel wat overuren had gemaakt om de veelbegeerde kaartjes voor een concert van Depêche Mode te kunnen kopen. Het was een van de popgroepen die we allebei dolgraag wilden zien. Wekenlang vroegen we ons af of we naar het concert zouden kunnen, of we ooit de tachtig dollar bij elkaar zouden krijgen. Hij had er geen idee van dat ik van plan was hem mee te nemen en dat ik al overuren maakte om de kaartjes te kunnen betalen. Toen brak de dag aan dat ik ze had. We vonden het fantastisch dat we Depêche Mode konden gaan zien. We praatten de dagen daarop voornamelijk over hoe ze eruit zouden zien en wat hun openingsnummer zou zijn; aan slapen kwamen we nauwelijks toe.
De avond voor het concert had Steve iets uitgespookt. Ik weet niet meer precies wat, maar ik weet wel dat John en Darlene het volste recht hadden hem huisarrest op te leggen voor die stomme daad.
Daar zat ik dus, met twee kaarten voor een van de beste en grootste shows in Richmond, Virginia, en nu zou ik alleen moeten gaan. We hadden allebei wekenlang naar deze dag uitgekeken; ik was woest op hem. Ik kon niet geloven dat hij zo egoïstisch was geweest om vlak voor die grote gebeurtenis iets uit te spoken waarvoor hij zo gestraft kon worden.
Ik wilde er niet zonder hem naartoe. Ik had gemakkelijk een van de vrienden kunnen bellen die qua leeftijd veel dichter bij mezelf in de buurt lagen: Ron, Chris of Geoff. Chris en Geoff waren broers en al een paar jaar met Ron bevriend voordat ik hen leerde kennen. Meestal hingen ze samen wat rond of keken ze films.
Ron had ik al snel beter leren kennen. Hij vroeg me maar zelden naar mijn eigen familie. Hij wist dat ik als een zoon in het gezin van John en Darlene en de kinderen was opgenomen.
De Datsun 280Z sportwagen van hem en zijn vader was gewoon schitterend: die auto, knalgeel en met zoveel motorvermogen dat het bij de wet verboden had moeten worden, bezorgden Ron en mij meer lol dan we voor mogelijk hadden gehouden. Net als Ron wilde ik alleen een vriend - gewoon een vriend van mijn eigen leeftijd, iemand die niets van me wist, niets van wat ik had doorgemaakt. Het was niet moeilijk zijn terloopse vragen over mijn afkomst te ontwijken.
Al snel besefte ik dat Ron, Chris en Geoff nauwelijks met drugs en alcohol in contact waren gekomen of er ervaring mee hadden. De geringste verwijzing naar 'high' of 'dronken' worden werd opgevat als iets dat wel bestond, maar verder ging het niet.
Op vrijdagavond belde Ron vaak om te vragen wat ik deed of zou willen doen. Mijn steevaste antwoord werd als een vaste grap opgevat. Meestal zei ik gewoon: 'We zouden stoned kunnen worden,' of: 'We zouden naar de kroeg kunnen gaan.'
Ron deed het meestal lachend af, waarna hij met een realistischer voorstel kwam om de avond door te brengen. Hij had er geen idee van wat ik de afgelopen jaren had uitgespookt, en zo wilde ik het graag houden. Niemand mocht er iets van weten.
Ron of Chris zou dolgraag met mij naar het concert van Depêche Mode zijn gegaan, maar zonder Steve zou het niet hetzelfde zijn geweest. Ik deed dus het enige wat me overbleef: ik gaf de kaartjes aan een van Steves vrienden die net als de meeste mensen in de stad geen kaartjes had kunnen krijgen. Ik zei tegen hem dat Steve wilde dat hij ze kreeg: 'Steve kan zelf niet en toen dacht hij aan jou. Dus hier zijn ze. Veel plezier!'
In mijn hart vond ik het verschrikkelijk, maar toch gaf het me een fijn gevoel dat ik in Steve een fijne vriend en een broer had. Uiteindelijk bleef ik samen met hem thuis. Ik voelde me ellendig en was woedend op John en Darlene omdat ze hem huisarrest hadden gegeven, maar we maakten er het beste van en wisten het te overleven.
Steve had een vriendenkring van zijn eigen leeftijd, en maar een paar ervan waren jongens. Net als de meeste jongens van vijftien waren het de meisjes die hem interesseerden. Het was te merken dat Steve heel veel van zijn zussen hield en dat hij zonder vrees en voorkeur voor hen op zou komen. Maar ze waren wel zijn zussen; in zijn ogen waren ze geen échte meisjes. Ja, Steve had oog voor de meisjes.
Hij deed aan voetbal en hij was er erg goed in. Een keer probeerde ik de grote broer uit te hangen en te laten zien hoe lenig ik wel was. Maar ik kwam al snel tot de ontdekking dat hij veel beter dan ik kon hardlopen, schoppen en wegduiken - in feite was hij veruit mijn meerdere. Af en toe ging ik met John mee wanneer Steve moest spelen. John was heel trots op de aanleg en de sportiviteit van zijn zoon. Wat mij betrof: ik zou niet eens over een voetbal kunnen vallen. Eerst maakte het niet uit dat Steve zo sportief was, maar toen drong het tot me door dat Steve in heel veel dingen veel beter was dan ik.
Ik woonde nog geen jaar bij de familie Nichols toen Steve al zoveel vrienden - en vooral vriendinnen - had, dat ik me het vijfde wiel aan de wagen voelde. Het was zijn schuld niet dat ik jaloers werd op zijn populariteit. Ik voelde me niet op mijn plaats, en ik wist dat het leeftijdsverschil zwaar woog. De zaken liggen heel anders als jij de tiener bent en je broertje het jochie. Het is zelfs niet erg om een stomme tiener te zijn. Maar wanneer je tweeëntwintig bent en je jongere broer is de populaire tiener, dan valt het niet mee om de sukkel te zijn.
Steve deed z'n best het me naar de zin te maken, maar het werd steeds duidelijker dat hij zijn eigen speelruimte nodig had. Ik kon er niet over uit dat hij was wat ik jaren geleden had willen zijn. Opnieuw begon ik me af te vragen wat mijn plaats in het leven was. Ik moest onder ogen zien dat mijn tienertijd was vervlogen. Ik moest volwassen worden. Diep van binnen wist ik heus wel dat de tiener binnen in me, ook al had die zich nooit echt als tiener kunnen uitleven, inmiddels al volwassen was geworden, en dat ik me nu ook als volwassene moest gaan gedragen.
John en Darlene steunden me in mijn poging volwassen te worden en me als zodanig te gaan gedragen. Ze hielpen me te begrijpen dat ik, als ik me volwassen gedroeg, als een volwassene zou worden behandeld. Ik leerde onder andere hoe ik met mijn chequeboekje moest omgaan - een lesje dat ik vreselijk vond. Het duurde een hele tijd voordat ik begreep dat blanco cheques in het boekje niet automatisch inhielden dat er genoeg geld op mijn rekening stond om ze te dekken. Rekeningen betalen vond ik een rotklus; in mijn ogen was het pure geldverspilling. Met het beetje geld dat ik in het restaurant verdiende had ik heel wat leukere dingen kunnen doen.
Gelukkig merkte ik wel dat Steve nog steeds graag bij me was, ook al bracht ik meer tijd met jongens van mijn eigen leeftijd door. Hij was nog steeds het kleine broertje. Ik kwam tot de conclusie dat het nutteloos was om me er zorgen over te maken dat ik een eenling zou worden. Ik had vrienden van mijn eigen leeftijd, en bovendien had ik nog steeds een nauwe band met mijn nieuwe jongere broer Steve. Ik was nu langer dan een jaar vrij van drugs en genoot van de echte vriendschap met kerels die me mochten om wie ik was, en niet om mijn uitspattingen ten gevolge van de drugs en de drank. En het belangrijkste van alles was dat ik een gezin om me heen had.
Ik zag er een stuk beter uit; mijn huid had een gezonde kleur en ik zag er niet langer uit als een wandelend lijk. Ik kon gewoon ademhalen; ik rook lekker, ik zag er goed uit — en ik kreeg bijna een goed gevoel over mezelf.
Een van de weinige mensen die ooit mijn ziel hebben weten te raken, was Heather Nichols. Zij kon in haar jeugdige onschuld met me praten, maar tegelijkertijd had ze verlangens en gevoelens die identiek waren aan de mijne. In heel wat opzichten leken we op elkaar en er bleef ook in een groep jongelui altijd die band. We gaven duidelijk blijk van onze gevoelens, en toch viel het ons enorm zwaar aan te geven wat we echt voelden - behalve tegenover elkaar. In ons eigen hart en hoofd hadden we onze eigen problemen, dat wisten we.
Het was alsof we emotioneel elkaars gelijke waren. Het enige verschil was dat ik bijna drieëntwintig was en Heather nog tien moest worden.
Van al die kinderen met hun eigen persoonlijkheden die het gezin Nichols vormden, was Heather degene die ik het liefst wilde begrijpen. Ik genoot en leerde van haar vermogen zich uit te drukken. Zoals de meeste kinderen van negen wist ze vaak niet wat ze wilde of nodig had, maar ze was wel in staat zo open en eerlijk met me te praten dat ik wilde dat ik als negenjarige hetzelfde was geweest.
Ik geloof dat ik gedurende mijn paar jaren bij de familie Nichols altijd aan mezelf moest denken wanneer ik naar Heather keek. Ik voelde me verwant aan hoe zij zich van binnen voelde, ook al hadden de verwarring en de onbegrepen gevoelens bij haar een heel andere oorzaak dan vroeger bij mij. Ze had er natuurlijk geen flauw benul van hoe belangrijk het was gevoelens met een ander te delen. Ze deed het gewoon omdat ze nu eenmaal zo was. Het had mij jaren en jaren gekost om zover te komen, maar zij was nu al zover, ook al was ze nog geen tien.
Rond de tijd dat ik die problemen met Steve kreeg en dat ik me bewust werd dat ik volwassen diende te worden en mezelf moest leren te zijn, leerde Heather me iets dat de overstap van tiener naar volwassene betekenis gaf. Terwijl we over van alles praatten, van 'een stom jonger broertje' tot 'gemene oudere zussen', kwam ik tot het besef dat ze er geen flauw vermoeden van had hoe onschuldig haar wereldje wel was. Destijds wist ze dat absoluut niet. Ze was niet bang om 's avonds te gaan slapen, en niet bang om gekwetst te worden of tot in het belachelijke te worden vernederd. Ze kon geen spat begrijpen van de angst en de pijn die ik met me meedroeg; vaak betrapte ik mezelf erop dat ik zat te huilen als we aan het praten waren. Het raakte me zo diep dat een kind zo onschuldig kon zijn, kon denken dat de wereld rondom haar instortte terwijl ze in werkelijkheid zo vrij als een vogeltje was.
Haar grootste probleem was de normale rivaliteit tussen broers en zussen. Ik hield haar voor dat haar broer Steve en zus Wendy van haar hielden en er niet waren om haar dwars te zitten, maar dat ze nu eenmaal ouder waren. Omdat ze de middelste van de kinderen was kwam ze vaak in de verdrukking, maar ze wist niet hoe goed ze het wel had.
Heather had er geen moeite mee haar hart te luchten of haar gevoelens tegen me te uiten. Vaak zaten we samen op de achterveranda. Ze sprak dan tegen me zoals je tegen een oudere, al volwassen broer praat. Ik durfde haar niet te laten merken dat het in feite een zegen was dat ze soms bang kon zijn om 'in de menigte te verdwalen'. Dat was iets waarnaar ik juist altijd gesnakt had.
Heel vaak wilde ik haar gewoon even knuffelen en met haar mee huilen. Ik zou zo graag als een kind willen huilen, net als Heather. In veel opzichten benijdde ik haar de luxe haar hart te kunnen luchten. Ik herinnerde me de vele keren dat ik op haar leeftijd zo bang voor volwassenen was geweest dat ik voortdurend stotterde. Ik kon geen twee woorden achter elkaar zeggen terwijl zij hier met me kon zitten praten en haar gevoelens uiten en mij vragen haar te helpen uit te pluizen hoe ze nu eigenlijk in elkaar stak. In veel opzichten wilde ik dat ik Heather kon zijn en mijn jonge jaren gewoon over kon doen. Als zij haar zin had gekregen zouden we van plaats hebben geruild. Of nee, om eerlijk te zijn zou ik met haar van plaats hebben geruild.
Iedere keer dat ik met haar zat te praten begon ik mezelf een beetje beter te begrijpen. De gevoelens die ik als kind had gehad waren zo tegengesteld aan wat Heather doormaakte dat het een verschil van dag en nacht was. Van Steve en Wendy leerde ik dat het belangrijk was jezelf te zijn, maar door de ogen en het hart van Heather Nichols begon ik mijn jeugd te begrijpen.
Van Heather leerde ik hoe belangrijk het was om kind te kunnen zijn.
Wendy was degene die het gemakkelijkst te doorgronden en te begrijpen was. Ik kende haar al vanaf de tijd dat ze nog heel klein was, en inmiddels was ze zestien en een persoonlijkheid geworden. Ze had een goed gevoel voor wat goed en slecht was. Haar verlangen om zich in de muziek te verdiepen en uitstekende cijfers op school te halen maakten haar tot de knappe bol in de familie. Ze bezat een fierheid waarop ik alleen maar jaloers kon zijn.
Met Heidi van dertien was ook gemakkelijk te praten. Ze was net een beetje door die vervelende fase van voor de tienerjaren gekomen en nu pas echt een lastige puber geworden. Als ze wilde kon ze heel charmant zijn, en als het nodig was kon ze heel goed voor zichzelf opkomen.
De twee meisjes waren elkaars tegenpolen. Ze hadden elkaar nodig, en waren tegelijkertijd elkaars rivalen. Zo'n relatie had ik altijd met Scott willen hebben. Wij hadden onze specifieke problemen met elkaar, net als Wendy en Heidi. Maar die twee meiden gaven om elkaar zoals dat met zussen gaat. Heidi zou het nooit hardop toegeven, maar ze hadden elkaar nodig, als zussen en als vriendinnen.
Wendy deed je denken dat het doodsimpel was om het ene succes na het andere te boeken omdat het haar zo gemakkelijk af ging. Haar zelfvertrouwen en haar leergierigheid werden aangemoedigd door haar ouders en haar geloof in zichzelf. Ze was altijd met duizend-en-een dingen bezig en vond het heerlijk orde in de chaos te scheppen. Heidi daarentegen was dol op chaos.
Heidi was een actrice in de dop. Ik stond altijd versteld van haar vermogen om naar believen haar charme aan te wenden, of niet aan iets toe te willen geven, het maakte niet uit waarover het ging.
Ik had nooit eerder echt veel van iemand gehouden. Er waren mensen geweest met wie ik graag omging - en ja, ook mensen van wie ik hield. Maar nooit in de mate als van de tweeling Adam en Amy. Zij leerden me wat liefde tussen broer en zus echt betekende.
Ze waren net zo oud als ik was geweest toen mijn leven in een nachtmerrie was veranderd. Maar Adam en Amy waren mijlenver verwijderd van mijzelf toen ik zes was. Ik vond het heerlijk bij die twee in de buurt te zijn. Ik genoot van hun vrijmoedigheid en hun levenslust. Wanneer ik aan Adam dacht, dacht ik vaak aan mezelf op zijn leeftijd. Was ik in die tijd maar zo levenslustig geweest. Maar ik wilde niet dat iemand merkte hoe speciaal Adam voor me was. Wie niets van mijn achtergrond wist, zou het ook moeilijk hebben kunnen begrijpen. In Adam zag ik alles wat ik had willen zijn. In hem zag ik het jochie.
Toen ik bij de familie Nichols kwam wonen waren Adam en Amy vijf. Al snel vormden ze elke dag opnieuw voor mij het hoogtepunt. Ze waren lief en zorgeloos en ik was jaloers op hun kinderlijke onschuld en de innerlijke schoonheid die ze uitstraalden.
Ze waren ook mijn uitlaatklep. Elke keer dat ik medelijden met mezelf had of het gevoel dat ik niet zo snel als ik wilde vooruitgang boekte, bracht ik zoveel mogelijk tijd met die twee kinderen door. Zij leerden me hoe het mij op hun leeftijd had kunnen vergaan. Ik vond het prachtig te zien hoe ze steeds beter hun gevoelens onder woorden wisten te brengen; ze zaten lekker in hun vel, zoals dat met kinderen hoort. Ze kenden geen angst. Ze waren ontroerend en lief.
Door Adam en Amy begon ik me meer en meer op mijn gemak te voelen bij de gedachte ooit zelf vader te worden. Ik had veel nagedacht over eventuele kinderen van mezelf; ik wilde dolgraag dat mijn eigen kinderen net zoveel van me zouden houden als die twee deden. Ik was ervan overtuigd dat ik op een goede dag, wanneer ik mijn leven op de rails had, vader zou worden, en dat mijn kinderen dan net zo prachtig als Adam en Amy zouden zijn, van binnen en van buiten.
Net als van de rest van de familie Nichols leerde ik heel veel van dat tweetal. Ik leerde geduldig te zijn en van het leven te houden. (Een van de weinige teleurstellingen die met die periode verbonden is, was het feit dat ik hen niet zou zien opgroeien.)
Heimelijk worstelde ik met een aantal zwaarwegende vragen:
Zou ik ooit vader kunnen zijn?
Veronderstel eens dat wat mama ons had aangedaan ook in mij zat en dat ik dat niet onder controle zou kunnen houden?
Zou ik een vader worden die zijn kinderen mishandelde?
Met Adam en Amy in een tweelingwagen door de straat wandelend en hen met elkaar horen babbelen ook al begreep ik er de helft niet van, begon ik in te zien dat het vaderschap wel eens mijn droom kon zijn. Iets wat ik graag wilde, maar waarvan ik niet zeker wist of ik het ooit zou worden. Ik wist best dat iedereen vader kon worden. Het was een droom waarin naar me werd opgekeken zoals ik naar John opkeek, waarin er echt van me werd gehouden zoals ik van Darlene hield, en waarin ik werd gerespecteerd.
Adam en Amy hielpen me beseffen dat zelfs dromen
die ver buiten je bereik lijken waar kunnen worden - als je dat
maar echt wilt.