RECEPT

‘Ik denk dat ik vandaag maar eens ga koken.’

‘Kun je dat dan?’

‘Ik kook een hele goede aardappel en ook het ei heb ik onder de knie, maar nu wil ik verder. Ik dacht aan een prosciutto cotto con salsa al pesto en daarbij een risotto con funghi. Wacht, ik zal je het recept voorlezen. Vier plakken gekookte ham van een halve centimeter dik elk. Het luistert allemaal ontzettend nauw. Achttiende deciliter geklaarde boter.’

‘Geklaarde boter? Wat is dat?’

‘O, dat weetje niet. Dat valt lelijk tegen. Ik had zo gehoopt dat jij het wist. Wat weetje eigenlijk wel? Goed, we onthouden het even: geklaarde boter vraagteken. Ik ga door: een eetlepel gewarmde grappa, dat is een Italiaanse brandewijn van drui-vendroesem.’

‘Dat klinkt interessant. Heb je die in huis?’

‘Ik heb de hele ochtend boodschappen gedaan.’

‘Is het wel de goede grappa? Lijkt het je niet verstandig om hem even te proeven?’

‘Ja, daar zit iets in. Proost.’

‘Proost. Oei, koppig spul.’

‘Een eetlepel gewarmde droge witte vermouth.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Dat staat ook in het recept. ‘

‘Kunnen we ook beter even voorproeven. ‘

‘Opnieuw een goed idee. Maar eerst nog even een grappa om de mond schoon te branden. Proost. Zo, en nu de vermouth. We doen het maar niet in een lepel, dat is zo’n geknoei. Gewoon in een jampot. Proost. Nog eentje voor de zekerheid?’

‘Laten we er zo’n plak ham bij nemen van een halve centimeter dik elk. ‘

‘Meet jij even op, dan schenk ik nog een grappa in. Dat hebben we wel verdiend. Wat staat er verder in het recept? Een kop dikke room of crème fraîche. Tja, ik weet niet.’

‘Daar heb ik nou niet zoveel trek in. Wat nog meer?’

‘Een dessertlepel gehakte peterselie.’

‘Onzin. Bij de vermouth? Gaat helemaal niet samen. ‘

‘Even proberen. Het heeft wel iets frissigs. Toch misschien maar beter even naspoelen met grappa. Ben jij zover met de ham?’

‘Ja. Doe me toch maar even een slokje room. ‘

‘Dit zijn geen plakken van een halve centimeter. Ze zijn minstens twee centimeter.’

‘Wat geeft dat! Je moet gewoon je eigen fantasie gebruiken bij zo’n recept.’

‘Goed. Nu het recept voor de dinges con fun-ghi. Zestig gram gedroogde boleten. Vier eetlepels droge witte wijn.’

‘Kom op. Voorproeven die wijn. Altijd verstandiger.’

‘Proost.’

‘Proost.’

‘Een kop rondkorrel Italiaanse rijst, ongewassen.’

‘Hè bah.’

‘Smerig ja. Schenk er een wat lichte rode Italiaanse wijn bij, bijvoorbeeld een Nebbiolo d’Al-ba.’

‘Mijn idee.’

‘Maar eerst nog een grappa.’

‘Maak ik de Nebbiolo d’Alba vast open.’

‘Zie je wel dat het leuk is?’

‘Wah?’

‘Lekker koken voor jezelf.’