Hoofdstuk 3
‘Bedankt. Nee, ik begrijp het. Ja. Absoluut. Dank u wel.’ Hope verbrak de verbinding en had zin om de telefoon op de grond te smijten. Weer een hotel dat ze van de lijst kon schrappen. Drie uur bellen en e-mailen en ze had nog geen enkele afspraak gemaakt.
Vluchtig las ze het lijstje door dat ze meteen na thuiskomst had gemaakt. Het leek allemaal zo simpel.
1. Een jurk kopen.
2. Bloemen uitkiezen.
3. Ceremonie – waar???
4. Brenda’s tig miljoen e-mails lezen.
5. Gael O’Connor laten zien dat ik mijn vak beheers en geen domme gans ben…
Hope kreeg de neiging om met haar hoofd tegen het smeedijzeren raamhekje te bonken waar ze tegenaan zat. Ze had dan één dag gekregen van die manipulator van een Gael O’Connor, maar wat had ze eraan? Iedereen die ze aan de lijn had gekregen, had ofwel ongelovig gelachen of ietwat geërgerd geklonken. ‘Een trouwfeest? Over twee weken? Mevrouw, dit is Vegas niet. Probeert u het gemeentehuis eens.’ En wat de jurk betreft… je zou bijna denken dat ze iets onmogelijks vroeg in plaats van om een witte jurk in maatje xs.
Ja, ze zou het gemeentehuis kunnen proberen. En ja, ze zou zomaar een winkel binnen kunnen stappen en een jurk uit het rek halen, en die zou dan best oké zijn. Maar het zou niet speciaal zijn. Daarmee zou Faith niet weten hoeveel ze van haar hield. Daarmee werd niet het feit goedgemaakt dat Faith geen trotse vader had die haar weggaf, geen moeder met een extravagante hoed die haar tranen depte en straalde van trots. Hope had negen jaar geleden gezworen alles voor Faith te doen, dus al moest de onderste steen boven, haar zusje zou de mooiste en meest romantische bruiloft krijgen die ze in New York ooit hadden meegemaakt. Ze moest alleen nog uitzoeken hoe en waar.
Wiebelend op de vensterbank nam Hope een slok koffie en staarde naar haar laptop, hopende op een goede inval. Als ze wat meer tijd in de stad had doorgebracht en wat minder tijd in het kantoor of hier, zonnend in het open raam van haar appartement, misschien dat ze dan wat unieke uitvoerbare ideeën had gekregen. Ze was in de meest bruisende stad ter wereld, hoe kon haar hoofd zo leeg zijn?
Een ping van haar laptop haalde haar uit haar gepeins. Hope keek op en zuchtte toen er weer een e-mail van Brenda binnenkwam. Wat was dit? Ze had haar zo ijzig kalme bazin zich nog nooit zo druk om iemand zien maken. Hunter had gezegd dat Gael iedereen kende, en wat had Brenda gefluisterd? Dat hij de macht had om carrières en huwelijken kapot te maken? Hope twijfelde er niet aan als ze aan zijn spottende lach en de kilte in zijn blauwgrijze ogen dacht.
Ze zette haar koffiekop weg en klikte op haar browser. ‘Wie ben jij, Gael O’Connor?’ Met een schuldige blik om zich heen, alsof de spreeuw boven op de reling kon zien waar ze mee bezig was, drukte Hope op enter en wachtte. Ze wist niet precies wat ze verwachtte, maar niet de grote hoeveelheid hits die onmiddellijk haar scherm vulden. Krantenkoppen, foto’s, artikelen – en een link naar een uitgebreide Wikipediapagina.
Gael O’Connor. Fotograaf. Blogger. Society-lieveling. Het leek alsof hij niet alleen het New Yorkse wereldje kende, maar het ook dicteerde. Met zijn camera kon hij mensen in een oogwenk beroemd maken.
Niemand zou hem nee verkopen. Niemand zou tegen hem zeggen dat over twee weken onmogelijk was. Niemand zou hem voorstellen het gemeentehuis te proberen…
Verdikkeme.
Ze had niet veel keus. Ofwel ze deed wat de bruiloft betreft water bij de wijn, of ze stemde in met Gaels voorwaarde en ging voor hem poseren. Tenminste, als hij haar nog wilde na haar hysterische onthulling. Kreunend zakte Hope met haar rug tegen het hek dat heet was van de zon. Het was al erg genoeg om hem morgen onder ogen te moeten komen als ze voor hem zou gaan werken, hoe moest ze in vredesnaam beginnen over dat naakt poseren? Misschien kon ze beter ver weg vluchten, naar Alaska of zo, lekker anoniem en bovendien een heerlijk contrast met de benauwde hitte hier.
Haar telefoon ging. Het was een onbekend nummer, en behoedzaam nam ze op. Na haar dieptepunt van vanmorgen, intieme informatie tegen een wildvreemde eruit flappen, was het niet ondenkbaar dat ze de telemarketeer zou gaan vertellen over die keer dat ze het in haar broek had gedaan in de peuterklas of op haar vijfde een chocoladereep had gestolen – die ze van haar moeder terug had moeten brengen met een excuusbriefje. ‘Met Hope.’
‘Hoe gaat het met de trouwerij?’ Een schorre stem, als de donkerste chocola vermengd met espresso.
Boos keek Hope naar haar laptop. Hoe kon Gael weten dat ze aan hem had gedacht? ‘Goed!’ Ach, een klein leugentje maar.
‘Mooi. Ik was bang dat twee weken te krap zou zijn voor de echt goede locaties.’
‘Wat belangstellend van je, maar ik heb alles onder controle.’ Weer een leugentje. Elk moment zou haar neus kunnen gaan groeien.
‘Prachtig. Dus morgen kun je hier keurig op tijd zijn voor je werk? Je hebt alleen je laptop nodig en heel veel geduld. Ik hoop dat je het leuk vindt om te catalogiseren?’
‘Ik popel om te beginnen.’ Hopelijk werden lange neuzen dit jaar mode, want op deze manier zou die van haar langer worden dan haar arm. ‘Maar ik wil je niet in de weg lopen als je schildert. Ik zou vanuit kantoor of hier kunnen werken als dat beter uitkomt.’ Laat het alsjeblieft beter uitkomen, dacht ze.
‘Je kunt me niet in de weg lopen. Ik heb nog geen model gevonden.’ De spot en frustratie waren hoorbaar in Gaels stem.
‘O.’
Het was een teken. Ze kon er niet omheen. Hij had nog steeds een model nodig en zij zijn hulp, of ze het nu leuk vond of niet. Ze haalde diep adem. ‘Luister, Gael, een bruiloft regelen is zo leuk, dat wil ik je niet ontnemen. Bovendien lijkt het erop dat we de komende tijd toch samen zullen doorbrengen, dus…’ Het was nog moeilijker om het te zeggen dan ze dacht.
‘Dus?’
Hij wist het, daar was ze zeker van, maar hij verkneukelde er zich ongetwijfeld over om het haar te horen zeggen.
‘Dus kan ik best poseren, voor je schilderij. Als je me tenminste nog wilt na, nou ja, als je me nog wilt…’ Ze ging het niet opnieuw over haar maagdelijkheid hebben. Ze kon nog steeds niet geloven dat ze dat had verteld, tegen een wildvreemde. De afgelopen jaren had ze zich er nauwelijks mee beziggehouden, de gedachte weggeduwd zodra hij opkwam. Het was haar geheime schaamte. Hope McKenzie, oud voor haar tijd, verwelkt, seksloos.
‘Intrigerend aanbod.’
Ze probeerde niet te knarsetanden. ‘Valt wel mee,’ zei ze zo luchtig mogelijk. ‘Ik had niet echt antwoord gegeven, zoals je misschien nog weet.’ Nee, ze was achteruit weggelopen, mompelend dat ze nog dingen te doen had en was met een gejaagd ‘tot morgen’ de lift ingestapt. Ze had niet geweten hoe snel ze weer terug in haar eigen veilige appartement had moeten komen.
‘Ik dacht dat je sprint uit de studio duidelijk genoeg was. Waarom ben je ineens van gedachten veranderd?’
Hope had nog nooit toegegeven dat ze iemand nodig had en daar ging ze nu geen begin mee maken. ‘Jij moet iemand hebben die onmiddellijk kan beginnen en de komende twee weken beschikbaar is. Nou, of ik het nu leuk vind of niet, maar ik werk de komende twee weken toch al voor je, dus.’
‘Wat ontzettend nobel van je. Dus je biedt het aan omdat het zo uitkomt?’
Haar handen balden zich tot een vuist. Hij had haar gevraagd – waarom zat zij hem nu hier te overtuigen? ‘En hoewel ik heel goed in staat ben om deze bruiloft in mijn eentje te regelen, zou ik wel gek zijn om geen gebruik te maken van alle beschikbare bronnen. Ik ken de stad nauwelijks, maar jij woont hier, en dit is de enige manier dat je bereid bent te helpen. Ik wil best toegeven dat ik jou erbij moet betrekken als ik wil dat Faith de mooiste bruiloft krijgt.’
‘Alweer een onbaatzuchtig motief,’ zei Gael, met een sardonische klank in zijn stem waar Hopes wangen warm van werden. ‘Maar je hebt de andere portretten gezien. Opofferingsgezindheid is niet de blik die ik zoek. Het is niet voldoende dat je ermee instemt om te gaan poseren. Je moet het willen. Zeg eens, Hope, wil je het?’ Zijn stem had een donkere, zwoele klank aangenomen.
Hope slikte. Wilde ze voor hem poseren, op die chaise longue liggen met zijn blik op elk plekje naakte huid?
Hope staarde door het zwarte ijzeren hekje. Ze kon het uitzicht inmiddels uittekenen. De gebouwen aan de overkant, de boomkruinen. Hier zat ze altijd in haar vrije tijd met een beker koffie en een boek of haar laptop, bang om uit haar comfortzone te stappen en zich in het onbekende te wagen. Het was niet haar bedoeling om iets te zeggen, maar de woorden kwamen vanzelf uit haar mond, alweer een sneue bekentenis. ‘Ik wilde een frisse start maken toen ik naar hier kwam. New York was mijn kans om mezelf opnieuw uit te vinden. Ik begon, kocht nieuwe kleren, liet een stukje van mijn haar knippen en dacht dat het voldoende was. Maar ik ben nog steeds dezelfde. Ik weet niet meer hoe ik een gesprek met mensen moet voeren als het niet over werk of oppervlakkige dingen gaat. Ik weet niet…’ Ze aarzelde. ‘Ik weet niet hoe ik vrienden maak, hoe ik moet genieten. Misschien helpt dit me om losser te worden. Ik zal in elk geval gespreksstof hebben.’
‘Je wilt dat ik je help losser te worden?’
Haar pols versnelde bij de fluwelen klank in zijn stem. ‘Ja. Nee! Niet zozeer jij. Wat ik bedoel is, dat ik wil veranderen en daarvoor nieuwe dingen moet proberen. Voor jou poseren is totaal iets anders.’
‘Oké, laten we het proberen.’
Tot dat moment was ze zich er niet van bewust geweest hoe gespannen ze op zijn antwoord had gewacht. ‘Mooi.’ Beverig haalde ze adem. ‘En wat nu? Wil je dat ik naar je toe kom en…’ Haar stem stierf weg. Hoe moest dat straks als ze het niet eens kon uitspreken?
De lach in zijn stem deed vermoeden dat hij hetzelfde dacht. ‘Niet vandaag. Ik denk dat we eerst een beetje moeten opwarmen. Jij, Hope McKenzie, hebt zojuist toegegeven dat je mij nodig hebt om nieuwe dingen te ontdekken.’
Dat had ze niet gezegd, toch? In elk geval niet op de manier die hij volgens haar bedoelde. ‘En jij denkt dat je dat wel voor me kunt doen, hè?’
‘Misschien.’
Ze hoefde hem niet te zien om te weten dat hij lachte. Plotseling voelde ze een felle woede opkomen. Het was een prettig tegengif voor de onverwachte vertrouwelijkheid die er tussen hen was – hoewel ze niet zeker wist of ze boos was op Gaels arrogantie of op zichzelf omdat ze zich zo had blootgegeven. ‘Wat geweldig edelmoedig van je, en wat zit er voor jou in? Een beter schilderij of het deugdzame gevoel dat je die arme maagd Hope McKenzie helpt? Nou, ik hoef niet aan jouw handje meegenomen te worden, hoor, dank je wel.’
‘Weet je het zeker?’ Hij wachtte niet op haar reactie, maar ging kalm verder. ‘Zullen we dan maar beginnen met de trouwerij? Zijn er locaties die je wilt zien?’
Boos keek Hope naar haar laptop alsof die de schuld had van haar gebrek aan ideeën. Maar dat laatste zou ze nooit toegeven. ‘Ja. Laten we afspreken… boven op het Empire State Building, over anderhalf uur?’ Deden zij trouwerijen? Het maakte niet uit. Het sprak tot de verbeelding en het was een begin.
‘Boven op het Empire State Building? Wat romantisch. Jammer dat het geen Valentijnsdag is. Ben ik Cary Grant of Tom Hanks in dit scenario?’
‘Geen van beiden. Jij bent de bijdehante vriend die op de vrijgezellenavond door een stripper de handboeien om gedaan krijgt.’
‘Die scène heb ik dan zeker gemist. Nou ja, er zijn ergere situaties denkbaar.’ En daarmee hing hij op.
Hope bleef achter met een verwarrend fantasiebeeld van Gael O’Conner, handboeien en de rode chaise longue. Nog verwarrender waren de zenuwen in haar buik die ze erbij voelde…
Het was voorspelbaar druk boven op het Empire State Building. Het waren allemaal toeristen, want geen zichzelf respecterende New Yorker kwam hier op het drukste en heetste tijdstip van de dag. Gael kon zich zelfs niet meer herinneren wanneer hij hier voor het laatst was. Waarschijnlijk in verband met een fotosessie – de meeste toeristenlocaties had hij om die reden bezocht.
Het was jammer, want zelfs hij moest toegeven dat het uitzicht spectaculair was. Het blauw van de oceaan vloeide over in het blauw van de lucht, de stad leek als een mythische Atlantis vanuit de diepten van de oceaan te verrijzen.
Gael ging drie keer de hoek om van het observatieplatform voor hij Hope zag. Ze had nog dezelfde knalrode jurk aan en stond half van hem afgewend tegen de reling. Haar donkere haren zwiepten in de wind terwijl ze over de stad uitkeek. Vreemd, hij kende haar pas sinds vanmorgen, maar haar beeld stond al onuitwisbaar op zijn netvlies gebrand – waarschijnlijk doordat de meeste vrouwen niet zijn studio onuitgenodigd binnenvielen, hem vroegen met een bruiloft te helpen en vervolgens hun seksuele verleden eruit flapten, of het gebrek daaraan, en dat voor negen uur ’s ochtends.
Er kwam een lachje om zijn lippen. Dat was volkomen onverwachts gekomen, en hij zou toch zweren alles al meegemaakt te hebben. Verdorie, hij moest toegeven geïntrigeerd te zijn. Hoe oud was Hope? De vijfentwintig gepasseerd, schatte hij. Wat betekende dat ze of op de ware liefde wachtte of flink wat bagage had en geen van beide trok hem aan. Niet dat hij op die manier in haar geïnteresseerd was. Hij had een model nodig.
Ze ging iets anders staan, waardoor hij de zijkant van haar gezicht kon zien. Mooie rechte neus en een prachtige mond met een volle onderlip en een lieflijk gevormde bovenlip, bijna om in te bijten. Bijna… ‘Dus hier is het? De perfecte plek?’
Ze schrok toen hij naast haar bij de reling ging staan. Met blozende wangen schonk ze hem een stijf lachje. ‘Ik weet het niet. Het is een beetje druk voor een bruiloft.’
‘Gelukkig maar, want het blijkt dat je hier alleen op Valentijnsdag kunt trouwen en dan moet je ook nog een wedstrijd hebben gewonnen. Ik heb het opgezocht,’ zei hij erachteraan toen ze haar wenkbrauw vragend optrok. ‘En eerlijk gezegd houdt Hunter niet zo van hoogtes.’
‘Nee?’
‘Hij wordt al bleek op de Brooklyn Bridge,’ zei Gael.
‘Waarom zei je dat niet meteen toen ik voorstelde elkaar hier te ontmoeten?’ Boos keek ze hem aan en zette haar handen op haar smalle heupen, ongetwijfeld bedoeld om haar woorden kracht bij te zetten, maar het maakte haar eerder schattig.
‘En jouw Deborah Kerr-moment verpesten? Of ben je Meg Ryan? Is het niet de droom van elk meisje om een afspraakje te hebben boven op het Empire State Building?’
‘Ik zei al dat jouw rol die van de bijdehante vriend is, niet de held.’
‘En jouw rol, Hope? Wie ben jij?’ Geen vrouw die hij kende, nam genoegen met een bijrol in haar eigen leven.
‘Ik? Ik ben de weddingplanner.’ Ze keek uit over Manhattan en haar gezicht ontspande. ‘Is het niet adembenemend? Niet te geloven dat ik hier nog niet ben geweest.’
‘Serieus? Ik dacht dat dit bovenaan het verlanglijstje van elke toerist stond.’
‘Ik ben geen echte toerist. Ik woon hier, tenminste, nog drie maanden. Ik wil beslist een keer alle bezienswaardigheden gaan bekijken, maar tot nu toe heb ik daar de kans niet voor gehad.’
Niet de heldin van haar eigen leven, noch een toerist en ook geen inwoner van New York. Als hij niet al een pose in gedachten had, zou hij Hope schilderen als iets onstoffelijks, een soort wandelende geest. ‘Waarom ben je hier, Hope?’
Verbaasd knipperde ze met haar ogen. ‘Om jou te ontmoeten en met de bruiloft te gaan beginnen, hoezo?’
‘Nee, waarom ben je in New York? Je woont in de meest fantastische stad op aarde, maar je beleeft hem nauwelijks.’
‘Dat ga ik doen.’ Het klonk niet overtuigend en ze keek weg. ‘Voor de eerste keer in negen jaar hoef ik alleen aan mezelf te denken. Ik ben hier om iets van mijn carrière te maken. Eindelijk kan ik mezelf en wat ik wil op de eerste plaats zetten.’
‘Doe je dat? Jezelf op de eerste plaats zetten? Want zoals ik het zie, heb je ja gezegd tegen allerlei dingen die je voor andere mensen gaat doen. Voor Brenda, je zus…’
‘Brenda is mijn baas, natuurlijk doe ik wat zij wil. Faith ligt ingewikkelder. Onze ouders stierven toen ik achttien was en Faith nog maar tien. Ik heb haar grootgebracht. Ik laat haar niet in de steek nu ze me nodig heeft. Bovendien trouwt ze over twee weken, en daarna is ze niet meer mijn verantwoordelijkheid. Dit is het laatste wat ik voor haar kan doen.’ Haar mond beefde en ze slikte. ‘Daarom wil ik dat het perfect wordt.’
Ze had haar zusje grootgebracht? Dat verklaarde veel. ‘Natuurlijk wordt het perfect. Ik heb gezegd dat ik zou helpen. Trouwens, zodra je de naam Carlyle zegt, zwaait elke deur die je maar wilt voor je open in de stad.’
‘Er is geen budget voor de bruiloft. Hunter stuurt een creditcard. Maar hoe kan dat nou? Iedereen heeft een bepaald budget.’
Gael schoot in de lach. Het was zo lang geleden dat hij iemand had gesproken die niet tot het kleine wereldje van Upper East Side hoorde. ‘Nee, de Carlyles niet. Heb je mensen weleens horen zeggen dat geld geen rol speelt? De Carlyles brengen dat naar een geheel nieuw niveau.’
‘Wauw.’ Ze leek ietwat geschokt. ‘En ik was nog wel bang dat Faith met een straatartiest zonder vooruitzichten trouwde. Ik denk niet dat Faith en ik bij zulke mensen passen. Wij zijn maar heel gewoon.’ Aarzelend legde ze haar hand op zijn onderarm. ‘Ze zullen toch niet op haar neerkijken?’
Plotseling werd de lucht benauwd. Het enige wat hij voelde, was het plekje op zijn huid waar Hopes hand lag, het enige wat hij rook, was de citrusgeur van haar parfum. Hij probeerde zijn hoofd bij het gesprek te houden. ‘Zo is Misty niet. Ze is de minst verwaande persoon die ik ken, en geloof me, door wat ik doe en waar ik woon, heb ik al veel snobs ontmoet.’ Hij bedacht ineens iets. ‘Ze vindt het vast erg leuk dat ik met de bruiloft help. Voor haar blijven Hunter en ik altijd broers, ook al was hij nog maar een driejarig ettertje toen ik bij hen kwam en hebben we nooit in dezelfde kringen verkeerd.’ In werkelijkheid had Hunter altijd naar hem opgekeken. Hij was zelfs net als hij kunst gaan studeren in plaats van managementwetenschappen wat Misty voor haar enige zoon in gedachten had.
‘Ze klinkt aardig, Misty. Als ze zo’n lieve stiefmoeder was, zal ze misschien ook lief zijn voor Faith.’ Hopes mond beefde toen ze probeerde te lachen. ‘Arme Faith heeft zo lang alleen mij gehad, ze verdient een echte moeder.’
Gael vermoedde dat Misty heel blij zou zijn met een kneedbare schoondochter. Al was ze tien jaar geleden van zijn vader gescheiden, ze stelde zich nog altijd voor als zíjn moeder, en dat was meer dan zijn eigen moeder deed. ‘Ze is aardig, ja,’ gaf hij toe. ‘Verreweg de liefste van al mijn moeders.’
Hope knipperde met haar ogen. ‘Hoeveel heb je er?’
‘Gaan we alle exen tellen? Misty is mijn vaders tweede ex-vrouw. Mijn moeder was de eerste. Zijn huidige vrouw is nummer vier. De derde proberen we allemaal te vergeten.’
Haar ogen werden groot. ‘Wat veel.’
‘Misty is net van haar vijfde echtgenoot gescheiden en mijn moeder is bezig met haar derde huwelijk.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Niemand in mijn familie neemt “tot de dood ons scheidt” erg serieus.’
‘Mijn ouders leerden elkaar op de universiteit kennen, trouwden meteen na hun afstuderen en dat was dat. Vroeger vond ik ze verschrikkelijk saai. Oud voor hun tijd, snap je. Nu benijd ik ze erom. Om die zekerheid.’
‘O, mijn ouders zijn er elke keer weer heel zeker van. Ik weet niet of het aandoenlijk is of om gek van te worden, dat eeuwige optimisme. Ze waren dansers op Broadway toen ze elkaar ontmoetten.’
‘Nee.’
‘Ja,’ zei hij droog. ‘Mijn twintigjarige vader maakte mijn negentienjarige moeder zwanger en nam haar mee naar Long Harbor waar zijn familie een bar had.’ Zijn arme jonge moeder, een slim Latijns-Amerikaans meisje met grote toekomstverwachtingen, was ongelukkig met een leven als serveerster van de vele rijken die ’s zomers naar Long Island kwamen. ‘Ik herinner me niet veel van die tijd, maar wel dat er veel geschreeuwd werd. Zij is Cubaanse en mijn vader Iers, dus het serviesgoed vloog door de kamer tijdens ruzies. Vlak voor mijn vijfde verjaardag pakte ze haar koffers en vertrok. Ze is nooit meer teruggekomen.’
Hij besefte pas dat hij zijn vuisten had gebald toen Hope haar hand erop legde, wat een ongewenst gevoel van warmte en troost gaf. Op de dag van zijn vijfde verjaardag had hij de allerlaatste traan om zijn moeder gestort toen ze niet was komen opdagen.
‘Wat erg. Zie je haar nog weleens?’
‘Af en toe, als ik in de buurt van Vegas ben. Ze heeft daar een dansgroep. Het gaat goed met haar, maar het laatste waar ze behoefte aan heeft, is een negenentwintigjarige zoon van één meter vierentachtig die haar eraan herinnert dat ze dichter bij de vijftig is dan de dertig.’
‘Dus je vader heeft je grootgebracht?’
‘En mijn grootouders, tantes, ooms – iedereen die de baldadige zoon van O’Connor wilde temmen. Niet dat ik veel gelegenheid kreeg om baldadig te zijn met een familiezaak als de Harbor Bar – er moest altijd wel iets schoongemaakt, een tafel afgeruimd of een boodschap gedaan worden als je zo stom was om je te laten betrappen. En mijn vaders verdriet duurde niet lang. Vrouwen stonden in de rij om mijn stiefmoeder te worden. Maar hij zag ze niet meer staan toen Misty besloot dat ze interesse had. Ze was vijftien jaar ouder dan mijn vader en leek van een andere planeet te komen. Ze was zo rustig, zo beheerst. Dus het ene moment was ik dat arme moederloze jongetje dat met zijn enorme familie boven een bar woonde. En het volgende moment woonde ik in een kast van een huis en kreeg ik meer zakgeld dan mijn vaders vroegere salaris.’
‘Het lijkt wel een sprookje, zoiets als Assepoester.’
‘Sprookjes zijn typisch iets voor meisjes. Assepoester trouwt met haar prins en dat vindt iedereen prima, maar een Ierse barkeeper mag niet omhoog trouwen. Toyboy was nog de vriendelijkste benaming voor hem. En ik? Afkomst telt, geld telt, en ik had geen van beide. Toen mijn vader de derde ex-man van Misty Carlyle werd, had ik beter terug kunnen gaan naar de goot waar ik vandaan kwam.’
Alsof ze het samen afgesproken hadden, liepen ze terug naar de lift.
‘Wat gebeurde er?’
‘Misty stond erop om mijn studie te betalen en haalde mijn vader over om me tijdens de vakanties bij haar te laten logeren: skiën in de kerstvakantie, New York in de voorjaarsvakantie en ’s zomers naar Europa. Natuurlijk wisten ze op school dat ik daar alleen vanwege liefdadigheid zat – ik was zelfs haar stiefzoon niet meer.’ Het was moeilijk om zich te herinneren hoe alleen hij zich had gevoeld, hoe geïsoleerd. Ze hadden hem niet gepest; daar was hij te sterk voor – en niemand wilde Misty tegen zich krijgen. Ze hadden hem simpelweg genegeerd, hem laten merken dat hij niets voorstelde. Totdat hij met Expose begon en ze hem nodig hadden gehad.
‘Wat moet dat moeilijk voor je zijn geweest.’ Haar donkere ogen stonden vol medeleven.
Daar had hij niet om gevraagd en hij wilde het ook niet. ‘Een dure studie, veel zakgeld en een suite in een van de oudste statige huizen in Hamptons? Nou, wat heb ik geleden.’ Maar Gael wist niet of Hope zich voor de gek liet houden. Hij was opgelucht toen ze bij de lift kwamen. ‘Kom, ik trakteer je op een kop koffie en zal je alles vertellen wat je moet weten over de Carlyles. Ik waarschuw je, er valt veel te leren.’ Hij wist eigenlijk niet waarom hij haar zijn levensverhaal had verteld, maar één ding wist hij wel. Hij zou zich niet nog een keer zo laten gaan.