HOOFDSTUK 19
Thorby ontdekte dat het erg moeilijk was erachter te komen. Alles ging nog net als tevoren, maar toch was het niet hetzelfde. Hij had aldoor al een vaag vermoeden dat de hulp die hij kreeg bij het thuis raken in de zakenwereld, soms niet al te best was georganiseerd. Hij werd bedolven onder onbelangrijke cijfers, bloemrijke en duistere 'samenvattingen' en 'analyses' die niets analyseerden. Maar hij wist toen zo weinig dat er zelfs tijd voor nodig was om achterdochtig te worden.
En op de dag dat hij Rechter Bruder trotseerde, werd zijn vermoeden zekerheid. Dolores scheen even bereidwillig als altijd en de mensen renden nog steeds als hij iets vroeg, maar de overdadige stroom informatie kwam langzamerhand tot stilstand. Hij werd zoet gehouden met overtuigende verontschuldigingen, maar de dingen die hij wilde weten, kwam hij op een of andere manier nooit helemaal te weten. 'Er wordt een overzicht van gemaakt' of 'degene die daarmee belast is, is de stad uit' of 'dat zijn formulieren uit de archieven in de kluis en geen van de procuratiehouders is vandaag aanwezig'.
Rechter Bruder en Oom Jack waren nooit beschikbaar en hun assistenten weigerden altijd beleefd elke hulp. Ook slaagde hij er niet in Oom Jack op het landgoed te pakken te krijgen. Leda vertelde hem dat haar vader vaak op zakenreis moest.
In zijn eigen kantoor begon alles ook danig in het honderd te lopen. Ondanks de bibliotheek die Dolores had ingericht kon ze plotseling allerlei papieren die hij opzij had laten
leggen om ze nog eens in te zien, niet meer vinden. Eindelijk was zijn geduld op en schold hij haar uit. Ze liet het rustig over zich heengaan. 'Het spijt me, meneer. Ik doe mijn uiterste best.'
Thorby bood haar zijn verontschuldigingen aan. Hij herkende een langzaamaan actie als hij die zag; hij had vaak genoeg toezicht gehouden op stuwadoors. Maar dit arme wezen kon er ook niets aan doen; hij had de verkeerde persoon uitgescholden. Hij voegde er vriendelijk aan toe: 'Het spijt me werkelijk. Neem vandaag verder maar vrij.' 'O, meneer, dat kan ik niet doen.' 'Wie zegt dat? Ga naar huis.' 'Liever niet, meneer.'
'Nou... je moet het zelf weten. Maar ga dan wat rusten in de damesrustkamer of zoiets. Dat is een bevel. Morgen zie ik je wel weer.'
Ze keek bezorgd en verliet de kamer. Thorby zat achter zijn maagdelijke, kale, machteloze directeursbureau en dacht na.
Dat was precies wat hij nodig had: even alleen zijn zonder de stroom van feiten en cijfers. Hij begon alles wat hij tot nu toe in zich had opgenomen te verwerken. En na een tijdje maakte hij een opsomming van de gevolgtrekkingen. Punt i: Rechter Bruder en Oom Jack hadden hem doodverklaard omdat hij de formulieren niet wilde tekenen. Punt 2: Hij was dan wel Rudbek van Rudbek, maar Oom Jack zou de zaak blijven beheren tot Thorby's ouders wettelijk dood waren.
Punt 3: Rechter Bruder had hem ronduit gezegd dat daartoe geen stappen zouden worden ondernomen tot hij zijn incompetentie toegaf en die formulieren tekende. Punt 4: Hij wist niet wat zijn ouders hadden getekend. Hij had geprobeerd een confrontatie te forceren - en dat was hem niet gelukt.
Punt 5: Eigendom en beheer waren twee heel verschillende dingen. Oom Jack beheerde alles wat Thorby bezat. Oom Jack had in naam slechts een preferent aandeel om hem in staat te stellen de directievergaderingen voor te zitten. (Leda had een hele bos aandelen, want zij was een Rudbek en Oom Jack niet - maar Oom Jack beheerde waarschijnlijk haar aandelen ook. Leda stelde geen belang in zaken.) Conclusie: -Wat was de conclusie? Deed Oom Jack iets verkeerds dat
hij hem niet durfde laten ontdekken? Nou, daar zag het niet naar uit. Oom Jack had een salaris en uitkeringen die zo hoog waren dat alleen een vrek meer geld zou willen hebben om het hebben. De rekening van zijn ouders scheen in orde - er stond een enorme som op. Het miljoen dat Oom Jack hem had gegeven had daar nauwelijks een deukje in gemaakt. De enige andere bedragen die eraan waren onttrokken waren voor Grootvader en Grootmoeder Bradley, plus een paar bedragen voor andere familieleden of kosten van de landgoederen - niets belangrijks, nog een paar miljoen. Conclusie: Oom Jack was de baas, hield ervan om baas te zijn en was van plan zo mogelijk baas te blijven. 'Status'... Oom Jack had veel status en deed zijn uiterste best die te behouden. Thorby had eindelijk het gevoel dat hij hem begreep. Oom Jack deed al het overwerk waar hij zo over klaagde omdat hij het heerlijk vond de baas te spelen - net zoals kapiteins en hoofdofficieren zich over de kop werkten, hoewel elk lid van een Vrijhandelaars familie hetzelfde aandeel had. Oom Jack was 'hoofdofficier' en hij was niet van plan zijn hoge status af te staan aan iemand die nauwelijks een derde zo oud was als hij en die (laten we eerlijk zijn!) niet competent was voor het werk dat bij de status hoorde.
In dit ogenblik van inzicht had Thorby het gevoel dat hij die papieren moest tekenen ter wille van Oom Jack, die de baan had verdiend, terwijl Thorby hem gewoon maar geerfd had. Oom Jack moest wel een vreselijke teleurstelling te verwerken hebben gekregen toen hij zo plotseling was opgedoken; dat moest wel een uiterst oneerlijke streek van het lot hebben geleken.
Nou, hij kon het krijgen! Hij zou alles regelen en weer bij het Corps gaan.
Maar Thorby was niet bereid voor Rechter Bruder te buigen. Hij was gestuurd en gesteld - en zijn sterkste reflex was weerstand bieden aan een autoriteit die hij niet erkende; dat was hem met geweld ingeprent. Hij besefte het niet - hij wist alleen dat hij zou volhouden. Hij besloot dat Pa dat van hem zou willen.
Toen hij aan Pa dacht, schoot hem nog iets te binnen. Was Rudbek zelfs maar indirect verbonden met de slavenhandel? Nu besefte hij ook waarom Pa zou willen dat hij volhield - hij kon niet weglopen voor hij het wist... en ook niet voor hij er een eind aan had gemaakt als dat onvoorstelbare
feit werkelijkheid was. Maar hoe kon hij daarachter komen? Hij was Rudbek van Rudbek... maar ze hadden hem gebonden met duizend touwen, net als die vent uit dat verhaal dat Pa hem had verteld... 'Gulliver en zijn Ruimteschip', dat was het.
Eens even kijken, Pa had aan het X Corps doorgegeven dat er op een of andere manier verband bestond tussen een grote scheepswerf, de regering van de Sargon en de slavenhandelaren. Piraten hadden schepen nodig. Schepen... vorige week had hij een boek gelezen, de geschiedenis van alle schepen die Galactic Transport ooit had gebouwd, van nummer 0001 tot het allerlaatste. Hij liep naar zijn bibliotheek. Hmmm... het was een groot, rood boek, geen geluidsband. Verdomde ding was niet te vinden... zoals zoveel dingen de laatste tijd. Maar omdat hij zoveel belang stelde in schepen had hij het ding bijna uit zijn hoofd geleerd. Hij begon aantekeningen te maken.
De meeste schepen deden dienst binnen de Hegemonie, sommige voor Rudbek, andere voor andere firma's. Sommige van zijn schepen waren aan het Volk verkocht, een aangename gedachte. Maar sommige waren in handen gekomen van eigenaren die hij niet kon thuisbrengen... en toch dacht hij dat hij alle namen kende, in ieder geval die van alle firma's die legale interstellaire handel dreven in de Hegemonie - en een Vrijhandelaarsclan herkende hij natuurlijk vanzelfsprekend.
Maar achter zijn bureau zou hij nooit zekerheid krijgen, zelfs niet als hij het boek had gehad. Misschien was dat op Terra helemaal niet mogelijk... misschien zouden zelfs Rechter Bruder en Oom Jack het niet weten als er stront aan de knikker was.
Hij stond op en zette de Galactovue aan die hij had laten installeren. Alleen het bewoonde deel van het heelal was erop te zien - en zelfs dan was de schaal nog ontzettend klein.
Hij begon de knoppen te bedienen. Eerst liet hij de Negen Werelden groen oplichten. Toen voegde hij daar met geel de ratteholen aan toe die door het Volk werden gemeden. Hij liet de twee planeten waartussen hij en zijn ouders gevangen waren genomen oplichten en deed toen hetzelfde voor elk schip van het Volk dat werd vermist en waarvan hij begin- en eindpunt van de nooit voltooide sprong kende.
Het resultaat was een patroon van gekleurde lichtjes, die betrekkelijk dicht bij elkaar lagen als je de afstanden tussen de sterren in aanmerking nam en allemaal in dezelfde sector van het heelal als de Negen Werelden. Thorby keek ernaar en floot tussen zijn tanden. Pa wist wel waarover hij het had - toch zou het moeilijk zijn dit te ontdekken tenzij je het, zoals nu, voor je zag.
Hij dacht na over de transportlijnen en de brandstofstations die Galactic Transport in die sector onderhield... en voegde er toen met oranje de bankkantoren van de Galactische Accept Maatschappij in die 'omgeving' bij. Toen keek hij er lang en aandachtig naar. Het was geen onomstotelijk bewijs - maar welke andere zaak had een dergelijke hoeveelheid activiteiten in die sector? Hij was van plan dat uit te zoeken.