15 Loslaten... voor de zoveelste keer
Het kerstfeest was altijd een van mijn favoriete feestdagen geweest. De geluiden en de geuren van Kerstmis gaven me altijd weer het gevoel een klein kind te zijn. Vaak dacht ik in die dagen na over het jaar dat voorbij was gegaan. In mijn dagboek heb ik heel wat stukjes, gedichten en liedjes rondom die tijd geschreven - een tijd waarin ik vaak de kracht vond verder te gaan. Deze Kerstmis moest ik de moed zien op te brengen af te maken wat ik was begonnen, en een laatste deur te sluiten die nog steeds open stond. Ik moest mama laten weten hoe ik me voelde over wat zij me had aangedaan. Ik moest haar en mijn verleden voor eens en voor altijd achter me laten. Ik wilde haar iets van de schaamte en de gêne laten voelen die ik aldoor met me mee had gedragen. Ik wilde spijt op haar gezicht zien. Ik wilde dat ze zich er ellendig door zou voelen. Ik wilde haar zien huilen.
Ja, ik wilde wraak. Maar ook wilde ik haar vergeven.
Toen ik eenmaal op eigen benen stond en lekker in mijn vel zat, was ik in staat aan het proces van helen en vergeven te beginnen. Voor het helen was tijd en geduld nodig, voor het vergeven bewuste inspanning. Ik had mama in geen vier jaar meer gesproken. Het leek me nu tijd geworden om een plekje te vinden de strijdbijl ergens anders dan in elkaars hoofd te begraven.
Het was 1991. Bij het naderen van Thanksgiving bracht ik de meeste tijd door met het leiden van een nieuw restaurant in Colonial Heights in Virginia. Ik had een nieuw appartement, nieuwe kleren, nieuwe vrienden en een nieuw leven. Ik had geen familie om me heen, en ik was eraan gewend geraakt niet meer bij de familie Nichols te zijn. Sommige mensen die merken dat ze alleen zijn worden tijdens de feestdagen depressief. Ik had geen problemen met feestdagen; ik vond het nu niet meer moeilijk om alleen te zijn. Toen ik eenmaal de verhuizing van de familie Nichols naar Minnesota had verwerkt, had ik geen enkele reden meer medelijden met mezelf te hebben. Ik was in staat mezelf te onderhouden en ik voelde me goed. Het was een fijn gevoel om trots op mezelf te kunnen zijn.
Nu moest ik voor eens en voor altijd die laatste deur nog sluiten - mijn relatie met mama. Omdat ik haar zoveel jaren niet had gesproken was er geen sprake meer van het herstellen van een relatie. Ik wilde gewoon gemoedsrust.
Wanneer ik uit het restaurant thuiskwam ging ik graag bij de open haard zitten. De warmte en de geur van brandend hout werkten kalmerend. Het genot dat het me bezorgde was de moeite meer dan waard. Vaak kwam ik pas na sluitingstijd thuis, na twee uur 's nachts, en hield dan het vuur tot aan zonsopgang brandend. Meestal zat ik dan een beetje na te denken. Heel wat keren heb ik daar bij het vuur mijn wederwaardigheden in mijn dagboek opgetekend.
Na Thanksgiving en met de stormloop voor de kerst in volle gang werkte ik zoveel mogelijk. De tijd verstreek snel. Ik was begonnen de gebeurtenissen van het laatste jaar die in mijn hoofd waren blijven steken op te schrijven. En ik liep de dagboeken van de laatste paar jaar door en dacht na over de gevoelens en gedachten die ik daarin had neergepend.
Ik vond een schoenendoos vol oude foto's. Sommige hielpen me bij herinneringen aan al die gevoelens waarover ik had geschreven. Maar van heel veel kon ik me vrijwel niets herinneren, en die eindigden in de vlammen.
Sommige episodes die destijds veel voor me hadden betekend, was ik totaal vergeten. Die keer dat Steve Nichols me had geholpen van hun huis naar Rosegill Road in Richmond te verhuizen waar ik een huis had gehuurd, hoorde daar ook bij.
Steve was toen een jaar of zestien en had nog geen rijbewijs. We laadden een bank en een aantal dozen met lampen erop achter in een pick-up om die naar mijn nieuwe onderkomen te rijden. Toen Steve de pick-up de afrit af reed gleed de bank langzaam naar achteren en viel samen met alles wat we erop hadden gezet op de oprit. Er was niets kapot - alles was zelfs op zijn plaats gebleven.
De blik op Steves gezicht was onbetaalbaar: een combinatie van ontzetting en pret. Het leek net een scène uit een stomme film. We kregen pijn in onze zij van het lachen. Vervolgens laadden we alles weer in en gingen opnieuw op weg. Steve en ik hadden altijd lol. We vonden het prachtig om om dat soort stomme dingen te lachen.
In een van de dagboeken vond ik ook een heleboel verhalen over Steve en Wendy. Die door te lezen stond garant voor herinneringen aan gebeurtenissen die ik tot mijn grote vreugde had mogen meemaken, en sommige stukken riepen een glimlach op. Ik herinnerde me de keer dat Wendy had uitgekeken naar haar zestiende verjaardag. Ze had die met militaire precisie voorbereid. Voordat haar vrienden arriveerden trokken John, Darlene en ik ons terug om haar de benodigde ruimte en vrijheid te geven. Het was interessant gade te slaan hoe ze zich, op zoek naar onafhankelijkheid, geleidelijk aan van de afhankelijkheid van haar ouders begon los te maken. Het was leuk ook die tijd te mogen meemaken. Ik had nooit een feestje voor mijn zestiende verjaardag gehad - of voor mijn vijftiende, of mijn vierde, of voor welke verjaardag dan ook. Dat gebeurde pas toen ik bij de familie Nichols kwam wonen.
Terwijl ik bij de haard zat, betrapte ik me erop dat ik echt hardop zat te lachen. De warmte van het vuur en het prettige gevoel dat dit alles me gaf betekenden heel veel voor me. Ik haalde een deken uit de slaapkamer en zette nog een kop chocola. Ik kon er niet over uit dat ik zo enorm was veranderd. Ik herinnerde me de keren dat ik in het Mesapark in Sandy, Utah, had geslapen, zo stoned als een garnaal, koud, zo goed als dood, en diep beschaamd. Nu mocht ik mezelf.
De herinneringen die ik die avond ophaalde maakten me droevig maar ook blij.
Toen ik drieëntwintig was, was Heather Nichols tien. Ze gaf me een peperstrooier voor mijn verjaardag. Heather plaagde me altijd vanwege het feit dat ik zoveel peper op mijn eten deed. Ze maakte er een grapje over — volgens haar was het het leukste cadeautje dat ze iemand ooit had gegeven. Ze zou wel eens gelijk kunnen hebben.
John en Darlene hadden voor een taart en ijs gezorgd, en we gingen allemaal aan de eettafel zitten zodat ik mijn cadeautjes kon uitpakken. Het was een beetje vreemd om op die leeftijd op die manier je verjaardag te vieren. Maar het was een familiefeestje, en ik vond het prima. En voor zover ik me kan herinneren was het de eerste verjaardagstaart van mijn leven.
Eindelijk had ik gevonden waarnaar ik op zoek was geweest: een gezin dat alles met elkaar deed en om elkaar gaf, en ouders die op me pasten en me toestonden in mijn eigen tempo volwassen te worden. John, Darlene en de kinderen hielpen me op een wijze die ik nooit zou kunnen terugbetalen.
Hoe meer ik las van wat ik door de jaren heen had geschreven, hoe meer ik ervan overtuigd raakte dat mijn leven nu eindelijk in het gareel was gekomen. Het enige dat nog moest gebeuren om het af te ronden was mama laten weten hoe ik me voelde.
Ik besloot haar een brief te sturen waarin ik haar zou vertellen over mijn leven van de afgelopen jaren. Ik zou haar vertellen wat ik allemaal had bereikt en ook wat er mis was gegaan. Ik wilde haar laten zien dat ik mijn verleden achter me had gelaten en me er zo goed mogelijk mee had verzoend.
Het viel niet mee het op papier te zetten. Elke avond schreef ik een nieuwe kladbrief om die dan weer te verscheuren en in de vlammen te werpen. Het was heel iets anders om in mijn dagboek te schrijven - dat was privé, iets wat niemand anders ooit zou lezen. Dit was veel moeilijker omdat het door die ene persoon zou worden gelezen die ik totaal uit mijn geheugen wilde vagen.
Maar de brieven drukten nooit uit wat me werkelijk op het hart lag. Ik kon de woorden niet vinden om de woede en de teleurstellingen te beschrijven. Ik was vooral kwaad om het feit dat ze erin was geslaagd alles te vergeten. Dingen die ze had gedaan, net zo goed als dingen die ze niet had gedaan - het maakte niet uit, het bleef oneerlijk. Meer nog, het was niet minder dan een misdaad dat ze vrede met zichzelf had weten te vinden terwijl een paar van haar kinderen nog steeds met de naweeën van de mentale en emotionele bloedbaden worstelden die zij had aangericht. Het was niet eerlijk dat zij met haar leven verder had kunnen gaan, terwijl ik nog steeds kampte met alle bagage die ze me had nagelaten. Al die jaren dat ik zo'n drang tot zelfvernietiging had gehad en zo aan de drugs was geweest waren een direct gevolg van wat zij me had aangedaan, dat wist ik wel zeker.
Ik wilde al die gevoelens van schuld en schaamte die ik meer dan vijftien jaar had meegesleept over haar uitstorten - en dan de deur sluiten, weglopen en nooit meer omkijken. Ik verlangde er wanhopig naar alle schuld voor mijn tekortkomingen en mijn problemen op haar te werpen. En ik werd verteerd door behoefte de juiste woorden te vinden om dat te doen. In de ene na de andere kladbrief schreef ik over mijn angsten, mijn woede en mijn wrok, maar het lukte me niet om het naar volle tevredenheid op papier te zetten. Ik wilde met mijn woorden voor eens en voor altijd onbetwistbaar duidelijk maken dat zij in ieder geval gedeeltelijk schuld had aan mijn tekortkomingen, dat zij verantwoordelijk was voor alle problemen die ik door de jaren heen had gehad.
Vlak voor Kerstmis liep ik in het winkelcentrum van Colonial Heights naar de kinderen en hun ouders te kijken. De manier waarop ze met elkaar omgingen kwam precies overeen met hoe ik me de geest van de feestdagen altijd had voorgesteld. Gezinnen op zoek naar cadeautjes voor papa, mama, broers en zussen. Op de een of andere manier had ik verwacht dat alle ouders ongeveer net zo oud als mijn moeder zouden zijn, en dat terwijl ze al begin zestig was. Ik zag jongere ouders, ongeveer van mijn leeftijd, en de wisselwerking tussen hen en hun jonge kinderen. Ik dacht terug aan de blijdschap en de pret van winkelen van toen ik nog heel klein was.
Toen begon ik na te denken. Mijn eigen jeugd was afschuwelijk geweest, dat stond als een paal boven water. En mama had in de gevangenis terecht moeten komen - dat stond ook als een paal boven water. Maar toch had ik ook herinneringen aan betere tijden. En hier liepen mensen van mijn leeftijd met hun gezin die een normaal leven leidden. Misschien had ik de woede en de pijn zo diep en zo lang begraven dat ze me bleven kwellen, en dat ik daarom nooit echt volwassen zou worden. Als dat zo was, dan was het een duidelijk teken dat ik er nog niet aan toe was om echtgenoot en vader te worden, laat staan een echte papa zoals John. Was ik zo druk bezig met het najagen van de verloren spoken uit mijn jeugd dat ik nooit echt een stap vooruit zou kunnen doen?
Misschien was het toch niet helemaal haar schuld. Van mijn roekeloosheid, mijn neiging om me aan de waan van de drugs over te geven, kon ik haar toch niet helemaal de schuld geven.
Nu ik er nog eens goed over nadacht, kon ik haar misschien niet eens echt de schuld geven voor alles wat ik na een bepaald punt in mijn leven had uitgespookt. Goed, toen ik vijf was en zij vreselijk aan de drank was geweest, een bezeten vrouw die haar kinderen mishandelde, dat kon ik op haar conto schrijven. Maar toen ik zeventien was en in Hawaii woonde, duizenden kilometers bij haar vandaan - kon ik haar daar nu ook de schuld van geven?
Terwijl de mensenmenigte uit Sears en J.C. Penney stroomde en me in het winkelcentrum passeerde, begon ik me opnieuw af te vragen wanneer ik nu precies voor mezelf verantwoordelijk was geworden. En ik vroeg me af wat me van dat mishandelde jochie in die niet langer zo kleine tiener met zelfvernietigingsdrang had veranderd. Er moest iets zijn dat ik al die jaren over het hoofd had gezien.
Eenmaal thuis kon ik het niet uit mijn hoofd zetten.
Ben ik dan al die tijd zelf de schuldige geweest?
Heb ik dit echt mezelf aangedaan?
Wanneer was ik niet langer afhankelijk van mama?
Misschien is dat de sleutel, dacht ik.
Misschien was het moment waarop ik niet langer van haar afhankelijk was het moment waarop ik voor mezelf verantwoordelijk werd. Toen de emotionele en spirituele band tussen mijn moeder en mij - voor zover daar sprake van was geweest - was verbroken, was ik op mezelf komen te staan.
Wanneer ben ik die link over het hoofd gaan zien?
Wanneer had ik tegen mezelf gezegd: Zo is het genoeg!
Er moest iets zijn gebeurd waardoor ik mezelf had veranderd, of iemand mij had veranderd. Ik lag het me in bed nog steeds af te vragen - vermoedelijk tot ik in slaap viel.
De nieuwe dag gaf me het antwoord dat ik zocht. Ergens tijdens mijn slaap en ergens diep in mijn onderbewustzijn had ik me het moment herinnerd waarop die verandering had plaatsgevonden. De woorden bleven zich maar in mijn hoofd herhalen.
Als een hond, als een hond, als een hond.
Ik wist precies wat die herinnering betekende, en waar die vandaan kwam.
Vlak voordat ik David voor het laatst aan mama had verraden had ze me als een hond behandeld. Ze had me zelfs gedwongen de vloer te likken - net als een hond. Op dat moment was ik tot de conclusie gekomen dat ik niet langer een persoon was, en al helemaal niet haar zoon. Ik was van de rest van de familie en de maatschappij afgescheiden, en nu ook van mezelf. Vanaf dat moment was ik een dier geweest. Ze had me gebroken, en dat had ik beseft.
Op dat moment was ik veranderd. Op dat moment had mama me veranderd. Zij had haar zoon verloren, en ik mijn moeder. We waren voorgoed van elkaar gescheiden.
Toen die afschuwelijke en beladen herinnering bij me bovenkwam, besefte ik dat wat ik had willen weten, altijd al voorhanden was geweest.
Waarom heb ik het niet eerder ingezien?
Waarom heb ik het toen niet begrepen?
Nu begreep ik het wel, en nu kon ik ook die kerstbrief schrijven. De emoties en de herinneringen vloeiden als water uit mijn pen. Eindelijk was ik in staat mijn gedachten op een eerlijke, feitelijke manier tegen haar te uiten. Het kostte me vrijwel geen tijd op alles op te schrijven. Ik las het steeds weer na om zeker te weten dat het goed was.
Het was me gelukt. Ik had de pijn, de angst en de tranen van meer dan twintig jaar losgelaten, en nu voelde ik me bij de gedachte aan mama op mijn gemak. Ik wist nu wie ze destijds was geweest, ik wist tot wat ze was verworden, maar het maakte me niet meer uit. Ze had geen effect meer op me.
Het was voorbij, en ik was het die er een eind aan had gemaakt. Ik had de betere weg gekozen. Nu ik wist dat ikzelf de cruciale stap had gezet kon ik met opgeheven hoofd de wereld in de ogen kijken. Ik had mij met haar verzoend!
Ik was vrij. Eindelijk.