ACHTENTWINTIG
Bijna meteen nadat Bosch het kanaal van de portofoon vrij had gemaakt, liet Rollenberger zich horen.
'Bosch! Sheehan... Team Een! Wat gebeurt er daar? Wat is... meld je onmiddellijk.'
Bosch nam ruim de tijd voordat hij antwoordde. 'Zes hier. Teamleider, ik adviseer u om zich naar de twintig van het subject te begeven.'
'Zijn huis? Wat... is er geschoten?'
'Teamleider, ik adviseer u het kanaal open te houden. En alle eenheden van het team, negeer de oproep. Alle eenheden houden zich tien-zeven tot nader order. Team Vijf, ben je op?' 'Vijf,' antwoordde Edgar.
'Vijf, kun je naar de twintig van het subject komen?' 'Ik kom eraan.' 'Zes over en uit.'
Bosch zette de portofoon af voordat Rollenberger zich weer kon melden.
Het duurde een halfuur voordat de inspecteur van het hoofdkwartier in het Parker Center bij het huis in Siërra Linda was. Tegen de tijd dat hij arriveerde, was Edgar er al en hadden ze het plan klaar. Bosch deed de voordeur open precies toen Rollenberger aankwam. De inspecteur liep met grote passen naar binnen. Zijn gezicht was rood van kwaadheid en verwarring.
'Goed, Bosch, wat is er hier verdomme aan de hand? Je was niet gemachtigd om de oproep af te blazen en mijn orders te annuleren.' 'Ik dacht, hoe minder mensen het weten, hoe beter, inspecteur. Ik heb Edgar opgeroepen. Ik dacht dat dat genoeg was om het af te handelen en dat er zo niet te veel...'
'Wat weten, Bosch? Wat afhandelen? Wat is er aan de hand?' Bosch keek hem even aan voordat hij antwoordde en zei toen op vlakke toon: 'Een van de mensen onder uw bevel heeft een illegale inkijkoperatie uitgevoerd in de woning van de verdachte. Hij is daarbij betrapt toen de verdachte aan de surveillance ontsnapte die onder uw supervisie plaatsvond. Dat is er aan de hand.' Rollenberger reageerde alsof hij een klap had gekregen. 'Ben je helemaal, Bosch? Waar is de telefoon? Ik ga...' 'Als u Irving belt, kunt u het wel vergeten dat u ooit weer een rechercheteam leidt. Dan kunt u heel wat dingen op uw buik schrijven.' 'Gelul! Ik had hier niets mee te maken. Jij bent in je eentje op pad gegaan en bent met je vingers in de snoeppot betrapt. Waar is Mora?' 'Hij zit boven in de kamer rechts, met handboeien aan het Nautilus-apparaat.'
Rollenberger keek naar de anderen die in de woonkamer stonden. Sheehan, Opelt, Edgar. Ze keken hem allemaal uitdrukkingsloos aan. Bosch zei: 'Als u er niets vanaf wist, inspecteur, moet u dat bewijzen. Alles wat vanavond via de Symplex vijf is gezegd hebben ze op de band in het communicatiecentrum. Ik zei dat ik in het huis zat, u luisterde mee. U hebt zelfs een paar keer met me gepraat.' 'Bosch, je praatte in code, dat wist ik niet, ik wist nie...' Rollenberger sprong ineens woest op Bosch af, met zijn handen uitgestoken naar zijn nek. Bosch was erop voorbereid en reageerde een stuk agressiever. Hij sloeg met zijn handen op de borst van de ander en drukte hem tegen de muur in de hal. Een halve meter naast hem gleed een schilderijlijst los en viel op de grond.
'Bosch, idioot, de arrestatie is naar de klote,' zei hij, tegen de muur gezakt. 'Het was allemaal ille...'
'Er is geen arrestatie. Hij is de verkeerde. Denk ik. Maar we moeten het zeker weten. Wilt u ons helpen om de tent te doorzoeken en nadenken hoe we dit tussen ons houden, of wilt u de commissaris bellen en hem vertellen hoe slecht u het bevel hebt gevoerd?' Bosch stapte opzij en zei nog: 'De telefoon staat in de keuken.'
Het kostte hun meer dan vier uur om het huis te doorzoeken. Ze werkten met zijn vijven, systematisch en in stilte, en doorzochten elke kamer, elke la, elk kastje. De schaarse bewijzen die ze vonden over het geheime leven van rechercheur Ray Mora, legden ze op de eetkamertafel. Al die tijd bleef hun gastheer boven in de fitnesskamer, met de handen vastgeketend aan de verchroomde stangen van het apparaat met de gewichten. Hij kreeg minder rechten toebedeeld dan een moordenaar die in zijn eigen huis was gearresteerd. Geen telefoontje. Geen advocaat. Geen rechten. Zo ging dat altijd als dienders een onderzoek pleegden naar collega- dienders. Iedere diender wist dat de grofste uitwassen van machtsmisbruik bij de politie plaatsvonden als de dienders iemand uit hun midden te pakken namen.
In het begin hoorden ze Mora af en toe schreeuwen. Hij riep het vaakst om Bosch, en soms om Rollenberger. Maar niemand reageerde, totdat Sheehan en Opelt uiteindelijk naar boven gingen en hem met een handdoek en zwarte isolatietape tot zwijgen brachten omdat ze bang waren dat de buren het zouden horen en de politie zouden bellen. De stilte waarmee ze zochten was echter niet uit consideratie met de buren. De rechercheurs werkten zwijgend vanwege de onderlinge spanning. Hoewel Rollenberger zichtbaar kwaad was op Bosch, werd de meeste spanning veroorzaakt doordat Sheehan en Opelt de surveillance hadden verknald, wat er rechtstreeks toe had geleid dat Mora Bosch in zijn huis had gevonden. Niemand, behalve Rollenberger, maakte zich druk over de onwettige inkijkoperatie. Bij Bosch thuis was voor zover hij wist minstens twee keer op die manier ingebroken, toen er intern onderzoek naar hem gaande was. Het hoorde bij het werk, zoals het insigne daarbij hoorde.
Toen ze klaar waren met zoeken, lag er een stapel pornobladen en voor- bespeelde videobanden op de eettafel, met de videoapparatuur, de pruik, de vrouwenkleren en Mora's boekje met telefoonnummers. De televisie die door Mora's verdwaalde kogel was geraakt, stond er ook. Rollenberger was tegen die tijd enigszins afgekoeld. Blijkbaar had hij in die uren niet alleen gezocht maar ook over zijn situatie nagedacht. 'Goed,' zei hij, toen de overige vier om de tafel kwamen staan en de spullen bestudeerden. 'Wat hebben we? Ten eerste, zijn we ervan overtuigd dat Mora onze man niet is?'
Rollenberger keek de kamer rond en liet zijn blik op Bosch vallen. 'Wat denk je, Bosch?'
'U hebt mijn verhaal gehoord. Hij heeft het ontkend en wat er op de laatste band stond, voordat hij me die liet wissen, past niet bij de Volgeling. Het leek volledig vrijwillig, hoewel de jongen en het meisje duidelijk minderjarig waren. Hij is de Volgeling niet.' 'Wat is hij dan wel?'
'Iemand met problemen. Ik denk dat hij een tik van de molen heeft gehad omdat hij te lang bij de zedenpolitie is gebleven en toen begonnen is zelf filmpjes te maken.' 'Verkocht hij ze?'
'Ik weet het niet. Ik betwijfel het. We hebben daar geen bewijs van. Hij deed weinig moeite om zijn gezicht te verbergen op de band die ik heb gezien. Ik denk dat het alleen spul voor eigen gebruik was. Het was hem niet om geld te doen. Het zit dieper.' Niemand zei iets, dus ging Bosch verder.
ik denk dat hij het kort nadat we hem zijn gaan schaduwen, doorhad en toen het bewijsmateriaal is gaan dumpen. Waarschijnlijk speelde hij vanavond een spelletje met de surveillance om erachter te komen waarom we achter hem aan zaten. Hij heeft het meeste bewijsmateriaal laten verdwijnen, maar als je iemand dat telefoonboekje geeft, dan wil ik wedden dat je de puzzel op kunt lossen. Die nummers waar alleen een voornaam bij staat. Als je die natrekt, vind je vast een paar van de kids die hij in zijn video's gebruikte.'
Sheehan wilde het boekje oppakken.
'Afblijven,' zei Rollenberger. 'Als iemand hier werk van maakt, is het Interne Zaken.'
'En hoe moeten ze dat dan doen?' vroeg Bosch. 'Hoe bedoel je?'
'Het is een en al verboden vrucht. De inkijkoperatie, alles. Het is allemaal illegaal. We kunnen niets tegen Mora beginnen.' 'En we kunnen hem ook niet met een insigne laten rondlopen,' zei Rollenberger pissig. 'Die gast hoort in de bak te zitten.' De volgende stilte werd gebroken door de hese maar luide klank van Mora's stem boven. Hij had de prop los weten te krijgen. 'Bosch! Bosch! Ik wil een deal maken, Bosch. Ik geef je...' Hij begon te hoesten. 'Ik geef je hem, Bosch. Hoor je me! Hoor je me!' Sheehan liep richting trap, die in een nis buiten de eetkamer begon. Hij zei: 'Deze keer maak ik hem zo strak dat die hufter stikt.' 'Wacht even,' beval Rollenberger. Sheehan bleef bij de ingang van de nis staan. 'Wat zegt hij?' zei Rollenberger. 'Wie wil hij geven?' Hij keek naar Bosch, die zijn schouders ophaalde. Ze wachtten, Rollenberger met de blik naar het plafond, maar Mora zweeg. Bosch liep naar de tafel en pakte het boekje. Hij zei: 'Ik heb misschien wel een ideetje.'
De geur van Mora's zweet vulde de kamer. Hij zat op de grond, met zijn handen achter zich geboeid aan het fitnessapparaat. De handdoek die om zijn mond gewikkeld en getapet was geweest, was in zijn nek gegleden en leek nu net een kraag. De voorkant was nat van het spuug en Bosch veronderstelde dat Mora de handdoek had losgekregen door zijn kaak op en neer te bewegen. 'Bosch, maak me los.' 'Nog niet.'
Rollenberger deed een stap naar voren.
'Rechercheur Mora, je zit in de problemen. Je hebt...'
'Jullie hebben een probleem. Jullie. Dit is allemaal illegaal. Hoe ga je dit uitleggen? Weet je wat ik ga doen? Ik huur dat wijf van een Money
Chandler in en doe het korps een proces voor een miljoen aan de broek.
Ja, ik ga...'
'In de bak heb je weinig aan een miljoen, Ray,' zei Bosch. Hij zwaaide met het boekje voor Mora's gezicht. 'Als we dit naar Interne Zaken sturen, maken ze er heus wel een zaak van. Al die namen en nummers, er zit vast wel iemand tussen die over je wil praten. En waarschijnlijk is die iemand dan minderjarig. Dacht je dat we je hard aanpakken? Wacht maar tot IZ het overneemt. Die maken er een zaak van, Ray. En dat doen ze zonder de operatie van vanavond. Dat is een kwestie van jouw woord tegen het onze.'
Bosch zag een snelle beweging in Mora's ogen en hij wist dat hij een snaar had geraakt. Mora was bang voor de namen in het boekje.
'Dus,' zei Bosch, 'wat voor deal had je in gedachten, Ray?'
Mora wendde zijn blik van het boekje af en keek eerst Rollenberger aan en toen Bosch en daarna weer Rollenberger.
'Kunnen jullie een deal maken?'
'Laat eerst maar eens horen,' zei Rollenberger.
'Goed, dit is de deal. Ik ga vrijuit en dan geef ik jullie de Volgeling. Ik weet wie het is.'
Bosch was meteen sceptisch, maar zei niets. Rollenberger keek hem aan en Bosch schudde zijn hoofd kort.
'Ik weet het,' zei Mora. 'Die pottekijker over wie ik het had. Dat was geen gelul. Ik heb zijn naam vandaag gekregen. En het klopt. Ik weet wie het is.'
Nu nam Bosch hem serieuzer. Hij vouwde zijn armen voor zijn borst en keek Rollenberger even aan.
'Wie?' zei Rollenberger.
'Ik wil eerst jullie aanbod horen.'
Rollenberger liep naar het raam en deed de gordijnen opzij. Hij liet het aan Bosch over, die een stap naar voren deed en als een honkbalcatcher gehurkt voor Mora ging zitten.
'Dit is het aanbod. Het wordt maar één keer gedaan, nu. Je kunt het aannemen of de gok wagen. Je geeft mij de naam en inspecteur Rollenberger je insigne. Je neemt onmiddellijk ontslag uit het korps. Je belooft dat je het korps of een van ons individueel niet voor de rechter sleept. In ruil daarvoor, ga je vrijuit.' 'Hoe weet ik datje...'
'Dat weetje niet. En hoe weten wij dat jij over de brug komt? Ik houd het telefoonboekje, Ray. Als je ons probeert te naaien, komt het bij IZ terecht. Afgesproken?'
Mora staarde hem lang aan zonder iets te zeggen. Ten slotte stond Bosch op en liep naar de deur. Rollenberger ging die kant ook op en zei: 'Maak hem maar los, Bosch. Breng hem naar het Parker en arresteer hem voor het aanvallen van een agent, onwettige seks met een minderjarige, pooie- ren, watje maar kunt bedenken...'
'Afgesproken,' flapte Mora eruit. 'Maar ik heb geen enkele garantie.'
Bosch draaide zich om en keek hem aan.
'Dat klopt, die heb je niet. De naam?'
Mora keek van Bosch naar Rollenberger.
'Maak me los.'
'De naam, Mora,' zei Rollenberger. 'Geen gezeik.'
'Het is Locke. Die zieleknijper. Stelletje eikels, jullie denken dat ik het ben en de hele tijd is hij het die je bespeelt.'
Bosch was geschokt, maar op hetzelfde moment begon hij te zien hoe het mogelijk was. Locke kende het programma van de Poppenmaker, hij paste in het profiel van de Volgeling. 'Hij was de pottekijker?'
'Ja, hij was het. Hij is vandaag door een producent herkend. Hij vertelde iedereen dat hij een boek aan het schrijven was, zodat hij in de buurt van de meisjes kon komen. En daarna vermoordde hij ze, Bosch. Hij heeft de hele tijd doktertje met je gespeeld, Bosch, hij heeft de hele tijd lopen... moorden.'
Rollenberger keek Bosch aan en zei: 'Wat denk je?' Bosch ging zonder iets te zeggen naar buiten. Hij ging de trap af en liep op een draf de deur uit naar zijn auto. Lockes boek lag op de achterbank, waar Bosch het had neergelegd op de dag dat hij het kocht. Toen hij het huis weer binnenging, zag hij dat de eerste strepen van het ochtendlicht zich aan de hemel aftekenden.
Bosch opende het boek op Mora's eettafel en begon erdoorheen te bladeren tot hij bij een pagina kwam waarop stond 'Noot van de auteur'. In de tweede alinea schreef Locke: 'Het materiaal voor dit boek is in de loop van driejaar verzameld uit talloze interviews met talloze pornoacteurs en -actrices. Velen van hen wilden anoniem blijven of alleen aangeduid worden met hun artiestennaam. De auteur spreekt zijn hartelijke dank uit aan hen en de filmproducenten die hem toegang gaven tot de sets en de produktiekantoren waar deze interviews plaatsvonden.' De grote onbekende. Bosch besefte dat Mora weieens gelijk kon hebben dat Locke de man was die de videoactrice Gallery als verdachte had gerapporteerd toen zij het oorspronkelijke rechercheteam vier jaar geleden had opgebeld. Bosch bladerde vervolgens naar de index van het boek en liet zijn vingers langs de namen lopen. Velvet Box stond erbij. Holly Lere ook, en Magna Cum Loudly.
In gedachten nam Bosch snel Lockes betrokkenheid bij de zaak door. Hij kwam om dezelfde redenen in aanmerking als verdachte als waarom Mora had gepast. Hij had toegang tot alle gegevens over de Poppenmaker- moorden en was tegelijkertijd bezig met een boek over de psychologie van de actrices uit de porno-industrie.
Bosch werd opgewonden, maar meer nog was hij boos. Mora had gelijk gehad. Locke had een spelletje met hem gespeeld, en had de politie zelfs op het spoor helpen zetten van de verkeerde. Als Locke de Volgeling was, had hij Bosch perfect gemanipuleerd.
Rollenberger stuurde Sheehan en Opelt naar Lockes woning om hem onmiddellijk te observeren. 'Maak er deze keer niet weer een potje van,' zei hij, zich enigszins herstellend in zijn leidersrol. Vervolgens kondigde hij aan dat het rechercheteam om twaalf uur zondagmiddag bijeen zou komen, over minder dan zes uur. Hij zei dat ze dan over een huiszoekingsbevel voor de woning van Locke zouden praten, en besluiten hoe ze te werk moesten gaan. Toen ze naar de deur liepen, keek Rollenberger naar Bosch en zei: 'Maak hem maar los. En, Bosch, ga dan maar even wat slapen. Je zult het nodig hebben.' 'En u dan? Hoe gaat u dit aan Irving uitleggen?' Rollenberger keek naar het gouden rechercheursinsigne dat hij in zijn hand hield. Het was van Mora. Hij deed zijn hand dicht en deed het in de zak van zijn jack. Toen keek hij naar Bosch.
'Dat zijn mijn zaken, nietwaar, Bosch? Maak je daar maar niet druk over.' Nadat de rest was vertrokken, ginjen Bosch en Edgar naar de fitnesskamer boven. Mora zei niets en keek hen niet aan toen ze de handboeien losmaakten. Ze zwegen en lieten hem daar achter, met de handdoek nog om zijn nek als een strop, tegenover zijn gebarsten evenbeeld in de spiegel.
Bosch stak een sigaret op en keek op zijn horloge toen hij bij zijn wagen kwam. Het was twintig over zes en hij was te opgefokt om naar huis te gaan om te slapen. Hij stapte in en haalde de portofoon uit zijn zak. 'Frankie, nog wakker?' 'Yo,' antwoordde Sheehan. 'Iets bijzonders?'
'We zijn er net. Geen tekenen van leven. Weet niet of hij thuis is. De garagedeur is dicht.'
'Goed dan.'
Bosch bedacht ineens iets. Hij pakte het boek van Locke en haalde de stofomslag eraf. Hij vouwde die op, deed hem in zijn zak, en startte de auto.
Hij haalde een kop koffie bij Winchell en kwam toen om zeven uur bij het Sybil Brand-instituut aan. Omdat het zo vroeg was, moest hij de wachtcommandant toestemming vragen om met Georgia Stern te praten. Hij zag meteen dat ze ziek was toen ze de kamer werd binnengebracht. Ze zat voorovergebogen, met haar armen voor zich gevouwen, alsof ze een zak met boodschappen droeg die was gescheurd en ze niets wilde laten vallen.
'Ken je me nog?' vroeg hij.
'Toe, man, je moet me hieruit halen.'
'Dat kan ik niet. Maar ik kan je wel naar de kliniek laten brengen. Dan krijg je methadon in je sapje.' 'Ik wil eruit.'
ik laat je naar de kliniek brengen.'
Ze liet haar hoofd verslagen hangen. Ze begon heen en weer te wiegen. Bosch had medelijden met haar. Maar hij wist dat hij er niets mee kon. Er waren belangrijker dingen en ze kon toch niet meer worden gered. 'Ken je me nog?' vroeg hij weer. 'Van laatst?' Ze knikte.
'We hebben je foto's laten zien. Ik heb er nog eentje.'
Hij legde de stofomslag van het boek op tafel. Ze keek lang naar Lockes foto.
'Nou?'
'Wat? Ik heb hem weieens gezien. Hij heeft een keer met me gepraat.' 'Waarover?'
'Over de films. Hij was... ik geloof dat hij interviewer is.' interviewer?'
ik bedoel, schrijver. Hij zei dat het voor een boek was. Ik heb tegen hem gezegd dat hij mijn namen niet moest gebruiken, maar ik heb het nooit nagekeken.'
'Georgia, probeer het je te herinneren. Doe je best. Dit is heel belangrijk. Kan het zijn dat hij ook degene is die je heeft aangerand?' 'De Poppenmaker, bedoel je? Die is dood.'
'Dat weet ik. Maar ik denk dat iemand anders je heeft aangevallen. Bekijk die foto. Was hij het?' Ze keek naar de foto en schudde haar hoofd.
'Ik weet het niet. Ze zeiden tegen me dat het de Poppenmaker was, dus toen hij dood was, ben ik vergeten hoe hij eruitzag.'
Bosch leunde achterover in zijn stoel. Het had geen zin.
'Ga je nog steeds zorgen dat ik in de kliniek kom?' vroeg ze voorzichtig toen ze zijn verandering van stemming zag.
'Ja. Zal ik ze maar vertellen dat je het virus hebt?'
'Welk virus?'
'Aids.'
'Hoezo?'
'Zodat ze je de nodige medicijnen kunnen geven.' 'Ik heb geen aids.'
'Hoor eens, ik weet dat je de laatste keer dat je door de zedenpolitie van Van Nuys bent opgepakt, AZT in je handtas had zitten.' 'Dat doe ik uit zelfbescherming. Ik heb die van een vriend van me gekregen. Hij heeft me het potje gegeven en ik heb er maïzena in gedaan.' 'Zelfbescherming?'
'Ik ga niet voor een of andere pooier werken. Als zo'n eikel naar me toekomt en zegt dat hij vanaf nu voor me zorgt, laat ik hem dat spul zien en zeg ik dat ik het virus heb, weetje, en dan is hij zo weer pleite. Ze willen geen meiden met aids. Slecht voor de business.'
Ze lachte sluw en Bosch veranderde van gedachten. Misschien dat ze toch nog kon worden gered. Ze had het instinct om te overleven.
Het recherchebureau in Hollywood was volkomen verlaten, wat niet zo vreemd was om negen uur op zondagochtend. Nadat hij een kop koffie van het wachtkantoor had gejat toen de sergeant bezig was met de wandkaart, ging Bosch naar de tafel van Moordzaken en belde Sylvia, maar ze nam niet op. Hij vroeg zich af of ze in de achtertuin bezig was of weg was, misschien om de zondagskrant te halen voor het artikel over Beatrice Fontenot.
Bosch leunde achterover in zijn stoel. Hij wist niet wat zijn volgende zet zou zijn. Hij sprak nog een keer via de portofoon met Sheehan en kreeg te horen dat er geen beweging was gezien bij het huis van Locke. 'Denk je dat we maar moeten aankloppen?' vroeg Sheehan. Hij verwachtte geen antwoord en Bosch zei niets terug. Maar hij begon erover na te denken en kwam erdoor op een idee. Hij besloot dat hij naar het huis van Locke zou gaan om hem tactisch te benaderen. Om hem het verhaal over Mora te vertellen en te zien hoe Locke erop reageerde en of hij zou zeggen dat de diender waarschijnlijk de Volgeling was. Hij gooide het lege koffiebekertje in de afvalbak en keek naar zijn postvakje in de kast aan de muur. Hij zag dat er iets in zat. Hij stond op en nam drie roze velletjes met telefonische boodschappen en een witte envelop mee naar zijn bureau. Hij bekeek de boodschappen en deed ze een voor een als onbelangrijk af. Twee ervan waren afkomstig van tv-journalisten en eentje van een aanklager met een verzoek om bewijsmateriaal in een van zijn andere zaken. Alle telefoontjes waren vrijdag binnengekomen. Toen keek hij naar de envelop en voelde een rilling, alsof er een koude, stalen bal langs zijn nek naar beneden rolde. Op de envelop stond alleen zijn naam, maar het opvallende handschrift kon maar van één iemand afkomstig zijn. Hij liet de envelop op tafel vallen, trok zijn la open en zocht tussen de schrijfblokken, pennen en paperclips tot hij rubberen handschoenen vond. Toen maakte hij de brief van de Volgeling voorzichtig open.
Als het lijk al is gestopt met stinken Zal je vaak nog aan me denken Dat .ik die schattige blonde pram Uit je bloeddorstige handen nam
Ik maak van haar mijn popje En als jullie lachen om mijn mopje Ben ik misschien al uitgeweken Naar andere zachte streken
Ze krijgt geen lucht meer binnen Wat moet ik nou beginnen? Haar laatste woord, ach gosj Het klink alweer als Boschhhhh
Toen hij het bureau uit rende door het kantoor van de wachtcommandant, liep hij de verbaasde dienstdoende sergeant bijna omver en riep: 'Zorg dat je rechercheur Jerry Edgar te pakken krijgt! Zeg dat hij zich via de portofoon moet melden. Hij weet wel wat ik bedoel.'