Verantwoording

 

In hoofdstuk 13 worden twee delen van gedichten geciteerd. Het eerste, met onder meer de regel ‘Zoals je zwijgt…’, is van Remco Campert, uit de bundel Een standbeeld opwinden. Het tweede – ‘Je gezicht boven het koude water…’ – is van Rutger Kopland, uit de bundel Alles op de fiets.

De anekdote in hoofdstuk 18 over de wandeling in het Peigerbos met de driejarige Marcello die moest plassen, is overgenomen uit een DoorU-Kronkel van Simon Carmiggelt in Het Parool.