Zevenendertig
* * *
Het ontbijt verliep naar wens.
Beide leiders waren blij dat Operatie Palestinian Freedom volgens plan verliep en resultaten behaalde. Ook waren beide mannen onder de indruk van McCoys presentatie en haar verrassende nieuws.
Die nacht had de fbi zes zelfmoordterroristen opgepakt terwijl zij probeerden Amerika binnen te komen – drie in Maine, twee bij Niagara Falls en een in een dramatische schietpartij in Washington waarbij de vermeende terrorist was gedood en twee grenswachters in het ziekenhuis waren beland. Dat laatste bericht was uiteraard wel bekendgemaakt in de media, maar over de andere was nog niets uitgelekt. De vijf opgepakte terroristen kwamen uit Syrië, Saoedi-Arabië en Palestina en werden op dit moment ondervraagd. Er zouden geen officiële uitspraken worden gedaan tot het duidelijk was of deze mannen wilden praten.
Om een uur ’s middags hielden Sa’id, Doron, McCoy en Bennett een werklunch. Ze aten pitabrood, hummus, verschillende salades en boterhammen en ze dronken frisdrank en Turkse koffie. Er was uit restaurants in de buurt koosjer voedsel gehaald voor Doron en baklava voor Sa’id. Na een uur gingen ze van de eetkamer naar de woonkamer waar vier comfortabele leren stoelen om een glazen tafel stonden. Op de tafel stonden kommen met vers fruit, kannen koud water, servetten en onderzetters voor hun glazen.
Er heerste een ontspannen sfeer. De twee mannen begonnen aan elkaar te wennen en toen iedereen klaar was met eten, begon Bennett zijn tweede presentatie van die dag. Deze was vooral gericht op Doron, die de details over Bennetts Olie voor Vredeverdrag voor het eerst hoorde. Hij was door zijn ministerie van Buitenlandse Zaken wel op de hoogte gebracht en hij had het een en ander in de krant gelezen, maar hij zag ernaar uit alles te horen uitleggen door degene die het allemaal bedacht had.
‘Heren,’ begon Bennett, ‘zoals u weet is het een misvatting dat het Heilige Land het enige deel van het Midden-Oosten zou zijn waar geen olie is. De meeste mensen weten niet dat er sinds 1948 meer dan vierhonderd oliebronnen zijn geboord in Israël, de Westelijke Jordaanoever en Gaza. De meeste daarvan zijn opgedroogd of leverden niet genoeg olie en gas op. Andere bleken wel waardevol te zijn. Maar tot kort geleden wist niemand precies hoeveel zwart goud er echt was.’
Bennett pakte zijn glas en nam een slok water voor hij verder ging. ‘Een van de redenen waarom niemand dat wist, was dat er maar weinig instellingen wilden investeren in het gebied vanwege het politieke en militaire klimaat. Daarom was het moeilijk – misschien wel onmogelijk – om onderzoek uit te voeren. Een andere reden was dat de technologie om olie op te sporen vanuit de ruimte en om met kleine, geavanceerde boren te werken nog niet ver genoeg was ontwikkeld. Een derde reden was dat de mensen gewoonweg niet probeerden om verborgen schatten te vinden. Het grootste deel van de Israëlische olie- en gasindustrie was in handen van de overheid en werd geleid door bureaucraten zonder creativiteit, die niet gedreven waren om deze verborgen schatten te vinden omdat ze geen aandeel hadden in de winst. Waarom zouden ze hun best doen om olie te vinden als dat hun geen shekel zou opleveren? Maar dat veranderde in 1988. Zoals u weet, meneer de minister-president, is uw overheid in de jaren negentig begonnen met de privatisering van het opsporen van en het boren naar olie en de productie daarvan. Op hetzelfde moment maakte de Golfoorlog een eind aan de dreiging vanuit Irak. De Israëlisch-Palestijnse vredesonderhandelingen gingen de goede kant op. Israël tekende een vredesverdrag met Jordanië. De wereldeconomie groeide. Nieuwe technologische ontwikkelingen maakten het boren gemakkelijker en goedkoper. Deze samenloop van omstandigheden veranderde alles. En er was een man die deze veranderingen zag gebeuren en besloot daar gebruik van te maken. Die man en ik werden vrienden. Nu moet ik u vertellen, minister-president Doron, dat een van de mensen die weten welke schatten er onder de grond verborgen zijn, hier aan de tafel zit. Ibrahim Sa’id is zover gekomen door zakelijk inzicht en een visie voor de toekomst. Een van de redenen waarom we hier vandaag zijn, is omdat we willen onderzoeken of door zijn onverwachte aanstelling als minister-president van de Palestijnen vrede en welvaart een kans krijgen.’
Bennett pauzeerde even om zijn woorden op de mannen te laten inwerken. ‘Ibrahim Sa’id en zijn bedrijf – de Palestijnse Oliegroep, ofwel ppg – hebben samengewerkt met het Israëlische bedrijf Medexco, waarvan Dmitri Galishnikov de directeur is. Ze hebben een bijzondere gezamenlijke onderneming opgericht die religieuze en nationale grenzen overschrijdt en waarvan mijn overheid verwacht dat deze de wereldgeschiedenis kan veranderen. Zoals u weet, meneer de minister-president, hebben Erin en ik al eerder samengewerkt met meneer Sa’id en meneer Galishnikov. Dat was toen we nog niet voor de overheid werkten, maar voor Global Strategix, Inc. – gsx – en het Joshua Fund, een van de grootste en meest succesvolle beleggingsmaatschappijen. We hebben de levensverhalen van deze twee mannen gehoord en hebben hen volledig doorgelicht. Toen hebben we besloten een miljard dollar te investeren in hun bedrijf, waardoor zij hun droom konden waarmaken. We hebben alle gegevens onderzocht en de zaak van alle kanten bekeken tot we er alles van wisten.’
McCoy keek Bennett aan. Ze zag dat hij nu in zijn element was en genoot, hoewel hij zojuist nog zo zenuwachtig was geweest.
‘Minister-president Doron, ik denk dat u nog niet alles wist. Het staat allemaal in de papieren die Erin u heeft gegeven. Maar ik kan u zeggen dat de cijfers ongelooflijk zijn. Ik zou graag de tijd nemen om ze met u door te lopen.’
* * *
Er was iets aan de hand.
Het was net na twee uur ’s middags in Gibraltar en net na acht uur ’s morgens in Washington. Scott Harris, directeur van de fbi, liep terug naar zijn kantoor na de vergadering met de president en minister Lee James van Binnenlandse Veiligheid op het Witte Huis. Harris’ stafchef Larry Kirstoff zat op hem te wachten.
‘Wat is er?’ vroeg Harris toen hij de bezorgde blik van zijn collega zag.
‘We hebben iets gevonden.’
‘Wat?’
‘Ruth Bennetts pinpas,’ zei Kirstoff.
Harris slikte. ‘Waar? Wanneer?’
‘Achttien minuten geleden is hij gebruikt bij een bank vlakbij de Radio City Music Hall.’
‘In New York? Weet u dat zeker?’
‘Ik ben nog geen minuut geleden gebeld door elint. Ze weten het zeker.’
‘Denkt u dat ze het zelf was?’
‘Dat weten we nog niet. Maar de politie neemt geen risico’s met zelfmoordterroristen.’
‘Achttien minuten… Waarom heeft het zo lang geduurd?’
‘Storing in het systeem. Er wordt op dit moment uitgezocht wat er precies kapot was. De politie van New York overspoelt het gebied met agenten in uniform, swat-teams en helikopters. Ze hebben het gebied om de bewuste pinautomaat heen en alle grote wegen die de stad in- en uitleiden afgezet. Er zijn ook teams van ons onderweg. We willen voor alle zekerheid graag een gijzelaarsbevrijdingsteam naar New York sturen.’
‘Doe dat maar. Doe alles wat je nodig vindt en bel de president. Nu meteen!’
* * *
Bennett wist niet wat er in Amerika gebeurde.
Het hele land zat voor de televisie en keek naar de beelden van de jacht in Manhattan. Het was niet alleen op kabeltelevisie, maar op alle grote zenders werd de programmering onderbroken voor dit verhaal.
De beelden waren spectaculair. Elke auto, taxi, vrachtwagen en bus werd stilgehouden door gewapende agenten. De mensen werden eruit gehaald en een voor een gefouilleerd. Maar wie of wat zochten ze? Ruth Bennett? Leefde zij nog? Had iemand haar gedwongen haar pincode te vertellen voordat…
Ja, voor wat? Niemand wilde hardop zeggen wat er gebeurd zou kunnen zijn. Zeker de journalisten niet. Maar iedereen dacht er wel aan.
Als Ruth Bennett dood was – of als ze ergens in New York of aan de zuidkust gevangen zat – hoe zouden ze haar dan kunnen vinden? En wie zouden de daders zijn? Het was vast iemand van de lijst met vermoedelijke terroristen. Iemand met een Arabisch uiterlijk? Iemand die bekend stond als ‘verdacht’? Het was een nachtmerrie voor de mensenrechtenorganisaties maar daar maakte niemand zich op dit moment nog druk over.
Er werd extra beveiligingspersoneel naar de beurzen – de New York Stock Exchange en de nasdaq – gestuurd. Het Empire State Building werd afgesloten. Rondom het stadhuis, One Police Plaza en alle overheidsgebouwen stonden zwaar bewapende politieagenten. Alle bruggen en tunnels waren afgesloten. Scott Harris lichtte de burgemeester in terwijl Lee James de president vertelde wat er gebeurd was. En dan was er nog een keuze die gemaakt moest worden. Het was oudejaarsavond. Vannacht zouden een kwart miljoen mensen naar Times Square willen gaan. Dat was het perfecte doelwit voor een zelfmoordaanslag: een belangrijke plaats met veel mensen die onmogelijk honderd procent te beveiligen was. Moest het allemaal afgelast worden?
* * *
Bennett zette de PowerPoint projector aan en ging verder.
‘Toen ze vergunningen hadden gekregen van de Israëlische en de Palestijnse overheid en aan de kust bij Gaza, Ashdod en Ashkelon begonnen te boren, verwachtten Medexco en de ppg dat ze aardgas zouden vinden. Dat dachten wij eerlijk gezegd ook. En, zoals onze vriend Dmitri Galishnikov zou zeggen: dayenu – dat zou al genoeg zijn geweest. Maar het bleek nog maar het begin te zijn.’
Bennett liet de
eerste dia op het scherm verschijnen. Het
was een satellietfoto van de kust van Israël en Gaza. ‘Er waren in
1999 bij toeval al gasbellen gevonden. Een geoloog die voor
National Geographic werkt – dezelfde man die de Titanic heeft
gelokaliseerd – was op de bodem van de Middellandse Zee aan het
werk met sonarapparatuur. Hij was vlakbij Ashdod, net noordelijk
van Gaza, op zoek naar de wrakken van oude Fenicische schepen. Hij
vond twee schepen van zevenhonderdvijftig jaar voor
Christus.’
Op de volgende dia waren de twee scheepswrakken te zien.
‘Maar de geoloog vond niet alleen gezonken schepen. Hij vond ook een verborgen schat. Zonder dat hij het wist had hij de grootste schat aan natuurlijke bronnen uit de Israëlische en Palestijnse geschiedenis gevonden: ondergrondse reserves die duizenden kubieke meters gas per dag konden opleveren, en dat wel voor tientallen jaren. Misschien zelfs voor eeuwen.’
Bennett had Dorons onverdeelde aandacht en Sa’id werd enthousiast omdat hij zag dat zijn collega geïnteresseerd was.
‘Maar er was nog meer,’ ging Bennett verder. Hij bouwde het verhaal zorgvuldig op. ‘Vorig jaar vond een team geologen van Medexco en de ppg – in een onderzoek dat betaald werd door gsx – ook olie. Onvoorstelbare hoeveelheden olie. Misschien wel genoeg om Israël en Palestina – als zij met elkaar zouden samenwerken bij het boren, pompen en raffineren – de op een na grootste olieproducent ter wereld te maken. Alleen Saoedi-Arabië zou dan nog groter zijn.’
Bennett liet de volgende dia zien, waarop de tien grootste olieproducerende landen stonden met daarbij de omvang van hun productie. Op de volgende stonden de bedragen waarvoor die olie verkocht werd en op die erna stonden Israël en Palestina op de tweede plaats.
‘Op dit moment heeft Saoedi-Arabië een kwart van de bekende olievoorraad van de hele wereld en ze pompen achtenhalf miljoen vaten per dag naar boven. Als de prijs tussen de vijfentwintig en dertig dollar per vat ligt, betekent dat een omzet van meer dan tweehonderd miljoen dollar per dag. Dat is tachtig tot negentig miljard dollar per jaar. Irak heeft ook een enorme voorraad en we verwachten dat zij een agressieve concurrent zal worden. Met het woord ‘agressief’ bedoel ik dan op zakelijk gebied en natuurlijk niet op militair gebied.’
Daar moesten ze allemaal om lachen.
‘Minister-president Doron, ik zou graag iets meer vertellen over de mogelijkheden van Irak, maar de details zijn nu niet belangrijk. Het is wel belangrijk om te weten dat Irak een enorme voorsprong heeft, hoewel hun installaties oud zijn en slecht onderhouden. Alles moet vervangen worden en daar is veel geld en tijd voor nodig. Maar de hele wereld hoopt dat Amerika de rust zal herstellen, dat de nieuwe overheid het land weer op de rails zal krijgen en dat de vn de sancties zal opheffen zodat de olie weer verkocht kan worden. Ik verwacht dat dat niet lang meer op zich zal laten wachten, en dan zal de Iraakse olie-industrie enorm groeien. Als ze buitenlandse investeringen accepteren, zullen ze de technische problemen snel kunnen oplossen. En ze hebben natuurlijk al een infrastructuur, hoewel de kwaliteit daarvan niet goed is. Dat alles heeft u niet. Alle olie en gas bevindt zich aan de kust, maar niemand kan het uit de grond halen, naar raffinaderijen brengen en op de markt aanbieden, tenzij er een politieke overeenkomst is. Er moet zekerheid zijn dat er blijvende vrede is tussen Israël en de Palestijnen en dat er genoeg wetgeving is rondom eigendomsrechten voor een vrije markt.
* * *
‘We hebben een lijk, meneer.’
Directeur Scott Harris van de fbi hoorde het wel, maar kon het niet geloven.
Hij was op bevel van de president in een zwart met gouden helikopter onderweg van New York naar Washington. Hij vloog samen met stafchef Larry Kirstoff en drie bodyguards op een kilometer hoogte boven New Jersey. Ze gingen naar het stadhuis voor een persconferentie met de burgemeester en de politiecommissaris. De jacht had nog niets opgeleverd, maar nu vreesde hij het ergste.
‘Met Harris. Wat is er gevonden?’ vroeg hij het hoofd van het onderzoek.
‘Een van de agenten heeft zojuist een lichaam gevonden in de East River, meneer. Ze denken dat het er vierentwintig tot zesendertig uur heeft gelegen.’
‘En?’ vroeg Harris ongeduldig. Hij wilde de belangrijkste vraag eigenlijk niet hardop stellen via de onbeveiligde lijn die waarschijnlijk werd afgeluisterd door de media.
‘We weten het niet, meneer. Het lichaam is zwaar verminkt. De me is onderweg, maar mijn mannen hebben me al verteld dat het een vrouw is in de leeftijd van veertig tot zestig jaar.’
Harris wist niet wat hij daarvan moest denken. Ruth Bennett was waarschijnlijk wat ouder, maar de eerste rapporten zaten er wel vaker naast.
Hij had zojuist gehoord dat er inderdaad vlakbij de Radio City Music Hall driehonderd dollar was opgenomen met Ruth Bennetts pinpas. Maar de beveiligingscamera had niet goed gewerkt en er waren geen beelden van de transactie. Het zou geen zin hebben om te zoeken naar vingerafdrukken omdat de automaat door minstens acht andere mensen was gebruikt voor de politie het gebied had afgesloten.
De politie had een foto van Ruth Bennett laten zien aan mensen in de buurt, maar geen van hen herinnerde zich haar gezien te hebben. Maar ze wisten ook niet zeker dat ze haar niet hadden gezien. Het was te vroeg op de ochtend en ze hadden te veel te doen.