HOOFDSTUK 14
De Grote Verzameling was nog indrukwekkender dan Thorby zich had voorgesteld. Kilometer na kilometer rijden de schepen zich aaneen, meer dan achthonderd grote Vrijhandelaren, opgesteld in concentrische kringen om een grote piste van zes kilometer doorsnede... de Sisu in de binnenste kring - wat Thorby's Moeder uitstekend scheen te bevallen - en dan meer schepen dan Thorby ooit had vermoed: Kraken, Deimos, James B. Quinn, Vuurvlieg, Bon Marche, Dom Pedro, Cee Kwadraat, Omega, El Nido -- Thorby besloot te gaan kijken hoe Mata het maakte - Sint Christofell, Vega, V e ga, Prime, Galactic Banker, Romany Lass... Thorby nam zich voor een landingskaart te vragen... Saturnus, Chiang, Country Store, Josepb Smith, Aloha... Er waren er teveel. Als hij tien schepen per dag zou bezoeken, zou hij het grootste deel ervan kunnen bezichtigen. Maar er was teveel te doen en te zien. Thorby liet zijn plan varen.
In de binnenste cirkel stond een groot, tijdelijk stadion, groter dan het Nieuwe Amfitheater in Jubbulpore. Hier zouden de verkiezingen plaatsvinden, begrafenissen en trouwpartijen, sportwedstrijden, vermakelijkheden, concerten - Thorby bedacht ineens dat De kracht van de Sisu daar ook zou worden opgevoerd en hij rilde van de plankenkoorts. Tussen het stadion en de schepen stond een kermis - stalletjes, draaimolens, spelletjes, vermakelijke en opvoedkundige uitstallingen, een-mans stands, danstenten die dag en nacht open bleven, waarzeggers, gokgelegenheden voor geld en voor prijzen, openlucht bars, stalletjes met frisdranken die alles verkochten van bessensap van de Plejaden tot een bruine drank waarvan werd beweerd dat het de oude, echte Terraanse Coca-Cola was die in licentie werd gebotteld op Hekate.
Toen hij deze wirwar zag, voelde Thorby zich alsof hij op de Pretstraat liep - groter, feestelijker en wel zeven keer zo druk als de Pretstraat wanneer de hele vloot binnen was. Dit was de grote kans voor een fraki om een redelijk eerlijke winst te behalen, terwijl hij de meest uitgekookte handelslieden van het Heelal bij de neus nam; dit was de dag waar de stukken vanaf vlogen en de Handelaars waren niet op hun hoede - als je je hoed op de toonbank legde, probeerden ze nog je je eigen hoofddeksel te verkopen.
Fritz ging met Thorby mee aan land om hem uit de moeilijkheden te houden, hoewel zijn eigen ervaring ook niet zo erg groot was, aangezien hij nog maar een Grote Verzameling had meegemaakt. De Hoofdofficier sprak de jonge mensen toe voor ze verlof kregen van boord te gaan. Ze hield ze voor dat de Sisu bekend stond om het goede gedrag van haar schepelingen en toen kregen ze allemaal honderd kredits, met de waarschuwing erbij dat ze daarmee de hele Verzameling moesten doorkomen.
Fritz gaf Thorby de raad het grootste deel ervan op te bergen. 'Als we blut raken, kunnen we Vader altijd nog wat zakgeld vragen. Maar het is niet verstandig alles mee te nemen.'
Thorby was het met hem eens. Hij was niet verbaasd toen hij de hand van een zakkenroller voelde. Hij greep een pols om te zien wat hij gevangen had.
Eerst pakte hij zijn portefeuille terug. Toen keek hij naar de dief. Het was een jonge fraki met een vuil gezicht die Thorby heel erg aan Ziggy deed denken, behalve dan dat deze jongen twee handen had.'Volgende keer beter,'troostte hij hem. 'Je hebt de slag nog niet te pakken.' De jongen scheen op het punt te staan in tranen uit te barsten. Thorby wilde hem loslaten maar zei toen: 'Fritz, kijk even naar je portefeuille.'
Fritz deed het. Hij was foetsie. 'Wel verdomme -' 'Geef op, jongen.'
'Ik heb hem niet gepakt! Laat me gaan!' 'Geef op... anders schroef ik je hoofd eraf.' De jongen gaf Fritz zijn portefeuille terug; Thorby liet hem gaan. Fritz zei: 'Waarom deed je dat? Ik keek al of ik een juut zag.' 'Daarom.'
'He? Gebruik je verstand.'
'Ik heb vroeger ook eens geprobeerd dat beroep te leren. Het is niet makkelijk.' 'Jij ? Flauwe grap, Thorby.'
'Herinner je je mij niet? De ex-fraki, de zoon van een bedelaar? Ik kreeg een beetje heimwee door die onhandige poging om de rijkdom wat eerlijker te verdelen. Fritz, waar ik vandaan kom, had een zakkenroller een zekere status. Ik was maar een bedelaar.' 'Laat Moeder je maar niet horen.'
'Daar zal ik wel voor zorgen. Maar ik ben wat ik ben en ik weet wat ik was en ik ben niet van plan dat ooit te vergeten. Ik heb nooit de kunst van het zakkenrollen geleerd, maar ik was een goede bedelaar, ik heb het van de beste geleerd. Mijn Pa. Baslim de Kreupele. Ik schaam me niet voor hem, en alle Wetten van de Sisu zullen er niet in slagen dat voor elkaar te krijgen.'
'Het was mijn bedoeling niet dat je je zou schamen,' zei Fritz zacht.
Ze liepen verder en genoten van de mensen en de pret. Na een tijdje zei Thorby: 'Zullen we dat wiel eens proberen? Ik weet hoe het werkt.'
Fritz schudde zijn hoofd. 'Moet je eens naar de zogenaamde prijzen kijken.'
'Goed. Ik wilde alleen even kijken hoe ermee was geknoeid.' 'Thorby -'
'Ja? Vanwaar die graf stem?' 'Weet je wie Baslim de Kreupele echt was?' Thorby dacht na. 'Hij was mijn Pa. Als hij had gewild dat ik meer wist, zou hij het me verteld hebben.' 'Mmm... dat is zo.' 'Weet jij het?' 'Ik weet er iets van.'
'Tja, ik ben eigenlijk nieuwsgierig naar een ding. Wat was de schuld waarom Grootmoeder mij heeft opgenomen?' 'Mm, ik heb genoeg gezegd.' 'Wel, jij weet het het beste.'
'O, wat kan het mij ook schelen, het hele Volk weet het! Het zal op deze Verzameling toch wel ter sprake komen.'
'Ik wil je nergens toe overhalen, Fritz.' 'Nou ja... moet je horen, Baslim was niet altijd een bedelaar.'
'Daar was ik allang achter.'
'Wat hij wel was, kan ik niet zeggen. Een groot deel van het Volk heeft zijn geheim jarenlang bewaard; niemand heeft me verteld dat ik erover mag praten. Maar een ding is onder het Volk geen geheim... en jij bent van het Volk. Een hele tijd geleden heeft Baslim een hele Familie gered. Het Volk heeft dat nooit vergeten. Het was de Hansea... de Nieuwe Hansea staat daar. Ik kan je niet meer vertellen omdat er een taboe over is uitgesproken - het was zo'n schandelijke gebeurtenis dat we er nooit over praten. Ik heb genoeg gezegd. Maar je zou naar de Nieuwe Hansea kunnen gaan en vragen of je de oude logboeken mag bekijken. Als je vertelt wie je bent - wat je relatie is met Baslim - kunnen ze je dat niet weigeren. Hoewel de Hoofdofficier zich daarna misschien in haar hut zal opsluiten om eens flink te huilen.'
'Hmm... mijn nieuwsgierigheid is niet groot genoeg om et een dame voor te laten huilen. Fritz? Laten we deze karretjes eens proberen.' Dat deden ze - en na snelheden groter dan die van het licht en versnellingen van meer dan honderd G, vond Thorby een achtbaan veel te opwindend. Hij raakte bijna zijn lunch kwijt.
Hoewel een Grote Verzameling een zaak van pret en hernieuwde vriendschap is, heeft hij ook 2ijn serieuze doeleinden. Naast begrafenissen, gedenkdiensten voor vermiste schepen, trouwpartijen en veel uitwisselingen van jonge vrouwen, worden er ook zaken afgedaan die het hele Volk betreffen en, als allerbelangrijkste zaak, de aankoop van schepen.
Hekate heeft de beste scheepswerven in het bewoonde Heelal. Mannen en vrouwen krijgen kinderen en schepen vermenigvuldigen zich ook. De Sisu zat barstensvol mensen en volgeladen met kostbaar uranium en thorium; het was tijd dat de Familie zich deelde. Minstens een derde van de families had deze zelfde behoefte om hun rijkdom in te wisselen voor leefruimte en de fraki scheepsbouwers wreven in hun handen terwijl ze in hun achterhoofd hun winsten uitrekenden. Ruimteschepen verkoop je niet als een flesje prik; scheepsmakelaars en vertegenwoordigers leven vaak van
dromen. Maar misschien zouden er toch in een paar weken een honderd schepen worden verkocht. Een deel daarvan zouden nieuwe schepen zijn van de werf van Galactic Transport N.V., dochteronderneming van de wereldwijde Galactic Enterprises, of gebouwd door de Maatschappij voor Ruimtewerktuigbouw, of Hekate Schepen, of Voortstuwing N.V., of Hascomb Zoons - allemaal reuzen in het vak. Maar er was koek genoeg voor iedereen. De makelaar die niet speciaal een werf vertegenwoordigde had misschien exclusief nieuws over een tweedehands schip, of een lijntje naar een gerucht over een gerucht dat de eigenaren van een geschikt schip wel oren zouden hebben als de prijs goed was - je kon hier een fortuin verdienen als je je ogen maar open hield en je oren gespitst. Het was een tijd om de post links te laten liggen en te investeren in kostbare B-ruimte berichten; het feest zou maar al te gauw voorbij zijn.
Een familie die ruimte nodig had, kon kiezen uit twee mogelijkheden: een nieuw schip kopen, zich delen en twee families worden, maar ze konden ook samen met een andere familie een derde schip kopen, dat dan bevolkt werd met mensen van die beide families. Delen gaf erg veel status. Het was het bewijs dat de familie die daarin slaagde meesters in de handel waren en in staat hun kinderen op weg te helpen in de wereld, zonder hulp van anderen. Maar in de praktijk kwam die keus meestal neer op een mogelijkheid: samengaan met een ander schip en de kosten delen, en zelfs dan was het vaak nodig alle drie de schepen in borg te geven op een hypotheek voor het nieuwe schip. Het was al dertig jaar geleden dat de Sisu zich had gedeeld. Ze had dertig welvarende jaren achter de rug; ze had zich moeten kunnen delen. Maar tien jaar geleden op de laatste Grote Verzameling had Grootmoeder de Sisu garant laten staan voor een pasgeboren schip, samen met de ouder-schepen. Het nieuwe schip gaf een feestmaal ter ere van de Sisu, deed een sprong in het duister en kwam nooit terug. De ruimte is oneindig. Gedenk haar naam op de Verzameling.
Het gevolg daarvan was dat de Sisu een derde van veertig procent van de kostprijs van het verloren schip moest afbetalen; die klap kwam flink aan. De ouderschepen zouden de Sisu schadeloos stellen - schulden worden altijd betaald - maar zij hadden de laatste Verzameling door de
deling arm verlaten, en toen ze elk hun eigen risico hadden afbetaald waren ze nog slechts vel over been. Een zieke man val je niet lastig; je wacht.
Toch was Grootmoeder niet dom geweest. De ouderschepen, Caesar Augustus en Dupont waren verwant met de Sisu en men zorgt goed voor zijn eigen verwanten. Bovendien was het goed zakendoen. Een handelaar die niet graag krediet verstrekt zal ontdekken dat hij het zelf ook niet krijgt. Zoals de zaken nu stonden kon de Sisu van elke Vrijhandelaar overal een lening vragen met de zekerheid dat het verzoek zou worden ingewilligd.
Maar de Sisu had nu wel minder geld dan anders op een moment dat de Familie zich kon delen.
Kapitein Krausa ging de eerste dag al aan land en begaf zich naar het Vlaggenschip van de Commandeur, de Norbert Wiener. Zijn vrouw bleef aan boord, maar ze had het druk genoeg; sinds ze Hoofdofficier was geworden, sliep ze nauwelijks nog. Vandaag zat ze achter haar bureau, waar ze af en toe haar werk onderbrak voor visifoongesprekken met andere hoofdofficieren via het net dat door de gemeentewerken van de stad was opgezet voor de Verzameling. Toen haar lunch werd binnengebracht, gebaarde ze dat het blad moest worden neergezet en toen haar echtgenoot terugkwam, had ze het nog niet aangeraakt. Hij liet zich vermoeid op een stoel zakken. Zij was bezig met een rekenliniaal en controleerde eerst haar antwoord op een rekenmachine voor ze iets zei. 'Op basis van een Hascomb F-twee schip, zou de hypotheek iets meer dan vijftig procent bedragen.'
'Rhoda, je weet dat de Sisu niet alleen een schip kan financieren.'
'Niet zo haastig, lieverd. De Gus en de Dupont zijn bereid mee te tekenen... in hun geval is dat hetzelfde als baar geld.'
'Als ze krediet kunnen krijgen.'
'En de Nieuwe Hansea zou de kans met beide handen aangrijpen - onder de gegeven omstandigheden - en --' 'Rhoda! Je was nog jong, twee Verzamelingen geleden, maar je weet heel goed dat de schuld op ons allemaal drukt... niet alleen op de Hansea. Dat was een eenstemmig besluit.' 'Ik was oud genoeg om je vrouw te worden, Fjalar. Je hoeft mij de Wet niet voor te lezen. Maar de Nieuwe Hansea zou
de kans met twee handen aangrijpen... onder een eeuwigdurend geheimhoudingstaboe. Maar de bevrachtingskosten drukken te zwaar. Heb je nog een Galactic Lambda bekeken?'
'Helemaal niet nodig; ik heb de folders bekeken. Geen benen.'
'Mannen! Ik zou tachtig G nou niet bepaald "geen benen" noemen.'
'Dat zou je wel doen als jij op het zweetbankje zat. De Lambda klasse is ontworpen voor langzaam vrachtverkeer binnen het gebied van de Hegemonie en dat is ook het enige waar ze goed voor zijn.' 'Je bent te behoudend, Fjalar.'
'En dat zal ik ook wel blijven waar het de veiligheid van een schip betreft.'
'Ongetwijfeld. En ik zal een oplossing moeten vinden die tegemoet komt aan jouw vooroordelen. Maar de Lambda klasse is maar een mogelijkheid. Dan hebben we ook nog je-weet-wel-welk-schip. Dat zal weinig kosten.' Hij fronste zijn wenkbrauwen. 'Een ongelukkig schip.' 'Er zijn krachtige reinigingsriten voor nodig om die slechte gedachten uit te drijven. Maar denk eens aan de prijs.' 'In je-weet-wel-welk-schip huizen meer dan slechte gedachten. Ik heb nog nooit eerder gehoord dat een hoofdofficier zelfmoord pleegde. Of dat een kapitein krankzinnig werd. Het verbaast me dat ze hier nog hebben kunnen komen.' 'Mij ook. Maar het is hier en het is te koop. En elk schip kan gereinigd worden.' 'Dat vraag ik me af.'
'Doe niet zo bijgelovig, schat. Het is eenvoudig een zaak van voldoende zorgvuldigheid met de rituelen en dat is mijn zorg. Maar je kan de je-weet-wel wel vergeten. Ik denk dat we samen met een ander schip zullen delen.' 'Ik dacht dat jij het zo graag alleen wilde doen?' 'Ik heb gewoon onze kracht nagegaan. Maar er zijn dingen die belangrijker zijn dan op eigen houtje een nieuw schip opzetten.'
'Precies! Energie, een goed wapenstelsel, werkkapitaal, ervaren officieren op sleutelposities - we kunnen niet eens twee schepen bemannen. Neem nou alleen de vuurregelaars maar. Als -'
'Maak je toch niet druk. Dat kunnen we heus wel aan. Fjalar, hoe zou je het vinden om Ondercommandeur te zijn?'
Hij schoot overeind. 'Rhoda! Heb je soms koorts!' 'Nee.'
'Er zijn tientallen schippers die een veel waarschijnlijker keus zijn. Ik zal nooit Commandeur zijn - en trouwens, ik wil het helemaal niet.'
'Misschien neem ik wel genoegen met Reserve-Ondercommandeur, aangezien Commandeur Denbo van plan is af te treden na de verkiezing van de nieuwe Ondercommandeur. Maakt niets uit; bij de volgende Verzameling ben jij Commandeur.' 'Waanzin!'
'Waarom zijn mannen toch zo onpraktisch? Fjalar, het enige waaraan jij denkt is je regelkamer en je zaken. Als ik je niet achter je vodden had gezeten, was je zelfs nooit Onderkapitein geworden.' 'Heb je ooit honger gehad?'
'Ik klaag niet, lieverd. Het was een grote dag voor me toen ik door de Sisu werd geadopteerd. Maar luister. Wij kunnen uit vele hoeken gunsten verwachten, niet alleen van de Gus en de Dupont. Met welk schip we ook samengaan, het zal ons helpen. Ik ben van plan de zaak te laten rusten tot na de verkiezingen - en ik heb de hele morgen allerlei verleidelijke aanbiedingen gekregen, sterke schepen met goede relaties. En dan heb je tenslotte de Nieuwe Hansea nog.'
'Wat is er met de Nieuwe Hansea?'
'Als we het op het juiste moment doen, en de Hanseanen stellen jou kandidaat, zal je bij acclamatie benoemd worden.' 'Rhoda!'
'Jij hoeft er niets aan te doen. En Thorby ook niet. Jullie verschijnen gewoon in het openbaar en moeten gewoon jullie eigen beminnelijke, mannelijke, onpolitieke zelfjes zijn. Ik zorg er wel voor. O ja, het is trouwens te laat om Loeen nog uit dat stuk te halen, maar ik zal daar snel een eind aan maken. Jouw Moeder overzag het geheel niet. Ik wil mijn zonen zien trouwen -- maar het is van zeer groot belang dat Thorby ongetrouwd blijft en ongebonden, tot na de verkiezingen. En... ben je nog naar het vlaggenschip geweest?' 'Jazeker.'
'In welk schip is hij geboren? Dat zou belangrijk kunnen zijn.' Krausa zuchtte. 'Thorby is niet uit het Volk geboren.'
'Wat? Onzin. Je bedoelt dat je hem niet met zekerheid kan identificeren. Mmm... welke vermiste schepen zijn een mogelijkheid?'
'Ik zei toch dat hij niet van het Volk is! Er is geen vermist schip of een vermist kind dat met zijn geval in overeenstemming kan worden gebracht. Hij zou dan veel ouder moeten zijn of veel jonger dan hij is.' Ze schudde haar hoofd. 'Dat geloof ik niet.' 'Je bedoelt dat je het niet wilt geloven.' 'Ik geloof het niet. Hij is van het Volk. Dat kan je zien aan zijn manier van lopen, zijn gedrag, zijn scherpe geest, alles aan hem. Hmm... ik zal zelf eens in de archieven gaan kijken.'
'Ga je gang maar. Als je mij niet wilt geloven.' 'Nou, Fjalar, ik zei niet -'
'O ja, dat deed je wel. Als ik je vertelde dat het buiten regende, en jij wilde niet dat het regende, dan -' 'Alsjeblieft, lieverd! Je weet dat het op Hekate nooit regent in deze tijd van het jaar. Ik wilde alleen -' 'Wel allemachtig l'
'Er is geen enkele reden om boos te worden. Dat past een kapitein niet.'
'Het past een kapitein ook niet dat er in zijn eigen schip aan zijn woorden wordt getwijfeld.'
'Het spijt me, Fjalar.' Ze ging zacht verder. 'Het kan toch geen kwaad als ik ook nog eens kijk. Als ik wat verder zou zoeken of het nog niet opgeborgen materiaal doorkijk - je weet hoe de klerken zijn met het materiaal voor het dodenarchief. Mmm... het zou wel helpen als ik voor de verkiezingen wist wie Thorby's ouders waren. Ik zal hem weliswaar niet toestaan voor die tijd te trouwen, maar ik zou belangrijke steun kunnen krijgen als aangenomen kon worden dat onmiddellijk daarna een trouwerij verwacht kon -' 'Rhoda.'
'Wat lieverd? De hele Vega groep zou ik kunnen overhalen als we een vermoeden kunnen bevestigen over Thorby's geboorte... als een huwbare dochter van hun -' 'Rhoda!'
'Ik was aan het woord, lieverd.'
'Nu heb ik het woord. De Kapitein. Vrouw, hij is een fraki. Bovendien wist Baslim dat... en hij heeft me strikt opgedragen hem te helpen zijn familie terug te vinden. Ik had
gehoopt - ja, ik geloofde het - dat de archieven zouden aantonen dat Baslim zich vergiste.' Hij fronste zijn wenkbrauwen en kauwde op zijn onderlip. 'Over twee weken landt hier een kruiser van de Hegemonie. Dan heb jij tijd genoeg om je ervan te overtuigen dat ik even goed archieven kan doorzoeken als een klerk.' 'Wat bedoel je?'
'Er bestaat toch geen twijfel over? Schulden worden altijd betaald... en er moet nog eenmaal betaald worden.' Ze staarde hem aan. 'Man, ben je gek geworden?' 'Ik vind het net zomin leuk als jij. Hij is niet alleen een fijne knul, hij is de meest briljante vuurregelaar die we ooit hebben gehad.'
'Vuurregelaars,' zei ze bitter. 'Wie kan dat nou wat schelen! Fjalar, als jij denkt dat ik zal toestaan dat een van mijn zoons wordt uitgeleverd aan fraki -' Ze stikte bijna in het woord.
'Hij is een fraki.'
'Dat is hij niet. Hij is van de Sisu, net als ik. Ik ben geadopteerd, en hij ook. We zijn allebei van de Sisu en dat zal altijd zo blijven.'
'Zoals je wilt. Ik hoop dat hij in zijn hart altijd van de Sisu zal blijven. Maar de laatste schuld moet worden voldaan.' 'Die schuld is lang geleden al volledig betaald!' 'In het kasboek is daar niets van te vinden.' 'Onzin! Baslim wilde dat de jongen terugkeerde bij zijn familie. Een of andere fraki familie - als de fraki al familie hebben. Dus gaven wij hem een familie -- onze eigen familie, met clan en geslacht. Is dat geen betere manier van betalen dan een of ander fraki nest vol vlooien? Of heb jij zo'n lage dunk van de Sisu?'
Ze keek hem woedend aan en Krausa dacht bitter dat er toch wel iets waar moest zijn van de overtuiging dat het zuivere bloed van het Volk betere hersens voortbracht. Als hij met fraki onderhandelde, werd hij nooit kwaad. Maar Moeder - en nu Rhoda - konden het altijd zo draaien dat hij ongelijk had.
Maar, hoe hard ze ook was geweest, Moeder had nooit het onmogelijke van hem geeist Maar Rhoda... nou ja, zijn vrouw had deze post nog maar pas. Hij zei gespannen: 'Hoofdofficier, deze opdracht werd mij persoonlijk opgelegd, niet aan de Sisu. Ik heb geen keus.' 'O nee? Goed, Kapitein - we zullen er later weer over spreken. En nu, Kapitein, moet ik u met de verschuldigde eerbied meedelen dat ik werk te doen heb.'
Thorby amuseerde zich best op de Verzameling, maar het was toch niet zo leuk als hij had verwacht. Moeder vroeg hem herhaaldelijk haar te helpen hoofdofficieren van andere schepen aangenaam bezig te houden. Vaak bracht de bezoekster een dochter of een kleindochter mee en Thorby moest het meisje bezighouden terwijl de ouderen praatten. Hij deed zijn best en kreeg zelfs een zekere vaardigheid in de half-beledigende manier van praten van zijn leeftijdsgroep. Hij leerde iets dat hij dansen noemde, dat elke man met twee linkervoeten en -knieen die verkeerdom bogen tot eer zou hebben gestrekt. Hij kon nu zijn arm om een meisje slaan, als de muziek daarom vroeg, zonder dat het koude zweet hem uitbrak.
Moeders bezoeksters ondervroegen hem over Pa. Hij probeerde beleefd te blijven, maar het ergerde hem dat iedereen veel meer over Pa wist dan hij - behalve dan de dingen die belangrijk waren.
Maar het leek hem toch dat de verplichtingen gedeeld konden worden. Thorby was zich er heel goed van bewust dat hij de jongste zoon was, maar Fritz was ook niet getrouwd. Hij stelde voor dat Fritz zich als vrijwilliger zou melden, en dat hij het hem later zou terugbetalen. Fritz lachte schor. 'Wat kan je me bieden dat opweegt tegen vrije tijd op een Verzameling?' 'Nou ja...'
'Precies. Bovendien, ouwe jongen, zou Moeder toch niet luisteren, ook al was ik krankzinnig genoeg om mijn diensten aan te bieden. Als ze jou vraagt, moet ze jou hebben.' Fritz gaapte. 'Man, ik ben doodop! Die kleine rooie van de Saint Louis wilde de hele nacht dansen. Smeer 'm en laat me nog wat slapen voor het feestmaal.' 'Kun je me een uitgaansjasje lenen?' 'Was je eigen spulletjes maar. En hou nou je mond.' Maar deze morgen, een maand nadat ze hier waren geland, ging Thorby aan wal met Vader en er was geen kans dat Moeder hen van gedachten zou doen veranderen; ze was het schip uit. Het was Herdenkingsdag. De diensten begonnen pas om twaalf uur, maar Moeder vertrok vroeg voor iets dat te maken had met de verkiezingen van morgen. Thorby werd in beslag genomen door andere dingen. De
diensten zouden eindigen met een herdenkingsdienst voor Pa. Vader had hem gezegd dat hij hem zou vertellen wat hij moest doen, maar hij maakte zich zorgen en zijn zenuwen werden er niet rustiger op door het feit dat De kracht van de Sisu die avond zou worden opgevoerd. Zijn zenuwen over het stuk waren toegenomen toen hij ontdekte dat Fritz een kopie had en zijn rol leerde. Fritz had nors gezegd: 'Natuurlijk leer ik jouw rol. Vader dacht dat het een goed idee zou zijn voor het geval jij zou flauwvallen of je been zou breken. Ik probeer gerust niet jou je roem af te kapen; de bedoeling van dit alles is dat jij je wat meer kan ontspannen - als je je kan ontspannen met duizenden ogen op je gericht als je Loeen omhelst.' 'Nou, zou jij dat kunnen?'
Fritz keek bedachtzaam. 'Ik zou het kunnen proberen. Loeen ziet er erg knuffelig uit. Misschien zou ik zelf je been moeten breken.'
'Met je blote handen?'
'Breng me niet in de verleiding. Thorby, dit zijn alleen voorzorgsmaatregelen, net als je twee vuurregelaars hebt. Maar tenzij je echt een gebroken been krijgt zal niets je ervan weerhouden je glansrol te spelen.'
Thorby en zijn Vader verlieten de Sisu twee uur voor de diensten. Kapitein Krausa zei: 'We kunnen net zo goed nog wat plezier maken. Een Herdenking is een gelukkige gebeurtenis als je het van de goede kant bekijkt - maar die stoelen zijn erg hard en het wordt een lange dag.' 'Vader... wat moet ik nou precies doen als het tijd wordt voor Pa - voor Baslim?'
'O, niet veel. Je zit vooraan tijdens de preek en je geeft de antwoorden in het Gebed voor de Dode. Je weet toch hoe dat moet, niet?' 'Ik weet het niet zeker.'
'Ik zal het voor je opschrijven. En de rest... nou ja, je zult mij hetzelfde zien doen voor mijn Moeder - jouw Grootmoeder. Je let goed op en als het jouw beurt is, doe je precies hetzelfde.' 'Goed, Vader.'
'En laten we ons nu ontspannen.'
Tot Thorby's verbazing nam Kapitein Krausa een zijweg die bij de Verzameling vandaan leidde en floot toen een grond-wagen. Hij leek sneller dan die die Thorby op Jubbul had gezien en bijna net zo wild als de Losianen. Ze bereikten
het spoorwegstation met slechts een scheldpartij tussen hun chauffeur en een andere chauffeur, maar de rit was zo opwindend dat Thorby maar weinig van de stadt Artemis zag.
Weer verbaasde hij zich toen Vader kaartjes kocht. 'Waat gaan we heen?'
'Een tochtje naar het land.' De Kapitein keek op zijn horloge. 'Tijd genoeg.'
De monorail gaf je een prettig gevoel van snelheid. 'Hoe hard gaan we, Vader?'
'Tweehonderd kilometer per uur, denk ik.' Krausa moest schreeuwen. 'Het lijkt veel sneller.'
'Snel genoeg om je nek te breken. Veel sneller kan een trein niet gaan.'
Ze reden een half uur. Het landschap was verscheurd door staalfabrieken en werkplaatsen voor de grote werven, maar het was nieuw en anders. Thorby staarde en besloot dat de bedrijven van de Sargon hierbij vergeleken maar een zielige vertoning waren. Het station waar ze uitstapten lag naast een lange, hoge muur. Thorby zag dat er ruimteschepen achter stonden. 'Waar zijn we?'
'Militair vliegveld. Ik moet iemand spreken - en vandaag heb ik net even tijd.' Ze liepen naar een hek. Krausa stond stil en keek om zich heen; ze waren alleen. 'Thorby -' 'Ja, Vader?'
'Herinner je je nog de boodschap van Baslim die je aan mij hebt overgebracht?' 'Hoe bedoelt u?' 'Kun je hem nog opzeggen?'
'Mm, ik weet het niet, Vader. Het is al zo lang geleden.' 'Probeer het. Val maar in: "Aan Kapitein Fjalar Krausa, schipper van het ruimteschip Sisu, van Baslim de Kreupele. Gegroet, oude vriend! -"'
'"Gegroet, oude vriend,"' herhaalde Thorby. "'Groeten aan je familie, je stam en je bloedverwanten, en" - he, ik begrijp het.'
'Natuurlijk,' zei Krausa zacht, 'dit is Herdenkingsdag. Ga verder.'
Thorby ging verder. De tranen stroomden hem over de wangen toen hij Pa's stem uit zijn eigen keel hoorde komen: '"en mijn nederige hoogachting aan je eerbiedwaardige moeder. Ik spreek je toe met de mond van mijn aangenomen zoon. Hij verstaat geen Fins" - o, maar ik versta het wel l'
'Ga verder.'
Toen Thorby de woorden: '"ben ik al dood -'" bereikte, kon hij even niet verder. Krausa snoot luidruchtig zijn neus en zei hem verder te gaan. Thorby wist de hele boodschap op te zeggen, hoewel zijn stem af en toe flink bibberde. Toen liet Krausa hem even huilen voor hij hem streng opdroeg zijn gezicht af te vegen en zich te vermannen. 'Jongen... hoorde je het middelste gedeelte? Begreep je het?' 'Ja... eh, ja, ik denk het wel.' 'Dan weet je dus wat mij te doen staat?' 'Bedoelt u... dat ik de Sisu moet verlaten?' 'Wat zei Baslim? "Als de gelegenheid zich voordoet -" Dit is de eerste gelegenheid die ik heb gehad... en ik heb er hard voor moeten werken om het zover te krijgen. In ieder geval is het bijna zeker de laatste gelegenheid. Baslim heeft me jou niet cadeau gegeven, jongen - hij heeft je alleen aan me geleend. En nu moet ik die lening terugbetalen. Dat begrijp je toch, niet?' 'Eh... ik denk het wel.'
'Laten we dan gaan.' Krausa stak zijn hand in zijn jasje en haalde een stapel bankbiljetten tevoorschijn die hij Thorby voorhield. 'Stop dit in je zak. Ik had er meer van willen maken, maar dit was alles wat ik te pakken kon krijgen zonder je Moeder achterdochtig te maken. Misschien kan ik je wat meer sturen voor je vertrekt.'
Thorby hield het vast zonder ernaar te kijken, hoewel het meer geld was dan hij ooit te voren had aangeraakt. 'Vader... bedoel je dat ik de Sisu al heb verlaten?' Krausa had zich omgedraaid. Hij stond stil. 'Zo is het beter, jongen. Afscheid nemen schenkt geen troost; alleen herdenken schenkt troost. Het moet trouwens toch zo gebeuren.' Thorby slikte. 'Ja, Vader.' 'Laten we gaan.'
Ze liepen snel naar de bewaakte poort. Ze waren er bijna toen Thorby stilstond. 'Vader... ik wil niet!' Krausa keek hem zonder uitdrukking op zijn gezicht aan. 'Je hoeft niet.'
'Ik dacht dat u zei dat het moest?'
'Nee. De opdracht die ik heb ontvangen was jou over te dragen en de boodschap door te geven die Baslim mij heeft gestuurd. Maar daar houdt mijn plicht op, mijn schuld is
betaald. Ik zal je niet opdragen de Familie te verlaten. De rest was Baslims idee... en ik ben er zeker van dat hij daar het beste voor je mee voor had. Maar of jij verplicht bent zijn wensen te vervullen is iets tussen jou en Baslim. Daarover kan ik niet voor je beslissen. Wat voor schuld jij ook aan Baslim hebt, die staat los van de schuld die het Volk aan hem had.'
Krausa wachtte terwijl Thorby zwijgend probeerde na te denken. Wat had Pa van hem verwacht? Wat had hij hem opgedragen? 'Kan ik op je aan? Zul je niet stom doen en het vergeten?' Ja, maar wat, Pa? 'Doe geen moeite een offer voor me te brengen in de tempel... breng een boodschap over en doe wat die man je opdraagt.' Ja, Pa, maar de man zegt niet wat ik moet doen!
Krausa zei dringend: 'We hebben niet veel tijd. Ik moet weer terug. Maar jongen, wat je ook besluit, bedenk dat dat voorgoed is. Als je vandaag de Sisu niet verlaat moet je goed beseffen dat je geen tweede kans krijgt. Daar ben ik zeker van.'
'Het is het allerlaatste wat ik van je verlang, jongen... kan ik op je aan?' zei Pa dringend in zijn hoofd. Thorby zuchtte: 'Ik denk dat ik wel moet, Vader.' 'Dat denk ik ook. En laten we nou opschieten.' Het pasjeskantoor bij de poort wilde niet erg opschieten, vooral omdat Kapitein Krausa zich wel wilde identificeren met zijn scheepspapieren, maar weigerde te zeggen wat hij met de commandant van de Corpskruiser Hydra te bespreken had, behalve dan dat het 'dringend en officieel' was. Maar na enige tijd werden ze door een knappe, gewapende fraki naar de lift van de kruiser gebracht en aan een andere overgeleverd. Ze werden het schip doorgeleid en kwamen bij een hut waarop stond 'Scheepssecretaris - Binnen Zonder Kloppen'. Thorby kwam tot de conclusie dat de Sisu kleiner was dan hij had gedacht en dat hij van zijn leven nog nooit zoveel glanzend metaal had gezien. Hij kreeg al gauw spijt van zijn besluit.
De Scheepssecretaris was een beleefde, schoongeboende jongeman met de onderscheidingstekenen van een luitenant. Hij was ook erg vastberaden. 'Het spijt me, Kapitein, maar u moet me vertellen wat u komt doen... als u de Commandant wilt spreken.'
Kapitein Krausa zei niets en bleef zitten. De aardige jongeman kreeg een kleur en trommelde met zijn
vingers op zijn bureau. Hij stond op. 'Wilt u me een ogenblik verontschuldigen.'
Hij kwam terug en zei toonloos: 'De Commandant heeft vijf minuten voor u.' Hij bracht ze naar een groter kantoor en liet hen alleen. Daar zat een oudere man achter een bureau vol papieren. Hij had zijn jasje uit en droeg geen onderscheidingstekenen. Hij stak zijn hand uit en zei: 'Kapitein Krausa? Van de Vrij handelaar Sisu, niet? Ik ben Colonel Brisby, bevelhebber.' 'Blij bij u aan boord te zijn, schipper.'
'Blij dat u er bent. Hoe gaan de zaken?' Hij keek naar Thorby. 'Een van uw officieren?' 'Ja en nee.' 'Hoezo?'
'Kolonel, mag ik u vragen in welke lichting u bent afgestudeerd?'
'Wat? Nul-Acht. Waarom vraagt u dat?' 'Ik denk dat u daar zelf wel een antwoord op kunt geven. Deze jongen is Thorby Baslim, aangenomen zoon van Kolonel Richard Baslim. De Kolonel heeft me gevraagd hem aan u toe te vertrouwen.'