Hoofdstuk 8

 

 

 

Fayad ijsbeerde door de kleine lobby terwijl hij op Violet wachtte. Hij zou slechts heel weinig tijd hebben om het aan haar uit te leggen.

De deuren zwaaiden open, en hij draaide zich om. Ademloos voelde hij zijn hart een keer overslaan zodra hij haar zag.

Alweer.

Ze schopte haar schoenen uit alsof ze haar hele leven niet anders had gedaan. Met haar hoofd wat schuin stapte ze naar binnen en wachtte op wat hij tegen haar ging zeggen.

Hij had geen woorden. Hij raakte met zijn vingers zijn voorhoofd aan, zijn hart en boog voor haar schoonheid, haar eer en haar moed. ‘Je bent in elke zin van het woord een prinses, Violet Hamilton. Geef me je handen.’

Ze deed wat hij vroeg.

Hij pakte de Blood of Tariq en legde die in haar handpalmen. Daarna hield hij zijn handen onder die van haar.

‘Door deze handeling doe je je familie eer aan, prinses. Ze zouden trots moeten zijn jou hun dochter te mogen noemen.’

‘Zouden? Dat suggereert dat ze misschien niet zo gelukkig zijn dat ik deze dolk aan jou overhandig.’

Hij wilde haar niet bang maken met de waarheid, maar ze was te intelligent om zich om de tuin te laten leiden, dus knikte hij alleen een keer.

‘Zal ik ze ontmoeten? Zijn ze hier?’

‘Ahmed al Sayyid, patriarch van deze familie – jouw familie – zit rechts van mijn grootvader.’ De man zou elke gelegenheid aanpakken de macht te grijpen en het land terug te brengen naar de middeleeuwen. Zijn zonen zouden er ook zijn. Als hij de Blood of Tariq niet aan hen wilde overdragen, zou ze beslist aan een van de neven worden uitgehuwelijkt. Zonder een kans om nee te zeggen… ‘Hij zal verwachten dat je hem erkent door voor hem te buigen.’

‘Ik hoef dus geen stevige omhelzing te verwachten en een welkom-thuis-kus?’

‘Ik ben bang van niet.’ Er was geen tijd meer dus sprak hij snel verder: ‘Mijn grootvader zit aan het einde van de majlis. Loop recht door de ruimte, kijk niet naar links of naar rechts. Houd de khanjar recht voor je, op je handen, zodat iedereen die kan zien. Buig eerst voor Ahmed. Daarna buig je voor mijn grootvader en leg je de dolk in zijn handen. Ik blijf vlak bij je.’ De spanning leek wat uit haar weg te trekken. ‘Weet je nog wat ik je heb beloofd, prinses?’

Onderzoekend keek ze hem aan. ‘Ik ben hier. Ik heb duizenden kilometers gevlogen en mezelf volledig aan jou overgeleverd omdat jij me hebt beloofd dat je mijn vrienden zou beschermen.’

‘En jou, prinses, ik zou jou ook beschermen.’ En dat zou hij doen. Tot aan zijn laatste ademtocht. Wat het hem ook zou kosten, zijn eer, wat dan ook. ‘Mijn grootvader zal je in het Arabisch en in het Engels bedanken, daarna zal ik spreken. Ik zal me naar jou wenden en je een vraag stellen. Je antwoordt nam. Maakt niet uit wat er gebeurt, dat moet je zeggen. Begrijp je me?’

‘Nam,’ herhaalde ze. ‘Wat betekent dat?’

‘Ja.’

‘Oké. Mag ik nog weten wat je me precies vraagt?’

Tot zijn grote opluchting zwaaiden de enorme deuren vol houtsnijwerk naar de majlis open, waardoor hij verder niets meer hoefde uit te leggen.

‘Drie keer,’ zei hij nadrukkelijk. ‘Ik vraag het drie keer, en jij antwoordt drie keer.’ Hij liet haar hand los en deed een stapje opzij. Naast haar liep hij naar binnen.

Zijn hart bonkte. Hij was zich bewust van alle stamhoofden, wijze mannen en vertegenwoordigers van het volk aan weerszijden van het gangpad. Allemaal stonden ze op om de khanjar te eren. Of ze keken naar Violet, onmiskenbaar een Sayyid. Misschien was zij het die de hoorbare schokgolven in de ruimte veroorzaakte?

Ze struikelde een keer bijna over de rand van een tapijt dat over een ander tapijt was gelegd. Meteen pakte hij haar bij haar ellenboog om te zorgen dat ze haar evenwicht bewaarde. Hoewel ze statig verder schreed, voelde hij haar arm trillen, en daarom bleef hij haar ellenboog beschermend vasthouden. Vastberaden bleef hij Ahmed al Sayyid aankijken, die als leider van de tweede machtigste familie van het land inderdaad aan zijn grootvaders rechterhand zat.

Recht voor de twee mannen bleef Violet staan. Ze boog haar hoofd voor Ahmed, en tot Fayads grote verbazing knielde ze daarna voor zijn grootvader en hield de khanjar naar hem op. Met haar ogen neergeslagen, plaatste ze de dolk in zijn handen. ‘In de naam van Fatima el Sayyid breng ik de Blood of Tariq terug naar zijn rechtmatige eigenaar,’ zei ze met kalme stem.

Ahmed al Sayyid zat met een woedend gezicht naar haar te kijken, maar zijn grootvader glimlachte.

‘Dank je, kind. Welkom thuis.’

Ahmed stond op.

Voor hij de kans kreeg iets te zeggen, volgde Fayad Violets theatrale voorbeeld en ging op zijn knieën naast haar zitten. Hij pakte haar hand. ‘Ik vraag iedereen hier te getuigen dat ik Violet Hamilton al Sayyid vraag mijn vrouw te worden.’ Hij wendde zich naar Violet. ‘Wil je mijn aanzoek accepteren?’

Ahmed deed een stap in zijn richting, maar zijn grootvader hief zijn hand op om hem te stoppen.

Het leek Fayad alsof Violet hem eindeloos lang alleen maar aankeek, maar uiteindelijk zei ze: ‘Nam.’

Hij herhaalde zijn vraag, vroeg weer aan haar: ‘Wil je mijn aanzoek accepteren?’

‘Nam.’

Hij vroeg het een derde keer.

‘Nam.’

Er brak een enorm tumult los, maar hij merkte het amper omdat Violet een van haar prachtige wenkbrauwen ongeveer een millimeter optrok. Alsof ze wilde vragen: wat heb ik in vredesnaam gedaan?

In antwoord daarop bracht hij haar hand naar zijn lippen en fluisterde: ‘Je hebt me net als je echtgenoot geaccepteerd.’ Hij hielp haar opstaan en zag dat zijn grootvader een tevreden glimlach nauwelijks kon verhullen terwijl hij hem omhelsde. Daarna omhelsde de emir Violet. ‘Welkom, dochter.’

Nadat hij zich weer tot zijn kleinzoon had gewend, zei hij: ‘Geef me je hand, Fayad.’

Fayad deed wat hij vroeg. Hij verwachtte dat de oude man zijn hand zou vastpakken en schudden. In plaats daarvan legde de emir de khanjar op zijn handpalm en hield die daar stevig op zijn plaats. Na een lang moment wendde hij zich naar de majlis en sprak: ‘Begroet uw nieuwe emir.’ Daarna liet hij Fayads hand los en stapte achteruit, zodat de nieuwe emir in het centrum van de aandacht stond.

Het was allemaal drama. Fayad bedacht dat zijn grootvader een ster was in spelletjes spelen. De oude man liep daarin minstens vijftig jaar op hem voor. Zijn grootvader had hem zo graag met een nieuwe vrouw gezien dat hij de dreiging van Ahmed al Sayyid had gebruikt om zijn kleinzoon te manipuleren. Hij had het voor elkaar. Nu kon hij zich terugtrekken in de bergen en onbezorgd van zijn oude dag genieten. Zijn rivalen konden niets anders doen dan glimlachend Fayads huwelijk accepteren, én zijn nieuwe positie als leider van Ras al Kawi.

Hij maakte zich zorgen om Violet. Zodra ze zich volledig realiseerde wat ze had gedaan, zou ze denken dat hij haar had gebruikt.

Nog een uur bleven ze daar naast elkaar staan terwijl elke aanwezige in de majlis hem kwam omhelzen. De mannen maakten een buiging voor Violet en raakten even de khanjar aan.

Violet hield constant een glimlach op haar lippen. Alleen iemand die haar goed kende, zou zien dat het een masker was. Wie wist wat zich daarachter allemaal afspeelde?

Uiteindelijk was het voorbij, en met zijn hand onder haar ellenboog wist Fayad haar door de rijen klappende mannen naar buiten te begeleiden.

Op het moment dat de deuren achter hen sloten, stortte ze zich op hem. ‘Je vrouw?’

‘Het moest wel –’

‘Zodat jij op de troon kon komen? Waarom heb je dat niet tegen me gezegd? Waar is al de hofmakerij gebleven? Alle cadeaus? De bruidsschat? Moet je eerst niet aantonen hoeveel ik je waard ben? Met goud en juwelen en kostbare stoffen? Met kostbare stoffen alleen al zou je het trouwens gered hebben. Ik ben ontwerper, en kostbare stoffen komen mij altijd van pas. Maar dat wist je natuurlijk niet. Je weet helemaal niets van mijn werk en mijn leven. Daar heb je helemaal niet naar gevraagd! Je geeft alleen om je eigen leven!’

Hij had het niet gevraagd omdat hij het allemaal al wist. Hij kende haar hele geschiedenis, maar op de een of andere manier wist hij dat dit niet het juiste moment was om haar dat te vertellen.

‘In een crisis, als de situatie erom vraagt, is het doelmatig om een uitspraak te doen ten overstaan van getuigen,’ zei hij kalm.

‘Ook wanneer de bruid geen idee heeft wat er aan de hand is?’

‘Luister, alsjeblieft. Ik zal het je uitleggen,’ zei hij, haar naar de deur leidend. Dit was niet de plek om ruziënd met zijn bruid gezien te worden.

Ze zette zich schrap. ‘Hoe? Jij krijgt je land en ik een vluggertje voor een ambtenaar van de burgerlijke stand en twee getuigen. Is dat alles wat ik waard ben?’

‘Ik zal je vertellen wat jij waard bent,’ zei hij, een arm om haar middel slaand. Zonder pardon tilde hij haar op en droeg haar naar binnen. Hij trok haar haar schoenen uit en daarna zijn eigen, vastbesloten ervoor te zorgen dat ze zou luisteren. Een scheiding kon net zo gemakkelijk uitgesproken worden als een huwelijk gesloten. Hij had haar juist beschermd door met haar te trouwen. Dat alles wilde hij alleen niet zeggen op een plek waar iedereen hen kon horen.

‘Wat is er gebeurd met mijn recht om te weigeren?’ vroeg ze, kronkelend om aan zijn greep te ontsnappen. Razend timmerde ze met haar vuisten op zijn schouders. ‘Ik vertrouwde je, maar je woord is geen cent waard, Fayad al Kuwani! Ik gaf je de khanjar, en die heb je gebruikt om je land terug te kopen. Je hebt me gebruikt om een bondgenootschap met de Sayyids te sluiten.’

‘Luister nu eerst eens naar me!’ bulderde hij. Alle kalmte was verdwenen.

‘O ja, schreeuwen. Echt op alles het antwoord van een man!’

‘Violet, zo komen we nergens.’

‘Nee, ik niet in elk geval.’ Woedend keek ze hem aan. ‘En nu? Uwe emir? Uwe hoogheid? Wat nu? Word ik nu ergens anders in voile gepakt? Moet ik nu op een wit laken gaan zitten wachten tot jij me komt uitpakken?’ Ze was zo druk met haar beschuldigingen dat ze vergat fysiek tegen te stribbelen.

Voor ze het wist, had hij haar naar buiten geleid en achter in een wachtende limousine geduwd. Hij knikte naar de chauffeur.

Een seconde later waren ze van de wereld afgesneden. Ook van de chauffeur, die van hen gescheiden was door een donker getinte glasplaat. Violet was echter niet bang.

Razend was ze.

Ze had sjeik Fayad alles gegeven wat hij wilde. Ze was er ingetrapt. Ze had in zijn zogenaamde oprechtheid geloofd.

Nu zat ze hier met een man – eigenlijk een volslagen onbekende – die haar in een huwelijk had verstrikt. Op zijn schoot, met zijn arm om haar middel en zijn warme adem tegen haar haren.

Vechten. Ze kon tegen hem vechten. ‘Je kunt maar beter een harnas dragen,’ waarschuwde ze.

Tegen haar verwachting in begon Fayad te lachen. Hoe durfde hij! ‘Ik ben met een kat getrouwd, geloof ik. Ik heb altijd al gehoord dat de vrouwen van jouw familie tijgerinnen zijn.’

‘Ik ben geen Sayyid. Ik ben een Hamilton.’

‘Nee, Violet. Je bent van mij. Je zult altijd van mij zijn…’ Hij kuste haar. Niet teder. Niet om haar van een pijnlijk moment af te leiden. Hij kuste haar als het hoofd van een woestijnstam die zijn trofee te pakken had gekregen. Opgewonden door de jacht was hij vastbesloten haar de zijne te maken.

Aan zijn opwinding was geen twijfel mogelijk. Maar dat was zijn probleem, niet dat van haar.

Hoe intenser zijn kus werd, hoe zachter de streling van zijn tong, hoe harder ze tegen de reactie van haar lichaam moest vechten. Dát was haar probleem.

Verlangen…

Begeerte…

Ze voelde zich gehinderd door haar kleren. De lange rok en de thaub waren een hinder. Niet omdat die haar stopten, maar omdat ze hen gescheiden hielden. Ze wilde bewegingsvrijheid, wilde zijn hand voelen, zijn mond op haar huid, op haar borst. Ze wilde hem tussen haar benen, waar begeerte heet pulseerde.

Ze wilde, besefte ze opeens heel helder, heerlijk en keer op keer… overmeesterd worden.

Zo snel als het begonnen was, was het ook weer afgelopen. Hoewel de limousine stilstond, bewoog haar aanstaande niet meer. Hij zweeg.

Fayad sloot zijn ogen. Even genoot hij alleen van Violets warmte. Voor het eerst sinds zijn gezin was omgekomen, werd hij door een golf van verlangen overspoeld.

Voor de buitenwereld had hij zich weten te herstellen Hij ging gewoon door met het werk voor zijn land, zijn volk. Vanbinnen was hij echter gestorven die dag. En nu reageerde Violet op deze manier op hem. Boos natuurlijk. Daar had ze ook alle reden toe. Maar dringender dan die woede was een witheet verlangen…

Daar misbruik van maken, was iets wat hij nooit zou doen.

Heel even had hij zich laten gaan. Hij had gezegd dat ze van hem was. Maar dat was niet zo. In tegendeel. Voor altijd zou ze deel van hem uitmaken, alleen had hij haar niet tot zijn vrouw genomen om haar aan zich te binden, maar juist zodat ze vrij kon zijn.

‘Het huis in Londen staat nu op jouw naam, Violet,’ zei hij, terugkerend in het moment. ‘Het wordt helemaal opgeknapt. Wanneer het klaar is, heb je een mooi en goed huis.’

‘Nee… Ik snap het niet.’

‘Jij hebt me alles gegeven wat je had. Het is niet veel wat ik je teruggeef. Wanneer je weer thuis bent, hoop ik dat je niet al te slecht over me denkt.’

‘Stuur je me weg?’

Ze deed het klinken of hij haar iets vreselijks aandeed. Als ze eens wist hoe moeilijk het was haar te laten gaan, hoe moeilijk het was van haar weg te lopen…

‘Nog niet. De verbouwing van je huis gaat nog een paar maanden duren. Je hebt nieuwe bedrading nodig. De loodgieter moet alle buizen vervangen, en ook het houtwerk, alle kozijnen… Alles moet vernieuwd worden.’

‘Niet te geloven dat het huis nog steeds staat…’

‘Straks is het weer zo goed als nieuw. Tot die tijd blijf je hier. Dat staat ook beter naar de buitenwereld.’

‘Wat ga ik hier dan doen?’

‘Er wordt helemaal niets van de bruid verwacht. Ze hoeft alleen haar man maar gelukkig te maken.’

‘Wat betekent dat?’

Hij wendde zich naar haar en keek haar recht aan. ‘Haar man zal gelukkig zijn als zij gelukkig is. Dat is je enige verplichting hier, Violet. Gelukkig zijn.’

‘Ik begrijp het niet.’

Ze zou het nooit begrijpen.

‘Daarna keer je terug naar je nieuwe huis en je goede vrienden. De scheiding gaat gepaard met een financiële regeling, dus je hoeft je geen zorgen te maken.’

‘De scheiding!’

Met moeite dwong hij een glimlach naar zijn lippen. ‘Je zult het wel fijn vinden te horen dat een scheiding net zo gemakkelijk is als een huwelijk. Je zult er amper erg in hebben.’

‘Behalve dan dat jij nu emir bent.’

‘Behalve dat,’ stemde hij met haar in. ‘Jij gaat terug naar huis. Je kunt je eigen modehuis starten als dat je passie is.’

Ze gleed uit zijn armen van zijn schoot op de zitting naast hem. ‘Ik begrijp het.’ Hij had het weer gedaan, haar protesten gesmoord met een kus. Nog maar even daarvoor had ze niets dan een verblindende hartstocht gevoeld, nu voelde ze alleen nog een ijzige kilte.

‘Hoe snel?’

‘Drie maanden.’

Woedend keek ze hem aan. ‘Hè? En wat ga ik doen in die drie maanden? Mijn man gelukkig maken staat niet echt op het lesprogramma, toch?’

Even keek hij haar aan alsof hij toch nog van gedachten zou veranderen.

‘Maak je geen zorgen,’ zei ze daarom snel. ‘Ik bedenk wel wat.’

‘Mooi.’ Even bleef hij stil. ‘Misschien kun je me helpen met wat gevoelige kwesties.’

‘Jouw kwesties, bedoel je!’

‘Ik bedoel het wat algemener. Mijn eerst actie als emir zal zijn dat ik aankondig dat de leerplicht ook voor de meisjes geldt. Het zou heel passend zijn als jij, de vrouw van de emir, de eerste schep in de grond zet op de plek waar de Violet al Sayyid meisjesschool zal komen te staan.’

‘Is Al Kuwani niet mijn achternaam?’

‘Hier veranderen vrouwen niet van naam wanneer ze trouwen.’

‘Dat is handig. Je wrijft het Ahmed al Sayyid goed onder zijn neus.’

‘Wat wrijf ik hem onder zijn neus dan?’ Fayad schudde zijn hoofd. ‘Je zou niet zo met hem te doen hebben als ik je vertelde dat hij jou vanavond nog mee naar huis had genomen als hij de kans had gekregen. Daar heb ik een stokje voor gestoken.’

‘Dat had hij niet kunnen doen!’ Fayad antwoordde niet, dus vroeg ze: ‘Toch?’

‘Hij is een verwant van je. Het hoofd van de familie. Mijn grootvader zou hem niet hebben kunnen tegenhouden zonder een scheuring te veroorzaken. Die mogelijkheid had ik moeten voorzien…’ Hij sloot zijn ogen, alsof hij er niet meer aan wilde denken hoe ze echt op het nippertje de dans was ontsprongen. ‘Een huwelijk was de enige manier waarop je aan hem kon ontsnappen.’

Zijn belofte haar te beschermen, had hem tot dit huwelijk gedwongen. Hij had geen keus gehad.

‘Ahmed zou de Blood of Tariq als bruidsschat hebben opgeëist, is het niet?’

Hij knikte. Hij zei niet of hij de dolk zou hebben opgegeven, en zij wilde er niet naar vragen. Als hij niet in het bezit was van de dolk, zou hem dat politiek zwakker maken. Misschien had hij de troon dan zelfs wel verloren. Wat betekende zijn woord aan één enkele vrouw – verwant aan zijn vijand – nu in dat licht?

‘Ahmed stond naar me te staren toen we op het vliegveld aankwamen.’ Ze huiverde, en heel even dacht ze dat Fayad haar weer in zijn armen zou nemen.

In plaats daarvan draaide hij zich abrupt om en beantwoordde daarmee elke vraag die voor haar belangrijk genoeg was te stellen.

‘Had ik dat rotding maar nooit gevonden. Dat had iedereen een hoop narigheid en moeilijkheden bespaard.’

‘Misschien, maar uiteindelijk is het allemaal goed gekomen. Mijn grootvader heeft precies wat hij wilde. Hij is dolgelukkig.’

Ze wachtte erop dat hij zou zeggen dat het voor hem ook goed was afgelopen, maar hij zei niets. Goed, hij had al eerder gezegd dat dit het laatste was wat hij wilde.

Het huwelijk dan.

Zijn kus, zijn opwinding, dat hij gezegd had dat ze van hem was… Het waren niet meer dan reacties op haar weerstand. Ze had zijn mannelijkheid uitgedaagd, dus had hij haar willen overmeesteren…

Haar grote fout was dat ze meteen had toegegeven. Ze had de macht gehad te krijgen wat ze hebben wilde en had die door haar vingers laten glippen. Nee, ze was lang niet Arabisch genoeg…

‘Je grootvader zal het anders niet waarderen als je je weer van mij laat scheiden,’ zei ze om een reactie uit te lokken.

‘Ik denk niet dat hij lang genoeg onder ons zal zijn om dat nog mee te maken.’

‘Is hij echt zo ziek?’ vroeg ze, haar trots opzijzettend.

‘Dat ik niet wilde doen wat hij van me vroeg, zag hij als koppigheid. De wil daartegen te vechten, hield hem in leven.’

‘Waarom wilde je niet doen wat hij vroeg? Je hoefde er niet eens opuit te trekken om een bruid te zoeken…’

‘Ik was er niet klaar voor.’

Hij rouwde dus nog steeds om zijn vrouw en zijn zoon. Zijn geliefde grootvader zou ook nog gaan sterven. Haar verlies van haar grootmoeder was nog zo vers dat ze heel goed begreep was hij voelde, ook al liet hij daar niets van zien.

Ze fronste haar wenkbrauwen. Als zijn grootvader zo fragiel was, hoogstens een paar weken verwijderd van zijn dood, waarom had hij haar dan gebruikt? De troon zou dan automatisch van hem geweest zijn.

Een woord totaal niet geschikt voor een prinses ontsnapte aan haar lippen. Ze had het helemaal verkeerd begrepen!

Alles.

‘Het ging je er niet om nu al emir te worden, hè? Heb je het echt alleen voor mij gedaan?’

‘Ik had beloofd dat ik je zou beschermen.’ Hij stapte uit de auto en stak haar zijn hand toe. ‘Ga naar binnen. Leila wacht al op je.’

‘Maar verwacht ze dan niet dat…’ Violet bloosde verward.

‘Leila verwacht dat ik een huis voor je bouw en dat ik een bruidsschat verzamel. Drie maanden tussen het huwelijk en het trouwfeest is niet echt lang.’ Hij zag dat ze er niets van begreep. ‘Dat het huwelijk onconventioneel was, wil nog niet zeggen dat het vervolg niet conventioneel zal verlopen.’

Hij boog zich naar voren en kuste haar op haar voorhoofd. ‘Ik zie je morgen.’