ZESTIEN
De rechtszaal was zo stil als het hart van een dode toen Bosch achter de tafels van de eisende partij en de verdediging en voor de jury langsliep naar de getuigenbank. Nadat hij de eed had gezworen, zei hij zijn volledige naam en de griffier vroeg hem die te spellen. 'H-I-E-R-O-N-Y-M-U-S B-O-S-C-H.' De rechter gaf Belk het woord.
'Vertel ons eens iets over uzelf, rechercheur Bosch, over uw carrière.' 'Ik ben bijna twintig jaar bij de politie. Ik ben tegenwoordig ingedeeld bij de tafel van Moordzaken in het district Hollywood. Daarvoor...' 'Waarom heet dat een tafel?' Jezus, dacht Bosch.
'Omdat het op een tafel lijkt. Het zijn zes bureautafels die tegen elkaar aan zijn geschoven en samen één grote lange tafel vormen, met drie rechercheurs aan elke kant. Dat noemen we altijd een tafel.' 'Prima, ga maar door.'
'Voor deze benoeming heb ik acht jaar bij het speciale rechercheteam voor moordzaken gewerkt van de afdeling Beroving en Moordzaken. Daarvoor was ik rechercheur bij de tafel Moordzaken in North Hollywood en de tafels Beroving en Inbraak in Van Nuys. Ik heb ongeveer vijf jaar als wijkagent gewerkt, voornamelijk in de districten Hollywood en Wilshire.'
Belk leidde hem langzaam door zijn loopbaan tot de periode dat hij lid was van het Poppenmaker-rechercheteam. De vragen waren traag en saai, zelfs voor Bosch, en het was zijn leven. Af en toe keek hij naar de leden van de jury als hij een vraag beantwoordde en er leken er maar een paar naar hem te kijken en op te letten. Bosch was zenuwachtig en zijn handpalmen waren klam. Hij had wel honderd keer voor de rechtbank getuigd. Maar zo nog nooit, voor zijn eigen verdediging. Hij had het warm hoewel hij wist dat de zaal overdreven koel was. 'En op welke plek was het rechercheteam gevestigd?'
'We hadden een ruimte op de eerste verdieping van het bureau in Hollywood. Het was een opslagruimte voor bewijsmateriaal en archieven. We hadden die spullen tijdelijk verhuisd naar een gehuurde trailer en gebruikten die ruimte. We hadden ook een kamer in het Parker Center. De nachtdienst, waarin ik werkte, opereerde meestal vanuit Hollywood.' 'Dat was dichter bij de bron, nietwaar?'
'Dat dachten we, ja. De meeste slachtoffers kwamen uit de straten van Hollywood. Veel ervan zijn daar later ook teruggevonden.'
'U wilde dus snel kunnen inspelen op tips en aanwijzingen en het hielp u om er middenin te werken, is dat juist?'
'Juist.'
'Op de avond dat u het telefoontje van die vrouw, Dixie McQueen, kreeg, hoe ging dat toen?'
'Ze belde via het alarmnummer en toen de telefoniste besefte waar ze het over had, werd het telefoontje doorverbonden met het team in Hollywood.'
'Wie beantwoordde het?' 'Ik.'
'Waarom? Ik dacht dat u verklaard had dat u de leiding over de nachtdienst had. Waren er geen mensen om de telefoon aan te nemen?' 'Ja, die waren er wel, maar dit telefoontje kwam pas laat. Iedereen was al naar huis. Ik was er alleen nog omdat ik het dagjournaal moest bijwerken. We moesten elke week rapport uitbrengen. Ik was de enige die er nog was, dus nam ik op.'
'En toen u wegging om die vrouw te ontmoeten, waarom hebt u toen niet om versterking gevraagd?'
'Ze had me over de telefoon niet genoeg verteld om me ervan te overtuigen dat het ook echt iets betekende. We kregen elke dag tientallen telefoontjes. Geen daarvan leidde ergens toe. Ik moet toegeven dat ik op weg ging om haar verhaal aan te horen zonder dat ik dacht dat het iets op zou leveren.'
'Als u dat dacht, rechercheur, waarom ging u er dan heen? Waarom hebt u de verklaring niet gewoon via de telefoon behandeld?' 'Dat kwam vooral doordat ze zei dat ze het adres waar ze met die man was geweest, niet kende, maar dat ze me de plek kon aanwijzen als ik haar naar Hyperion reed. Bovendien had haar klacht iets oprechts. Het leek alsof ze werkelijk ergens bang voor was. Ik stond toch op het punt naar huis te gaan, dus dacht ik dat ik wel even kon gaan kijken.' 'Vertel ons eens wat er gebeurde toen u in Hyperion aankwam.' 'Toen we aankwamen, zagen we licht branden in het appartement boven de garage. We zagen zelfs een schim voor een van de ramen bewegen. We wisten dus dat de man er nog steeds was. Toen vertelde mevrouw McQueen me over de make-up die ze in het kastje onder de wasbak had gezien.'
'Wat zei u dat?'
'Een heleboel. Het viel me meteen op omdat we in de pers nooit hadden gezegd dat de moordenaar de make-up van zijn slachtoffers bewaarde. Dus toen ze me vertelde dat ze zijn make-up verzameling had gezien, klikte het ineens. Daardoor klonk wat ze zei ineens beduidend legitiemer.'
Bosch nam een slok water uit het bekertje dat een bode eerder voor hem had gevuld.
'Goed, en wat deed u vervolgens?' zei Belk.
'Ik bedacht me dat hij in de tijd die het haar had gekost om mij te bellen en waarin ik met haar naar Hyperion was gereden, een nieuw slachtoffer kon hebben opgepikt. Dus wist ik dat er een goede kans was dat er een andere vrouw in gevaar was. Ik ging naar boven. Ik rende naar boven.' 'Waarom vroeg u niet om versterking?'
'Ten eerste dacht ik dat er geen tijd was om zelfs maar vijf minuten op versterking te wachten. Als hij een andere vrouw bij zich had, konden die vijf minuten een zaak van leven of dood zijn. Ten tweede had ik geen porto bij me. Ik kon me niet melden, zelfs al had ik...' 'Een porto?'
'Een portofoon. Rechercheurs nemen ze meestal mee als ze op onderzoek uit gaan. Maar het probleem is dat er niet genoeg zijn voor iedereen. En omdat ik naar huis ging, wou ik er niet eentje meenemen omdat ik pas de volgende avonddienst terug zou komen. Dan zou er dus de hele volgende dag één mobilofoon minder zijn.'
'U kon dus geen oproep om versterking verzenden. En via de telefoon?' 'Het was een woonwijk. Ik kon op zoek gaan naar een telefooncel of ergens op een deur kloppen. Het was ongeveer één uur 's nachts en ik dacht niet dat iemand zijn deur snel open zou doen voor iemand die beweerde dat hij van de politie was. Het was allemaal een kwestie van tijd. Ik dacht niet dat ik die tijd had. Ik moest in mijn eentje naar boven.' 'Wat gebeurde er?'
'In de veronderstelling dat iemand onmiddellijk gevaar liep, ging ik naar binnen zonder aan te kloppen. Ik hield mijn pistool voor me uit.' 'U schopte de deur open?' 'Ja.'
'En wat zag u?'
'In de eerste plaats maakte ik mezelf kenbaar. Ik riep: "Politie." Ik deed een paar passen de kamer in, het was een studio, en ik zag de man die later werd geïdentificeerd als Church naast het bed staan. Het was een uitgeklapt bankbed.' 'Wat was hij aan het doen?' 'Hij stond naakt naast het bed.' 'Zag u verder nog iets?' 'Nee.' 'En toen?'
'Ik riep iets in de trant van "Sta stil" of "Halt" en deed nog een stap de kamer in. Eerst bewoog hij zich niet. Toen stak hij ineens een hand uit naar het bed en stak die hand onder het kussen. Ik schreeuwde: "Nee", maar hij zette de beweging door. Ik kon zijn arm zien bewegen alsof zijn hand iets vastpakte en hij haalde zijn hand tevoorschijn. Ik vuurde één keer. Het schot was dodelijk.' 'Hoe ver stond u van hem vandaan, denkt u?'
'Een meter of veertien. Het was één grote kamer. We stonden ieder aan een andere kant ervan.' 'En was hij meteen dood?'
'Heel snel. Hij viel over het bed. Uit de lijkschouwing bleek later dat de kogel onder de rechterarm was binnengedrongen, de arm waarmee hij onder het kussen reikte, en door de borst was gegaan. De kogel had zijn hart en beide longen geraakt.' 'En wat deed u nadat hij was neergeschoten?'
'Ik liep naar het bed en keek of hij nog leefde. Op dat moment leefde hij nog, dus deed ik hem de handboeien om. Hij stierf even later. Ik tilde het kussen op. Er lag geen wapen.' 'Wat lag er wel?'
Bosch keek recht Chandlers kant op en zei: 'Het leven is raadselachtig, hij had zijn hand uitgestoken naar een toupet.'
Chandler zat met haar gezicht omlaag te schrijven, maar hield op en keek hem aan. Hun blikken ontmoetten elkaar even, en toen zei ze: 'Protest, edelachtbare.'
De rechter gaf opdracht Bosch' opmerking over de raadselachtigheid van het leven te schrappen. Belk stelde hem nog enkele vragen over de schietpartij en ging toen verder met het onderzoek naar Church. 'U maakte daar niet langer deel van uit, nietwaar?' 'Nee, zoals gebruikelijk is, kreeg ik bureaudienst voor de duur van het onderzoek naar mijn gedrag bij de schietpartij.'
'En werd u op de hoogte gesteld van de resultaten van het onderzoek van het rechercheteam naar Church' achtergrond?'
'Over het algemeen wel. Omdat er voor mij het een en ander op het spel stond, hielden ze me op de hoogte.'
'En wat kreeg u te horen?'
'Dat de make-up die in het toiletkastje was gevonden, met negen van de slachtoffers in verband was gebracht.'
'Hebt u ooit zelf twijfels gehad of gehoord dat andere rechercheurs eraan twijfelden dat Norman Church verantwoordelijk was voor de dood van die vrouwen?'
'Voor die negen? Nee, geen enkele twijfel. Nooit.' 'Maar, rechercheur Bosch, u hebt meneer Wieczorek toch horen verklaren dat meneer Church bij hem was op de avond dat het elfde slachtoffer, Shirleen Kemp, werd vermoord. U hebt de videoband gezien die als bewijsmateriaal is gepresenteerd. Heeft u dat niet aan het twijfelen gebracht?'
'Wel wat die zaak betreft. Maar Shirleen Kemp was niet een van de negen van wie er make-up is gevonden in het appartement van Church. Ik ben er absoluut van overtuigd, en dat is het hele rechercheteam, dat Church negen vrouwen heeft vermoord.'
Chandler tekende protest aan dat Bosch voor de rest van het rechercheteam sprak en de rechter kende het toe. Belk veranderde van onderwerp omdat hij niet verder wilde doorvragen over slachtoffers zeven en elf. Zijn strategie was erop gericht om elke verwijzing naar een tweede moordenaar te vermijden. Hij wilde het aan Chandler overlaten om dat tijdens haar ondervraging aan te kaarten, als ze daar zin in had.
'U hebt een.disciplinaire straf gekregen omdat u bent opgetreden zonder versterking. Vindt u dat het korps de zaak correct heeft afgehandeld?'
'Nee.'
'Waarom niet?'
'Zoals ik al zei, ik dacht niet dat ik een keuze had bij wat ik deed. Als ik het opnieuw moest doen, zelfs als ik wist dat ik daardoor overgeplaatst zou worden, zou ik weer precies hetzelfde doen. Dat moet wel. Als er een andere vrouw binnen was geweest, een ander slachtoffer en ik had haar gered, had ik waarschijnlijk promotie gekregen.'
Toen Belk niet meteen met een vervolgvraag kwam, ging Bosch door.
'Ik denk dat de overplaatsing politiek noodzakelijk was. Ik had tenslotte een ongewapende man doodgeschoten. Het maakte niet uit dat die man een seriemoordenaar was, een monster. Bovendien was ik verschillende keren in...'
'Dat is genoeg...'
'... aanvaring gekomen met...'
'Rechercheur Bosch.'
Bosch hield op. Hij had zijn zegje gedaan.
'Dus u bedoelt dat u geen spijt hebt over wat er in het appartement is gebeurd, is dat juist?'
'Nee, dat is niet juist.'
Dit verraste Belk blijkbaar. Hij keek op zijn schrijfblok. Hij had een vraag gesteld waarop hij een ander antwoord had verwacht. Maar hij besefte dat hij door moest vragen. 'Waar hebt u dan spijt van?'
'Dat Church die beweging maakte. Hij bewoog het eerst. Ik kon alleen maar reageren. Ik wou het moorden stoppen. Ik wou hem daar niet voor doden. Maar zo is het gegaan. Hij maakte de eerste beweging.' Belk toonde zijn opluchting door zwaar in de microfoon te ademen alvorens te zeggen dat hij verder geen vragen had. Rechter Keyes zei dat er tien minuten zou worden gepauzeerd voordat het verhoor van de tegenpartij begon. Bosch ging weer aan de tafel van de verdediging zitten, en Belk fluisterde dat hij dacht dat ze het er goed vanaf hadden gebracht. Bosch reageerde niet.
'Ik denk dat alles af zal hangen van haar kruisverhoor. Als je daar zonder al te veel schade doorheen komt, hebben we het in de zak.'
'En als ze over de volgeling begint en met de brief komt?'
'Ik zie niet hoe ze dat kan doen. Als ze dat doet, weet ze niet waar ze aan begint.'
'Toch wel. Ze heeft een bron binnen het korps. Iemand heeft haar over dat briefje zitten vertellen.' 'Als het zover komt, zeg ik wel dat ik overleg wil.' Dat klonk niet al te bemoedigend. Bosch keek naar de klok en probeerde te schatten of hij tijd had voor een peuk. Hij dacht van niet en liep terug naar de getuigenbank. Hij kwam achter Chandler langs, die op haar blocnote zat te schrijven.
'Het leven is een raadsel,' zei ze zonder op te zien. 'Ja,' zei Bosch zonder om te kijken.
Terwijl hij zat te wachten, zag hij Bremmer binnenkomen, gevolgd door iemand van de Daily News en een stel verslaggevers van de persbureaus. Iemand had rondgebazuind dat de hoofdact ging beginnen. In de federale rechtszaal waren camera's niet toegestaan, dus had een van de stations een portrettekenaar gestuurd.
Bosch keek vanuit de getuigenbank hoe Chandler zat te werken. Hij dacht dat ze vragen voor hem zat uit te schrijven. Deborah Church zat naast haar met haar handen op tafel gevouwen, haar ogen van Bosch afgewend. Even later ging de deur naar de jurykamer open en namen de juryleden hun plaats in. Vervolgens kwam de rechter naar buiten. Bosch haalde diep adem en zette zich schrap toen Chandler met haar schrijfblok naar de katheder liep.
'Meneer Bosch,' begon ze, 'hoeveel mensen hebt u gedood?'
Belk tekende onmiddellijk protest aan en vroeg om een onderhoud. De advocaten en de griffier liepen naar de zijkant van de rechtersstoel en stonden vijf minuten met elkaar te fluisteren. Bosch ving slechts flarden op, meestal van Belk, die het hardst praatte. Op een gegeven moment betoogde hij dat het maar om één schietpartij ging, het schot dat Church had gedood, en dat alle andere irrelevant waren. Hij hoorde Chandler zeggen dat de informatie wel relevant was omdat het de mentaliteit van de gedaagde illustreerde. Bosch kon het antwoord van de rechter niet verstaan, maar toen de advocaten en de griffier weer op hun plek waren, zei de rechter: 'De gedaagde zal de vraag beantwoorden.' 'Dat kan ik niet,' antwoordde Bosch. 'Rechercheur Bosch, het hof gebiedt u antwoord te geven.' 'Ik kan de vraag niet beantwoorden, rechter. Ik weet niet hoeveel mensen ik heb gedood.'
'U hebt gevochten in Vietnam?' vroeg Chandler. 'Ja.'
'Wat was uw taak?'
'Tunnelrat. Ik ging de tunnels van de vijand binnen. Soms had dit een directe confrontatie tot gevolg. Soms gebruikte ik explosieven om tunnelcomplexen te vernietigen. Ik weet gewoon niet hoeveel mensen daarin zaten.'
'Goed, rechercheur, hoeveel mensen hebt u dan gedood sinds u uw taken bij het leger beëindigde en politieman werd?' 'Drie, inclusief Norman Church.'
'Kunt u ons meer vertellen over de twee gebeurtenissen waarbij het niet om meneer Church ging? In grote lijnen.'
'Ja, een daarvan was voor Church, de andere keer was erna. De eerste keer dat ik iemand doodde was tijdens het onderzoek naar een moord. Ik ging een man ondervragen van wie ik dacht dat hij een getuige was. Hij bleek de dader te zijn. Toen ik op de deur klopte, loste hij een schot. Hij miste me. Ik trapte de deur open en ging naar binnen. Ik hoorde hem naar de achterkant van het huis rennen. Ik volgde hem de achtertuin in, en zag dat hij over een hek klom. Toen hij eraf wou springen, draaide hij zich om om nog een keer op me te schieten. Ik schoot eerst en raakte hem. De tweede keer, na Church, was ik betrokken bij een FBI-onderzoek naar een roofmoord. Er ontstond een vuurgevecht tussen twee verdachten en mij en mijn partner in die tijd, een FBI-agent. Ik doodde een van de verdachten.'
'In die twee gevallen waren de mannen die u doodde, dus gewapend?' 'Dat is juist.'
'Drie schietpartijen met dodelijke afloop, dat is nogal veel, zelfs voor iemand die al twintig jaar meedraait, nietwaar?'
Bosch wachtte even tot Belk protest zou aantekenen, maar de dikke man was te druk bezig met schrijven. Hij had het gemist. 'Eh, ik ken agenten die al twintig jaar meedraaien en nog nooit hun pistool hebben hoeven trekken, en ik ken er ook die al wel zeven keer met dodelijke afloop hebben geschoten. Het is een kwestie van wat voor zaken je trekt, een kwestie van geluk.' 'Mazzel of pech?'
Deze keer protesteerde Belk en wees de rechter het toe. Chandler ging snel verder.
'Nadat u meneer Church had gedood, terwijl hij ongewapend was, voelde u zich toen rot?'
'Niet echt. Niet totdat ik aangeklaagd werd en hoorde dat u de advocaat was.'
Er werd gelachen in de rechtszaal en zelfs Honey Chandler glimlachte. Nadat hij de zaal met een scherpe hamerslag tot stilte had gemaand, droeg de rechter Bosch op om zijn antwoorden concreet te houden en af te zien van persoonlijke opmerkingen.
'Geen spijt,' zei Bosch. 'Wat ik al eerder zei, ik had Church liever levend dan dood te pakken gekregen. Maar ik wilde hem van de straat hebben, hoe dan ook.'
'Maar u hebt het geheel zo in scène gezet, tactisch, dat het wel tot zijn permanente verwijdering moest leiden, nietwaar?' 'Nee, dat heb ik niet gedaan. Er is niets in scène gezet. Het gebeurde gewoon zo.'
Bosch wist dat hij geen woede jegens haar moest laten blijken. In plaats van op kwade toon te ontkennen, was het een vuistregel om elke vraag te beantwoorden alsof hij te maken had met iemand die het gewoon bij het verkeerde eind had.
'U was echter tevreden dat meneer Church dood was, hoewel hij ongewapend, naakt en volstrekt weerloos was?' 'Tevredenheid heeft er niets mee te maken.'
'Edelachtbare,' zei Chandler. 'Mag ik de getuige een bewijsstuk overhandigen? Het staat geregistreerd als nummer 3A van de eisende partij.' Ze gaf kopieën van een stuk papier aan Belk en de griffier van de rechter, die het doorgaf aan de rechter. Terwijl de rechter het las, liep Belk naar de katheder en tekende protest aan.
'Edelachtbare, ik zie niet in hoe dit met recht als belastend materiaal kan worden aangeboden. Het betreft de woorden van een psychiater, niet van mijn cliënt.'
Chandler liep naar de microfoon en zei: 'Meneer de rechter, als u even onder het kopje Samenvatting wilt kijken, de laatste alinea is wat ik de getuige zou willen laten lezen. U kunt zien dat de gedaagde de verklaring heeft ondertekend.'
Rechter Keyes las even door, veegde zijn mond af met de achterkant van zijn hand en zei: 'Ik laat het toe. U mag het aan de getuige laten zien.' Chandler bracht Bosch ook een kopie en legde die voor hem neer zonder hem aan te kijken. Vervolgens liep ze terug naar de katheder. 'Kunt u ons vertellen wat dat is, rechercheur Bosch?' 'Het is een vertrouwelijk psychologisch ontslagformulier. Zogenaamd vertrouwelijk, kan ik beter zeggen.' 'Ja, en waarop heeft het betrekking?'
'Dat ik gezond verklaard werd en weer in functie mocht na het neerschieten van Church. Het is een routinezaak dat je door de korpspsychiater wordt ondervraagd nadat je bij een schietpartij betrokken bent geweest. Dan keurt hij je goed om weer in functie te gaan.' 'U kent hem zeker goed.' 'Pardon?'
'Mevrouw Chandler, dat is onnodig,' zei rechter Keyes voordat Belk opstond.
'Ja, edelachtbare. Schrap dat maar. U kreeg toestemming om weer in functie te gaan, in uw nieuwe functie in Hollywood, na het gesprek, nietwaar?' 'Juist.'
'Is het niet gewoon een administratieve kwestie? Weerhoudt de psychiater ooit een agent ervan weer aan het werk te gaan op psychiatrische gronden?'
'Nee, wat betreft de eerste vraag. De tweede weet ik niet.'
'Ik zal het anders zeggen. Hebt u weieens gehoord dat een agent niet terug mocht keren op basis van het gesprek met de psychiater?'
'Nee, dat heb ik niet. Het hoort vertrouwelijk te zijn, dus ik denk dat ik sowieso niets zou horen.'
'Wilt u de laatste alinea lezen van de samenvatting uit het rapport dat voor u ligt?'
'Ja.'
Hij nam het papier op en begon te lezen. In stilte.
'Voorlezen, rechercheur Bosch,' zei ze op geërgerde toon. 'Ik dacht dat dat wel voor de hand lag.'
'Sorry. Er staat: "In de loop van zijn ervaringen in het leger en bij de politie, en vooral bij de eerder genoemde schietpartij met dodelijke afloop, is het subject in hoge mate ongevoelig geworden voor geweld. Hij praat over geweld of het aspect van geweld als een geaccepteerd onderdeel van zijn dagelijks leven, zijn gehele leven. Het is dus onwaarschijnlijk dat wat eerder is voorgevallen psychologisch afschrikwekkend zal werken, mocht hij opnieuw in omstandigheden worden geplaatst waarin hij dodelijk geweld moet gebruiken om zichzelf en anderen te beschermen. Ik denk dat hij in staat zal zijn onverwijld te handelen. Hij zal in staat zijn de trekker over te halen. In zijn uitspraken is zelfs geen enkel schadelijk effect te merken van de schietpartij, of het moest al zijn dat zijn gevoel van tevredenheid over de afloop van het incident, de dood van de verdachte, als onbehoorlijk wordt beschouwd.'
Bosch legde het papier neer. Hij zag dat de hele jury hem nu aan zat te kijken. Hij had geen flauw idee of het rapport juist schadelijk of gunstig was voor zijn zaak.
'Het subject van dat rapport bent u, nietwaar?' vroeg Chandler. 'Ja, dat ben ik.'
'U hebt zojuist verklaard dat er geen tevredenheid was, maar in het rapport van de psychiater staat dat u zich tevreden voelde over de afloop van het incident. Wie heeft er gelijk?'
'Dat is wat hij zegt in het rapport, niet wat ik zeg. Ik geloof niet dat ik het zo zou hebben gezegd.'
'Hoe zou u het hebben gezegd?'
'Ik weet het niet. Niet zo.'
'Waarom hebt u het ontslagformulier dan getekend?' 'Ik heb getekend omdat ik weer aan de slag wilde. Als ik met hem ging zitten bekvechten over welke woorden hij gebruikte, kon ik nooit weer aan het werk.'
'Zeg eens, rechercheur, wist de psychiater die u onderzocht en dat rapport opstelde, van uw moeder?' Bosch aarzelde.
'Ik weet het niet,' zei hij ten slotte. 'Ik heb het hem niet verteld. Ik weet niet of hij al eerder over die informatie beschikte.'
Hij kon zich nauwelijks op zijn woorden concentreren. Zijn gedachten liepen door elkaar.
'Wat is er met uw moeder gebeurd?'
Hij keek Chandler lang aan voordat hij antwoordde. Ze sloeg haar ogen niet neer.
'Zoals al eerder is verklaard, is ze vermoord. Ik was elf. Het gebeurde in Hollywood.'
'En er is nooit iemand gearresteerd, is dat juist?'
'Dat is juist. Kunnen we ergens anders over doorgaan? Hier is al over getuigd.'
Bosch keek naar Belk, die zich aangesproken voelde, opstond en protest aantekende tegen de zich herhalende vraagstelling van Chandler.
'Rechercheur Bosch, wilt u even pauze?' vroeg de rechter. 'Om even te kalmeren of zo?'
'Nee, meneer de rechter, het gaat wel.'
'Tja, het spijt me, maar ik kan de vraagstelling niet aan banden leggen. Het protest wordt afgewezen.' De rechter knikte naar Chandler.
'Het spijt me dat ik u zulke persoonlijke vragen moet stellen, maar, heeft uw vader u opgevoed toen zij er niet meer was?' 'Het spijt u helemaal niet. U...'
'Rechercheur Bosch!' donderde de rechter. 'Dit kunnen we niet tolereren. U moet de vragen die u worden gesteld beantwoorden. En verder zegt u niets. Beperk u tot het beantwoorden van de vragen.' 'Nee. Ik heb mijn vader nooit gekend. Ik ben in een tehuis terechtgekomen en daarna in pleeggezinnen.' 'Hebt u nog broers of zussen?' 'Nee.'
'Dus de man die uw moeder heeft gewurgd, heeft niet alleen degene weggenomen die het dichtst bij u stond, maar heeft ook een groot deel van uw leven op dat moment verwoest?' 'Ik zou het wel zeggen.'
'Had dat misdrijf er iets mee te maken dat u politieagent bent geworden?' Bosch voelde dat hij de jury niet langer aan kon kijken. Hij wist dat zijn gezicht rood was. Hij had het gevoel dat hij onder een vergrootglas lag te sterven.
'Ik weet het niet. Ik heb mezelf nooit tot op die hoogte geanalyseerd.' 'Had het iets te maken met de tevredenheid die u voelde toen u meneer Church doodschoot?'
'Zoals ik al zei, als er sprake was van tevredenheid, waar u het steeds over hebt, dan was het omdat ik tevreden was dat de zaak was opgelost. Om in uw bewoordingen te spreken, die man was een monster. Hij was een moordenaar. Ik was tevreden dat we hem hadden gestopt, dat was u toch ook geweest?'
'U beantwoordt hier de vragen, rechercheur Bosch,' zei Chandler. 'De vraag die ik nu voor u heb, is de volgende: hebt u het moorden gestopt? Alle moorden?'
Belk sprong op en vroeg om overleg. De rechter zei tegen de jury: 'We gaan nu toch maar even pauzeren. We roepen u wel als we klaar zijn.'