HOOFDSTUK 8

Thorby kon kiezen tussen twee dingen: zich rustig laten adopteren, of een heleboel kabaal maken en toch geadopteerd worden. Hij koos de eerste mogelijkheid en dat was verstandig, aangezien het onaangenaam was en meestal volkomen zinloos om de Hoofdofficier te weerstreven. Bovendien voelde hij zich weliswaar tamelijk ongelukkig dat hij zo spoedig na Pa's dood een hele nieuwe familie zou krijgen, maar hij begreep toch dat de verandering in zijn eigen voordeel was. Als fraki bezat hij de laagst mogelijke status. Een slaaf had tenminste nog gelijken.

Maar het belangrijkste was dat Pa hem had verteld dat hij moest doen wat Kapitein Krausa hem opdroeg. De adoptie vond dezelfde avond plaats in de eetzaal, tijdens de maaltijd. Thorby begreep maar weinig van wat er gebeurde en niets van wat er werd gezegd, aangezien de plechtigheid in de 'geheime' taal verliep, maar de Kapitein had hem ingelicht over wat hem te wachten stond. De hele scheepsbemanning was aanwezig, behalve degenen die op wacht stonden. Zelfs Doctor Mader was er, naast de hoofdingang; ze deed niet mee maar ze kon alles zien en horen.

De Hoofdofficier werd binnengedragen en iedereen kwam overeind. Ze werd op een ligstoel neergezet aan het hoofd van de officierstafel waar haar schoondochter, de vrouw van de Kapitein, haar verzorgde. Toen ze gemakkelijk lag, maakte ze een gebaar en iedereen ging zitten, de Kapitein rechts naast haar. Toen gaven meisjes van de bakboordhelft, die die dag corvee hadden, iedereen een kom dunne pap.

Niemand raakte zijn kom aan. De Hoofdofficier tikte met haar lepel op haar kom en sprak kort en nadrukkelijk. Na haar voerde haar zoon het woord. Thorby merkte verrast dat een deel van de rede van de Kapitein bestond uit de woorden van de boodschap die Thorby aan hem had overgebracht; hij herkende de opeenvolging van klanken.

De Hoofdwerktuigkundige, een man die ouder was dan Krausa, antwoordde en daarna voerden nog een aantal andere mensen, zowel mannen als vrouwen het woord. De Hoofdofficier stelde een vraag en kreeg in koor antwoord -een eenstemmig ja. De oude vrouw vroeg niet of iemand het niet met haar eens was.

Thorby probeerde juist de aandacht te trekken van Doctor Mader toen de Kapitein hem in Interlingua riep. Thorby was apart neergezet op een krukje en hij voelde zich wat achterdochtig, vooral omdat iedereen die toevallig naar hem keek nogal onvriendelijk keek. 'Kom hier!'

Thorby keek op en zag dat de Kapitein en zijn moeder naar hem keken. Ze keek geirriteerd, of misschien was dat wel haar gewone gezicht. Thorby haastte zich erheen. Ze doopte haar lepel in zijn kom en likte er een beetje aan. Met het gevoel alsof hij iets deed dat helemaal verkeerd was, deed hij wat hem was opgedragen; hij doopte zijn lepel in haar kom en nam een klein hapje. Ze strekte haar armen uit, trok zijn hoofd omlaag en gaf hem met haar verdorde lippen een zoen op allebei zijn wangen. Met kippenvel op zijn rug beantwoordde hij de symbolische liefkozing.

Kapitein Krausa at uit Thorby's kom; hij at uit die van de Kapitein. Toen nam Krausa een mes, hield de punt tussen duim en wijsvinger en fluisterde in Interlingua: 'Denk erom dat je niet schreeuwt.' Hij gaf Thorby een snee in zijn bovenarm.

Thorby bedacht minachtend dat Baslim hem had geleerd tienmaal zoveel pijn te verdragen. Maar het bloed stroomde eruit. Krausa leidde hem naar een plek waar iedereen hem kon zien, zei iets hardop en hield zijn arm zo dat er een plasje bloed op het dek liep. De Kapitein zette zijn voet erin, wreef het in het dek en zei weer iets hardop - en toen werd er gejuicht. Krausa zei in Interlingua tegen Thorby: 'Jouw bloed is nu in het staal; ons staal is in jouw bloed.'

Thorby had zijn hele leven met simpathetische magie te maken gehad en hij begreep de wilde, bijna begrijpelijke logica ervan. Hij voelde zich trots dat hij nu deel uitmaakte van het schip.

De vrouw van de Kapitein plakte een pleister over de snee. Toen wisselde Thorby pap en zoenen met haar uit, waarna hij dat door de hele zaal moest doen, langs alle tafels, zijn broers en ooms, zijn zusters en zijn neven en nichten en zijn tantes. De mannen en jongens zoenden hem niet, maar grepen zijn hand en gaven hem een klap op zijn schouder. Toen hij bij de tafel van de ongetrouwde vrouwen kwam, aarzelde hij - en ontdekte dat die hem niet zoenden; ze giechelden en gilden en bloosden en raakten haastig zijn voorhoofd aan met hun wijsvinger.

Vlak achter hem ruimden de meisjes die corvee hadden de kommen pap af - dat was zuiver ritueel voedsel, een symbool van de karige rantsoenen waarop het Volk de ruimte kon doorkruisen als het nodig was - en dienden een feestmaal op. Thorby zou tot aan zijn oren vol hebben gezeten met pap als hij niet gauw had doorgekregen hoe hij het moest doen. Je moet er niet van eten, je doopt alleen de lepel in en likt er dan even aan. Maar toen hij eindelijk op zijn plaats zat, aanvaard als lid van de Familie, aan de tafel van de stuurboord vrijgezellen, had hij helemaal geen trek in een feestmaal te zijner ere. Ruim tachtig nieuwe familieleden was teveel ineens. Hij voelde zich moe, zenuwachtig en neerslachtig.

Maar hij probeerde te eten. Na enige tijd hoorde hij een opmerking waarin hij alleen het woord 'fraki' verstond. Hij keek op en zag aan de overkant van de tafel een jongen akelig grijnzen.

Het hoofd van de tafel, dat rechts van Thorby zat, klopte op de tafel om de aandacht te vragen. 'Vanavond wordt er alleen Interlingua gesproken,' kondigde hij aan, 'en daarna zullen we de normale weg bewandelen om ons nieuwe familielid in staat te stellen langzamerhand onze taal meester te worden.' Zijn ogen bleven kil rusten op de jongen die een nare opmerking over Thorby had gemaakt. 'En wat jou betreft, Aangetrouwde Schoonneef, ik herinner je eraan - en maar een keer - dat mijn Jongere Pleegbroer ouder is dan jij. En na het eten verwacht ik je in mijn hut.' De jongen keek verbaasd. 'Maar Oudere Neef, ik zei alleen maar -'

'Geen woord meer.' De jongeman zei zacht tegen Thorby:

'Gebruik je vork. Het Volk eet geen vlees met de handen.'

'Vork?'

'Links naast je bord. Kijk naar mij, dan leer je het wel. Laat je niet opjagen. Sommige van die jonge boeven moeten nog leren dat wanneer Grootmoeder iets zegt, ze het ook meent.'

Thorby werd van zijn hut overgeplaatst naar een minder luxueuze, grotere kamer voor vier vrijgezellen. Zijn kamergenoten waren Fritz Krausa, die zijn oudste ongetrouwde pleegbroer was en hoofd van de stuurboord vrijgezellen tafel, Chelan Krausa-Drotar, Thorby's volle aangetrouwde tweede pleegneef, en Jeri Kingsolver zijn pleegneef, zoon van zijn oudste getrouwde broer.

Dit had tot gevolg dat hij het Fins zeer snel onder de knie kreeg. Maar de woorden die hij het eerst nodig had waren geen Finse woorden; dat waren leenwoorden of nieuw gemaakte woorden om familieverhoudingen tot in de kleinste details mee te omschrijven. Elke taal is een afspiegeling van een beschaving. De meeste talen onderscheiden broer, zuster, vader, moeder, tante, oom en de generaties worden aangegeven met 'groot' of 'overgroot'. Sommige talen maken geen onderscheid tussen (bijvoorbeeld) 'vader' en 'oom', dan geeft de taal de stamgewoonten weer. Daarentegen zijn er ook talen (o.a. het Noors) waarin 'oom' gesplitst wordt in oom van moeders kant en oom van vaders kant ('morbror' en 'farbror').

De Vrij handelaren kunnen een relatie zoals 'mijn overleden, aangetrouwde pleegachterhalf-stiefoom' in een woord weergeven, en dan betekent dat woord alleen die relatie en geen andere. Op die manier kan elke relatie tussen de ene plek aan de familieboom met een willekeurige andere plek worden weergegeven. Hoewel de meeste beschavingen genoeg hebben aan een tiental benamingen voor verwanten, gebruiken de Handelaren er meer dan tweeduizend. Hun talen benoemen snel en precies dergelijke variabelen als generatie, rechtstreekse of zijdelingse verwantschap, natuurlijke of adoptie-afstamming, leeftijd binnen een generatie, geslacht van de spreker, geslacht van de bedoelde verwant, geslachten van verwanten waarlangs de band loopt, bloedverwantschap of aangetrouwde, en status aan boord.

Thorby's eerste taak was het leren van die woorden en de relatie die ze aanduidden, waarmee hij zijn ruim tachtig nieuwe familieleden moest aanspreken. Hij moest de betreffende familieband helemaal begrijpen, dichtbij of verder weg, ouder of jonger; ook moest hij de titels leren waarmee hij door hen zou worden aangesproken. Tot hij dit alles goed onder de knie had, kon hij niet praten, omdat hij anders zodra hij zijn mond opendeed zwaar tegen de gewoonten zou zondigen.

Voor elk lid van de bemanning van de Sistt moest hij vijf dingen onthouden: een gezicht, een volledige naam (zijn eigen naam was nu Thorby Baslim-Krausa), een familienaam, de familienaam waarmee die persoon hem moest aanspreken en de scheepsrang van de betreffende persoon (zoals 'Hoofdofficier' of 'Tweede Stuurboord-Koksmaat'). Hij leerde dat ieder persoon in familiezaken met zijn familietitel moest worden aangesproken, met scheepsrang als het scheepszaken betrof en bij sociale gelegenheden met zijn roepnaam, als de oudere persoon dit toestond - bijnamen bestonden nauwelijks, aangezien een bijnaam alleen omlaag gebruikt kon worden en nooit omhoog.

Pas als hij deze verschillen goed beheerste kon hij een functionerend lid van de familie worden, hoewel hij dat wettelijk nu al was. Het leven op het schip was een kastenstelsel met zodanig ingewikkelde verplichtingen, voorrechten en vaste reacties op verplichte handelingen, dat de gelaagde, door protocol geplaagde gemeenschap van Jubbul er een grote puinhoop bij leek. De vrouw van de Kapitein was Thorby's 'moeder' maar ze was ook Hulp-Hoofdofficier. De manier waarop hij haar aansprak, hing af van wat hij haar te zeggen had. Aangezien hij in de vrijgezellenverblijven woonde was de bemoederende fase afgelopen voor hij was begonnen, maar ze behandelde hem altijd hartelijk als een zoon en hield haar wang klaar voor zijn zoen net als ze bij Thorby's kamergenoot en oudere broer Fritz deed. Maar als Hulp-Hoofdofficier kon ze even koud zijn als een belastingambtenaar.

Niet dat haar status eenvoudig was. Ze zou pas Hoofdofficier worden als de oude vrouw zo vriendelijk was dood te gaan. En ondertussen deed ze hand- en spandiensten voor haar schoonmoeder. In theorie werden de hogere officieren gekozen; in de praktijk was het een een-partijstelsel met een enkele kandidatenlijst. Krausa was Kapitein omdat zijn

vader Kapitein was geweest, zijn vrouw was Hulp-Hoofdofficier omdat ze zijn vrouw was en eens zou ze om diezelfde reden Hoofdofficier worden - en de baas spelen over hem en zijn schip, zoals zijn moeder nu deed. En ondertussen had zijn vrouw het naarste baantje van het hele schip, zonder ooit eens een vrije dag - want hogere officieren hadden een taak voor het leven... tenzij ze werden beschuldigd, veroordeeld en verbannen - naar een planeet als het om onbevredigende plichtsvervulling ging, naar de koude, ijle ruimte als het een overtreding van een van de antieke, stijfkoppige wetten van de Sisu betrof. Maar een dergelijk voorval was even zeldzaam als een dubbele eclips; Thorby's moeder had haar hoop gevestigd op hartstilstand, attaque of een andere ouderdomskwaal. Als jongste geadopteerde zoon van Kapitein Krausa, oudste man van het geslacht Krausa, titulair hoofd van de Sisu-clan (in werkelijkheid was de moeder van de Kapitein het hoofd), had Thorby een hogere clanstatus dan driekwart van zijn nieuwe familieleden (hij had nog geen scheepsrang). Maar hogere status maakt het leven er niet makkelijker op. Bij status horen voorrechten -- dat zal altijd zo zijn. Maar er horen ook verantwoordelijkheden en verplichtingen bij die altijd veel zwaarder wegen dan het plezier van de voorrechten.

Het was makkelijker om te leren bedelen. Hij was geheel verdiept in zijn nieuwe problemen en zag dagen lang niets van Doctor Mader. Hij haastte zich net door de hoofdgang van het vierde dek - tegenwoordig had hij altijd haast - toen hij haar tegenkwam. Hij stond stil. 'Hallo, Margaret.'

'Hallo, Handelaar. Ik dacht even dat je niet meer tegen een fraki wilde spreken.' 'Nou, Margaret!'

Ze lachte. 'Ik maakte maar een grapje. Gefeliciteerd, Thorby. Ik ben blij voor je - onder de omstandigheden is het de beste oplossing.' 'Bedankt. Het zal wel.'

Ze ging over op Zonnestelsel-engels en zei een beetje bezorgd: 'Je schijnt te twijfelen,Thorby. Gaat het niet goed?' 'O, het gaat allemaal prima.' Plotseling flapte hij er de waarheid uit. 'Margaret, ik zal deze mensen nooit leren begrijpen!' Ze zei vriendelijk: 'Dat gevoel heb ik altijd als ik met een

nieuwe studie begin en dit is de meest verwarrende geweest. Wat zit je dwars?'

'Mm... ik weet het niet precies. Ik weet het nooit. Neem nou bijvoorbeeld Fritz - mijn oudere broer. Hij heeft me heel erg geholpen - dan mis ik iets waarvan hij verwacht dat ik het begrijp en dan schreeuwt hij moord en brand. Een keer gaf hij me zelfs een draai om m'n oren. Ik gaf hem een klap terug en ik dacht dat hij uit elkaar zou springen.' 'Kippenhok,' zei Margaret. 'Wat?'

'Laat maar. Het is geen wetenschappelijke vergelijking; mensen zijn geen kippen. Wat gebeurde er?' 'Nou, hij koelde meteen razendsnel af, vertelde me dat hij het zou vergeten, het zou wegvegen, vanwege mijn onwetendheid.' 'Noblesse oblige.' 'He?'

'Neem me niet kwalijk. Mijn hoofd is een vergaarbak. En vergat hij het?'

'Volledig. Hij was poeslief. Ik weet niet waarom hij kwaad werd... en ik weet niet waarom het ineens over was toen ik hem een klap gaf.' Hij spreidde zijn handen voor zich uit. 'Het is niet natuurlijk.'

'Nee, dat is het niet. Maar er zijn maar weinig dingen natuurlijk. Mmm... Thorby, misschien kan ik je helpen. Het is mogelijk dat ik beter weet hoe Fritz werkt dan hij het zelf weet. Omdat ik niet bij het "Volk" hoor.' 'Ik begrijp het niet.'

'Ik wel, denk ik. Dat is mijn werk. Fritz is in het Volk geboren. De meeste dingen die hij weet - en hij is een goed geschoolde jongen -- weet hij onbewust. Hij kan het niet uitleggen omdat hij niet weet dat hij het weet; hij doet gewoon. Maar wat ik in de afgelopen twee jaar heb geleerd, heb ik bewust geleerd. Misschien kan ik je helpen als je hun iets niet durft te vragen. Je kan met mij vrijuit spreken, ik heb geen status.'

'Tjee, Margaret, zou je dat willen doen?' 'Als je er tijd voor hebt. En ik ben ook niet vergeten dat je met me over Jubbul zou praten. Maar laat ik je nu niet langer ophouden, ik dacht dat je haast had.' 'Eigenlijk niet echt.' Hij grinnikte schaapachtig. 'Als ik me haast, hoef ik niet met zoveel mensen te praten... en meestal weet ik niet hoe dat moet.'

'Ik begrijp het. Thorby, ik heb foto's, namen, familieclassificatie en scheepsrangen van alle mensen aan boord. Zou dat je kunnen helpen?'

'He? Reken maar. Fritz denkt dat het voldoende is iemand aan te wijzen en te zeggen wie hij is.'

'Kom dan mee naar mijn kamer. Dat is in orde, ik heb verlof iedereen daar te ondervragen. De deur geeft toegang tot een openbare gang; je hoeft de purdah niet binnen.'

Nu hij alles op kaarten met foto's voor zich had, wist Thorby de gegevens waarmee hij zo'n moeite had gehad in een half uur in zijn hoofd te stampen - dankzij Baslims lessen en Doctor Maders ordelijkheid. Bovendien had ze een stamboom van de Sisu gemaakt. Het was de eerste die hij ooit had gezien; zijn verwanten hadden geen schema's nodig, zij wisten het gewoon.

Ze liet hem zijn eigen plaats zien. 'Het kruisje betekent dat je wel direct tot het geslacht Krausa behoort, maar dat je er niet in bent geboren. Hier zijn er nog een paar, van zijtakken overgeplaatst naar de hoofdstam... ik neem aan om ze op belangrijke posten te krijgen. Jullie noemen jezelf een "familie" maar jullie zijn eigenlijk een stam.' 'Een wat?'

'Een groep verwante personen zonder gemeenschappelijke voorouder die exogamie bedrijft - dat betekent dat jullie trouwen met mensen van buiten de groep. Het exogamie-taboe is nog steeds van kracht, maar het is wat verzacht door de regel van de scheepshelften. Weet je hoe de twee helften werken?' 'Ze doen om de beurt corvee.'

'Ja, maar weet je waarom de stuurboordhelft meer vrijgezellen telt en de bakboordhelft meer ongetrouwde vrouwen?' 'Nee, ik geloof het niet.'

'Vrouwen die van andere schepen worden geadopteerd zitten in de bakboordhelft en hier geboren vrijgezellen zitten in stuurboord. Elk meisje in jouw helft moet worden uitgewisseld... tenzij ze zich een echtgenoot kan vinden tussen de zeer weinige beschikbare mannen in het schip. Jij zou eigenlijk aan deze kant geadopteerd moeten zijn, maar dan zou je een andere pleegvader gehad moeten hebben. Zie je de namen met een blauw cirkeltje en een kruis? Een van die meisjes is jouw toekomstige vrouw... tenzij je op een ander schip een bruid vindt.'

Thorby vond het geen prettig vooruitzicht. 'Moet dat?' 'Als je ooit een scheepsrang krijgt die bij je familiestatus past, zul je ze met een knuppel van je lijf moeten houden.' Het maakte hem nerveus. Nu hij ineens al die familieleden op zijn dak had gekregen, had hij meer behoefte aan een derde been dan aan een vrouw.

'De meeste gemeenschappen,' ging ze verder, 'kennen zowel exogamie als endogamie - een man moet buiten zijn familie trouwen, maar in zijn land, ras, godsdienst of een andere grote groep, en jullie Vrijhandelaren zijn daarop geen uitzondering. Je moet oversteken naar een andere helft, maar je kan niet met een fraki trouwen. Maar jullie regels brengen een ongewone situatie met zich mee: elk schip is een patrilocale matriarchie.' 'Een wat?'

'Patrilocaal betekent dat vrouwen bij de familie van hun echtgenoten gaan horen; een matriarchie... nou ja, wie is de baas over dit schip?' 'De Kapitein.' 'O ja?'

'Nou ja, Vader luistert naar Grootmoeder, maar zij wordt oud en --'

'Geen gemaar. De Hoofdofficier is de baas. Dat verbaasde me, ik dacht dat het alleen op dit schip zo was. Maar bij het Volk is het overal zo. De mannen handelen, drijven het schip en zorgen voor de krachtinstallatie - maar een vrouw is de baas. Binnen het stelsel is het volkomen begrijpelijk. Het maakt jullie huwelijksgewoonten dragelijk.' Thorby wilde maar dat ze ophield steeds over trouwen te praten.

'Jij hebt de schepen nog geen dochters zien uitwisselen. Meisjes die vertrekken huilen en jammeren en de meesten moeten worden meegesleurd... maar meisjes die aankomen, hebben hun ogen gedroogd en staan klaar om te lachen en te lonken; ze kijken uit naar een geschikte echtgenoot. Als een meisje de juiste echtgenoot kiest en hem een beetje achter zijn vodden zit, kan ze op een goede dag heersen over een onafhankelijke staat. Tot op het moment dat ze haar geboorteschip verlaat, is ze niemand - en daarom drogen ook haar tranen zo gauw. Maar als de mannen de baas waren, zou het uitwisselen van meisjes je reinste slavernij zijn. Zoals het nu is, is het de grote kans voor de meisjes.' Doctor Mader wendde zich af van de kaart. 'Regels die de

mensen bij hun samenleven helpen, zijn bijna nooit uitgekiend. Maar ze zijn nuttig, anders blijven ze niet bestaan. Thorby, jij hebt je vreselijk druk gemaakt over hoe je je tegenover je familieleden moest gedragen.' 'Nou en of!'

'Wat is het belangrijkste in het leven van een Handelaar?' Thorby dacht na. 'De Familie. Alles hangt af van je plaats in de Familie.' 'Helemaal niet. Zijn schip.' 'Nou ja, als je schip zegt bedoel je familie.' 'Net andersom. Als een Handelaar ontevreden wordt, waar kan hij dan heen? De ruimte moet hem niet, zonder een schip om zich heen, en hij kan zich ook niet voorstellen dat hij te midden van fraki's op een planeet zou kunnen leven, dat is een weerzinwekkende gedachte. Zijn schip is zijn leven, de lucht die hij inademt komt van het schip; op een of andere manier moet hij daarmee leren leven. Maar de druk die de mensen op elkaar uitoefenen is bijna niet te dragen en je kan elkaar op geen enkele manier ontwijken. De spanningen zouden steeds heftiger kunnen worden tot er iemand wordt gedood... of tot het schip zelf wordt vernietigd. Maar mensen vinden allerlei manieren om zich aan de omstandigheden aan te passen. Jullie smeren de zaak met rituelen, vormelijkheid, vastgestelde aanspreekvormen, verplichte handelingen en wederdiensten. Als er moeilijkheden ontstaan, verbergen jullie je achter een patroon. Daarom bleef Fritz niet kwaad.' 'He?'

'Hij kon niet kwaad blijven. Jij had iets verkeerds gedaan... maar dat feit zelf bewees al dat je niet wist dat je het deed. Fritz was dat even vergeten, toen herinnerde hij het zich weer en zijn boosheid verdween. Het Volk staat zichzelf niet toe ooit boos te worden op een kind. Ze wijzen hem het rechte pad... tot hij jullie ingewikkelde gewoonten even automatisch volgt als Fritz.'

'Mm, ik geloof dat ik het begrijp.' Thorby zuchtte. 'Maar makkelijk is het niet.'

'Omdat jij hier niet bent geboren. Maar je leert het wel, en dan zal het je even weinig inspanning kosten als ademhalen - en het zal even nuttig zijn. Regels vertellen iemand wie hij is, waar hij thuishoort, wat hij moet doen. Je kunt beter onlogische regels hebben dan helemaal geen regels. Zonder regels kunnen mensen niet samenleven. Uit het gezichtspunt van een antropoloog is "rechtvaardigheid" een zoeken naar doelmatige regels.'

'Mijn vader, mijn andere vader, bedoel ik: Baslim de Kreupele - zei altijd dat je om rechtvaardigheid te vinden eerlijk met andere mensen moest omgaan en je niet moest bekommeren over hun gedrag tegenover jou.' 'Sluit dat niet goed aan bij wat ik net zei?' 'Mm, ik denk van wel.'

'Ik denk dat Baslim de Kreupele het Volk rechtvaardig zou vinden.' Ze klopte hem op zijn schouder. 'Geeft niks, Thorby. Als je goed je best doet, trouw je op een goeie dag met een van die aardige meisjes. Je zult erg gelukkig zijn.' Die voorspelling kon Thorby niet erg opvrolijken.