10 De erfenis van Maarten van Rossum
M aarten van Rossum, een Gelders krijgsheer in dienst van de hertog van Gelre, was in de zestiende eeuw alom gevreesd. Hij liet overal verhalen na – zo werd hij zelfs in onze tijd beroemd als slechterik in de serie Floris – en daardoor is de historische werkelijkheid soms moeilijk te achterhalen. Een voorbeeld van zijn veelbesproken erfenis is zijn ‘Duivelshuis’ dat nog altijd in Arnhem staat, op de Koningstraat nummer 38.
Arnhem, in de zestiende eeuw, door Jac. Gazenbeek – Krijgsheer Maarten van Rossum (1478-1555) werd vooral bekend door zijn aanval op Holland in 1528, waarbij hij onder meer Den Haag bezette en platbrandde. Het was in de tijd dat de Duitse Habsburgers vochten voor meer invloed in de Nederlanden. Van Rossum vocht voor de onafhankelijkheid van Gelre en zag dit als gelegenheid om door het hele land buit te halen.
Als beloning voor zijn succesvolle veldtochten verwierf Van Rossum in Gelderland verschillende bezittingen. Zo kocht hij in 1538 uit de nalatenschap van de hertog een luxe stadsboerderij in Arnhem, die tegenwoordig bekendstaat als ‘het Duivelshuis’. Het huis werd waarschijnlijk een eeuw eerder gebouwd voor de Arnhemse schepen en burgemeester Johan Mynschart.
Vijf jaar nadat het huis in zijn bezit kwam, besloot hij tot een ingrijpende verbouwing, waarbij er grote overwelfde kelders in het gebouw werden aangebracht en ook een vroegrenaissancistische pronkgevel.
Het verhaal gaat dat toen het werk bijna klaar was, Maarten naar het gemeentebestuur stapte en vergunning vroeg voor zijn deur een gouden of zilveren stoep te mogen leggen, bekostigd uit zijn rooftochten. Van Rossum kreeg geen toestemming.
Briesend van kwaadheid gaf hij daarom opdracht de gevel van zijn huis verder op te sieren met beelden van duivels en saters om de bevolking en het stadsbestuur angst aan te jagen. Zo is de naam Duivelshuis in de wereld gekomen.
Maar wie het laatst lacht, lacht het best. In 1830 nam de stedelijke overheid haar intrek in het huis en de beelden werden van de gevel weggehaald. Sindsdien is het Duivelshuis onafgebroken gemeentehuis gebleven.
Gelukkig werd, door restauraties in 1898 en 1967, het huis weer in historische staat hersteld, waardoor we de beelden nog steeds kunnen bewonderen. De beelden van het Duivelshuis stellen achtereenvolgens, van links naar rechts, voor: op de erker een Romeinse man en vrouw, op de gevel Maximiliaan van Oostenrijk, Filips de Schone, Karel V, Karel van Gelre, Maarten van Rossum en Willem van Kleef. Het grote hoekbeeld op de tophoek van de zuidwestgevel is een soldaat. Op het balkon staat het wapen van Maarten van Rossum afgebeeld.
Ook in Vaassen ligt nog een stuk nalatenschap van Van Rossum: kasteel Cannenburch. Het is een rechthoekig gebouw in het water met op elke hoek een vierkante toren. Boven de ramen zit nog een gebeeldhouwde ridder, die uitkijkt op het landgoed.
Dit gebouw is al even mysterieus als het Duivelshuis. Hier zou hij onderaardse gangen hebben aangelegd om te kunnen ontsnappen als de vijand hem thuis trof. Dit was meteen de plaats waar hij al zijn schatten kon verbergen, die hij van zijn rooftochten meebracht. De ingang is nu dichtgemetseld en het geheim van de onderaardse gangen heeft men nooit kunnen ontdekken.
Men vond wel wat anders. In een van de dikke muren van de gewelfde kelders zat nog een geheime trap, die al gedeeltelijk was ingestort. Via die trap kon je naar een heel klein vertrekje waarin precies één man kon staan. Hier had een heer van Isendoorn een van zijn gevangengenomen vijanden levend laten inmetselen...
Het is dan ook niet vreemd dat het op de Cannenburgh spookt. De levend begraven edelman zou nog altijd met een lichtje van een kaars zoeken naar een plaats om het kasteel te verlaten. Ze zeggen, dat hij met de mannen en vrouwen van wie later doodskoppen en beenderen teruggevonden werden in een diepe geheime dodenput onder het kasteel, ronddwaalt op zoek naar hun moordenaar.
Het kasteel ademt nog altijd de sfeer van een eeuwenlang bewoond edelmanshuis. De vertrekken zijn in bewoonde sfeer ingericht met een belangrijke collectie meubels, porselein, schilderijen, et cetera. Het is net of de bewoners elk moment binnen kunnen komen. De fraaie ligging van het kasteel, het eeuwenoude muurwerk en de historische inrichting nodigen als vanzelf uit tot een nadere kennismaking.