HOOFDSTUK 10
Thorby bleef geen hulp-hulpvuurregelaar. Jeri werd astrogatie leerling, Mata nam de leiding over van de stuurboord-computerkamer en Thorby werd officieel aangesteld als de nieuwe Stuurboord Hulp-Vuurregelaar, met leven en dood in zijn wijsvinger. Hij wist niet zeker of hij het leuk vond. Maar dat was snel afgelopen.
Losia is een 'veilige' planeet. De planeet wordt bewoond door beschaafde, niet-menselijke wezens, de haven is veilig voor landpiraterij. Toen ze eenmaal aan de grond stonden was het niet nodig wacht te lopen. De mannen konden het schip verlaten om zich te ontspannen en zelfs de vrouwen mochten naar buiten. (Sommige van de vrouwen aan boord waren nog nooit uit het schip geweest, behalve dan met de Verzamelingen van het Volk, sinds ze als meisje met de Sisu waren uitgewisseld.)
Losia was het 'eerste' vreemde land voor Thorby, want alleen van Jubbul had hij duidelijke herinneringen. Hij wilde het dus erg graag bekijken. Maar het werk ging voor. Toen hij aangesteld werd als vuurregelaar, werd hij overgeplaatst van de watercultuur afdeling naar de opengevallen plaats tussen de klerken van de Supercargo. Daarmee ging Thorby's status omhoog, handel werd hoger gewaardeerd dan huishouden. Theoretisch mocht hij nu de lading controleren, maar in werkelijkheid werd dat gedaan door een oudere klerk terwijl Thorby zich in het zweet werkte samen met jonge mannelijke familieleden van alle afdelingen. Laden was een zaak waar iedereen aan meewerkte, aangezien de Sisu nooit stuwadoors binnen haar poorten liet,
zelfs als dat betekende dat ze extra moesten betalen aan de vakbond.
De Losianen kenden geen invoerrechten; de kratten met vergabladeren werden buiten het schip rechtstreeks afgeleverd aan de koper. Ondanks de ventilatoren rook het in de ruimen naar hun pittige, verdovende geur en dat herinnerde Thorby aan de avond van maanden en lichtjaren geleden, toen hij als vluchteling die gevaar liep ingekort te worden, in een gat in een krat zat weggedoken terwijl een vriendelijke vreemdeling hem door een politiecordon van de Sargon smokkelde. Het leek onmogelijk. De Sisu was zijn thuis. Zelfs als hij dacht gebruikte hij de taal van de Familie. Plotseling besefte hij schuldig dat hij de laatste tijd niet erg vaak aan Pa had gedacht. Begon hij Pa te vergeten? Nee, nee! Nooit kon hij hem vergeten, niets van hem... Pa's stem, de verstrooide blik in zijn ogen als hij op het punt stond een afkeurende opmerking te maken, zijn krakende gewrichten op koude ochtenden, zijn onuitputtelijke geduld in alle dingen - in al die jaren was Pa nooit boos op hem geweest - ja toch, een keer. ' "Ik ben 'je meester niet!"'
Toen was Pa kwaad geweest. Thorby was er bang van geworden ; hij had het niet begrepen.
Nu, veel later en een heel eind weg, begreep Thorby het plotseling. Er was maar een ding dat Pa kwaad kon maken. Pa was zwaar beledigd geweest door de bewering dat Baslim de Kreupele meester was van een slaaf. Pa, die altijd volhield dat een wijs man nooit beledigd kon worden, aangezien de waarheid nooit beledigend was en onwaarheid de moeite niet waard was.
Toch was Pa beledigd door de waarheid, want Pa was wel degelijk zijn meester geweest. Pa had hem van het blok gekocht. Nee, dat was onzin! Hij was Pa's slaaf niet geweest, hij was Pa's zoon... Pa was nooit zijn meester, ook niet de keren dat hij hem een pak voor zijn broek had gegeven voor een stommiteit. Pa... was gewoon 'Pa'. Thorby wist toen dat het enige wat Pa werkelijk haatte, slavernij was.
Thorby wist niet precies waarom hij daar zo zeker van was, maar hij was er zeker van. Hij kon zich niet herinneren dat Pa ooit met zoveel woorden over slavernij had gesproken. Het enige dat Thorby zich herinnerde was dat Pa had gezegd dat een mens vrij moest zijn in zijn eigen geest.
'He!'
De Supercargo keek naar hem. 'Ja, meneer?' 'Ben je die krat aan het verplaatsen, of maak je er je bed in?'
Drie plaatselijke dagen later was Thorby net klaar met douchen en stond hij op het punt met Fritz aan wal te gaan toen de dekmeester zijn hoofd om de hoek van het waslokaal stak, hem zag en zei: 'De complimenten van de Kapitein, en of Klerk Thorby Baslim Krausa maar bij hem wil komen.'
'In orde, Dekmeester,' antwoordde Thorby en hij mompelde er binnensmonds nog iets achteraan. Hij trok haastig zijn kleren aan, stak zijn hoofd om de hoek van zijn hut om Fritz het slechte nieuws mee te delen en snelde naar de Hut van de Kapitein in de hoop dat de Dekmeester hem had verteld dat Thorby onder de douche had gestaan. De deur was open. Thorby wilde zich net formeel melden, toen de Kapitein opkeek. 'Hallo, Zoon. Kom binnen.' Thorby schakelde over van Schip naar Familie. 'Ja, Vader.'
'Ik ga dadelijk aan wal. Wil je mee?' 'Wat zegt u? Ik bedoel, ja, Vader! Graag!' 'Goed. Ik zie dat je klaar bent. Laten we gaan.' Hij stak zijn hand in een la en gaf Thorby een paar stukken gebogen metaaldraad. 'Hier heb je wat zakgeld, misschien wil je een souvenir kopen.'
Thorby bekeek het. 'Wat is dit spul waard, Vader?' 'Niets - als we eenmaal van Losia weg zijn. Als je wat overhoudt, geef het me dan terug zodat ik het kan inruilen voor krediet. 2e betalen ons uit in thorium en goederen.' 'Ja, maar hoe weet ik dan hoeveel ik moet betalen voor iets?'
'Geloof ze maar op hun woord. Ze bedriegen je niet en ze dingen niet af. Vreemde wezens. Heel anders dan Lotarf... als je op Lotarf een glas bier koopt zonder dat je er een uur voor moet pingelen, ben je een wondermens.' Thorby had het gevoel dat hij Lotarfi beter begreep dan Losianen. Een koop zonder een gepaste hoeveelheid onderhandelen had iets onbehoorlijks. Maar fraki hadden barbaarse gewoonten en daar moest je je bij aanpassen - de Sisu ging er prat op dat ze nooit moeilijkheden had met fraki. 'Kom mee. We kunnen onderweg wel praten.'
Terwijl ze omlaag werden gelaten keek Thorby naar het schip dat naast hen lag, de Vrijhandelaar El Nido van de Garcia-clan. 'Vader, gaan we hen opzoeken?' 'Nee, ik heb de eerste dag al een beleefdheidsbezoek gebracht.'
'Dat bedoelde ik niet. Krijgen we geen feestje?' 'O. Kapitein Garcia en ik zijn overeen gekomen de gastvrijheid dit keer maar over te slaan; hij wil graag zo snel mogelijk vertrekken. Maar er is geen reden waarom jij ze niet een bezoek zou brengen, als je werk dat toelaat.' Hij ging verder: 'Trouwens nauwelijks de moeite waard. Ze is net de Sisu, alleen wat ouderwetser.'
'Ik dacht dat ik misschien de computerkamers zou mogen bekijken.'
Ze waren op de grond en stapten uit. 'Ik denk niet dat ze dat toestaan. Ze zijn erg bijgelovig.' Toen ze uit de lift stapten kwam er een jonge Losiaan aanhollen die om hen heen draaide en aan hun benen rook. Kapitein Krausa liet zich door het kleine ding onderzoeken, zei toen vriendelijk: 'Dat is wel genoeg,' en duwde hem zachtjes weg. Zijn moeder floot hem terug, tilde hem op en gaf hem een klap voor zijn gat. Kapitein Krausa zwaaide naar haar en riep: 'Hallo, vriend.'
'Hallo, Handelsman,' antwoordde ze in schril en slissend Interlingua. Ze was ongeveer tweederde de lengte van Thorby, ze liep op vier benen en haar bovenste ledematen hield ze in de lucht - de kleine liep op zes poten. Ze waren allebei slank en mooi en ze hadden heldere ogen. Thorby vond ze leuk en het feit dat ze twee monden hadden - een om te eten en een om te ademen en te praten - deed daar weinig aan af.
Kapitein Krausa praatte verder. 'Dat was een mooi schot dat je op dat Losiaanse schip afvuurde.' Thorby bloosde. 'Wist u dat, Vader?'
'Wat zou ik voor een kapitein zijn als ik het niet wist? O, ik weet best wat jou dwarszit. Zet dat maar uit je hoofd. Als ik jou een doelwit geef, moet jij het vernietigen. Het is aan mij jouw apparatuur uit te schakelen als blijkt dat het een bevriend schip is. Als ik op de God-zij-dank knop druk, kun jij je computer niet laten schieten, zijn de bommen onttakeld, zijn de lanceerbuizen dicht en kan de Hoofdwerktuigkundige de Zelfmoord-Schakelaar niet overhalen. Dus zelfs als je me hoort roepen dat het alarm voorbij is - of
als je zo opgewonden bent dat je het niet hoort - maakt het niets uit. Schiet maar; het is een goede oefening.' 'O. Dat wist ik niet, Vader.'
'Heeft Jeri je dat niet verteld? Je hebt de schakelaar vast wel gezien; het is die grote rode knop onder mijn rechterhand.'
'Mm, ik ben nog nooit in de regelkamer geweest, Vader.'
'Wat? Dat moeten we dan gauw goed maken; misschien is hij op zekere dag wel van jou. Help me eraan herinneren... meteen als we irrationeel zijn.'
'Zal ik doen, Vader.' Thorby verheugde zich op het vooruitzicht de geheimzinnige schrijn te mogen betreden - hij wist zeker dat de helft van zijn familieleden er nog nooit was geweest - maar hij verbaasde zich over het commentaar. Kon een vroegere fraki kandidaat staan voor de commandopost? Een geadopteerde zoon kon volgens de wet de de zorgenstoel overnemen; soms hadden kapiteins zelf geen zoons. Maar een ex-fraki?
Kapitein Krausa zei: 'Ik heb niet zoveel aandacht aan je besteed als eigenlijk zou moeten, jongen... niet de aandacht die ik Baslims zoon zou moeten geven. Maar het is een grote familie en ik hou erg weinig tijd over. Behandelen ze je goed?'
'Nou en of, Vader.'
'Mmm... blij dat te horen. Het is - nou ja, je bent niet in het Volk geboren, zie je.'
'Ik weet het. Maar iedereen heeft me geweldig behandeld.'
'Goed. Ik heb rapporten over je gehad. Je schijnt erg snel te leren voor een - je leert erg snel.'
In zijn hoofd maakte Thorby wrang de zin af. De Kapitein ging verder: 'Ben je al in de Energiekamer geweest?' 'Nee, Vader. Alleen een keer in de oefenkamer.' 'Daar is het nu een uitstekende tijd voor, nu we op de grond staan. Nu is het veiliger en de gebeden en de reiniging duren niet zo lang.' Krausa zweeg even. 'Nee, we wachten tot je status duidelijk is - de Hoofdwerktuigkundige heeft er een paar maal op gezinspeeld dat je materiaal zou zijn voor zijn afdeling. Hij heeft het dwaze idee dat je toch nooit kinderen zal krijgen en hij zou een bezoekje kunnen opvatten als een gelegenheid je te strikken. Werktuigkundigen!'
Thorby begreep dat verhaal, zelfs het laatste woord. Werktuigkundigen werden beschouwd als lichtelijk getikte personen; men nam algemeen aan dat straling van de kunstmatige ster die de Sisu het leven schonk, hun hersenweefsel aantastte. En of dat nu waar was of niet, werktuigkundigen konden zich verregaande overtredingen van de etiquette permitteren - 'onschuldig vanwege ontoerekeningsvatbaarheid' was een onuitgesproken excuus voor hen als ze eenmaal herhaaldelijk waren blootgesteld aan de gevaren van hun vak. De Hoofdwerktuigkundige sprak zelfs Grootmoeder tegen.
Maar jonge werktuigkundigen mochten geen wacht lopen in de Energiekamer tot niet langer van hen werd verwacht dat ze nog kinderen zouden krijgen; zij verzorgden de hulpapparatuur en liepen oefenwachten in een namaak-energie-kamer. Het Volk was voorzichtig met gevaarlijke mutaties, omdat zij meer blootgesteld waren aan de gevaren van harde straling dan mensen die op een planeet wonen. Men zag nooit duidelijke mutaties onder hen; wat er met baby's gebeurde die misvormd werden geboren, was een geheim dat zo taboe was dat Thorby niet eens besefte dat het bestond; hij wist alleen dat energie-wachtlopers oude mannen waren.
Ook stelde hij geen belang in nageslacht; hij las gewoon in de opmerking van de Kapitein een aanduiding dat de Hoofdwerktuigkundige van mening was dat Thorby in korte tijd de verheven positie van energie-wachtloper kon bereiken. Die gedachte deed hem duizelen. De mannen die worstelden met de krankzinnige goden van de kernfysica kwamen in status vlak onder de astrogators... en in hun eigen ogen was hun status hoger. Hun mening was dichter bij de waarheid dan de officiele; zelfs een hulpkapitein die een poging deed de baas te spelen over een man die wacht liep in de energiekamer, liep de kans zijn verdere leven te slijten met het tellen van voorraden terwijl de werktuigkundige uitrustte in de ziekenboeg en dan gewoon weer deed waar hij zin in had. Was het mogelijk dat een ex-fraki tot dergelijke hoogten kon stijgen? Misschien ooit wel Hoofdwerktuigkundige worden en de Hoofdofficier ongestraft een brutale mond kunnen geven? 'Vader,' zei Thorby enthousiast, 'denkt de Hoofdwerktuigkundige dat ik de rituelen van de energiekamer kan leren?' 'Dat zei ik toch?'
'Ja, Vader. Mm... ik vraag me af waarom hij dat dacht.' 'Doe niet zo dwaas. Of ben je over bescheiden? Iedereen die de wiskunde voor de vuurregeling onder de knie kan krijgen, kan atoomwerktuigkundige worden. Maar hij kan ook astrogatie leren en dat is even belangrijk.' Werktuigkundigen staken nooit een hand uit naar de lading. Het enige werk dat ze in de haven deden was tritium en deuterium inladen, of andere taken die strikt onder hun eigen werkzaamheden vielen. Ze hielpen niet in het huishouden. Ze... 'Vader, ik denk dat ik het wel leuk zou vinden werktuigkundige te worden.'
'O ja? Nou, nu je zover bent, kun je het wel weer vergeten.' 'Maar -' 'Maar "wat"?' 'Niets, Vader. Goed Vader.'
Krausa zuchtte. 'Jongen, ik heb verplichtingen aan jou en die probeer ik zo goed mogelijk na te komen.' Krausa dacht na over wat hij de jongen kon vertellen. Moeder had hem erop gewezen dat als Baslim had gewild dat de jongen de boodschap kende die hij had overgebracht, Baslim die dan wel in Interlingua zou hebben gesteld. Maar aangezien de jongen nu de Familietaal kende had hij misschien zelf de boodschap al vertaald. Nee, het was waarschijnlijker dat hij hem was vergeten. 'Thorby, weet jij wie je familie is?' Thorby keek verbaasd op. 'Maar Vader, mijn familie is de Sisu.'
'Natuurlijk! Ik bedoel je familie van daarvoor.' 'Bedoelt u Pa? Baslim de Kreupele?'
'Nee, nee! Hij was je pleegvader, net als ik nu ben. Weet je in welke familie je geboren bent?'
Thorby zei toonloos: 'Ik geloof niet dat ik ooit familie heb gehad.'
Krausa besefte dat hij een oude wond had opengereten en zei haastig: 'Nou, jongen, je hoeft niet alles van je kamergenoten over te nemen. Als er geen fraki bestonden, met wie zouden wij dan moeten handelen? Hoe zou het Volk in leven kunnen blijven? Iemand die als Volk wordt geboren heeft geluk, maar als fraki geboren worden is niet iets om je over te schamen. Ieder atoom heeft zijn doel.' 'Ik schaam me niet!' 'Wind je niet op!' 'Neem me niet kwalijk, Vader. Ik schaam me niet voor m'n
voorvaderen. Ik weet alleen gewoon niet wie ze waren. Voor zover ik weet, waren ze misschien wel Volk.' Krausa keek verrast op. 'Dat zou best eens kunnen,' zei hij langzaam. De meeste slaven werden gekocht op planeten die door eerbare handelaren nooit werden bezocht, of ze werden geboren op de landgoederen van hun meesters... maar een tragisch deel van hen was Volk, gestolen door piraten. Deze jongen - Was er omstreeks die tijd een schip van het Volk zoekgeraakt? Hij vroeg zich af of hij bij de volgende Verzameling misschien Thorby's identiteit zou kunnen opgraven in de archieven van het Vlaggenschip. Maar zelfs dan bleven er nog mogelijkheden over; sommige hoofdofficieren waren wat slordig met het inzenden van geboortebewijzen, sommigen wachtten tot een Verzameling. Moeder vond de kosten van een lang w-ruimte-bericht nooit te hoog; zij wilde dat haar kinderen onmiddellijk geregistreerd werden - de Sisu was wat dat betrof nooit slordig.
Stel dat de jongen als Volk was geboren maar dat zijn aangifte de Commandeur nooit had bereikt? Wat vreselijk om zo je geboorterecht te verliezen!
Ineens kreeg hij een idee. Een vergissing kon op meer dan een manier worden goedgemaakt. Als er omtrent die tijd een Vrij Schip was zoekgeraakt - Hij kon zich niets herinneren.
En hij kon er ook niet over praten. Maar wat zou het geweldig zijn de jongen een afstamming te geven! Als hij het kon...
Hij veranderde van onderwerp. 'In zekere zin, jongen, was je altijd al van het Volk.' 'He? Wat bedoelt u Vader?'
'Jongen, Baslim de Kreupele was erelid van het Volk.' 'Wat? Hoezo, Vader? Van welk schip?' 'Van alle schepen. Hij werd verkozen op een Verzameling. Jongen, lange tijd geleden gebeurde er iets schandaligs. Baslim zorgde ervoor dat het in orde kwam. Ik heb genoeg gezegd. Vertel me eens, heb je al eens over trouwen gedacht?'
Trouwen was het laatste waar Thorby aan dacht; hij brandde van verlangen om meer te horen over wat Pa had gedaan om, ongelofelijk genoeg, een van het Volk te worden. Maar hij herkende de waarschuwing waarmee een meerdere een onderwerp dat taboe was afsloot.
'Eerlijk gezegd, nee, Vader.'
'Je Grootmoeder denkt dat je serieus op meisjes begint te letten.'
'Tja, Vader, Grootmoeder heeft het nooit mis... maar ik heb het nog niet gemerkt.'
'Een man is niet volledig zonder vrouw. Maar ik vind je nog niet oud genoeg. Maak plezier met alle meisjes en treur om geen een - en denk aan onze regels.' Krausa dacht eraan dat hij door Baslims opdracht verplicht was de Hegemonie om hulp te vragen bij het vinden van Thorby's herkomst. Het zou lastig zijn als Thorby trouwde voor de gelegenheid zich voordeed. Toch was de jongen flink gegroeid in de maanden dat hij in de Sisu was. Krausa's onrust werd nog vergroot door het ongemakkelijke gevoel dat zijn vage plan om voor Thorby een achtergrond te vinden (of te vervalsen), niet strookte met zijn onontkoombare verplichting aan Baslim.
Toen had hij een vrolijke gedachte. 'Ik zal je eens wat zeggen, jongen! Het is mogelijk dat het meisje voor jou niet bij ons aan boord is. Er zijn er tenslotte niet zoveel in de bakboord purdah - en een vrouw kiezen is een ernstige zaak. Zij kan ervoor zorgen dat je status omhoog gaat, maar ze kan je ook ruineren. Waarom doe je dus niet kalm aan? Op de Grote Verzameling zul je honderden huwbare meisjes ontmoeten. Als je er een naar je zin vindt en zij vindt jou ook aardig, zal ik er met je Grootmoeder over spreken en als zij het goedvindt, zullen we haar uitwisselen. En dan zullen we niet gierig zijn ook. Hoe lijkt je dat?'
Dat verplaatste het probleem veilig naar de toekomst. 'Dat klinkt geweldig, Vader.'
'Ik heb genoeg gezegd.' Krausa dacht opgelucht dat hij de archieven zou kunnen doorzoeken terwijl Thorby zich vermaakte met die 'honderden meisjes' -- en hij hoefde zijn verplichting aan Baslim niet te herzien tot dat was gebeurd. Misschien was de jongen een geboren lid van het Volk -- in feite maakten zijn duidelijke pluspunten het bijna ondenkbaar dat hij van fraki afkomst was. Als dat zo was, zouden Baslims wensen meer naar de geest dan naar de letter worden vervuld. En ondertussen - laat maar zitten! Ze waren aan het eind van de anderhalve kilometer naar de Losiaanse gemeenschap. Thorby staarde naar de slanke Losiaanse schepen en bedacht bezorgd dat hij had geprobeerd een van die prachtige dingen uit de ruimte te schieten. Toen herinnerde hij zich dat Vader had gezegd dat een vuurregelaar zich niet druk hoeft te maken over het doelwit dat hem wordt gegeven.
Toen ze in het stadsverkeer terecht kwamen, had hij geen tijd om zich zorgen te maken. Losianen gebruiken geen passagierswagens en ze houden ook niet van deftige vervoermiddelen als draagstoelen. Te voet bewegen ze zich tweemaal zo snel voort als een mens rent en als ze haast hebben binden ze een voertuig onder dat aan straalaandrijving doet denken. Vier en soms zes ledematen steken in een soort mouwen die eindigen in iets dat op schaatsen lijkt. Het lichaam is omgeven door een metalen geraamte dat ook een uitstulping heeft voor de krachtbron (Thorby kon zich niet voorstellen wat voor krachtbron dat zou zijn). In dit mechanische clownspak gestoken, worden ze stuk voor stuk een geleid projectiel. Ze laten hun snelheid zorgeloos oplopen, sproeien vonken, verspreiden oorverdovende geluiden, scheuren hoeken om op een manier die zich niets aantrekt van wrijving, inertie en zwaartekracht, steken kriskras de straten over en remmen altijd pas op het laatste moment. Voetgangers en snelheidsmaniakken bewegen zich democratisch door elkaar, zonder waarneembare gedragsregels. Kennelijk was er geen leeftijdsgrens voor rijbewijzen en de kleinste Losianen zijn eenvoudig nog roekelozer uitgaven van de volwassenen.
Thorby vroeg zich af of hij ooit weer levend de ruimte in zou gaan.
Telkens schoot er een Losiaan aan de verkeerde kant van de straat (er was geen rechterkant) op Thorby af, die dan vlak voor Thorby's tenen piepend tot stilstand kwam, opzij racete en hem de adem benam en zijn hart in zijn keel deed kloppen -- en dat allemaal zonder hem aan te raken. Thorby sprong iedere keer verschrikt opzij. Na een tiental ontsnappingen aan de dood probeerde hij zich net zo te gedragen als zijn pleegvader. Kapitein Krausa ploegde gestaag voort, kennelijk in de overtuiging dat de wilde chauffeurs hem zouden behandelen als een stilstaand obstakel. Thorby durfde nauwelijks op die opvatting te vertrouwen, maar het scheen te werken.
Thorby kon zich er geen idee van vormen hoe de stad in elkaar zat. Gemotoriseerd verkeer en voetgangers stroomden uit alle openingen, en het gebruikelijke verschil tussen
priveterrein en openbare straatweg scheen hier niet te bestaan. Eerst liepen ze door een gebied dat Thorby een plein noemde, toen gingen ze een helling op en liepen ze door een gebouw dat geen duidelijke begrenzing had - geen verticale wanden, geen echt dak - toen weer naar buiten en omlaag door een boog die langs een gat stond. Thorby was de weg kwijt.
Eenmaal dacht hij dat ze door een woonhuis liepen - ze banjerden dwars door een feestmaal heen. Maar de gasten trokken alleen hun benen in.
Krausa stond stil. 'We zijn er bijna. Jongen, we gaan een bezoek brengen aan de fraki die onze lading heeft gekocht. Deze ontmoeting heft de spanningen op die tussen ons zijn ontstaan vanwege het kopen en verkopen. Hij heeft mij beledigd door me geld aan te bieden en nu moeten we weer vrienden worden.' 'Krijgen we geen geld?'
'Wat zou je Grootmoeder zeggen? We hebben al geld ontvangen - maar nu geef ik hem de lading voor niks en dan geeft hij mij het thorium alleen maar omdat hij mijn blauwe ogen zo mooi vindt. Hun gebruiken staan iets zo lomp als kopen niet toe.'
'Drijven ze dan onderling geen handel?' 'Natuurlijk wel. Maar de theorie erachter is dat de ene fraki de ander alles geeft wat hij nodig heeft. Het is louter toeval dat de ander geld heeft dat hij de ander graag ten geschenke wil geven - en dat de twee giften gelijk in waarde zijn. Ze zijn slimme kooplieden, jongen. Hier verdienen we nooit een cent extra.'
'Waartoe dient dan al deze onzin?'
'Jongen, als je je druk gaat maken over waarom de fraki de dingen doen die ze doen, word je volslagen krankzinnig. Als je op hun planeet bent, doe je het op hun manier... dan doe je goede zaken. Luister nu even. We zullen nu een vriendschapsmaal houden... alleen kunnen zij dat niet, anders verliezen ze hun gezicht. Er zal dus een scherm tussen ons geplaatst worden. Jij moet aanwezig zijn omdat de zoon van de Losiaan er ook is - alleen is het een dochter. En de fraki die ik ga opzoeken is de moeder, niet de vader. Hun mannen leven in de purdah... denk ik. Maar je zult wel merken dat ik, als ik via de tolk spreek, de mannelijke aanspreektitels gebruik.' 'Waarom?'
'Omdat zij genoeg van onze gewoonten weten om te beseffen dat de mannelijke vorm het hoofd van het huishouden aanduidt. Het is erg logisch als je het uit de juiste hoek bekijkt.'
Thorby dacht na. Wie was het hoofd van de Familie? Vader? Of Grootmoeder? Als de Hoofdofficier een bevel ondertekende zette ze er altijd 'Op Bevel van de Kapitein' bij, maar dat was alleen maar om... nee. Maar toch -Thorby kreeg plotseling het gevoel dat de gewoonten van de Familie op bepaalde punten wel eens erg onlogisch konden zijn. Maar de Kapitein zei iets tegen hem. 'We eten niet echt samen; dat is ook maar net alsof. Je krijgt een groene, slijmerige drank aangeboden. Die breng je alleen naar je lippen; het zou je slokdarm uit je lijf branden. En verder -' Kapitein Krausa zweeg even terwijl een Losiaanse snelheidsmaniak het puntje van zijn neus ontweek. 'En verder moet je goed luisteren zodat je de volgende keer weet wat je moet doen. O ja! -- als ik heb gevraagd hoe oud de zoon van mijn gastheer is, zal er aan jou gevraagd worden hoe oud je bent. Dan moet je zeggen "veertig".' 'Waarom?'
'Omdat dat in hun jaarrekening een respectabele leeftijd is voor een zoon die zijn vader helpt.'
Ze kwamen bij hun bestemming en schenen zich nog steeds op een openbare plaats te bevinden. Maar ze hurkten neer tegenover twee Losianen terwijl een derde vlakbij hun zat. Het scherm tussen hun in was niet groter dan een zakdoek. Thorby kon er overheen kijken. Thorby probeerde te kijken, te luisteren en te leren, maar het verkeer liet hem geen moment rust. Het schoot om hen heen en tussen hen door met een vrolijk, hels kabaal.
Hun gastheer begon Kapitein Krausa ervan te beschuldigen dat hij hem had verleid tot een misdaad. De tolk was bijna niet te verstaan, maar hij was verrassend goed thuis in de schunnige termen van het Interlingua. Thorby kon zijn oren niet geloven en hij verwachtte dat Vader weg zou lopen of dat hij moeilijkheden zou maken. Maar Kapitein Krausa luisterde kalm en antwoordde toen op een waarlijk dichterlijke wijze -- hij beschuldigde de Losiaan van alle mogelijke misdaden, van ruzie zoeken tot spionage in de ruimte. Daarmee kwam de ontmoeting op een vriendelijk vlak. De Losiaan gaf hem het thorium dat hij al betaald had cadeau en bood hem toen zijn zoons aan en alles wat hij bezat.
Kapitein Krausa aanvaardde alles en gaf de Sisu weg met alles wat erin was.
Beide partijen gaven de giften gul weer terug. Ze kwamen tot een compromis; als symbool van hun vriendschap zouden ze allebei houden wat ze nu hadden. De Losiaan behield de vracht vergabladeren, de Handelaar de blokken thorium. Ze waren het er allebei over eens dat de giften waardeloos waren maar om gevoelsredenen toch waardevol. In een emotionele uitbarsting gaf de Losiaan zijn zoon weg en Krausa gaf hem (haar) Thorby cadeau. Daarna werden er een aantal vragen gesteld en ontdekte men dat ze allebei te jong waren om het nest te verlaten.
Dat dilemma losten ze op door de zonen namen te laten uitwisselen en Thorby was ineens de eigenaar van een naam die hij helemaal niet wilde en die hij zelfs niet kon uitspreken. Toen 'aten' ze.
Het afschuwelijke groene spul was niet alleen ongeschikt om te drinken, maar toen Thorby eraan rook, brandde hij zijn neus en hij stikte bijna. De Kapitein keek hem bestraffend aan.
Daarna gingen ze weg. Er werd geen afscheid genomen, ze liepen gewoon weg. Terwijl hij als een slaapwandelaar tussen het wilde verkeer door liep, zei Kapitein Krausa bedachtzaam: 'Aardige mensen, voor Fraki. Nooit proberen ze je het vel over de neus te halen en altijd volkomen eerlijk. Ik vraag me vaak af wat ze zouden doen als ik op een van die aanbiedingen zou ingaan. Ze zouden waarschijnlijk gewoon betalen.' 'Nee, toch!'
'Wees daar maar niet zo zeker van. Misschien ruil ik je wel voor die jonge Losiaan.' Thorby hield zijn mond.
Nu de zaken waren afgehandeld, hielp Kapitein Krausa Thorby met winkelen en rondkijken, wat voor Thorby een hele opluchting was, aangezien hij niet wist wat hij moest kopen en zelfs niet hoe hij naar huis terug moest. Zijn pleegvader nam hem mee naar een winkel waar ze Interlingua verstonden. Losianen vervaardigen allerlei zeer ingewikkelde dingetjes die Thorby geen van alle herkende. Op Krausa's aanraden koos Thorby een kleine, gepolijste kubus die, als je eraan schudde, telkens een ander Losiaans landschap vertoonde. Thorby bood de winkelier zijn betaalmiddelen aan; de Losiaan koos er een uit en gaf hem wisselgeld terug van een ketting van geld. Toen bood hij Thorby de winkel aan met alles wat erin was.
Via Krausa betreurde Thorby het dat hij niets had te bieden behalve zijn diensten voor de rest van zijn leven. Met beleefde beledigingen redden ze zich uit deze hachelijke situatie.
Thorby voelde zich opgelucht toen ze de ruimtehaven bereikten en hij de huiselijke, bekende vorm van de Sisu weer zag.
Toen hij zijn hut binnenliep zat Jeri daar met zijn handen achter zijn hoofd en zijn voeten omhoog op zijn bed. Hij keek op en lachte niet. 'Hallo, Jeri.' 'Dag, Thorby.' 'Ben je uit geweest?' 'Nee.'
'Ik wel. Moet je zien wat ik heb gekocht!' Thorby liet hem de toverkubus zien. 'Als je hem schudt krijg je telkens een ander plaatje.'
Jeri bekeek maar een tafereel en gaf de kubus weer terug. 'Erg leuk.'
'Jeri, waarom ben je zo somber? Heb je iets verkeerds gegeten?' 'Nee.' 'Wat dan?'
Jeri zette zijn voeten op de grond en keek Thorby aan. 'Ik ben weer terug in de computerkamer.' 'He?'
'O, ik verlies geen status hoor. Alleen voor de tijd dat ik iemand anders inwerk.'
Thorby werd koud van schrik. 'Bedoel je dat ik eruit getrapt ben?' 'Nee.'
'Wat bedoel je dan wel?' 'Mata is uitgewisseld.'