HOOFDSTUK 20

Thorby merkte dat Leda in de tuin had laten dekken. Ze waren alleen en de vallende sneeuw veranderde de kunstmatige hemel in een ondoorzichtige koepel. Kaarsen, bloemen, drie violisten en Leda zelf vormden een bevallig tafereel, maar Thorby kon er niet van genieten, hoewel hij Leda erg aardig vond en de tuin het mooiste stuk van het huis Rudbek. De maaltijd was bijna afgelopen toen Leda zei: 'Een dollar voor je gedachten.' Thorby keek schuldbewust. 'Ach, niets.' 'Dan moet het wel een zorgelijk niets zijn.' 'Ach... ja.'

'Wil je het aan Leda vertellen?'

Thorby knipperde met zijn ogen. Weemsby's dochter was wel de laatste met wie hij kon praten. Zijn sombere stemming kwam voort uit twijfel over wat hij zou moeten doen als hij erachter kwam dat Rudbek verwikkeld was in de slavenhandel. 'Ik denk dat ik niet voor zakenman in de wieg ben gelegd.'

'En Pappa zegt juist dat je zo'n opmerkelijk talent voor cijfers hebt.'

Thorby snoof. 'Waarom laat hij dan niet -' Hij zweeg. 'Waarom laat hij wat dan niet?'

'Mm...' Wel verdomme, je moest toch met iemand kunnen praten... iemand die met je meevoelde -- of die je zo nodig uitschold. Zoals Pa. En Fritz. Ja, zoals Kolonel Brisby. Hij was omringd door mensen en toch was hij helemaal alleen -behalve dan dat Leda hem kennelijk wel een warm hart toedroeg. 'Leda, hoeveel van wat ik je vertel zeg je tegen je vader?'

Tot zijn verbazing bloosde ze. 'Waarom zeg je dat, Thor?' 'Nou, je bent nogal op hem gesteld, niet?' Plotseling stond ze op. 'Als je klaar bent met eten, laten we dan een eindje gaan wandelen.'

Thorby stond op. Ze slenterden over de paden, keken naar de vallende sneeuw en luisterden naar het zachte gefluister tegen de koepel. Ze leidde hem naar een plek een flink eind bij het huis vandaan achter een bosrand en ging daar op een steen zitten. 'Dit is een goeie plek - voor een persoonlijk gesprek.' 'Werkelijk?'

'Toen het afluisternet in de tuin werd aangelegd, heb ik ervoor gezorgd dat er een plek was waar ik me kon laten kussen zonder dat Pappa's afluisterapparatuur meeluisterde.'

Thorby staarde haar aan. 'Meen je dat?' 'Je beseft toch wel dat je bijna overal, behalve op de skihellingen, wordt afgeluisterd?'

'Dat wist ik niet. En ik kan niet zeggen dat ik het leuk vind.'

'Wie wel? Maar met een landgoed zo groot als Rudbek is dat een normale veiligheidsmaatregel; daar moet je Pappa niet kwaad op aankijken. Ik heb gewoon een paar kredits uitgegeven om me ervan te verzekeren dat de tuin niet zo goed beveiligd was als hij wel dacht. Dus als je iets te vertellen hebt waarvan je niet wilt dat Pappa het hoort, kun je dat nu doen. Hij komt het nooit te weten. Dat beloof ik je op mijn erewoord.'

Thorby aarzelde en onderzocht toen het stukje grond. Hij besloot dat als er ergens een microfoon verborgen zou zijn, die dan vermomd moest zijn als een bloem... wat mogelijk was. 'Misschien moet ik het toch maar voor de skihelling bewaren.'

'Je kunt gerust zijn, lieverd. Als je mij vertrouwt, kun je er ook op vertrouwen dat deze plek veilig is.' 'Nou, goed dan.' Hij spuide al zijn frustraties... zijn gevolgtrekking dat Oom Jack hem met opzet dwarszat omdat hij zijn potentiele macht niet aan hem wilde overdragen. Leda luisterde ernstig toe. 'Dat is alles. Nou -- ben ik gek?' Ze zei: 'Thor, weet je dat Pappa mij aan je opdringt?' 'Wat?'

Ik snap niet hoe je dat over het hoofd hebt kunnen zien. Tenzij je volkomen - maar dat ben je misschien ook wel.

Neem maar van mij aan dat het waar is. Het is een van die voor de hand liggende huwelijken, waar iedereen zo opgetogen over is... behalve misschien de twee mensen waar het om gaat.'

Thorby vergat zijn zorgen, in het licht van deze verbazingwekkende verklaring. 'Je bedoelt dat... nou ja, dat jij -' Zijn stem stierf weg.

'Lieve hemel, schat! Als ik van plan was geweest het door te zetten, zou ik je dit dan verteld hebben? O, ik geef toe dat ik heb beloofd erover te denken voor jij op Aarde arriveerde. Maar jij liep er nooit erg warm voor - en ik ben te trots om het onder die omstandigheden door te zetten, ook al zou het voortbestaan van Rudbek ervan afhangen. En wat is dat nou allemaal over Pappa die je de machtigingen niet wil laten zien die Martha en Creighton hem gaven?' 'Ze willen hem niet aan mij laten zien; ik wil niet tekenen tot ik hem heb gezien.' 'Maar als je hem hebt gezien, teken je dan?' 'Mm... misschien op den duur wel. Maar ik wil zien wat voor regeling mijn ouders hebben getroffen.' 'Ik zie niet in waarom Pappa niet aan een dergelijk redelijk verzoek tegemoet komt. Tenzij...' Ze fronste haar voorhoofd.

'Tenzij wat?'

'Hoe zit het met je aandelen? Heb je die al gekregen?' 'Wat voor aandelen?'

'Nou, je eigen aandelen. Je weet welke aandelen ik bezit. Die zijn me bij mijn geboorte geschonken, door Rudbek -jouw grootvader, bedoel ik. Mijn oom. Jij hebt er waarschijnlijk tweemaal zoveel gekregen, aangezien van jou werd verwacht dat je op zekere dag zelf Rudbek zou worden.' 'Ik heb geen aandelen.'

Ze knikte grimmig. 'Dat is een van de redenen waarom Pappa en de Rechter je die papieren niet willen laten zien. Onze persoonlijke aandelen zijn van niemand afhankelijk. Die zijn van ons en wij mogen daarmee doen wat we willen, aangezien we allebei meerderjarig zijn. Jouw ouders beheerden die uit jouw naam, net als Pappa nog steeds die van mij beheert - maar wie ze ook machtigden om jouw aandelen te beheren, het hoeft nu allemaal niet meer. Je kan met je vuist op tafel slaan en dan zullen ze over de brug moeten komen, of je neerschieten.' Ze dacht na. 'Niet dat ze zouden schieten, hoor. Thor, Pappa is eigenlijk best een goeie kerel.'

'Ik heb nooit beweerd van niet.'

'Ik hou niet van hem, maar ik ben erg op hem gesteld. Maar als het erop aankomt, ben ik een Rudbek en hij niet. Dat is eigenlijk erg gek, niet? Want wij Rudbeks zijn eigenlijk niks bijzonders, we zijn gewoon een stelletje slimme boeren. Maar ik heb ook iets dat me dwarszit. Herinner je je Joel de la Croix?'

'Is dat die jongen die me wilde spreken?' 'Inderdaad. Joel werkt hier niet meer.' 'Ik begrijp je niet.'

'Hij was een nieuwe ster aan het firmament van de afdeling werktuigkunde van Galactic Enterprises - wist je dat niet? Het kantoor zegt dat hij ontslag heeft genomen omdat hij een andere baan kreeg aangeboden; Joe zegt dat hij ontslagen is omdat hij hen gepasseerd heeft en rechtstreeks met jou is gaan praten.' Ze keek bedenkelijk. 'Ik wist niet wie ik moest geloven. Nu geloof ik Joe. Nou, Thor, laat je dat allemaal maar over je kant gaan? Of ga je bewijzen dat je Rudbek van Rudbek bent?'

Thorby kauwde op zijn onderlip. 'Ik zou eigenlijk liever teruggaan naar het Corps en de hele rotzooi vergeten. Ik vroeg me vroeger wel eens af hoe het zou zijn om rijk te zijn. Nou ben ik rijk en nou blijkt het allemaal doffe ellende te zijn.'

'En dan loop je dus maar weg?' Haar stem klonk enigszins minachtend.

'Dat zei ik toch niet. Ik blijf, om uit te vissen wat er eigenlijk aan de hand is. Ik weet alleen niet hoe ik dat moet aanpakken. Jij denkt dus dat ik bij Oom Jack op het bureau moet hengsten en mijn aandelen moet opeisen?' 'Ja... maar niet zonder advocaat.' 'Er zijn hier al te veel advocaten bij betrokken!' 'Daarom heb je er juist een nodig. Je zult een erge goeie nodig hebben als hij van Rechter Bruder moet winnen.' 'Hoe vind ik die?'

'Lieve hemel, ik heb nooit advocaten nodig. Maar daar kan ik wel achter komen. Laten we nu wat gaan wandelen en babbelen - voor het geval iemand teveel belangstelling gaat tonen.'

Thorby bestudeerde de hele morgen somber de bedrijfswetgeving. Vlak na het middageten zocht Leda hem op. 'Thor, heb je zin om met me te gaan skien? Het sneeuwt niet meer

en de ondergrond is fantastisch.' Ze keek hem gespannen aan. 'Ach -'

'Vooruit nou!'

Hij ging. Ze spraken niet tot ze een heel eind bij het huis vandaan waren. Toen zei Leda: 'De man die jij nodig hebt is James J. Garsch uit Nieuw Washington.' 'Ik dacht al dat je me daarom kwam opzoeken. Wil jij nog skien? Ik zou graag teruggaan om hem te bellen.' 'O, lieve help!' Ze schudde bedroefd haar hoofd. 'Thor, misschien moet ik toch nog wel met je trouwen om op je te passen. Jij gaat terug naar het huis en belt een advocaat die niets met Rudbek te maken heeft - een met een huizenhoge reputatie. Wat gebeurt er dan?' 'Nou, wat?'

'Waarschijnlijk zul je wakker worden op een stil plekje met een aantal gespierde verpleegsters om je heen. Ik heb de hele nacht wakker gelegen en ik ben ervan overtuigd dat het menens is. Dus moest ik een besluit nemen. Wat mij betreft mocht Pappa voor eeuwig de zaken blijven beheren... maar als hij smerige streken gaat uithalen sta ik aan jouw kant.' 'Dank je, Leda.'

'"Dank je", zegt hij. Thor, dit is voor Rudbek. En nu aan de slag. Je kan niet zomaar je hoed opzetten en naar Nieuw Washington gaan om een advocaat te raadplegen. Als ik Rechter Bruder goed ken, weet hij wel wat hij moet doen als je dat probeert. Maar je kan wel je bezittingen gaan bekijken... om te beginnen je huis in Nieuw Washington.' 'Dat is slim, Leda.'

'Ik ben zo slim, dat ik er zelf duizelig van word. Als je het helemaal goed wilt laten lijken, neem je mij mee - Pappa heeft me gezegd dat ik je moest rondleiden.' 'Natuurlijk, Leda. Als het je niet teveel moeite is.' 'Dan moet ik mezelf er maar toe dwingen. We kunnen echt wat dingen gaan bekijken, in ieder geval in Noord Amerika. Het enige waarover ik me nog zorgen maak is hoe we de lijfwachten kunnen kwijtraken.' 'Lijfwachten?'

'Niemand van de Rudbek-top reist zonder lijfwachten. Je zou overstroomd worden door allerlei verslaggevers en andere idioten.' 'Ik denk,' zei Thorby langzaam, 'dat je het in mijn geval mis

hebt. Ik heb een bezoek gebracht aan mijn grootouders. Toen waren er geen lijfwachten.'

'Hun specialiteit is dat ze nooit opvallen. Ik wil wedden dat er tenminste voortdurend twee aanwezig waren in het huis van je grootmoeder toen jij daar logeerde. Zie je die eenzame skier? Tien tegen een dat hij niet voor zijn plezier aan het skien is. We zullen dus een manier moeten vinden om ze kwijt te raken terwijl jij Advocaat Garsch opzoekt. Maak je maar geen zorgen, ik bedenk wel iets.'

Thorby vond de grote hoofdstad erg interessant, maar hij wilde toch liever zo gauw mogelijk naar de advocaat. Leda liet zich niet van haar stuk brengen. 'Eerst gaan we wat dingen bekijken. Dat is logisch.'

Het huis, eenvoudig vergeleken bij Rudbek - twintig kamers waarvan maar twee heel groot - was helemaal kant en klaar, alsof hij er gisteren nog had gewoond. Twee van de bedienden herkende hij, die had hij op Rudbek gezien. Er stond een grondwagen op hen te wachten met een chauffeur en een lakei in het uniform van Rudbek. De chauffeur scheen te weten waar ze heen wilden; ze reden rond in de halftropische winterzon en Leda wees hem de ambassades van de verschillende planeten en de consulaten. Toen ze langs de enorme toren reden van het hoofdkwartier van het Hegemonie Corps, liet Thorby de chauffeur langzaam rijden terwijl hij zijn ogen uitkeek. Leda zei: 'Dat is jouw alma mater, niet?' Toen fluisterde ze: 'Kijk maar goed. Het gebouw tegenover de hoofdingang moet je hebben.' Bij de kopie van het Lincoln Monument stapten ze uit. Ze liepen de trap op en voelden hetzelfde stille ontzag dat al miljoenen hadden gevoeld als ze naar die denkende reus keken. Thorby kreeg plotseling het gevoel dat het beeld op Pa leek - dat was wel niet zo - maar toch leek het op hem. De tranen sprongen hem in de ogen.

Leda fluisterde: 'Ik raak hier altijd weer van onder de indruk - het is net een spookkerk. Weet je wie hij was? Hij heeft Amerika gesticht. Geschiedenis is iets ontzagwekkends.'

'Hij deed meer.' 'Wat dan?'

'Hij heeft de slaven bevrijd.'

'O.' Ze keek hem ernstig aan. 'Dat betekent voor jou iets heel speciaals... nietwaar?'

'Iets heel speciaals.' Hij overwoog of hij Leda zou vertellen over de voornaamste reden dat hij de strijd voortzette, aangezien ze hier alleen waren en op deze plaats zouden ze zeker niet worden afgeluisterd. Maar hij kon het niet. Hij had het gevoel dat Pa het wel goed zou vinden - maar hij had het Kolonel Brisby beloofd.

Hij tuurde naar de inscripties op de muren, in letters en spelling van voor het Engels Zonnestelsel-engels werd. Leda trok hem aan zijn mouw en fluisterde: 'Kom mee. Ik kan hier nooit lang blijven anders ga ik huilen.' Ze liepen op hun tenen weg.

Leda besloot dat hij absoluut de show in de Melkweg moest zien. Dus stapten ze uit en gaf ze de chauffeur opdracht hen over drie uur en tien minuten weer op te halen. Toen betaalde Thorby een schandalige prijs voor een tweepersoons loge waar ze onmiddellijk plaats konden nemen. 'Zo!' zuchtte Leda toen ze naar binnen liepen. 'Dat is de helft. De lakei stapt bij de hoek uit, maar de chauffeur zijn we een tijdje kwijt; hier in de buurt is nergens een parkeerplaats. Maar de lakei zal ons op de hielen volgen als hij zijn baan niet wil kwijtraken. Hij zal nu wel een kaartje kopen. Of misschien is hij zelfs al binnen. Niet kijken.'

Ze liepen de roltrap op. 'We hebben nu een paar seconden; hij durft pas op te stappen als wij de bocht om zijn. Nou moet je goed luisteren. De mensen die nu op onze stoelen zitten, zullen meteen opstappen als wij de kaartjes laten zien - maar ik zal er een vasthouden, ik zal hem geld geven om te blijven. Laten we maar hopen dat het een man is omdat onze kindermeid over een paar minuten die loge in de gaten krijgt... seconden als hij beneden het nummer van onze loge heeft losgekregen. Jij loopt gewoon door. Als hij onze loge vindt, ziet hij me met een man. In het donker zal hij het gezicht van de man niet kunnen zien, maar mij herkent hij in ieder geval vanwege deze buitenissige, opgloeiende jurk die ik aanheb. Dan is hij dus gerustgesteld. Jij glipt een uitgang uit, als je maar niet door de hoofdingang gaat; daar zal de chauffeur wel staan te wachten. Probeer een paar minuten voor ze hier met de auto zullen zijn in de buitenste koffiekamer te zijn. Als je het niet haalt, huur dan een vliegtaxi en ga naar huis. Ik zal luidop klagen dat jij de show niet leuk vond en naar huis bent gegaan.' Thorby besloot dat het X Corps in Leda een goeie had gemist. 'Zullen ze niet doorgeven dat ze mijn spoor zijn kwijtgeraakt?'

'Ze zullen zo opgelucht zijn dat ze er zelfs niet aan zullen denken. We zijn er - Doorlopen. Tot ziens!' Thorby ging door een zijuitgang naar buiten, verdwaalde, liet zich door een agent de weg wijzen en vond eindelijk het gebouw tegenover het Corps Hoofdkwartier. Het register van het gebouw vertelde hem dat Garsch zijn kantoor op de 346 verdieping had. Een paar minuten later stond hij tegenover een receptioniste die van nature een afkeurende trek op haar gezicht had. 'Nee.' Ze vertelde hem ijzig dat de Advocaat alleen mensen wilde spreken die van te voren een afspraak hadden gemaakt. Wilde hij misschien een afspraak maken voor inlichtingen met een van de assistenten van de Advocaat? 'Uw naam, alstublieft!'

Thorby keek om zich heen, de kamer was vol mensen. Ze drukte een knop in. 'Zeg op!' snauwde ze. 'Ik heb het afzonderingsgordijn ingeschakeld.'

'Wilt u alstublieft tegen meneer Garsch zeggen dat Rudbek van Rudbek hem wil spreken?'

Thorby dacht eerst dat ze van plan was hem te vertellen dat hij haar niets op de mouw hoefde te spelden. Toen stond ze haastig op en liep weg.

Ze kwam terug en zei zachtjes: 'De Advocaat heeft vijf minuten voor u. Deze kant op, meneer.'

Het prive-kantoor van James J. Garsch contrasteerde hevig met het gebouw en het kantoor van zijn secretaresse en zelf zag hij eruit als een onopgemaakt bed. Hij droeg geen maillot, maar een broek en zijn buik hing over zijn riem. Hij had zich die ochtend niet geschoren en zijn grijzige baard paste precies bij het randje franje om zijn kale kruin. Hij bleef zitten. 'Rudbek?' 'Ja, meneer. De heer James J. Garsch?' 'Inderdaad. Mag ik je papieren zien? Ik geloof dat ik je gezicht in de kranten heb gezien, maar ik kan het me niet precies herinneren.'

Thorby gaf hem zijn identiteitsboekje. Garsch keek naar de openbare ID-kaart, en toen nauwkeuriger naar de moeilijker te vervalsen pas van de Verenigde Rudbek Ondernemingen.

Hij gaf het boekje terug. 'Ga zitten. Wat kan ik voor je doen?'

'Ik heb raad nodig... en hulp.'

'Dat is mijn handelswaar. Maar Bruder zit tot aan zijn strot toe vol met advocaten. Wat kan ik voor je doen?' 'Mm, is dit vertrouwelijk?'

'Onder vier ogen, jongen. Onder vier ogen. Zoiets vraag je niet aan een advocaat; hij is of eerlijk of niet. Ik zelf ben middelmatig eerlijk. Je loopt een zeker risico.' 'Nou ja... het is een lang verhaal.' 'Maak het dan kort. Jij praat. Ik luister.' 'Wilt u mij vertegenwoordigen?'

'Jij praat. Ik luister,' herhaalde Garsch. 'Misschien val ik wel in slaap. Ik voel me vandaag niet zo goed. Doe ik nooit.'

'Goed.' Thorby stak van wal. Garsch luisterde met gesloten ogen en zijn vingers ineengestrengeld over zijn bolle buik.

'Dat is alles,' besloot Thorby, 'behalve dan dat ik het graag allemaal voor elkaar zou zien zodat ik weer terug kan in het Corps.'

Voor het eerst keek Garsch geinteresseerd. 'Rudbek van Rudbek? In het Corps? Doe niet zo dwaas, jongen!' 'Maar ik ben eigenlijk niet echt "Rudbek van Rudbek". Ik ben een Corpslid dat hier door omstandigheden buiten mijn schuld in verzeild is geraakt.'

'Dat deel van je geschiedenis ken ik al; de sensatiepers heeft het gevreten. Maar we hebben allemaal omstandigheden buiten onze schuld. Het punt is dat een man zijn post niet in de steek kan laten. Niet als het zijn eigen post is.' 'Het is mijn eigen post niet,' antwoordde Thorby koppig. 'Laten we daarover niet redetwisten. Eerst moeten we je ouders dood laten verklaren. Dan vragen we hun testamenten en hun machtigingen op. Als ze toestanden gaan maken, vragen we een gerechtelijk bevel... en zelfs het machtige Rudbek buigt voor een eenvoudige dagvaarding op straffe van gijzeling wegens belediging van het hof.' Hij beet op een nagel. 'Kan wel een tijdje duren voor de testamenten geregeld zijn en jij bevoegd bent. Het hof kan jou als beheerder aanwijzen, of misschien bepaalt het testament dat, of het hof kan iemand anders aanwijzen. Maar als wat jij zegt waar is, zullen het die twee niet zijn. Zelfs een van Rechter Bruders omgekochte rechters zou dat niet durven; dat zou te grof zijn en hij weet dat hij dan geschorst wordt.'

'Maar wat kan ik doen als ze geen stappen willen ondernemen om mijn ouders dood te laten verklaren?' 'Wie heeft jou verteld dat je op hen moet wachten? Jij bent degene die er belang bij heeft; ze zullen waarschijnlijk ook niet als onpartijdig getuige-deskundige worden aanvaard. Als ik me de geruchten goed herinner, zijn ze gewoon werknemer en hebben ze elk maar een formeel aandeel. Jij bent degene die er direct belang bij heeft, dus jij onderneemt de stappen. Heb je nog andere verwanten? Neven of nichten in de eerste graad?'

'Geen neven of nichten in de eerste graad. Ik weet niet of er nog andere erfgenamen zijn. Mijn grootouders Bradley zijn er nog.'

'Wist niet dat die nog leefden. Zullen ze jou tegenwerken?'

Thorby wilde nee zeggen, en veranderde toen van gedachten. 'Ik weet het niet.'

'Dat zien we dan wel als het zover is. Andere erfgenamen... nou ja, daar kunnen we pas achterkomen als we de testamenten hebben gezien - en dat zal waarschijnlijk pas gebeuren als het hof hen daartoe dwingt. Heb je bezwaren tegen getuigenissen onder hypnose? Waarheidsserum? Leugendetectors?' 'Nee. Waarom?'

'Jij bent de enige getuige die kan vertellen dat ze dood zijn en niet gewoon maar lange tijd vermist.' 'Maar als iemand lang genoeg wordt vermist?' 'Dat hangt ervan af. Elk aantal jaren is voor het hof slechts een aanwijzing, er is geen wettelijke regel voor. Er was een tijd dat zeven jaar genoeg was - maar dat gaat niet langer op. Alles wordt nu wat ruimer genomen.' 'Hoe moeten we beginnen?'

'Heb je geld? Of hebben ze je daarin ook vastgezet? Ik ben duur. Gewoonlijk bereken ik elke ademtocht.' 'Nou, ik heb een miljoen... en nog een paar duizend. Ongeveer acht.'

'Hmm... ik heb nog niet gezegd dat ik deze zaak op me neem. Is het wel eens bij je opgekomen dat je leven misschien gevaar loopt?' 'Wat? Nee, nog nooit.'

'Jongen, mensen doen rare dingen voor geld, maar voor macht over geld doen ze nog veel gekker. Iedereen die in de buurt van een miljoen kredits zit loopt gevaar; het is net

zoiets als een ratelslang als huisdier houden. Als ik jou was en me niet lekker voelde, zou ik mijn eigen dokter uitkiezen. Ik zou erg voorzichtig zijn met door deuren lopen en ik zou nooit te dicht bij een raam gaan staan.' Hij dacht na. 'Rudbek is op het ogenblik geen goede verblijfplaats voor je; breng ze niet in verzoeking. Je zou hier trouwens helemaal niet moeten zijn. Ben je lid van de Diplomaten-club?'

'Nee, meneer.'

'Nu wel. De mensen zouden versteld staan als je dat niet was. Ik ben daar vaak om een uur of zes. Heb daar een soort geheime kamer. Twintig elf.' 'Twintig elf.'

'Ik heb nog steeds niet gezegd dat ik het zou doen. Heb je er enig idee van wat ik moet doen als we deze zaak verliezen?'

'He? Nee, meneer.'

'Wat was die plaats die jij noemde? Jubbulpore? Daar zou ik dan heen moeten.' Plotseling lachte hij. 'Maar ik zit al een tijdje op een goed gevecht te wachten. Rudbek, he? Bruder. Zei je daarnet een miljoen?'

Thorby haalde zijn chequeboekje tevoorschijn en gaf het aan hem. Garsch bladerde het door en schoof het in een la. 'We zullen dit nog niet te gelde maken; ze gaan vast en zeker al je opnames na. Bovendien zal het je veel meer gaan kosten. Tot ziens. Zeg over een paar dagen.' Thorby vertrok opgelucht. Hij had nog nooit zo'n inhalige, roofzuchtige oude man ontmoet - hij deed Thorby denken aan de oude, gehavende, vrijgemaakte ambachtslieden die rondstapten bij het Nieuwe Amfitheater. Toen hij buiten kwam zag hij het Hoofdkwartier van het Corps. Hij keek nog eens - en dook toen tussen het moordende verkeer door en rende de stoep op.