13

Intussen, Op De School

De dag kabbelde rustig voort en Portman kabbelde rustig mee. Het was dezelfde dag dat Sam in Marseille ronddwaalde, maar dat wist de portier van De School niet. Zijn dag bestond uit de dingen die hij de vorige dag ook had gedaan en die hij de volgende dag ongetwijfeld ook zou doen. Dat er ondertussen een van de leerlingen van zijn school door de politie van Spanje werd gezocht, wist hij niet. Nog niet.

Portmans favoriete tijdstip van de dag was de lunchpauze. Dan kon hij ongestoord de krant lezen. Eigenlijk kon hij de hele dag door de krant lezen – wat hij dan ook deed – maar tijdens de lunchpauze was het anders. Dan kon hij er iets bij eten en een krant lezen wordt pas echt leuk als je er iets bij eet. Omgekeerd is eten pas echt lekker als je er een krant bij leest. Althans, zo dacht Portman erover.

Die dag beklaagde hij het zich echter dat hij bij het lezen van een krant altijd iets at, toen hij op pagina twintig de zoekertjes bekeek in zijn krant, de London XS. De portie sla die hij net naar binnen had gewerkt, bleef een tijdje steken in zijn keel. Weinigen wisten dat Portman een gepassioneerd cijferaar en kruiswoordraadseloplosser was. Als je hem een getal gaf, zocht hij daar gegarandeerd een code in. Tot op die dag had hij echter nog nooit een echte code ontdekt. Hoestend keek hij nog eens naar de advertentie die zijn aandacht had getrokken. Dit kon geen toeval zijn:

Ik zoek DRINGEND een Portman-Summerscreen. Kenmerken:

Pixels: 41-2/0204979838423=253<:28

Geheugen: 41.4:02.996-240.2328

Internet: 02!<:4342-42645*9:5

Contact: 41-2/02- @ :!*9809!-82

Prijs: 597

Portman had verschillende redenen gehad om zich te verslikken. Ten eerste: een Portman-Summerscreen bestond bij zijn weten niet. Ten tweede: Het was wel heel toevallig dat zijn eigen naam naast die van Summer stond, die ook op De School werkte. Ten derde: Portman wist niet veel van computers, maar hij wist wel dat de cijfers en tekens die daar stonden, behoorlijk vreemd waren. Zeker niet van toepassing op een of ander scherm. En ten vierde: hij zou eerder vegetariër worden dan te geloven dat er bij contact een bestaand e-mailadres stond. Hier klopte iets niet, maar wat?

Met veel moeite slikte hij de restanten die nog in zijn keel zaten door. Na langdurig op de getallen te staren – iemand die hem zo had zien zitten, zou het niet eens zo ongewoon gevonden hebben – kreeg hij een ingeving. Hij pakte een pen en schreef wat op een tijdschrift. Af en toe tikte hij iets in op zijn computer. Na een tijdje stopte hij en bekeek het resultaat. Zijn ogen werden zo groot als tennisballen.

Portman scheurde het stuk tijdschrift af waar hij op had geschreven en nam ook de krant mee. Hij nam nog snel een hap van zijn intussen koud geworden hamburger en spurtte naar de lift. Op de vierde verdieping stapte hij er weer uit. Resoluut ging hij naar het kantoor van meneer Summer. Hij negeerde de beleefdheidsregel dat je moet kloppen alvorens binnen te gaan en kwam hijgend tot stilstand voor Summers bureau.

‘Wel, meneer Portman?’ vroeg die, ‘sinds wanneer bent u directeur geworden van De School dat u zomaar zonder kloppen binnen kunt komen?’

‘Mijn excuses, meneer Summer,’ antwoordde Portman, ‘maar er dringt zich een situatie op waarbij zelfs kloppen op de deur tijdverlies zou betekenen.’

Daphné liet de landschappen aan haar ogen voorbijflitsen. Het was moeilijk om te beseffen dat ze op deze trein zat. Enkele uren geleden had ze nog gewoon op haar hotelkamer gezeten. Bezig aan een dutje na een vermoeiende dag. Samen met mevrouw Chardonnay – die haar stage begeleidde – was ze de hele dag in de weer geweest om een hinderlaag op te zetten. Op een speciaal terrein had Daphné mannetjes moeten posteren rond een verlaten boerderij. Daarna werd er dan een wapentransactie in scène gezet en werd er gekeken of Daphné haar hinderlaag goed had opgesteld. Ze had het er voor haar eerste keer niet slecht vanaf gebracht, had mevrouw Chardonnay gezegd. Het was weliswaar een bloedbad geworden, maar ze had tenminste de gangsters kunnen overmeesteren. Het waren overigens geen echte mannetjes geweest, maar kleine poppetjes die geweren met laserstralen hadden. Zo kon men zien wie er allemaal geraakt werd.

Dat leek nu allemaal zo ver weg. Want toen ze net in slaap was gevallen, was Sam haar kamer binnengestormd. Verward had hij haar een uitleg gegeven over diamanten, Le Pieto Prisco of zoiets en een zekere Delgado. Hij had ook nog verschillende andere namen genoemd, maar die was ze alweer vergeten. Die uitleg had ze niet nodig gehad. Zodra Sam had verteld dat hij in de problemen zat, was ze met hem meegekomen. Ze had nog zo veel mogelijk spullen in haar koffer gegooid, alle lakens en dekens van haar kamer meegenomen en ze waren vertrokken. Op het bed had ze een briefje achtergelaten voor mevrouw Chardonnay. Maak u geen zorgen, ik kom gauw terug, Daphné. Natuurlijk zou mevrouw Chardonnay zich wel zorgen maken, maar ze had niet meteen geweten wat te schrijven.

Daphné keek naar Sam en zag dat hij wakker werd. Hij was kort na het vertrek van de trein in slaap gevallen.

‘Vertel me nu maar eens rustig wat er met jou allemaal is gebeurd’, zei ze.

Het duurde even voor de vermoeide Portman op adem was gekomen. De seconden die hij had gewonnen door niet op de deur te kloppen, was hij alweer kwijt. Summer keek verbaasd naar de portier. De anders zo gezapige en rustige Portman was plotseling in alle staten. Hij was benieuwd wat hij te melden had.

‘I... i... ik heb de k... k... krant gelezen’, stamelde Portman.

Die woorden waren voor Summer hetzelfde als zeggen dat water nat is. Portman vond nu toch zijn woorden weer.

‘En ik las plots dit bericht.’

Hij legde de krant open op pagina twintig, de pagina met de vreemde aanbieding. Summer las het en fronste zijn wenkbrauwen.

‘Dat is inderdaad een vreemd bericht, Portman. Blijkbaar verkoopt er iemand een scherm dat onze namen heeft. Maar moet u daar zo opgewonden over doen?’

Hij had het kunnen weten! Portman kwam hem lastigvallen omdat hij toevallig zijn naam was tegengekomen in de krant. Hij vroeg zich af of het wel zo gezond was om hele dagen door te brengen in die kleine ruimte bij de deur. Portman leek wel een op hol geslagen bizon zoals hij daar nu stond te hijgen.

‘Excuseer, meneer Summer,’ zei Portman, ‘maar dit bericht is specialer dan u denkt. Op het eerste gezicht lijkt het gewoon een advertentie...’

‘Maar dat is het dus niet?’ onderbrak Summer hem.

‘Correct, dat is het inderdaad niet.’

Portman legde het stuk tijdschrift dat hij had volgeschreven naast het stuk krant.

‘De auteur van deze advertentie wil helemaal geen scherm kopen. Nee, hij wil iemand waarschuwen. En die iemand, dat zijn wij, meneer Summer.’

Summer keek Portman niet helemaal begrijpend aan. De portier ging verder.

‘Het Portman-Summerscreen is gewoon bedoeld om de aandacht te trekken. En om aan te duiden voor wie de boodschap bestemd is. De schrijver weet dat ik de London XS elke dag lees. Hij verwacht dat ik de advertentie zal zien en zal doorspelen aan de persoon aan wie hij de boodschap wil sturen. En die persoon bent u, meneer Summer.’

Summer knikte nu. ‘Portman-Summerscreen. Van Portman naar Summer.’

Maar helemaal duidelijk was het voor hem nog niet.

‘Maar welke boodschap moet ik dan krijgen? En van wie? Alles wat ik daar zie staan, zijn een boel nonsenscijfers.’

‘Momentje, dat ging ik u net vertellen. Toen ik doorhad dat er meer achter de advertentie zat, ben ik de cijfers gaan bestuderen. Aangezien uit de cijfers alleen niets zinnigs te halen was, ging ik ervan uit dat het een code moest zijn.’

‘Een code?’ vroeg Summer.

‘Ja, een cijfercode.’

‘En u hebt die ontcijferd?’

Uit Summers stem was wat ongeloof af te leiden. Maar hij moest toegeven dat Portman tot nu toe heel intelligent had geredeneerd. Portman knikte.

‘Nou, laat dan maar eens horen wat u gevonden hebt.’

‘Zoals u hebt gezien, staan alle cijfers na elkaar, zonder spaties. Dat maakte het meteen al wat moeilijker, want zo wist ik niet waar een woord begon of eindigde. Ik ben er wel van uitgegaan dat elke regel een zin is. Om te beginnen heb ik dan een lijst gemaakt die duidelijk maakt hoeveel keer elk teken voorkomt. Die zag er zo uit:’

  2   —> 15 keer
  4   —> 11 keer
  9   —> 8 keer
  0   —> 7 keer
  - en 8   —> 6 keer
  : en 3   —> 5 keer
  5   —> 4 keer
  . en ! en 1   —> 3 keer
  / en < en * en 6 en 7                 —> 2 keer
  = en @                 —> 1 keer

‘Nu is het bekend dat de meest voorkomende letter van ons alfabet de letter e is’, vervolgde Portman, nadat hij Summer de lijst had laten zien. Die knikte instemmend.

‘Dus ging ik ervan uit dat het cijfer 2 de letter e voorstelde. Bij cijfercodes moet je soms iets durven veronderstellen, anders kom je nergens. Wat ook veel voorkomt in onze taal, zijn lidwoorden. Dus het, een en de. Al deze lidwoorden bevatten een e, dus ben ik gaan kijken of er bepaalde combinaties rond de e veel voorkwamen. Ik besloot erop te gokken dat 02 gelijk is aan de en dat dus de 0 voor de d staat.’

Portman haalde even adem. Als je zelf iets snapt, is het niet altijd zo eenvoudig om dat ook aan anderen duidelijk uit te leggen. Maar Summer was niet voor niets een van de beste geheim agenten van Engeland. Er was niet veel dat hij niet begreep, behalve dan vrouwen en bepaalde droedels. Hij gaf Portman een teken dat hij verder mocht gaan.

‘Zo had ik niet alleen al twee letters, maar ook al heel wat woordeindes. Toch had ik nog een lange weg te gaan. Mijn volgende stap was te kijken van wie de boodschap kwam. Ik vermoedde dat de onderste drie cijfers een naam bevatten. Via heel wat denkwerk en opzoekwerk op de computer, kwam ik erachter dat de boodschap van niemand minder dan een leerling uit Klas B kwam: Sam Smith.

‘Het bericht komt van Sam Smith?’ vroeg Summer. Hij staarde even voor zich uit. Het verklaarde alvast een aantal eigenaardigheden van de voorbije dagen. Twee dagen geleden had hij een vreemde mail gekregen van Sam. Die bekende daarin dat hij een diamant had gestolen. Summer had eerst gedacht dat het een grap was. Een grap waar hij alleszins niet om had kunnen lachen. Leerlingen die de laptop voor noodgevallen misbruikten, konden op niet veel begrip rekenen in De School. Er was echter iets vreemds geweest met die boodschap. Er zaten heel wat taalfouten in en dat was hij niet van Sam gewend. Maar toen er geen vervolg meer was gekomen op het bericht, had Summer besloten het te laten voor wat het was en Sam er later over aan te spreken. Dat had hij dus beter niet gedaan. Hij keek weer naar Portman die ongeduldig stond te wachten om zijn uitleg voort te zetten. Summer gaf aan dat hij weer luisterde.

‘Een leerling van De School die contact met ons zoekt via een zoekertje. Ik durfde mijn beide ouders erop te verwedden dat er iets niet pluis was. Door de naam Sam had ik dus weer drie letters ontcijferd: 5 = s, 9 = a en 7 = m. Iets wat me opviel bij het bekijken van de cijfers, was dat drie zinnen begonnen met de code 41. Enig denkwerk wees uit dat die combinatie voor ik stond. Bovendien kreeg ik dan op regel één de constructie diama. Enig logisch denken maakt duidelijk dat hier diamant moet staan, waardoor we weer wat extra tekens hebben ontcijferd.’

Dus er was toch iets met een diamant, dacht Summer. Hij kreeg het gevoel dat Portman in de goede richting aan het denken was. Die stond te popelen om de kroon op zijn werk te zetten.

‘Wat ik tot dan toe al verzameld had, was:

2 staat voor e

0 staat voor d

5 staat voor s

9 staat voor a

7 staat voor m

4 staat voor i

1 staat voor k

8 staat voor n

3 staat voor t

En dan was het vooral een kwestie van invullen. Toen ik alle letters eindelijk gevonden had, verscheen er deze boodschap:

Ik heb de diamant niet gestolen.

Ik wil de waarheid weten.

De politie hier is vals.

Ik heb de hulp van Daphne.

Sam.’

Summer keek naar de krabbels van Portman en krabde in zijn haar. Wat er precies gebeurd was, wist hij niet. Maar wat hij wel wist, was dat er een leerling van zijn school erin geslaagd was om zich tijdens een eenvoudige stage behoorlijk in de nesten te werken.