19

Cortes en zijn mannen trokken snel maar zo geruisloos mogelijk verder. Nu en dan drong het geknetter van een salvo tot hen door. De particuliere vertrekken van de Beschermer waren nu niet ver meer. Generaal Capitaz stond druk te bevelen en generalerig te doen. Zijn handlangers schreeuwden reeds triomf. Simon had zich verschanst achter haastig bij elkaar geschoven meubelstukken en beantwoordde het vuur. Luchtig en opgewekt als altijd in het gezicht van de dood die hij opzettelijk scheen te hebben gezocht. Want aan de mogelijkheid van reddende tussenkomst geloofde hij niet langer. ‘Duizend verontschuldigingen, Mario, maar ‘t is al bijna voorbij.’

Een salvo vormde het antwoord. Simon drukte zich plat tegen de vloer. Met een half oog zag hij dat Borgaz zich veilig waande in een verre hoek. Eén blik was voldoende om Simon er van te overtuigen dat Innocente zich reeds op het gestoelte der macht hersteld zag. Mario dacht er anders over.

‘De laatste kogel is voor jou, Borgaz,’ zei hij. Borgaz sloeg languit tegen de vloer. Escudia had niet langer een Beschermer om het land naar de afgrond te voeren.

Op hetzelfde moment bereikten Cortes en de zijnen de gang. Het knallen en knetteren van pistolen en mitrailleurs. De soldaten van de generaal draaiden zich om. Zij boden nog zwak tegenstand, maar het was tevergeefs. De bevrijders waren al spoedig zeker van de overwinning. ‘Geef je over!’ riep Cortés uit.

‘Staakt het vuren!’ riep de generaal, die onmiddellijk met de wind meeveerde, terwijl Pichón, die tenslotte maar een secretaris was, dood neerviel. Een moment van wilde verwarring. Buiten klonk nog sporadisch het vuren van de soldaten die de ramen probeerden te bestormen. Zij hadden inmiddels ladders aangevoerd en bereikten de vensters juist op het moment waarop Cortés een haveloze man met blauwe ogen en een verscheurde broek omhelsde. ‘Wij zijn u mateloze dankbaarheid verschuldigd…’ ‘Ik heb me zelden zo goed geamuseerd,’ spotte Simon. ‘Simon!…’

Pilar viel hem dronken van vreugde om de hals. Hij legde zijn handen op haar schouders en keek haar diep in de ogen, ontroerd door de eenvoud waarmee Pilar uitdrukking gaf aan haar gevoelens jegens hem. Het had iets dat tegelijkertijd zuiver was en barbaars. De dochter van Gabriel spotte met de conventies. Voor haar was Simon het ideaal, en zij maakte geen geheim van haar gevoelens.

In de algemene verwarring en opwinding lette niemand op de gestalte die daar voor dood op de grond lag, op de plek waar hij was neergevallen toen Borgaz hem dat vouwbeen in het lichaam had gestoten. Niemand lette op Valdinez. Iedereen lette op Borgaz. De soldaten van de generaal Capitaz werden ontwapend,bewaakt door de vrienden van Cortes, maar van ganser harte bereid zich aan de zijde van de voormalige tegenstander te scharen. Hun aanvoerder scheen trouwens een zelfde mening toegedaan. Zijn mond stond reeds op een kier, klaar om ‘Leve Cortés’ te roepen. ‘Dood?’ vroeg iemand, op Borgaz neerkijkend. ‘Zo dood als Mario hem krijgen kon,’ bevestigde Simon. Cortés loosde een korte zucht, haalde dan de schouders op.

‘Misschien beter zo. Beter misschien dan een lang proces.’ ‘Hij zal gauw genoeg vergeten zijn.’ Capitaz wendde zich tot Cortés.

‘Ik stel voor hem in alle stilte te begraven. Wat zegt u er van, Excellentie?’

Niemand uitte een woord. Simon was de enige die een glimlach hoefde te onderdrukken. De komedie was uit. Eer de nacht voorbij was, zou er in heel Escudia geen aanhanger van Borgaz meer te vinden zijn. En dan plotseling die kreet. ‘Simon… kijk uit!’

Het was begonnen en voorbij eer de meesten beseften wat er gebeurde. Valdinez was op de grens van de dood nog even tot bewustzijn gekomen. Met zijn laatste krachten rukte hij zich het wapen uit de borst en deed een poging de Saint te bereiken. Als bij instinct had Pilar juist op dat moment het hoofd omgedraaid, het gevaar gezien, zich als een schild tegen de Saint geworpen. Zij wankelde. Niemand had tijdig genoeg tussenbeide kunnen komen. Een korte en ongelukkige stoot van een machinegeweer. Valdinez stortte neer. Pilar gleed langzaam uit de armen van Simon.

Simon tilde haar haastig in zijn armen op, en seconden 186

lang staarde hij in sprakeloze aandoening naar de snel

groeiende bloedvlek op haar borst.

‘Pilar…’ fluisterde hij.

‘Oh, Simon…’ verzuchtte zij.

Hij beroerde even haar hppen met zijn mond, en een grote droefheid maakte zich van hem meester. ‘Pilar…’

‘Ik ben zo gelukkig…’ .Vermoeid sloeg zij de ogen naar hem op. ‘Maar ik wou dat ik je eerder had leren kennen, Simon…’

‘Pilar…’ fluisterde hij nogmaals.

Zij glimlachte tegen hem, maar hij voelde dat zij zwaarder en zwaarder woog in zijn armen. Pilar hadjiaar bestemming en haar lot gekozen. Liever de dood dan het leven dat het hare zou zijn geweest in een onvervulbare droom en verlangen.

Gabriel wendde zich naar Simon toe. En er was wanhoop in zijn eerlijke ogen. De Saint legde zijn droeve last voorzichtig in de armen van Gabriel. Langzaam en gebogen verliet deze het vertrek. Templar staarde hem na, loosde dan een diepe zucht. Eindelijk wendde hij zich tot Cortés.

‘Escudia heeft behoefte aan een nationale heldin, Senor Cortés!’

Het nieuwe staatshoofd gaf geen antwoord. Hij dacht aan zijn eigen dochter, aan Luisa die zelf aan zo’n groot gevaar was ontsnapt. Samen begaven de beide mannen zich naar de deur, tussen een haag die, in zonderlinge verwarring, gevormd werd door de aanhangers van Cortés en de soldaten. Escudia doorleefde, in die nacht, het uur van bevrijding en eenheid.

Toen zij op het plein voor het gebouw verschenen, werden zij uitgelaten toegejuicht. Het nieuws van de bevrijding had zich reeds wijd en zijd verbreid, door stad en land. Overal brandden en vlamden vreugdevuren en fakkels. Ministers en mihtairen kwamen hun onderwerping aanbieden. ‘Leve Cortés!’

Cortés scheen nog te aarzelen, maar de Saint wist hem over te halen.

‘Neem de macht in handen, Cortés, als je wilt voorkomen dat de jakhalzen zich nu de buik gaan volvreten. Dat is de prijs voor vrede en rust in Escudia.’ Jubelkreten vervulden de nacht. Niemand dacht meer aan Gabriel, aan Pilar. Men vergat degenen die waren gevallen, vrienden of vijanden. Men bekommerde zich om Borgaz noch Valdinez. ‘Leve Cortés! Leve de Saint!’

Luisa omhelsde beurtelings haar vader en de Saint, de man die zij naar Escudia had gebracht om haar vader te redden en zodoende tevens Escudia te bevrijden. ‘Wat kunnen wij doen om u onze dank te betuigen, Saint?’ vroeg Cortés.

‘Voor mij, niets. Voor uw getrouwen, alles. Vergeet hen nooit. En vooral hém niet.’ Hij wees naar een volkomen door vreugde en emotie overweldigde Mario. ‘MarioL.’ zei de Saint. Cortés knikte.

‘De aangewezen plaats voor hém is aan het hoofd van de militie van Escudia. Maar jij, Saint, jij die zoveel voor ons hebt gedaan! Vraag wat je verlangt. Het is je bij voorbaat geschonken en toegestaan.’ ‘Toegestaan?’ herhaalde Simon. ‘In dat geval…’ Hij keek om zich heen, naar al de gezichten rondom hem,

de gezichten, waarop de emotie van de strijd nog zichtbaar was en die schenen te gloeien in het licht van de honderden toortsen. Eén enkele overtuiging bezielde hen, bond hen samen in één band. Nu! Maar morgen? Simon schudde de gedachte van zich af.

‘Ik vraag u mij te willen verontschuldigen,’ zei hij. ‘Ja, inderdaad. Ik kan onmogelijk blijven tot de nieuwe President van Escudia de eed op de Constitutie aflegt…’ ‘Ga je wég?…’ vroeg Luisa, welhaast sprakeloos van verbazing.

Voor het eerst kwam haar schoonheid werkelijk tot leven. De schoonheid die Simon reeds bij hun eerste ontmoeting met bewondering had vervuld, maar die tot nu toe altijd iets had gehad van een marmeren beeld, werd eindelijk bezield.

‘Maar natuurlijk, Luisa,’ zei hij. ‘Anderen hebben misschien mijn hulp nodig, ergens in de wereld. Ik ben van plan met het eerste vliegtuig te vertrekken. Ik heb nooit ergens kunnen… nooit ergens willen blijven… Misschien?’ mompelde hij, met een vlietende gedachte aan Pilar. ‘Misschien?’…’ Hij zuchtte, zijn opwellende emoties onderdrukkend. Hij richtte zich in volle lengte op en glimlachte. ‘Hier eindigt het avontuur…’ ‘En voor mij begint het,’ zei Dr. Cortés fluisterend.