24

20.15 uur

 

Travis keek op zijn horloge. 'Het is bijna tijd.' Hij wierp een blik op de helikopter die vlak naast de hangar van het vliegveldje stond. 'Hebben we genoeg brandstof om daar te komen en weer terug te gaan naar Nice?'

Galen keek hem verwonderd aan. 'Natuurlijk.'

'Ik vraag het alleen maar voor de zekerheid.'

'Sinds wanneer vind je het nodig om mij te controleren? Ben je een tikje nerveus?'

'Misschien wel.'

'Dat lijkt me wel logisch. Op dit gebied ben je geen vakman. Eigenlijk zou je het aan mij over moeten laten.' Hij zweeg even.

'Denk je dat hij daar op ons zit te wachten?'

'Ik durf te wedden dat hij rechtstreeks naar Vasaro is gegaan. Dat zou ik tenminste doen. Ik zou ervoor zorgen dat ik al in Vasaro zat voor Andreas met zijn troepenmacht arriveert, me ergens schuilhouden en afwachten. Geen kans dat je iemand die van of naar de boerderij gaat tegen het lijf loopt. Hij is intelligent genoeg om te begrijpen dat Andreas de hele omgeving zal afzetten om mij in m'n kraag te vatten.'

'Maar hoe komt hij dan weg? Hij zal geen auto of helikopter ergens open en bloot op het land laten staan.'

'Hij zou mijn transportmiddel kunnen stelen nadat hij me vermoord heeft.' Hij schoot in de lach. 'Of misschien is hij van plan om weg te vliegen op de vleugels van de Pegasus nadat hij het standbeeld heeft gestolen.'

'Waar is het standbeeld?'

'Dat heb ik in de kast in de achterkamer gezet.' Hij opende de deur. 'Wil jij het even pakken? Dan start ik de helikopter.'

'Oké.' Galen liep naar de achterkamer en trok de kastdeur open. Er glom geen goud in het donker. Hij deed het licht aan en keek op de bovenste plank. Geen standbeeld.

'De smeerlap.'

Hij holde het kantoor uit, maar de helikopter steeg al op. 'Wat doe je verdomme nou, stomme klootzak?' schreeuwde hij. 'Je hebt me nódig!'

Travis stak zijn hand op.

Galen stond nog steeds op het asfalt omhoog te kijken toen Travis naar het zuiden zwenkte, richting Vasaro. Jezus, wat was hij pissig.

Nou ja, daar kon Travis ook niets aan doen. Galen had hier niet zoveel belang bij dat het de moeite loonde om zo'n groot risico te lopen in Vasaro. Zelfs als het uitschakelen van Deschamps gemakkelijker ging dan Travis verwachtte, zou Andreas geen moment aarzelen om hem op te pakken als hij de kans kreeg. Dus moest Travis er gewoon voor zorgen dat hij die kans niet kreeg. Eerst Deschamps uit de weg ruimen en dan meteen wegwezen richting Nice en maar hopen dat Andreas niet over een dodelijk wapen beschikte dat de helikopter uit de lucht kon schieten. Als hij snel genoeg te werk ging, zou hij het kunnen redden. Andreas zou zich wel twee keer bedenken als hij het idee had dat Travis misschien de Winddanser bij zich had in het vliegtuig. Hij keek naar de Winddanser die achter in de helikopter op de vloer stond. Het was net alsof het standbeeld hem aankeek. In het licht van de ondergaande zon glinsterden de smaragdgroene ogen zo fel dat het leek alsof ze tot leven waren gekomen. Op dat moment kon Travis wel begrijpen waarom sommige mensen dachten dat het standbeeld over bovennatuurlijke krachten beschikte. Hij glimlachte tegen het beeld. 'Slijp je tanden maar vast, vriend. We gaan op jacht.'

Cassie!

Melissa hief langzaam haar hoofd op van het bureau. Ze had geen idee in welk gebouw Travis zich zou bevinden, maar misschien wist Cassie dat wel. Cassie had haar zomervakanties hier doorgebracht. Ze had geholpen met de bloemenpluk. Waarschijnlijk had ze overal op de boerderij rondgezworven. Het kon mogelijk zijn...

Laat het mogelijk zijn. Laat het alsjeblieft mogelijk zijn. Ze sloot haar ogen.

Cassie.

Het kind wilde zich niet voor haar openstellen. Het nam een aantal kostbare minuten in beslag voor ze de obstakels had omzeild.

'Cassie, je moet me helpen.'

'Ik zou eigenlijk boos op je moeten zijn. Waar ben je geweest? Ik heb je de hele dag niet gezien.'

'Je vader was bij je.'

'Hij is net teruggekomen. Daarvoor was hier alleen die... verpleegster.'

'Ze is heel aardig.' Hier had ze geen tijd voor. 'Cassie, ik heb je hulp nodig. Ik ben op zoek naar een bepaalde plek.'

'Je had me niet in de steek moeten laten. Ik was zo alleen.'

'Cassie.'

Stilte. 'Je bent bang. Je bent bang voor de monsters.'

'Ja.' Reken maar.

Angst. 'Komen ze eraan?'

'Nee, ik moet naar hen toe.'

'Het gaat om Michael.'

'Hij zit ergens in een huis of in een schuur. Ik weet niet waar, maar ik moet ernaar toe. Er staat een lantaarn met een koperen kap en op de tafel staan allemaal bakken.'

'Wat voor bakken?'

'Ze hebben een rare vorm.'

'Laat maar zien.'

Ze moest zich op de tafel concentreren. En haar niet de stervende Travis laten zien.

'Dat is de oogstschuur in het zuidelijke veld.'

Haar hart begon te bonzen. 'Weet je dat zeker, lieverd?'

'Ja, natuurlijk. Daar is er maar een van. Caitlin heeft me verteld dat die er al is zolang Vasaro bestaat. Er is een keer brand geweest, maar de schuur is niet verbrand en ze...'

'Dank je wel. Bedankt. Bedankt, Cassie.' 

Ze greep haar kaart en zocht het bijgebouw dat in het zuidelijke veld stond. Verdomme, dat was zeker zes kilometer.

'Er is ook een kortere weg. Door het bosje verderop langs de weg en over de heuvel.'

'Hoe lang duurt het dan voordat je er bent?'

'Dat weet ik niet. Een tijdje.'

Ze kon niet van het kind verwachten dat ze dat precies kon aangeven. Ze hoopte alleen dat haar geheugen haar niet in de steek had gelaten.

Verontwaardiging. 'Dat is echt een kortere weg!'

'Sorry.' Ze sprong op. 'Ik moet nu weg. Vaarwel, Cassie.'

Plotselinge paniek. 'Wil niet dat je weggaat. Blijf hier. De monsters zullen je pakken.'

Ze moest haar angst onderdrukken. Cassie zag de laatste tijd veel te veel en ze mocht het kind niet bang maken. 'Er zal me niets overkomen. Er zal niemand iets overkomen.'

'Kom terug...'

Maar Melissa was al in de gang en rende meteen de voordeur uit. De mannen die op wacht stonden, hielden haar niet tegen, maar deden net alsof ze haar niet zagen.

God het was al bijna donker.

Ze holde over de weg naar het bosje toe.

Danley klopte en deed de deur van Cassies kamer open. 'De vrouw is het huis uitgelopen, meneer de president. Een paar minuten geleden.'

Andreas stond op en kwam de gang in. 'In welke richting?'

'Naar de bomen.'

'En niemand heeft haar tegengehouden?'

'We hebben overeenkomstig uw orders gehandeld.' Hij kneep zijn lippen op elkaar. 'Maar ik moet u wel vertellen dat ik het helemaal niet eens ben met deze ontwikkeling.'

'Dat weet ik. Jij hebt alles graag volgens een vast patroon en hier heb je veel te weinig vat op. Maak je geen zorgen. De kans dat Melissa Riley die schuur vindt, is klein. En mocht dat toch het geval zijn, dan is alles al voorbij tegen de tijd dat ze daar aankomt.'

'Het is gewoon niet efficiënt. U had ons ernaar toe moeten laten gaan om met die smeerlappen af te rekenen.'

'Bemoei je er niet mee. Jouw taak is ervoor te zorgen dat mijn dochter veilig is. Punt uit.'

'En die vrouw?'

'Ik heb haar gewaarschuwd. Ze is aan haar lot overgeleverd.'

Andreas draaide zich om en deed de deur weer open. 'Laat het me meteen weten als je iets hoort.'

Hij ging weer in de stoel naast Cassies bed zitten en pakte haar hand. Die verdomde Melissa Riley. Als ze pech had, zou ze ook worden vermoord. Waarom zorgde ze er niet gewoon voor dat haar zelf niets kon overkomen in plaats van zich druk te maken over Michael Travis? Ze was niet alleen emotioneel, maar ook onredelijk en ze dacht dat je de hele wereld naar je hand kon zetten als je maar genoeg om iemand gaf. En ze leek ontzettend veel op zijn Chelsea. De gedachte schoot ineens door zijn hoofd. Hij kon zich moeiteloos voorstellen dat zijn vrouw onder deze omstandigheden precies hetzelfde zou doen als Melissa. Het had hem de grootste moeite gekost om Chelsea ervan te weerhouden hiernaar toe te vliegen toen hij haar had verteld dat er een grote kans was dat ze Cassie terug zouden krijgen. Ze zou... Cassie kneep in zijn hand.

Hij bleef stokstijf zitten. Zijn ogen vlogen naar haar gezicht. 'Cassie?'

Ze had haar ogen dicht en het leek alsof haar gespannen lichaam krom lag van de pijn. Haar greep begon langzaam maar zeker op een bankschroef te lijken.

'Cassie, praat tegen me,' zei hij onvast. 'Laat me je helpen. Alsjeblieft.'

Melissa stoof tussen de bomen door en holde de heuvel op. Sneller. Nog sneller.

Ze gleed uit en slaagde er nog net in op de been te blijven. Ze hoorde iets. Het geronk van een motor. Een helikopter? Travis?

Jezus, dat hoopte ze niet.

Ze liep aan de andere kant de heuvel af. Jezus, als ze maar in de goeie richting liep. Wat als Cassie zich had vergist? Ze was nog maar zo'n klein meisje.

En misschien was er nog wel ergens een oogstschuur die de tand des tijds had doorstaan.

Niet aarzelen. Daar was het nu te laat voor.

Ze hoorde de helikopter niet meer.

Weer een heuvel. Lag de schuur aan de andere kant?

Haar longen brandden en haar adem schuurde in haar keel. Doorgaan.

Ze struikelde. Het was inmiddels helemaal donker en ze kon de grond voor haar voeten nauwelijks zien. Ze was op de top van de heuvel.

Niets. Alleen een andere vallei en de volgende heuvel. Doorgaan. Niet opgeven.

Maar wel snel. Ze moest opschieten.

Travis die stervend in elkaar zakte...

Cassie schreeuwde.

Andreas maakte een sprongetje van schrik. Weer een nachtmerrie?

Ze schoot overeind. 'Michael!'

Nu pas zag Andreas dat ze haar ogen open had. 'O mijn god.' Hij rukte haar in zijn armen terwijl de tranen over zijn wangen biggelden. 'Lieve schat, je bent weer bij ons teruggekomen. Ik ben zo...'

'Michael.' Ze klemde zich aan Andreas vast. 'Pappie, de monsters. Bloed. Ze vermoorden Michael.'

'Ssst.' Andreas drukte een kus op haar voorhoofd en wiegde haar in zijn armen. 'Alles komt weer in orde. Alles is weer in orde.'

'Nee.' Ze barstte in snikken uit. 'Het is weer precies hetzelfde. De monsters... en jij was er niet.'

'Ik ben nu wel bij je.'

'Het gebeurt weer.'

'Nee, je bent veilig. We zijn allemaal veilig.'

'Nee, dat is niet waar.' Haar ogen werden groot van angst. 'Michael!'

Travis was geland.

Deschamps kroop dieper weg in het struikgewas naast de schuur en bleef strak naar de helikopter kijken die een paar meter verderop stond. Zijn maag kromp samen van verlangen. Het had al te lang geduurd. Stap uit. Laat me het zien. Laat me mijn eigendom zien. Het was een maanloze nacht en in het donker kon hij nog net de schimmige gestalte van Travis achter de stuurknuppel onderscheiden. Waarom kwam hij er niet uit? Ineens besefte hij dat Travis gewoon op zijn hoede was. Op het moment dat hij uit de helikopter stapte, zou hij kwetsbaar zijn, daarom zat Deschamps ook te wachten tot de deur aan de kant van de piloot open zou gaan.

Misschien voelde Travis instinctief dat er iets mis was. Dus zou hij heel stil moeten blijven zitten, tot Travis het gevoel had dat alles in orde was.

De minuten kropen voorbij.

Waarom bewoog die klootzak niet?

Hij sloop langzaam maar zeker dichterbij.

Hij was al bijna bij het vliegtuig toen hij abrupt bleef staan. De gestalte was Travis helemaal niet. Het was een jas die ergens omheen hing. De deur aan de andere kant stond open. Travis was al uitgestapt!

'Shit.' Deschamps dook naar de grond en tuurde om zich heen. Het was te donker. Travis kon overal zitten.

Plotseling flikkerde er licht op in de schuur. De deur stond open... Zodra ze de top van de heuvel bereikt had, zag Melissa het licht in de schuur. Vlak ernaast kon ze het silhouet van de helikopter onderscheiden.

Het spel was al begonnen.

Ze liep te snikken toen ze de heuvel af rende. Wacht op mij. Laat me niet zover zijn gekomen zonder iets te kunnen doen. De deur stond open. Deschamps kon best vlak achter de deur staan.

Hij kon barsten. Als ze ook maar een moment aarzelde, zou dit het einde voor Travis kunnen betekenen.

Ze bleef in de deuropening staan en haar ogen zochten nerveus in de spelonkachtige, in schaduwen gehulde ruimte naar Travis.

Ze zag Deschamps het eerst, aan de andere kant van het vertrek. Hij bewoog en sloop verder, terwijl hij naar iets in de schaduwen tuurde. Travis?

Nee, Travis rolde onder de tafel uit en stond geluidloos op, met zijn pistool in zijn hand. Zijn volle aandacht was gericht op Deschamps, die met de rug naar hem toe stond. Ze hield haar adem in. Vooruit. Schiet hem neer. "Wacht niet tot hij zich omdraait.

Nee!

Travis keek om. Ze had zich niet bewogen, maar waarschijnlijk had hij haar vanuit zijn ooghoeken gezien. Zijn ogen werden groot toen hij haar herkende.

En Deschamps draaide zich om!

De volgende seconden leken in slow motion voorbij te kruipen toen Melissa als een wervelwind door het vertrek schoot. Ze wierp zich op Travis, sloeg haar armen om zijn middel en trok hem omlaag. Te laat.

Ze hoorde hem kreunen en voelde zijn lichaam schokken toen de kogels hem raakten.

Ze besefte vol wanhoop dat ze had gefaald. Deschamps had hem vermoord.

Ze sloegen samen tegen de grond. Houtsplinters vlogen langs haar wang toen Deschamps opnieuw een schot loste en de lantaarn op de paal raakte. De lantaarn viel om en de kaars doofde. Duisternis.

Het pistool van Travis lag naast hem op de grond. Ze grabbelde ernaar en rolde onder de tafel, waarbij ze per ongeluk een stoel omgooide. Ze trok hem naar zich toe bij wijze van schild.

'Je kunt toch niet ontsnappen,' riep Deschamps. 'Ik heb Travis gedood. Wie moet je nu beschermen?'

De tranen prikten in haar ogen toen ze naar Travis keek die aan de andere kant van de tafel lag.

'Je bent bang, hè? Als je je nu meteen overgeeft, laat ik je misschien wel gaan.'

'Je kunt barsten.' Jezus, hoe moest ze hem neerschieten als ze geen hand voor ogen kon zien?

'Je kunt me toch niet tegenhouden. Weet je wel hoe lang ik al op dat standbeeld wacht?'

Weer een schot. Een brandend gevoel van pijn toen de kogel van de stoel afketste en haar linkerarm schampte.

'Geef het maar op. Je hebt geen wapen, anders had je dat allang gebruikt. Ik begin ongeduldig te worden. Ik heb niet veel tijd meer, want Andreas kan elk moment hier zijn.'

'Andreas komt helemaal niet. Dat is hij zelfs nooit van plan geweest. Het was gewoon een truc. Stom van je dat je daar ingetrapt bent, hè?'

'Je liegt. Ik heb het hele gebied kilometers in de omtrek afgezocht. Alleen het hoofdgebouw wordt bewaakt.'

'Ik lieg helemaal niet. Het is allemaal in scène gezet. Ook al schiet je mij dood, dan heeft Andreas je te pakken voor je tien kilometer van Vasaro bent.' Een kogel vloog langs haar oor. Hij ging af op het geluid van haar stem, precies zoals zij probeerde in te schatten waar hij zich bevond. 'Waarom sta je hier je tijd te verdoen?

Ga weg en probeer je maar zo snel mogelijk uit de voeten te maken.'

'Ik hoef me niet uit de voeten te maken. Ik pak de helikopter waarin Travis is gekomen... zodra ik de Winddanser heb.'

De Winddanser. Ze zag de vage glans van goud op de tafel boven haar. Zou hij zich daardoor laten verlokken om zo dichtbij te komen dat ze hem kon neerschieten? Of zou ze zelf het eerst geraakt worden door een van zijn kogels?

Weer een schot. Bijna raak.

Ze snakte naar adem en slaakte meteen daarna een zacht kreetje. Deschamps knorde tevreden. 'Mooi zo. Dat was de laatste keer dat je me hebt gedwarsboomd.' Stilte. 'Deed het pijn? Ik heb je zuster ook pijn gedaan, hè? Ik zag het bloed uit haar borst spuiten voordat ik naar buiten rende.' Hij hield zijn mond en luisterde. Hij stelde haar op de proef, in de hoop dat haar zenuwen het zouden begeven als de kogel haar niet had geraakt.

'Ik had gehoopt dat ik in staat zou zijn om Travis op mijn gemak te vermoorden. Ik moet bekennen dat ik een beetje teleurgesteld ben. Ik wilde hem pijn zien lijden. Sinds ik mijn charmante stiefvader heb vermoord, heb ik niet meer zo'n intense haat jegens iemand gekoesterd.'

Smeerlap.

'Heb je dat bloed gezien toen hij door de kogels geraakt werd?

Er zijn legendes waarin wordt verteld dat de Winddanser dol is op bloed. Oorlogen... de guillotine... Denk je dat er iets in die verhalen zit?'

Ze gaf geen antwoord. Vooruit, hufter. Laat zien waar je bent.

'Je had je er echt niet mee moeten bemoeien. Daar ben je niet slim genoeg voor. Het was gewoon zielig zoals jij je in St. Ives bij de neus liet nemen.'

Hij bewoog, hij kwam dichterbij.

Ja!

Ze voelde het gewoon, ook al was hij aan de andere kant van de schuur. Kom maar dichterbij. Kijk eens naar dat mooie standbeeld. Pak het maar. Hij kwam eraan. Heel behoedzaam, maar hij kwam eraan. Haar hand sloot zich vaster om het pistool.

Weer een schot.

Een brandende, felle pijn in haar bovenbeen.

Niet gillen. Niet bewegen. Hij moest denken dat ze geen bedreiging vormde.

'Ik heb gehoord dat die kogel doel trof. Er is geen geluid dat te vergelijken is met die zachte plof. Je bent zo hard als een spijker, of je bent bewusteloos of dood. Ik zou weleens willen weten wat de waarheid is. Maar dat zie ik zo meteen wel, als ik de Winddanser te pakken heb.' Hij was dichterbij, maar de afstand was nog steeds te groot. Ze kon zich niet snel bewegen en ze zou maar één kans krijgen. 'Mijn god, wat is het toch een zeldzaam mooi ding. Ik kan die ogen zelfs in het donker naar me zien glinsteren. Daardoor alleen al zou je bijna in al die verhalen gaan geloven.'

Er ging een schok door haar heen toen de ruimte plotseling verlicht werd. Hij had de kaars weer aangestoken. Christus, hij stond hooguit een meter van haar af! Ze verstijfde en hield haar adem in. Haar hand omklemde het pistool dat half onder haar lichaam verborgen lag.

Maar hij wierp slechts een vluchtige blik op haar, zijn aandacht werd volkomen door het standbeeld in beslag genomen. 'Karei de Grote, de Borgia's, Alexander,' fluisterde hij terwijl hij het standbeeld in zijn armen tilde. 'En Edward Deschamps. Dat klinkt toch geweldig, vind je... Shit!' Hij klemde het standbeeld tegen zich aan toen hij op de grond viel. 'Verrek, wat...'

Travis had zijn armen om de enkels van Deschamps geslagen en rukte hem de benen onder zijn lichaam vandaan. Alles zat onder het bloed. Het bloed van Travis. Op Travis, op Deschamps. Maar, here Jezus nog aan toe, Travis leefde nog!

Deschamps herstelde zich onmiddellijk. Zijn pistool zwenkte in de richting van Travis.

'Néé!' De .38 in Melissa's hand braakte vuur.

Een schot.

Twee.

Drie.

Het lichaam van Deschamps schokte bij elke kogel die zich in hem boorde. Het bloed stroomde uit de wonden in zijn maag. Hij keek ongelovig omlaag.

Ze vuurde opnieuw en hij liet zijn pistool vallen. 'Kreng.' De tranen rolden hem over de .wangen. Hij pakte de Winddanser met zijn bebloede hand en kroop naar de deur. 'Maakt niet uit. Je wint toch niet. Ik heb het. Dat is het enige dat telt. Ik heb het...'

En hij zou er nog best in kunnen slagen om de helikopter te bereiken en te ontsnappen. Ze wist niet eens hoe hij het voor elkaar kreeg om zich zelfs maar te bewegen. Ja, dat wist ze wel. Hij was bezeten van dat standbeeld, en Jessica had haar verteld dat fanatici af en toe over een bovennatuurlijke hoeveelheid uithoudingsvermogen en kracht leken te beschikken. Jessica.

Ze piekerde er niet over om hem naar die helikopter te laten gaan. Ze schoot hem een kogel in het hoofd.