Hoofdstuk 9
Drie maanden had een onmogelijk lange tijd geleken, maar toch vlogen de weken voorbij. Leila, die nu officieel haar hofdame was, week niet van haar zijde en leerde haar Arabisch en alles over Ras al Kawi.
Onderhand had ze Fayads familie ontmoet, en die had haar in het hart gesloten. Ze werd uitgenodigd voor feestjes op het strand en voor winkeltripjes met zijn zusters. Ze had altijd maar één familielid gehad, nu maakte ze plotseling deel uit van een enorme familie.
Opeens had ze een eigen majlis. Net als de emir ontving ze op gezette tijden alle vrouwen die met haar wilden praten. Gewoon een babbeltje of een gesprek over bepaalde problemen. Altijd onder het genot van de kleine traditionele kopjes koffie. Ze luisterde naar wat hen bewoog, en met hulp van Leila sprak ze met de vrouwen over het belang van goed onderwijs voor hun dochters.
Wanneer ze werd meegenomen door zijn zusters om een bezoek te brengen aan de belangrijke hareems, in het bijzonder de hareem van de familie Sayyid, vergat ze niet ook daar die boodschap over te brengen. Ze merkte dat het niet alleen de jongere vrouwen waren die naar haar luisterden, maar dat ook hun moeders en grootmoeders oor hadden voor haar verhaal.
Dit kon ze doen voor Fayad, want hij had gelijk gehad toen hij zei: ‘Je bent van mij en je zult altijd van mij zijn…’ De tijd ging nog sneller dan het zand door een zandloper gleed, en elke seconde was kostbaar.
Ze mocht dan alleen zijn vrouw zijn in naam, maar in de praktijk behandelde hij haar als zijn koningin. Hij besprak zijn ideeën met haar, nam haar mee wanneer hij scholen bezocht en moedigde haar aan zich uit te spreken over onderwerpen als gezondheid en werk binnen de vrouwengemeenschap.
Hij nam haar mee de bergen en valleien in om boerderijen en andere kleine bedrijven te bezoeken, zodat ze zelf kon zien hoe de mensen leefden. Vooral hoe de vrouwen vormgaven aan hun bestaan.
Ze had een hard bestaan verwacht. Ploeteren. En in sommige gevallen was dat ook zo. Er was echter altijd warmte en gastvrijheid en plezier in het leven, hoe eenvoudig dat ook was.
Samen trokken ze door de woestijn, en ze liet hem in lachen uitbarsten toen ze gehuld in sluiers op een kameel was gaan zitten, die overeind kwam door eerst op zijn achterpoten te gaan staan. Ze werd naar voren gekatapulteerd en vloog bijna over de neus van het dier in het zand.
Het was allemaal nieuw en opwindend. Diep in haar hart wist ze dat Fayad haar leven echter nog mooier kon maken. Als hij aan het einde van de dag bij haar zou blijven in plaats van afscheid te nemen. Als hij werkelijk haar echtgenoot zou worden.
Hij hield echter altijd afstand.
Nooit waren ze meer alleen. Hij kuste haar niet meer en pakte haar ook niet meer bij de hand.
Heel af en toe, bijvoorbeeld wanneer ze zich plotseling omdraaide, zag ze dat hij naar haar keek. Heel even geloofde ze dan dat hij hetzelfde voor haar voelde als zij voor hem. Dan wendde hij zijn hoofd echter weer af, en op zulke momenten wist ze dat ze zichzelf voor de gek hield.
Ze ontwierp kleding voor Leila, voor de zusters van Fayad en voor haar nichtjes van de familie Sayyid. De kleding liet ze maken door een klein bedrijf dat ze had opgezet voor jonge meisjes die geen familie meer hadden. Dat bleek een succes. De geleverde kwaliteit was uitmuntend, en al vlug kwamen er meer vrouwen op haar kleding af. Ze had al snel door dat in haar nieuwe positie geen deur voor haar gesloten bleef. Er kwam zelfs een koper uit Londen die graag haar label wilde voeren.
Er was wel gemopper over het verplicht stellen van onderwijs voor meisjes. Dat kwam vooral van Ahmed al Sayyid, maar het bleef ondergronds. Wanneer ze zich op de soek vertoonde, werd ze altijd aangeschoten door vrouwen die haar zegeningen toefluisterden.
Al die tijd groeide haar bruidsschat in een alarmerend tempo. Elke ochtend kwam er weer een nieuwe schat bij. Diamanten in elke kleur die je je kon voorstellen. Er waren diamanten die niet blauw maar ook niet groen getint waren en die precies bij de kleur van haar ogen pasten. Er waren smaragden, saffieren en parels. En bergen goud. Armbanden en prachtige kettingen die precies leken op de ketting die ze ooit op een foto had gezien, die gedragen zou zijn door Helena van Troje.
En dan nog de robijnen. Gepolijst en bloedrood. Een prachtige steen in een eenvoudige gouden setting. Meerdere stenen in lange oorbellen die bijna tot op haar schouders vielen. Armbanden met elke steen gevat in prachtig gouden filigraanwerk. Een ketting van parels met een traanvormige robijn in het midden.
Prachtige stoffen om bruidskleding van te maken. Niet dat een van die japonnen door haar gedragen zou worden. Zij ontwierp, en de meisjes maakten wel zeven zeer bijzondere en prachtige bruidsjurken van de zijde. Mooie japonnen in elke denkbare kleur met wijdvallende pantalons die eronder gedragen werden. Ondergoed. Thaubs.
Op een ochtend trof ze de moeder van Fayad aan terwijl die een gouden kap tussen alle andere schatten schikte. Een kap van gouddraad, zo fijn als zijde en zo lang als Violets haren. Fayads moeder plaatste hem op een drager precies in het midden van al de kostbare schatten.
Tot nu toe had ze de verleiding weerstaan om ook maar één van de kostbaarheden op te pakken en goed te bekijken. Ze waren zo exotisch, zo onwerkelijk, dat ze er tot grote onvrede van Leila, alleen nog maar vluchtig naar had gekeken en een beetje om had gelachen zelfs.
De kap was echter zo anders. Ze kon zichzelf niet weerhouden en raakte even het delicate gouddraad aan. ‘Wat is dit?’
‘Het is je bruidstooi,’ zei Leila bijna dwepend. ‘Die hoor je te dragen wanneer je gasten ontvangt in de zeven dagen nadat de emir jullie huwelijk heeft bekrachtigd.’
Jullie huwelijk heeft bekrachtigd…
Ze kon zich niet vergissen in de betekenis van die woorden.
‘Nog niet…’
Alsjeblieft nog niet. Het was te snel. Ze had nog zoveel te doen. Ze wilde Ras al Kawi nog niet verlaten. Ze wilde nog niet bij hem weg…
‘Het is zover, Violet,’ zei de moeder van Fayad.
‘Heeft hij dat gezegd?’ Als dat zo was, moest ze inderdaad vertrekken.
‘Hij zegt dat hij het te druk heeft om erover te praten, maar zijn grootvader wordt ongeduldig. En aangezien alles klaar is – het huis, de bruidsschat – hoeft het huwelijk niet langer uitgesteld te worden.’
De grootvader waarvan gezegd werd op sterven na dood te zijn, had de laatste maanden blijkbaar veel van zijn kracht teruggekregen…
‘Wat betekent dat?’ Hopelijk duurde het organiseren van een huwelijk in Ras al Kawi net zolang als het in Londen duurde. Maanden en maanden…
‘De maksar wordt overmorgen gehouden,’ antwoordde Fayads moeder. ‘Alle vrouwen komen de bruidsschat bekijken en het feest meevieren.’ Ze glimlachte. ‘Mijn zoon komt ’s avonds.’
Om haar tot zijn bruid te maken.
Leila huiverde zichtbaar van blije opwinding.
Violet huiverde gewoon. ‘Ik moet hier echt met hem over praten, sheikha.’
‘Hij is vanmorgen naar Ras al Hajar gevlogen en komt pas morgenmiddag terug. Je hoeft je echt nergens zorgen om te maken. Alles is geregeld. Je wordt heerlijk verwend en verzorgd. We zullen je met huwelijkshenna beschilderen. Je trekt je mooiste kleding aan. Draag sluiers.’ Ze liep naar de deur en draaide zich nog even om. ‘Hij zal verwachten dat je je verzet. Wist je dat?’
‘Ja, dat is me verteld.’
‘Niet te fel,’ zei zijn moeder glimlachend. ‘Het is alleen voor de vorm.’
O, wat was de verleiding groot. Wat zou het gemakkelijk zijn alles gewoon door te laten gaan. Zijn moeder niet tegen te houden. Gewoon niets te zeggen… Maar hoe moest ze in vredesnaam weigeren?
Zo mocht ze niet eens denken. Dat kon ze de man die alles voor haar had overgehad niet aandoen.
‘Ik ga even een wandeling maken, Leila.’
‘Nu?’ Leila was verbaasd, ze hield echt niet van wandelen. ‘Maar we moeten –’
‘Een uurtje maar. Ik heb echt even frisse lucht nodig.’ Violet dwong een glimlach op haar lippen. ‘Je hoeft niet met me mee te komen, hoor.’
‘Zeker?’
‘Heel zeker.’ Ze wilde voor een laatste keer door de tuinen lopen, het pad nemen dat Fayad haar had laten zien, dat naar de plek leidde waar ze over de hele stad kon uitkijken.
Bij de deur werd haar een envelop in handen gedrukt die persoonlijk door Amira al Sayyid was afgegeven. Ze duwde die in de broekzak van de spijkerbroek die ze onder de abaya droeg die haar tegen de hitte moest beschermen.
Haar lijfwacht kwam overeind maar ze gebaarde dat hij in de schaduw kon blijven zitten. ‘Blijf hier, Yusuf. Ik ga niet ver weg.’
Ze liep door de tuin, door het hek het pad op dat naar de paleisboerderij leidde, naar de boomgaarden, de moestuin en de kleine kudde geiten. Zij leverden de melk voor de yoghurt en de kaas. Daarna nam ze het steile pad naar de grote platte steen van waaraf je een prachtig uitzicht had.
Toen ze plotseling in de schaduw kwam te zitten doordat er iemand naderde, had ze geen idee hoelang ze daar al zat. Was Yusuf ongeduldig geworden? Of was Leila bezorgd waar ze bleef?
Fayad kende en respecteerde de emir van Ras al Hajar al sinds zijn jeugd. De man was altijd zijn voorbeeld geweest omdat hij probeerde het beste van de tradities te bewaren, maar heel modern was in zijn kijk op het leven. Zijn Engelse vrouw was niet alleen de moeder van zijn zonen, maar was ook heel actief op politiek vlak. Ze maakte zich sterk voor de vrouw en fungeerde als ambassadrice van haar land.
Nu al vervulde Violet die rol in zijn leven. Ze had zoveel ideeën en steunde hem werkelijk in al zijn projecten. Ze wist zelfs de koppigste tegenstanders van onderwijs voor meisjes naar zijn kamp over te halen.
Elke dag met haar was een feest. Elke dag kwam hij een stap dichter bij het afscheid dat haar weer naar haar eigen leven zou terugbrengen. Elke dag dacht hij aan het moment waarop ze hem compleet had gemaakt. Het moment waarop hij had uitgeroepen: ‘Je bent van mij!’ Zelfs op dat moment had hij echter geweten dat ze nooit aan iemand zou toebehoren. Alleen iemand die totaal vrij was, had zoiets kostbaars als de Blood of Tariq kunnen overhandigen zonder er iets voor terug te vragen.
Vanaf het moment waarop hij haar had ontmoet, had hij geweten dat ze alle kwaliteiten bezat om een fantastische koningin te worden. Bij hun eerste ontmoeting had hij al gezien hoe moedig ze was. Zonder enige aarzeling was ze haar vriendin te hulp geschoten. Tegelijkertijd had ze het dode gevoel binnen in hem voor eens en voor altijd verdreven.
Het enige wat hij nooit had verwacht, was dat hij verliefd op haar zou worden. Het was zo nieuw en het voelde zo anders. Het moest wel liefde zijn. Niet het soort liefde dat amper meer was dan lust, maar een diepgeworteld gevoel dat elke dag sterker werd. Als ze naar haar eigen leven zou terugkeren, zou hem dat zijn hart uit zijn borstkas rukken.
Hij had er alles voor over haar aan zijn zijde te houden. Als zijn vrouw. In alles.
‘Fayad?’
Hij realiseerde zich dat Hassan hem een vraag had gesteld en op een antwoord wachtte.
‘Sorry, ik was even afgeleid.’
‘Ik merk het. Je bent heel ergens anders met je gedachten. We kunnen het hier later nog over hebben.’ Hassan stond op en lachte naar hem. ‘De volgende keer wanneer je naar Ras al Hajar komt, neem dan je nieuwe vrouw mee. Rose wil haar zo graag ontmoeten.’
Voor Fayad kon antwoorden, zag hij zijn assistent lijkbleek aan komen lopen. Zonder iets tegen hem te zeggen, gaf de man hem de mobiele telefoon die hij in zijn hand had.
De beller nam niet de moeite te zeggen wie hij was. ‘Ik heb je vrouw,’ was het enige wat hij zei.
Verder niets. Geen vraag om losgeld. Geen dreigement.
Dat hoefde ook niet. Ontzet stond hij op.
Binnen de kortste keren zat hij in het vliegtuig terug naar Ras al Kawi, waar hij een doodongeruste Leila aantrof, die zichzelf de schuld gaf van Violets verdwijning.
‘Ze zei dat ze een wandeling wilde maken. Dat ze even alleen wilde zijn.’
Violets lijfwacht was ten einde raad.
‘Het is niet aan jullie te wijten,’ verzekerde hij hen. ‘Het is helemaal mijn schuld.’ Hij had haar naar Ras al Kawi gebracht. En erger, hij had de meedogenloosheid van Ahmed al Sayyid onderschat en ook diens vastbeslotenheid de dolk in handen te krijgen.
Fayad reed alleen naar de plaats waar hij geacht werd de khanjar te overhandigen. Hij nam niemand mee. Het leven van Violet wilde hij niet op het spel zetten door van de instructies af te wijken, of door een wilde reddingsactie op touw te zetten.
Door zijn onvoorzichtigheid had hij zijn eerste vrouw en zijn zoon verloren. Nu deed hij alles om de vrouw van wie hij hield terug te krijgen. Allah stelde hem op de proef, om te zien of hij ook werkelijk meende wat hij had gezegd.
Hij stapte uit zijn jeep, en met de Blood of Tariq in zijn hand liep hij naar de smalle brug die zich over een diepe kloof uitstrekte.
Aan de andere kant van de brug stond Ahmed al Sayyid, hij hield Violet bij de pols. Met een enkele beweging liet hij Fayad weten Violet in de diepte zullen storten als hij onraad rook.
Langzaam liep Fayad op hen af. Hij zorgde ervoor dat zijn handen goed te zien waren. Hij legde de khanjar in het midden op de brug en draaide zich om. Langzaam liep hij terug.
De spanning was werkelijk ondragelijk. Kwam ze achter hem aan? Of zouden ze haar vasthouden tot ze hem hadden kunnen neerzetten als zwak en niet geschikt om het land te leiden? Voor het eerst in zijn leven keek hij om. Hij keek recht in de ogen van Violet en zei hardop, zodat iedereen hem kon horen: ‘Ik ben van jou.’
‘Ga je koffers dan maar pakken, Fayad al Kuwani!’ riep Ahmed spottend. ‘Dan stuur ik je je vrouw wel na! Dan kun je als banneling bij haar in dat huisje van haar trekken.’
Fayad had omgekeken. Dat was het enige waaraan ze kon denken toen ze naar een klein privévliegtuig werd gebracht dat haar zou terugbrengen. Hij had omgekeken en gezegd: ‘Ik ben van jou.’
Hij had niet alleen alles voor haar opgegeven, hij had ook zichzelf overgegeven. Het vliegtuig was slechts twintig minuten in de lucht geweest, en meteen na de landing was Fayad als eerste aan boord gekomen. Geen afstand, geen terughoudendheid. Hij nam haar in zijn armen en hield haar dicht tegen zich aan gedrukt. ‘Liefste, je bent veilig.’ Hij deed een stapje terug en keek haar aan. ‘Hebben ze je pijn gedaan?’
‘Ik ben veilig,’ herhaalde ze. Ze klemde zich weer aan hem vast. ‘Ik was zo bang dat ze je iets zouden aandoen.’
Ze hadden een heleboel wapens en hadden hem meteen kunnen doden zodra ze de Blood of Tariq in handen hadden.
‘Je hebt de dolk zomaar opgegeven. Voor mij. Vind je het niet erg om verbannen te worden?’
‘Niet als jij met me meekomt.’
‘Ik volg je naar het einde van de wereld… Maar waar zijn we nu eigenlijk?’ vroeg ze snel omdat ze zich bewust was van haar kwetsbaarheid.
‘We zijn in Ras al Hajar. Dit vliegtuig is van Ahmed al Sayyid, de piloot is getrouwd met Amira al Sayyid. Amira wil dat haar dochters naar school gaan. Ze heeft tegen haar man gezegd dat hij niet meer thuis hoefde te komen als hij jou naar Londen vloog.’
‘Ik ken Amira. Ze komt naar de majlis. Deze brief heeft ze me vanmorgen gegeven.’ Violet haalde de envelop tevoorschijn die ze die morgen had gekregen. Ze scheurde hem open en haalde er een in het Arabisch beschreven vel papier uit. ‘Het is de brief van Fatima! De brief die uit mijn huis is gestolen…’
Fayad las hem snel door, trok haar naar zich toe en kuste haar. ‘Ahmed mag de Blood of Tariq hebben, maar hij heeft jou niet. Jij bent mijn zielsverwant.’
Zielsverwant? ‘Wat staat er in de brief?’
‘Het is een bekentenis. Fatima heeft de brief geschreven toen ze oud was, net voor ze stierf. Ik denk dat ze van plan was de brief aan mijn betovergrootvader te sturen, maar misschien heeft ze net iets te lang gewacht en was ze er toen niet meer toe in staat.’
‘Wat staat er dan in?’
‘Haar huwelijk met Tariq al Kuwani was door haar vader geregeld en had slechts één reden. Zo wilde hij de khanjar stelen. Het plan was Tariq te drogeren, dan moest zij de dolk stelen en ’s nachts te vluchten.’
Violet hield haar adem in. ‘Als ze gesnapt was…’
‘Ik weet het. Het had haar zeker het leven gekost, maar dat had ze dan opgeofferd voor haar familie. Haar broer moest haar op een afgesproken locatie opwachten. Het duurde weken voor ze de moed had het plan ten uitvoer te brengen. Van haar vader had ze moeten zweren op de heilige Koran, anders zou ze het nooit gedaan hebben. Toen ze het uiteindelijk deed, was haar broer er niet. Misschien had hij het opgegeven of had hij gedacht dat ze was gesnapt en ter dood was gebracht. Ze kon niet terug. Omdat ze wist dat haar echtgenoot haar zou doden als hij haar vond, is ze gevlucht.’
‘En werd ze door mijn betovergrootvader gevonden.’
‘Hij heeft haar leven gered en haar overtocht naar Engeland betaald omdat hij wist wat haar zou gebeuren als hij haar alleen achterliet. In Engeland is hij met haar getrouwd zodra hij uit het leger kwam.’
‘Hij was dus een echte held.’
Fayad pakte haar hand. ‘Niet alle mannen zijn schurken, Violet.’
‘Nee…’ zei ze hoofdschuddend.
‘Fatima wilde het beste maken van het nieuwe leven dat ze had gekregen en wilde een goede vrouw voor hem zijn. Ze heeft met haar goud een huis voor hen samen gekocht.’
‘Maar de khanjar heeft ze verborgen.’
‘Die was beroemd. Als hij was opgedoken in Londen…’ Fayad liet aan haar verbeelding over wat er dan gebeurd zou kunnen zijn.
‘Ik denk niet dat Lawrence die kostbare dolk toevallig aan je betovergrootvader heeft gegeven,’ zei ze. ‘Hij heeft een bewuste en wijze keuze gemaakt. En nu, door mij, ben je hem kwijt.’
‘Jij hebt me alles gegeven wat je had, en ik kon voor jou niet minder doen.’ Ze wilde iets zeggen, maar hij stopte haar. ‘Straks. Mijn vliegtuig staat klaar om ons naar Ras al Kawi te vliegen.’
‘Ik dacht dat je verbannen zou worden?’
‘De Kuwani heersen al negentig jaar over Ras al Kawi zonder in het bezit te zijn van die dolk, Violet. Er is meer dan een symbool nodig om een land generaties lang bij elkaar te houden en te verbinden tot een natie. Dat krijg je alleen voor elkaar met moed en enthousiasme. Zoals jij dat hebt. Wil je echt graag terug naar Londen, Violet?’ Hij nam haar beide handen in de zijne. ‘Je bent mijn vrouw, bezitster van mijn hart, mijn zielsverwant. Dat zal nooit veranderen. Nu vraag ik je, in je eigen taal, of je voor altijd bij mij wilt blijven, of je de moeder van mijn kinderen wilt worden.’
Ze hief haar hand op naar zijn wang. ‘Ik zal voor altijd bij je blijven, Fayad al Kuwani, bezitter van mijn hart, mijn zielsverwant. Ik zal de moeder van je zoons zijn, insh’Allah, of van je dochters.’
Een uur later landde hun vliegtuig in Ras al Kawi. Deze keer werd Violet niet meegetroond naar een andere limousine terwijl haar echtgenoot door hoogwaardigheidsbekleders werd begroet. Nu werd ze door een eigen comité ontvangen. Het hoofd van elke hareem, met Amira al Sayyid voorop, stond haar op te wachten om haar voorhoofd te kussen en haar handen aan te raken. Om haar welkom thuis te heten.
De Sayyid-coup werd zonder bloedvergieten beëindigd. Zelfs degenen die met Ahmed hadden meegestemd over het onderwerp educatie voor vrouwen, waren verbijsterd door wat hij had gedaan. Ze wilden afstand nemen van Ahmeds handelen en wisten niet hoe snel ze zich bij de emir moesten aansluiten.
De khanjar werd anoniem aan de familie teruggegeven, en Fayad droeg de dolk toen hij drie dagen later op de maksar arriveerde om zijn bruid op te eisen.
In de stilte van haar bruidskamer wachtte Violet op haar man, haar handen en voeten met bruidshenna versierd. Haar vriendinnen, Leila, Amira en Fayads moeder hadden haar giechelend als meisjes in goudgerande sluiers gewikkeld.
Fayad stuitte niet op al te veel tegenwerking bij de deur; na een eerste buiging werd hij al doorgelaten. Met kloppend hart opende hij de laatste deur. Hij zag haar wachten op hem, gesluierd en zittend op een wit laken. Ze zou wel enige tegenstand bieden, verwachtte hij, zodra hij de tip van de eerste sluier optilde. ‘Liefste,’ zei hij met kloppend hart en een lichte trilling in zijn stem. ‘Accepteer je mij?’
‘Mijn man…’ Haar stem trilde ook, viel hem op. Dat had hij niet verwacht van zijn moderne Engelse bruid. Hij had verwacht dat ze lachend zou tegenstribbelen.
Na een kus op de rand van de sluier wikkelde hij die af. ‘Ik moet je iets vertellen, liefste. Ik moet je vertellen waarom ik tegenstand bood toen mijn grootvader me wilde dwingen te trouwen.’
Ze keek naar hem op, en hij kuste de rand van een volgende sluier.
‘Ik ging gebukt onder een vreselijk schuldgevoel over de dood van mijn vrouw en mijn zoon. Ik achtte mezelf waardeloos voor een nieuwe bruid.’
‘Maar…’
Glimlachend keek hij naar haar ogen die groot van verbazing werden. Ze moest zijn opwinding hebben bemerkt toen hij haar voor het eerst had gekust.
‘Jij hebt ervoor gezorgd dat ik mijn land terug heb, door jou voel ik me weer een man…’
Weer een sluier werd afgewikkeld, en haar hand kwam vrij. Hij pakte die en kuste elke vinger, draaide hem om en kuste de palm.
Een gevecht was niet nodig. Alleen een langzaam, sensueel afwikkelen van de sluiers. Fayad kuste elk trillend plekje van zijn prachtige bruid, tot ze hem letterlijk smeekte het huwelijk te consommeren, hun liefde compleet te maken. Toen ontdekte hij dat het witte laken niet slechts een symbool was. Violet Hamilton had hem werkelijk alles geschonken.