Hoofdstuk 8

 

 

 

‘Je hebt gelogen!’ schreeuwde Dakota vanaf de andere kant van de hooizolder.

Een vuist vol hooi zeilde haar kant op toen ze moeizaam van de ladder af de zolder op krabbelde. Ze wilde de mensen beneden geen riante kijk op haar slipje gunnen.

‘Waar heb ik over gelogen?’ vroeg ze, naast hem knielend. Ze veegde haar handen af aan haar rok.

‘Jij zei dat hij dieren had!’ De jongen keek langs de ladder naar beneden om te zien of Mr. Palmer er nog steeds stond. Daarna schoof hij verder terug in de hoek.

‘Die heeft hij ook.’ Een behulpzame koe loeide in de verte alsof het dier haar woorden kracht bij wilde zetten.

‘Saaie boerderijdieren. Die heeft iedereen.’ De jongen liet zijn schouders hangen en zakte neer op een baal hooi. Vanonder zijn petje keek hij haar aan. ‘Jij zei… Waar zijn die spannende dieren dan?’

‘Die wonen niet hier, Dakota. De vriend van Mr. Palmer brengt ze speciaal hierheen voor evenementen als de Spring Fling.’

‘Dus zij horen ook niet in Silent Springs thuis.’

Ze schoof wat dichter naar hem toe, dicht genoeg om hem te kunnen aanraken. Dakota was te druk bezig met het hooi aan zijn voeten om dat op te merken. Het liefst had ze hem in haar armen genomen om wat van zijn eenzaamheid te verdrijven. Ze deed het echter niet omdat ze zich herinnerde hoe opdringerig het had gevoeld toen Tyler dat had gedaan om haar te troosten. Hij had haar ervan willen verzekeren dat ze niet alleen was, maar het had een averechts effect op haar gehad.

‘Hoelang ben je hier al?’

De jongen haalde zijn schouders op. ‘Ik kon daar niet slapen.’

‘Bij de Graysons niet? Waarom niet?’

‘Ze gaan me wegsturen, toch?’ Uitdagend keek hij haar aan. Ze moest eens proberen te liegen en te zeggen dat het allemaal zo erg nog niet was! ‘Waarom komen ze me niet halen van de jeugdzorg? Dan is het maar achter de rug.’

Zoals zijn grootmoeder hem uiteindelijk had laten ophalen?

‘Is het nooit in je opgekomen dat de Graysons je misschien helemaal niet willen wegsturen?’

Hij keek haar aan alsof ze gek geworden was.

‘Kun je niet geloven dat dat ook een mogelijkheid is?’

Tranen vulden zijn ogen. ‘Wat weet jij er nu van?’ Hij sprong op en keek wild om zich heen. Een uitweg was er niet. Met de rug van zijn hand veegde hij langs zijn ogen. ‘Jij bent gewoon een stomme onderwijzeres.’

‘Nou, ik weet in ieder geval nog dat als je maar lang genoeg het ergste verwacht, dat het ergste dan ook uitkomt. Alsof je je daar allang op hebt voorbereid.’

‘Ik bereid me helemaal nergens op voor,’ zei hij met een diepe frons.

‘Nou… Je bent hier in plaats van op school. Je hebt de nacht doorgebracht op de zolder van een boerderij in plaats van in bed in je nieuwe thuis.’

‘Dat stomme huis is mijn thuis niet!’

‘Precies.’ Nu was het haar beurt om de tranen terug te dringen. Vlakbij piepten de kuikens, alsof de wereld die deze jongen zo had beschadigd een heerlijke en fantastische plek was.

‘Wil je echt een nieuwe familie?’ Ze pakte zijn arm vast. ‘Of wil je liever elk thuis haten waar je door Mr. Kramer geplaatst wordt?’

Dakota ging weer zitten en staarde naar het hooi.

‘De Graysons wachten beneden op je.’ Met haar schouder stootte ze hem zachtjes aan. ‘Ze maken zich zorgen om je, Dakota. Ze willen je weer mee naar huis nemen.’

Moeizaam haalde hij adem. ‘Ik verpest het toch weer,’ fluisterde hij. ‘Net als eerst.’

‘Met je moeder, bedoel je?’ Lily liet haar tranen de vrije loop in de hoop dat Dakota voelde dat hij niet de enige was met verdriet.

Hij knikte.

‘En met je grootmoeder?’

Weer een knikje.

‘Misschien hebben zij het wel verpest, Dakota. Of misschien is het allemaal wel zo uit de hand gelopen dat er niets meer aan te doen viel, hoeveel ze ook van je hielden.’

De frons tussen zijn wenkbrauwen werd nog dieper. ‘Onderwijzeressen zijn echt stom,’ zei hij terwijl hij haar met zijn schouder aanstootte.

‘Vast wel,’ reageerde ze, een brede glimlach onderdrukkend omdat hij de situatie een heel klein beetje leek te accepteren. ‘Maar je kunt de rest van je leven niet op een hooizolder blijven, wensend dat je tussen roze vogels woonde omdat het daar veiliger is dan tussen mensen. Denk je. Ik weet dat je heus niet terug wil naar het tehuis waar je woonde voor je bij de Graysons kwam.’

‘Nou en?’ was het beste antwoord waar hij met zijn tien jaar op kon komen.

‘Ik denk dat je een manier moet vinden om ergens anders te willen zijn. Bij andere mensen. Bij mensen die de tijd willen nemen om je te leren kennen, van je te houden en voor je te zorgen.’

‘Bedoel je daarmee de Graysons? Waarom zouden die zo’n vervelend kind willen als ik?’

Lily voelde de hoop maar ook de angst achter zijn ongeloof en besefte dat dit een belangrijk moment was. Hier, boven op deze broeierige zolder terwijl ze praatte tegen het kind van iemand anders, voelde ze zich de moeder die ze had willen worden.

Dit was de taak van een moeder. Dakota had niemand, en zij had Rose altijd gehad. Rose was altijd haar moeder geweest, inclusief de vorige avond, toen ze haar uit de auto had gezet. Iemand die hoop gaf en licht liet schijnen over donkere situaties, tot een kind, zelfs een kind van eenendertig, eindelijk zag wat altijd al binnen bereik had gelegen.

Ja, zij had geleden onder dezelfde emoties als Dakota. Altijd die strijd vanbinnen, al zo lang. Al sinds ze haar broertje had verloren. En zij had dan nog liefdevolle ouders om haar te helpen. En Tyler.

‘Iedereen is weleens zwak, Lily. Soms leiden we een zwaar verlies, hoe hard we daar ook tegen vechten.’ Die woorden kwamen nu weer in haar hoofd op.

Tyler had zich door die zwakte heen gevochten. Met zijn geduld en liefde zou het haar ook lukken. En met haar hulp zou het Dakota ook lukken.

‘Je moet toelaten dat een ander jou wil, Dakota,’ zei ze uiteindelijk. ‘Je moet toestaan dat ze meer van je zien dan alleen je verleden. En dat betekent dat jij het verleden moet loslaten. Het hoeft niet altijd net zo te gaan als met je moeder en je grootmoeder.’

En voor haar hoefde het niet altijd om volledige controle te draaien. Zij moest stoppen alles tot in de puntjes te willen plannen om perfectie af te dwingen.

‘Jij…’ Dakota greep een pluk hooi vast. ‘Jij wilt mij… misschien. Weet je, je zei dat jij en Mr. Brooks met Mr. Kramer praatten over wat de Graysons doen. Dus… misschien… willen jullie…’

Ze legde haar handen op zijn handen, die rusteloos met het hooi speelden, en wachtte tot hij naar haar opkeek. ‘Natuurlijk willen Mr. Brooks en ik jou,’ verzekerde ze de kleine jongen die haar had laten inzien hoelang ze zelf al op de vlucht was. ‘Ik heb tegen Ms. Emory gezegd dat ik jou op school ga begeleiden. Jij en ik samen, net zolang tot jij ook gelooft dat je er op je plek bent. Maar je hebt al een nieuwe familie waar je heel welkom bent. Een nieuw thuis. Mensen die van je houden om wie je nu bent. Je moet alleen nog leren hen te vertrouwen en dichtbij te laten komen.’

Hij slikte een keer en keek langs de trap naar beneden. Zonder haar hand los te laten, bleef hij doodstil zitten.

‘Het is jouw keus, Dakota. Het is jouw leven. Wat maakt het uit dat je een flamingo bent?’ Ze knipoogde naar hem toen hij verbaasd grinnikte. ‘Ik denk dat ik ook een flamingo ben. Misschien kunnen we het daarom zo goed vinden samen. Omdat wij weten hoe snel dingen verkeerd kunnen lopen, anders dan we hadden gewild. Het is niet verkeerd dat we anders zijn, alleen als we daarom niet meer willen zien wat de kuikens ons te bieden hebben.’

Met samengeknepen ogen keek hij haar aan. Hij probeerde duidelijk haar vage uitleg te begrijpen, maar kuikens? ‘Wat hebben de kuikens ons dan te bieden?’

Lily knikte naar de ladder. Beneden stond iedereen op hen te wachten. Als gelukkige kuikens op een erf, blij dat ze bij elkaar hoorden, met een rotsvast geloof dat zij en al hun dierbaren het zouden overleven. Wát er ook gebeurde.

‘Geen idee,’ gaf ze toe. ‘Maar ik wil het wel ontdekken. Jij?’ Ze stond op en strekte haar hand naar hem uit.

Nog steeds met samengeknepen ogen naar haar kijkend, liet hij zich door haar overeind trekken. En dat gebaar, dat simpele vertrouwen, maakte dat ze hem het liefst fijn had gedrukt in een liefdevolle omhelzing… die helaas alles verpest zou hebben. Ze tikte tegen zijn pet. Dat moest maar voldoende zijn voor nu.

Even zette hij zich schrap. Hoewel hij nog steeds een donkere blik had, zette hij tot haar grote verbazing zijn pet af. Even realiseerde ze zich niet dat hij haar de bezwete pet aanreikte.

Zijn kostbaarste bezit.

‘Alsjeblieft. Mag jij hebben.’ Hij duwde de pet in haar handen. ‘Ik…’

De tranen flonkerden weer in zijn ogen, maar dat kon hij niet hebben nu hij de kuikens onder ogen wilde komen, dus nam ze het petje aan. Daarna pakte ze de jongen bij zijn schouders en draaide hem richting de ladder.

Kleine stapjes, had haar moeder gezegd. Een voor een.

‘Ik kom meteen achter je aan.’ Zacht gaf ze hem een duwtje.

Snel veegde ze haar eigen ogen droog, en ze hield haar adem in toen Dakota zijn eerste stap naar beneden op de ladder zette. Hij keek om en zag nog net dat ze zijn petje opzette.

Ze knikte hem een keer toe. Haar hart bonsde hard toen hij de trap verder afdaalde en uit haar zicht verdween.

Tyler keek naar de angstige jongen die zich onder aan de ladder langzaam omdraaide om zijn toekomst in het gezicht te zien. Onwillekeurig dacht hij aan zichzelf op die leeftijd. Hij zag kracht, maar ook een té wijze blik voor Dakota’s leeftijd. En gelukkig ook een kinderlijke onschuld die hoop voor de toekomst gaf.

De jongen liep naar de Graysons, die voor de schuur stonden te wachten. Afwachtend gleed zijn blik naar Mr. Kramer, die naast het echtpaar stond.

Tyler richtte zijn blik nu op de vrouw die de ladder afkwam. Hij pakte haar arm voor Palmer daar de kans toe kreeg. Tegen de tijd dat ze voet op vaste bodem zette, was de boer vertrokken om zich weer aan zijn dagelijkse routine te wijden.

Ze liepen naar buiten en zagen Joshua zijn hand naar Dakota uitsteken. ‘Ga je mee naar huis, jongen?’ vroeg de man. Met zijn arm hield hij Marsha stevig tegen zijn zij gedrukt. Beide volwassenen lachten naar de jongen en wachtten rustig af. Het leek of ze geen haast hadden en vol vertrouwen afwachtten wat Dakota ging doen.

De jongen pakte Joshua’s hand. ‘Ik… Oké… Ik wil graag naar huis.’ Hij schudde Joshua’s hand en keek toen van Marsha naar Mr. Kramer. ‘Als dat… mag.’

‘Natuurlijk mag dat,’ zei Marsha. Ze smoorde hem niet in een knellende omhelzing, hoewel ze doodongerust was geweest totdat Dakota zijn eerste stap op de ladder naar beneden had gezet. Ze draaide zich rustig om en liep naar de auto. ‘Laten we gauw gaan, dan kan ik nog twee wassen draaien, en bovendien moet je naar school.’

Joshua zette zich ook in beweging en knipoogde naar Dakota. ‘Marsha heeft iets met de was. Een verstandig man zorgt dat ze daar niet bij gestoord wordt.’

Ralph Kramer zwaaide nog een keer voor hij ook in zijn auto stapte.

Tyler grinnikte. Hij keek naar Lily, die lachend naast hem stond, dacht hij. Tot hij merkte dat ze niet lachte maar huilde. Haar schouders schokten van het snikken.

‘Lily?’ Hij sloeg zijn armen om haar heen en legde zijn kin op haar kruin, of liever – op het petje van Dakota. ‘Liefje, wat is er aan de hand?’

Ze klemde zich aan hem vast. Ze had het zo fantastisch gedaan met de jongen dat Tyler heel even alle andere moeilijkheden was vergeten. Hij deed een stapje terug om haar gezicht te zien en verwachtte weer de verwarring en het verdriet waar hij helemaal niets aan kon doen. In plaats daarvan zag hij een stralende lach door haar tranen heen en hoop in haar ogen. Hij drukte haar weer tegen zich aan.

‘Lily?’ vroeg hij bijna bang om het te vragen.

‘Breng me naar school,’ fluisterde ze. ‘Ik wil vandaag meteen beginnen met de begeleiding van Dakota.’ Ze liet haar hand in de zijne glijden. ‘Daarna wil ik naar huis en lezen wat Mr. Kramer voor ons heeft achtergelaten.’

‘Weet je dat zeker? Ik bedoel… dat is fantastisch, maar –’

Ze schudde haar hoofd en veegde de laatste tranen weg. ‘Ik hoef nergens meer zeker van te zijn.’ Weer was daar die lach die haar hele gezicht deed stralen en hem opnieuw verliefd op haar deed worden. ‘Ik hoef alleen te voelen wat ik daarboven voelde, Tyler. Ik hoef alleen jouw lach te horen. Ik hoef alleen…’

‘Los te laten?’ Hij hield haar nog steviger vast.

‘Precies,’ stemde ze met hem in.

Precies. Het was zijn nieuwe favoriete woord. Hij liep met haar mee naar zijn auto en deed of hij net zo kalm was als zij zich voordeed. Vanbinnen warrelden er echter zoveel emoties in het rond.

‘Leuk petje,’ zei hij toen ze zaten.

Lily pakte het van haar hoofd en hield het tegen haar hart alsof het een boeket rozen was. ‘Ik had geen idee. Ik wist wat de Graysons deden. Ik weet dat ze voor jou een ander leven mogelijk hebben gemaakt, maar ik heb me nooit gerealiseerd wat dat voor hen betekend heeft. Zij zijn er getuigen van geweest dat jij je vertrouwen in de wereld, in de mensen herwon. En dat is wat het ouderschap inhoudt… Als moeder is dat je doel. Nu weet ik niet meer waarom ik vond dat ik faalde… Het is juist een voorrecht dit te mogen doen. De kans van je leven. En bijna heb ik… Het spijt me zo, Tyler. Ik wist het niet.’

‘Je moet geen spijt hebben, Lily,’ zei hij met zijn armen om haar heen. ‘Je hebt je weg teruggevonden naar mij. Zolang je uitkijkt naar een leven van ons samen, naar de kinderen die we samen een toekomst kunnen geven, geef je me alles wat ik nodig heb.’